BIJBLAD, behoorende tot <le ALKMAABSCHE COUBANT van Zondag den 30 September I860. 7 October. JfsN ji it t i QEiVEEKTERAA». Zitting van den 27 Sept. 1866, No. 14. Voorzitter de Burgemeester. Tegenwoordig 13 leden. Afwezig de heeren Mr. P. A. de Lange en Jonkh'. D. C. de Dien Fontein Ferschuir. De vergadering geopend zijude worden 1. De notulen der beide vergaderingen van 4 en 8 Sep tember 1.1. gelezen en goedgekeurd. Daarna zijn medegedeeld en in dadelijke behandeling gesteld 2. Missive van H. H. Gedep. Staten van Noord-Holland mededeelende de namens Z. M. verleende magtiging op het polderbestuur van het Woud, tot wegneming van de piemp- sluis in dien polder. Voer kennisgeving aangenomen. 3. Circulaire van den Heer Commissaris des Konings in Noord-Holland, waarbij de gemeentebesturen worden opmerk zaam gemaakt op de noodzakelijkheid eener vernieuwing van bij ue gemeenten bestaande verordeningen van plaatselijke belastingvoor zoo verre zij slechts voor één jaar zijn goed gekeurd. Naar aanleiding dezer circulaire, worden door Burg. en Weth. voornoemde verordeningen lot heffing en invordering van opcenten op de Rijks personele belasting voorgedragen en door den raad vastgesteld. 4. Rapport van de commissie van financiën, op het ver zoek van Dr. C. J. de Lange, om restitutie van uitgeschoten rijtuighureu tot waarneming van de geneeskundige armen- dienstgedurende het heerschen van de cholera. Op de couclusie van het rapport, is besloten aan den heer de Lange te kennen te gevendat de raad deszelfs verzoek voor geene inwilliging vatbaar achtbehoudens echter wat later door het gemeentebestuur, tot erkentenis van de gedurende die epidemie door zoo velen bewezene buitengewone diensten zal worden besloten. 5. Rapport van de vaste commissie voor de verordeningen op wier overtreding straf is bedreigdop het voorstel van den heer Ponk, tot daarstelling eener verordening tot het op bepaalde uren sluiten van herbergen en tapperijen. Tot een nader en op ruimer schaal ingesteld onderzoekin deliberatie gehouden. 6. Jaarlijksch verslag van H.H. curatoren van het gym nasium betreffende het laatst gehouden zomer-exameu." 7. Missive van de commissie voorde normaalschool, hou dende uitnoodiging tot bijwoning van het examen der leer' lingen van die school. Beide voor kennisgeving aangenomen. 8. Missive van heeren regenten van het Burger weeshuis, bevattende eene opgave van aan de daarbij genoemde weezen behoorende, doch onder de bezittingen van het weeshuis ingeschreven kapitalen. Foor kennisgeving aangenomenmet mededeeling aan de commissie van financien. 9. Rapport van Burg. en Weth., op het verzoek van inge zetenen dat de najaarskermis alsnog zal worden gehouden. Iu overeenstemming met het adviesis besloten aan de adressanten te kennen ie geven dat de raad. geene termen vindt om in het verzoek te tredenop gronden dat 1°. de stad Alkmaar, evenmin als de omliggende streken, nog niet zoo geheel vrij van besmetting zijn," dat men niet zou mogen vreezen dat eene zameuvloeijing van zoo vele menschen van allerhande soort en uit alle zoo besmette als onbesmette oorden des landsdienen zou om het, sluimerende kwaad weder optewekken of op nieuw nautebrengen 2°. om dat het jaargetijdealvorens de kermis zoude kuunen worden gehouden te ver verloopen is om daaraan alsnog gevolg te kunnen geven daar er 3°. vooraf nog eene nieuwe vergun ning van Gedep. Staten zou moeten worden gevraagd en lietbuiten en behalve de tijd die daarmede zou verloopen niet is te verwachten dat de goedkeuring op zoodanig be sluit zou worden verleend, nadat de Hooge Regering zelve zoo zeer op het niet houden van kermissen heeft aangedrongen. 10. Rapport van dezelfden, op het adres van den aannemer der hoogere burgerschool. 1°. Voor zoo veel het rapport het verslag omtrent de her keuring van afgekeurden steen betreftvoor kennisgeving aangenomen 2°. het verzoek tot latere plaatsing van het ijzeren afsluithek toegestaau mits de betaling van dat gedeelte der aan nemingspenningen ook zoo veel later geschiede; 3°. zijn de aangevoerde grieven tegen den stads-architeot op het door denzelven gegeven berigt, buiten beschikking gehouden. 11. Voordragt van dezelfden, van a. Ontwerpbesluiten tot heffing en invordering van school- gelden op verschillende scholen en tevens op de burger school voor meer uitgebreid lager onderwijs, naar de grond slagen aangenomen bij besluit van den 22 Augustus 1866. Conform de voordragt gearresteerd. b. Verordening tot regeling van het onderwijs in nuttige vrouwelijke handwerken op de openbare armen- en tus- schenscholeD. Ten gevolge van een staande de vergadering ingekomen missive van de plaatselijke schoolcommissieaan Burg. en IFeth. om nader berigt teruggezonden. 12. Vraag van Burg. en Weth., om de beslissing van den raad ten aanzien der vervulling van de betrekking van hoofd onderwijzer aan de burgerschool voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs, met het daartoe betrekkelijke adres van den hoofdonderwijzer der jongensschool. Tot na een meer gezet onderzoek van vroegere daaromtrent gewisselde stukken in overweging gehouden. 13. Voorstel van dezelfden, tot verevening eener som van f 25wegens toelage aan F. N. Harteveldals concierge van den Nieuwen Doelen. 14. Voorstel als boven, tot voldoening van 66.16J-we- gens kosten van schatting en meting van het afgesneden kauaalvak bij de Texelsche barrière, behoudens nadere regeling. Op beide Nos. 13 en 14zijn de gevraagde magtigingen conform de voordragtverleend. 15. Berigt van als boven op het ter vergadering aange- 1 houden besluit betrekkelijk de daarstelling van steigers als aanlegplaatsen voor stoombooten, met bijgevoegd verzoek van de heeren C. Sp J. Avis en D. A. Zur Miihlen dat zulks onder aanbod van een deel der te maken kostenvoor ge- meenterekeniug moge geschieden. liet beginsel, om dien aanleg voor gemeenterekening te bewerkstelligenverworpen. 16. Missive van H.H. diakenen der Hervormde gemeente, om integaan met 1 Januarij 1867, van het contract wegens evering van medicijnen uit de stads apotheek ten behoeve hunner gealimenteerden en ten koste der diakoniete wor den ontslagen. Het verzoek toegestaan. 17. Missive van den heer Dr. P. Scheltemaarchivaris te -— Amsterdamten geleide van een exemplaar der frausche vertaling van zijn werk over Rembrandt. Onder dankbetuiging aan deu inzender, besloten tot de plaatsing van het werk in 't archief der gemeente. 18. Verzoek van M. M. Houjfelaar. 19. Idem van C. C. Raisiqbeide om in de betrekking^- van stads vroedvrouw te worden benoemd. Gcrenvoijeerd aan Burq. en IFeth., om daarop bij eene even tuele aanbeveling, zooveel zij noodig zullen achten, te regarderen. 20. Adres van den heer Corn. Joh. de Lange, houdende ver- zoek om de demping van ds Korte Nieuweslootingeval zulks moet geschieden te bepalen tot aan de lijn tusschen den Kouingsweg en Paardensteeg en dat dezelve gepaard ga met de afgraving van de stads vest tusschen de Bokkesluis en de sluis van de Korte Nieuwesloot. Nedergelegd ter lezing voor de leden, om daarover bij de behandeling der gemeentebegrooting voor 1867 te beraadslagen. 21. Verzoek van Kosom gebruik van gemeentegrond aan de stads vest, tot plaatsing van eene mestfaaltmet het berigt vau Burg. en Weth. daarop. 22. Verzoek van de voormalige commiezen van de stedelijke - belastingen Botten, Bruin en van IFijngaarden, om pensioen of wachtgeld. Met No. 21 ter lezing voor de leden op de secretarie nedergelegd. 23. Is gedelibereerd op het verzoek van de stads vroed vrouw L. Serker, om ontslag uit die betrekking. Het verzochte ontslag eervol verleend, integaan met den 1 October 1866. 24. Is aan de orde gesteld het verzoek van den voormali- gen ambtenaar J. Ferhoeve, om wachtgeld of gratificatie. Besloten de beslissing aantehouden tot aan de behandeling van het adres onder No. 22 vermeld. Op de rondvrage van den Voorzitter 25. heeft de heer J. C. Koorn herinnerd aan de toegezegde reparatie van den steiger buiten de Boompoort 26. heeft de heer Helling aanbevolen de plaatsing van een bord tot waarschuwing, «om niet dan stapvoets te rijden" op den hoek van deu Achterhouttil eu den opgang naar den Dijk. In beidende laatste voor zooveel zulks uitvoerbaar zal zijn zal worden voorzien. 27. De vergadering is opgeheven, Snelpersdruk van HERM5. COSTER ZOON te Alkmaar. tiën kosten van 15 regels 0,75, voor r 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht ring. Zij worden uiterlijk aangenomen tot dag 1 uur; ingezonden berichten een dag geven aan de missive van den Minister van Binuenlandsche Zaken, van den 14 September 11. No. 264, 4e afd., betrek kelijk het vormen van vereenigingen tot vrijwillige oefening in den wapenhandelbrengen in voldoening aan die uitnoo diging het navolgende uit die missive ter kennisse der in gezetenen //In zoover die vereenigingen zieh verhooging van 's lands «/weerbaarheid ten doel stellenwil de Regering haar daarin //gaarne behulpzaam zijn. Ten blijke daarvan heeft zij reeds //maatregelen genomen waardoor zoodanige vereenigingen, «die zich daartoe aanmelden het verkrijgen van kosteloos //onderwijs en het gebruik der wapenen uit 's Rijks maga- //zijnen wordt toegestaan terwijl het uitzigt bestaatdat //te beginnen met 1867, ook de benoodigde munitiën koste- //loos zullen kunnen worden verstrekt. In gemeenten der halve, waar zulke vereenigingen tot stand komenvan //zoodanige getalsterkte en samenstellingdat men met der //tijd gewenschte vruchten daarvan mag te gemoet zien.zul- //len dus ook op 's Rijks kosten onderofficieren uit het le- »ger als instructeurs kunnen worden gedetacheerd aan wie //dan tevens de zorg voor het onderhoud en het bewaren //van de door het Rijk te verstrekken wapenen enz. zal //worden opgedragen. Daarentegen zullen de vereenigingen //of gemeenten slechts te zorgen hebben voor eene schiet baan en een locaal tot berging van wapenen en munitiën //zoomede voor het verstrekken van huisvesting en voeding //aan de te detacheren instructeurstegen de van Rijkswege //daarvoor te betalen schadeloosstelling, zooals die is vastgesteld. //De te doeue aanvragen om instructeurs en wapenen kun- in den laatsteu tijd in aantal en krachten gewonnen te hebben. Is Europa evenzeer gerust gesteld door de woorden des Keizers Wij hebben reeds gewezen op de gunstige ontvangst die er vrij algemeen aan ten deel is gevallen. De redeneering is dan ook gezond en overtuigend. Toch wijst men op een paar punten die er minder geruststellend uitzien. Frankrijk zegt men, predikt den vrede, en het gaat zijn leger hervor men en vergroolen en 600 millioen francs voor geweren en ander oorlogstuig leenen. Is die daad geen treffende weer legging van al die schoone woorden? Uit die daad blijkt naar onze meening duidelijk, dat Frankrijk steeds tegen eiken andereu Europeschen staat opgewassen wil blijven, dat het steeds sterk wil zijn ten aanval en ter verdediging, zóó sterk'., dat liet te geener tijd zwakker mag schijnen dan een ander, al bestaat er ook vooreerst geen vooruitzicht dat er proeven van zijn kracht zullen gevergd worden. Indien nu inderdaad de Pruisische legerinrichting en de Pruisische ge weren de voorkeur schijnen te verdienen boven de Eransche, dan is dit alleen voldoende om Frankrijk tot verbetering van het minder goede aan te sporen. Dit komt ons zoo natuur lijk voor, dat "wij niet begrijpen hoe iemand daarin reeds voldoende aanleiding kan vinden om een oorlog te duchten, 't Zou ons integendeel verwonderen als Frankrijk dien maat regel niet genomen had. Het tweedeen naar onze meening belangrijker punt is de opmerking in het schrijven van den heer Lavalelte, dat een onweerstaanbare kracht de volken dringt zich tot groote rijken te vereenigen en de kleinere staten te doen verdwij- n Zwitserland en België hebben die woorden on- ■ktmen stelde vastdat Napoleon een geschikte d zocht om Frankrijks grenzen uit te breidenen de, dat hij die zucht tot vereeniging ook eens bij naburen mocht opmerken ook al bespeurde nie- lers er iets van vooral nu Pruisen duidelijk had gegeven-, dat het er geen vrede mee zou kunnen Frankrijk het oog zijner begeerlijkheid op Duitsch fed liet vallen. Het Journal de St. Petersbourg an ook dat het geen zweem van die onweerstaan- t ontdekt in den tegenstand dien de kleine Duit- (i aan de Pruisische vraatzucht bieden en het die imin opmerkt in Denemarken, Nederland, België, d en Portugal. •,eker zeer waar, en het is tevens van belang voor die niet begeereu dat de zucht tot vereeniging mdersteld wordt aanwezig te zijn dat zij blijken het tegendeel. Het is goeddat er niet op ge- ordt. De bovengenoemde kleine staten toonen sen lust om te verdwijnen en het verheugt ons, oor niet-kleine staten, door Rusland, zooals wij leiddenen ook door Engeland wordt opgemerkt. 4 trouwe orgaan van het Engelsche volk, de Ti- st blad der regeering, de Morning-Herald, verkla- die onweerstaanbare zucht niets te weten. Het mde blad hecht aan de bedoelde woorden der cir- hter nog meer beteekenis 'dan het tweede. Het et geheel vreemd aan de ouderstelling, dat er in- n Frankrijk aan uitbreiding van grondgebied ge en dat alleen de omstandigheden deze plannen gengewerkl. De Morning-hler aid is, of schijnt al- ister, en wijst op de duidelijke, zeer vredelievende ien geruststellende verzekeringen die te Brussel uit ontvangen. Van Napoleon's bekende voorzichtig- zijn helder inzicht in de politieke gesteldheid van in het blad geenerlei bedreiging van België ver en het meent dan ook, dat aan de aanstootgevende g in de circulaire te veel gewicht is gehecht, ste is ook onze meening. Het doel der circulaire ifleen Europa gerust te stellen, maar tevens Frank- ïrtuigen, dat de Keizer wijs eu eerlijk eu in Frank- g had gehandeld door zich geen partij te stellen litschen oorlog, Nu behoorde die oorlog, eu vooral kelijke vergrooting van Pruisen verdedigd en als rlijke volkomeu verklaarbare en niet af te keuren, :er toe te juichen gebeurtenis voorgesteld te wor- rom schrijft de circulaire de vergrootiug van Prui- in de werking van het nationalileits-beginsel en rechtmatig streven naar eenheid in Duitschland. orden de gewelddadige inlijvingen aangemerkt als .tuurlijke samenvloeiingen van verwante volksstam- eigen aandrift tot één gebracht. Daarom wordt en van een onweerstaanbare kracht die de volken li te vereeuigen. De verontrustende uitdrukking 3 daarom meer een trouwens onjuiste ver- n het gebeurde in Duitschland dan een bedreiging ickomst. luiste verklaring van het gebeurde in Duitschland. loting toch van Pruisen is niet te weeg gebracht reding der Duitsche volken uit eigen beweging, er in Duitschland sinds een halve eeuw een streven eid, dat langzamerhand in kracht was toegenomen, in 1848 de Duitsche Keizerskroon aan Pruisen's :ed aanbieden. Wel scheen er in dit streven naar ior Pruisen een schoone rol weggelegd, maar Prui- zijn roeping miskend; het heeft alleen steun gezocht dit van zijn leger en in de handigheid zijner diplo id geweld eu krachtens het oorlogsrecht ziju de laten aangehecht; er is van geen wensch van de gesproken er is naar geen zucht tot vereeniging De Koning van Pruisen is en blijft een Koning tie Gods; hij zulk een vorst is nationaliteit ketterij, /ensch zondehij gruwt van vrije volksbeweging in uiting van revolutionaire beginselenmaar luj het oud en heilig oorlogsrecht der vorsten. Krach- recht beschikt hij naar willekeur over veroverde lij zou het beneden zijn waardigheid achten een ning te doen houden, hij onderhandelt niet met maar hij zou gaarne den afstand der vorsten ij onderhandelt met de onttroonde vorsten, krach- fde Goddelijke genade vrijelijk beschikkende over /ezen onderdanen. Jegens de vorsten wil de Koning oedig toonen. Rijk zullen de Keurvorst van Hessen tog van Nassau beloond worden, als zij door den ..uuner rechten aan den Koning van Pruisen de wijding geven aan het heilig oorlogsrecht. Al moesten ook de Nassauers en de Hessen de kosten betalen, al zouden de eersten een negende deel van hun land, als erkend vorstelijk domein, aan den gewezen Hertog zien weggeschonken en al zouden ook de Hessen moeten bloeden tot voldoening aan de hooge eischen van hun voormaligen Keurvorst, de prijs zou niet te duur zijuals men de hooge uitnemendheid van de rechten in aanmerking neemt die de Pruisische Koning aan dezen ruilhandel zou ontleenen. Er is herhaaldelijk beweerd, en er wordt nog dagelijks be weerd dat hij die eenmaal zijn ingenomenheid heeft betuigd met. de vereeniging van Italië onder het constitutioneel Ko ningschap van Fictor Emmanuel, tevens de inlijving van Hannover, NassauHessen en Frankfort in Pruisen moet toejuichen; want dat bij beide gebeurtenissen dezelfde begin selen hebben gezegevierd, zoodat die het eene goeden "het andere afkeurtmet twee maten zou meten. Niets is min der waar. Sardinië, Napels, Lombardije, Toscane, het grootste gedeelte van den Kerkelijken Staat enz. hebben zieh opgelost; in het Koninkrijk Italië, hebben een nieuwen staat gesticht met een nieuwe hoofdstad. Pruisen daaren tegen is Pruisen geblevenwel verre van zieh op te lossen in Duitschlandheeft het eenige Duitsche staten in zieh opgenomen. In het grootste gedeelte van Italië re geerde de vreemdeling, de Oostenrijker, helzjj onmiddelijk zooals in Lombardije en Venetië, hetzij door middel van de Italiaansehe vorsten. Toen de vreemdeling met behulp van deFranschen door Sardinië was verdreven, stortten de ove rige Italiaansehe tronenhun steun missende van zelf ineen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1866 | | pagina 5