ALKMAARSCHE COURANT .V. 4 Jtchtenzesligsle J aar gong. Zondag 25 November. ©fficiccl (Scbccltc. Tot 1 Januarij 1867 blijft de geldleening van f 45000, ten behoeve der gemeente Alkmaar, tegen 5% 's jaars, mot aandeelen van f 1000 of f 500, opengesteld. Een nieuw tijdvak. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per jaar 3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post/4,—. Brieven franco aan de Uitgevers E E 11M». COSTER ZOON. De Advert.entiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag vroeger. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen, naar aanleiding van art. 11 van het reglement betreffende de kamers van koophandel en fabrieken vast gesteld bij Koninklijk besluit van 9 November 1851 (Staats blad No. 142) ter kennis van de belanghebbenden: Dat op Woensdag, den 28 November 1866, des morgens van 10 tot 1 ure ten raadhuize der gemeente eene ver gadering van kiesgeregtigden zal worden gehouden tot, de verkiezing van vier leden voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, in vervanging van vier leden die als zoodanig met ultimo December dezes jaars moeten aftreden. Liggende de vastgestelde lijst van kiesgeregtigden van af heden ter secretarie der gemeente, van des voormiddags 10 tot des namiddags 1 ure, ter inzage van de belanghebbenden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 98 Oct. 1866. Be Secretaris, SPANJ AARDT. PATENTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen by deze tpr kennis van de ingezetenen Dat de PATENTEN, aangevraagd in de maanden Au gustus, September eu October jIter secretarie der ge meente verkrijgbaar zijn gesteld van Maandag 19 November tot, en met Zaturdag den 1 December aanstaande, 's mor gens 92 ure. Alkmaar, Burgemeester en Wethouders voornoemd, den 17 Nov. 1866. A. MACLAINE PONT. De Secre'aris SPANJAARDT. eeuige andere bronnen van bestaan en dat is dan nog wel onder de gunstigste omstandigheden dezelfde voor- deelen genieten kan, die voor den onderwijzer der lagere school verkrijgbaar zijn! Daargelaten nog, dat bij voort gezette studie en gelukkigen aanleg, eene eervolle betrek king bij het middelbaar onderwijsde rijke belooning voor inhoudende vlijt en goed gedrag worden kan. Daarom eer gij uwen zoon naar het kautoor zendt, raad pleeg eerst deskundigen of den directeur der normaallessen eu doe dan eene keuze. Be Directeur der normaallessen Dr. J. J. de GELDER. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden Dat, een suppletoir kohier der directe belasting eu een der hondenbelastingbeide over de dienst van 1866den 20 November door hen voorloopig is vastgesteld en gedurende 14 dagen na heden ter secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 24 Nov. 1866. De Secretaris SPANJAARDT. De onderstaande personen worden aangemaand zich zoo spoedig mogelijk ter secretarie aantemelden CATHARINA van der MOLEN, laatste woonplaats MonnickcndamANTJERIEGEN, 1. wAmsterdam; ARIAN HOOGLAND, 1. w. Graft; CORNELIA van der WEIJ- DEN, 1. w. Leyden; TEUNIS DIRK BRUIN, 1. w .Helder; BERNARDUS' van BOMMEL I. w. MUI c. a. De KAMER van KOOPHANDEL e» FABRIEKEN te ALKMAAR maakt bekend, dat van Maandag 26 Nov. tot Za turdag 1 December e.k., van 's voormiddags 10 tot 's namid dags 2 urenin haar gewoon lokaal op het Stadhuister lezing zullen liggen: 1. Statistiek van het Koningrijk der Nederlanden behelzende de staten van de in- uit- en doorgevoerde voornaamste handelsartikelen gedurende de maanden Augustus en September 1866. 2. Een opgaaf van den handel en de scheepvaart van Groot- Brittauje en Ierland, gedurende de maanden Junij en JtiIij en de overige maanden van 1866. 3. Verzameling van kous iaire berigten en verslagen over nijverheidhandel eu scheepvaartdeel 16e afl. en (teel II, Is afi. 4. Uitgebreide statistieke berigten van den handel en de scheepvaart, te Hamburg, gedurende het jaar 1865. 5. Overzigt van den uitvoerhandel te Stettin in 1865. Be Kamer van Koophandel en Fabrieken voorn., Alkmaar. F. M. van de VELDE, Voorz. 23 Nov. 1866. J. P. KRAAKMAN, Secret. Wij meenen vele ouders, ook van den fatsoenlijken bur gerstand geen ondienst te doen door hunne aandaeht te vestigen op de doeltreffende gelegenheid, welke sedert een tweetal jaren den jongelieden van deze gemeente wordt aan geboden om zich op de normaallessen ter opleiding van on- dermjzers-heeekelingenkosteloos tot hulponderwijzers te vormen. Wij doen dit te meer, daar de ondervinding geteerd heeftdat die instelling zeer goed aan haar deel beantwoordt. Dit aanvankelijk onderwijs, onder zekere be palingen ook voor hen bestemd die nog niet als kweeke- lingen op eenige school geplaatst zijndoet zeer spoedig blijken, of een knaap vermoedelijke geschiktheid voor het onderwijzersvak toont te bezitten. Ontbreekt hem die onmis bare voorwaarde om wel te slagen, dan wordt hij in tijds aan gemaand liever een anderen stand dan dezen te kiezen en zal liet düar geleerde hem geen nadeel, maar wel voordeel doen. Heeft een jong mensch aanleg en bij dien aanleg lust tot leeren dan is er geene geschikter gelegenheid dan deze normaallessenom zieh tot een examen voor te bereiden dat op achttienjarigen leeftijd reeds een eervol en voor zijn stand eenigzins onafhankelijk bestaan verzekert. Voor deu jeugdigen onderwijzer zijn de uitzichten thans vrij wat be moedigender dan vóór de invoering der wet van 1857. Ver gelijkt toch de jeugdige hulponderwijzer, gesteld dat beiden tot een fatsoenlijk doch geheel onbemiddeld gezin behooren zijn lot met dat van zijn tijdgenoot, die eenvoudig als klerk op een kantoor geplaatst werd. waarlijk hij zal geene redeu vinden om zijn kameraad met wangunstige oogen aan te zien. Hoe lang houdt het aan eer de kantoorklerk zonder Een nieuw tijdvak is voor de geschiedenis van ons con stitutioneel leven geopend. Zoo spreekt, zoo juicht de conservatieve partij; en in derdaad naar de vergelijking die zij tusschen het heden en het verleden maakt te oordeelen is er overvloedige stof tot, dankbaar vreugdebetoon. Vóór de ontbinding was de regeering in handen der "ra dicale" partij de naam alleen is genoeg om iemand een huivering aan te jagen die, zelve onmachtig om te re- geeren niets beiers wist te doen dan ook elke audere re geering onmogelijk te maken, en, met terzijdestelling van de publieke belangen, misbruik maakte van hare macht tot verovering der miuisteriëele zetels. Thans beerschl de "monarchaal coustilutioneele" partij, gelijkelijk wakende voor de belangen des lauds en de vrij heden des volks ter eenre, de rechten des Konings en de bevoegdheid der uitvoerende macht ter andere zijde. Vroeger werd liet volk door een kwaadtrouwiqe pers be drogen en door huichelachtige leuzen misleid zoodat het mogelijk werd dat een anti-nationale factie de meerderheid verkreeg in de Tweede Kamer. Thans zijn de oogen der kiezers geopend en de «natio nale richting" zal zich krachtig openbaren bij Ministerie en Vertegenwoordiging. De vorige Kamer werd bedorven door een ongrondwettige, motie-partij wier kracht thans is gebroken. Zij was een afgeleeld iichaam in welks aderen thans nieuw bloed is overgebracht. In haar midden tierde welig de «koloniale sloopers-politiek die thans met de meeste beslistheid door hel land ter dood is veroordeeld Het zal natuurlijk van belang zijn dat de Tweede Kamer dit alles goed begrijpe. Zij moet het «ongebonden partij- leven" harer voorgangster vaarwel zeggenen nuhet ver leden vergetende, rustig voort,werken binnen «de ruim gestelde grenzen barer bevoegdheid." Om de Kamer van dien plicht Ie overtuigen herinnert, de reeeeriuespartij bij riionde van het Dagblad van Zuidholland en 's Graveuhage, nog eens aan de jongste verkiezingen aan «de uitspraak van bet Neder- landsehe Volk." Ongetwijfeld zal het Nederlaudsche Volk met eenige bevreemding vernemen, welk een gewichtig vonnis het heeft uitgesproken. Volgens bet. Dagblad immers heeft het niet alleen aan de Tweede Kamer de bevoegdheid ont zegd tot beoordeeiing van alle regeeringsdadenmaar daar enboven om nu van het. nieuwe bloed maar te zwijgen, den staf gebroken over de nieuwe hervormingsplannen met Oost-Iudië. «Van de nieuwe Kamer zegt het Dagblad ver.angt bet Nederlaudsche Volk de eerbiediging van de ge- allen uitspraak." Het volk heeft alzoo vonnis geveld in het hoogst ressorl en de Kamer heeft niets anders te doen dan zich te onderwerpen. Zij eerbiedige voortaan elke re- geeriugsdaad zy beruste zonder tegenspraak in elke mislei ding of heleediging en late aan hei Ministerie over zelf te bepalen hoever het zijne verantwoordelijkheid wenscht uit te strekken. Verder make zij het Ministerie het regeeren niet onmogelijk, door zich te verzetten tegen de national- richting door de Ministers voorgestaan en door het volk goedgekeurd. Zij vergete vooral alle hervormingsplannen door van de Putte en dergelijke lui aanbevolen maar late zich zaclitkens leiden door de conservatieve politiek, thans door het volk aan de Kamer tot richtsnoer voorgeschreven. Omstreeks van dezelfde meeuing als het Dagblad blijkt ook bet Ministerie te zijn. Hoort hoe het kou goed vinden, bij monde van den heer Borrelde Stateu-Generaal bij de opening der zitting toe te spreken. «Gebruik makende van zijn grondwettig recht, heeft de Koniug geheel instemmende met zijn verantwoordelijke raads lieden, de Tweede Kamer der Stateu-Generaal ontbonden, nadat, meer en meer overtuigend was gebleken dat de sa menstelling van dit deel der Volksvertegenwoordiging niet langer kon geacht worden te voldoen aan de behoefte aan overeenstemming tusschen de onderscheidene staatsmachten. «Op de roepstem de3 Konings is thans een nieuwe Tweede Kamer gekozen, aan welke voortaan, binnen de grenzen van baren werkkringde behartiging van 's lands belangen zal zijn toevertrouwd." Men ziet het, het Ministerie laat, geen gelegenheid voorbij gaan om te verklaren dat de Koning geheel instemt met zijn raadslieden. Het wil maar niet begrijpen, dat de Minis ters in de eerste plaats geroepen zijn om voor de onschend baarheid des Konings te waken. Steeds wordt, de Koning op den voorgrond geschoveu als om de Ministers tegen de aanvallen der Kamer te beschutten steeds wordt de zaak zóó voorgesteld, alsof do Koning uitdrukkelijk samenwerking juist met dit en geen ander Ministerie had begeerd. Wij mogen niet moede worden ons tegen die leer te verzetten. Nog eens: alles wat de Koning doet op voordracht zijner Ministers, blijft ter hunner verantwoording. Ook de ont- bitidiug der Kamer. Bespeurt een Ministerie dat het, niet op de medewerking der Staten-Geueraal kan rekenen liet kan zijn ontslag indienen of de ontbinding van de Kamers ut van ééne van beide voorstellen, 't Is waar, de Koning is natuurlijk vrij niet tot de ontbinding over te gaan, en ian schiet er voor de Ministers niets anders over dan af ti treden. Maar gaat de Koning op voordracht der Ministers tot de ontbinding over, dan kiest hij nog geenszins party voor de Ministers. Hij stelt alleen de partij die aan de regeering is in de gelegenheid, om een laatste proef te nemen van de deugdelijkheid ltarer beginselen, om een laatste po ging te doen tot verkrijging der onmisbare ondersteuning des volks vertegenwoordigd door de Kamers. De Ministers spreken liet vermoeden uit, dat de Kamers niet zijn de ware vertegen woordigers des volks; met andere woorden: dat de meerder heid des volks andere beginselen huldigt dan de meerderheid der Kamers in praktijk brengt. De Koning ontbindt de Kamer en schrijft, nieuwe verkiezingen uit, om deu geopperden twijfel der Ministers weg te nemen. Vinden de Ministers steun bij de nieuwe Vertegenwoordigingdan zijn zij gerechtigd aan de regeering te blijven. Ontzegt zij hun hare medewerking, dan zijn zij verplicht, af te treden. Maar nimmer kiest de Koning partijhij stelt alleen elke richting in de gelegen heid om te beproeven of het volk zijn bijval wil schenken aan een regeering overeenkomstig hare beginselen. Vandaar dan ook, dat de voorbeelden niet, ontbrekendat in staten waar het constitutioneel Koningschap is gevestigd, de eene partij de andere uitdaagt om deu Koning een ont binding van de Kamer voor te stellen, ten einde de kiezers uitspraak te laten doeu omtrent de herhaalde bewering dat zij eigenlijk de nationale partij is, en de beginselen voor staat die de meerderheid des volks is toegedaan. Stelt de regeeringsparl ij de ontbinding niet voor, dan erkent zij de onmogelijkheid om zich een voldoenden steun in de Ka mers te verwerven. Weigert daarentegen de Kouing de Kamers te ontbinden, de regeeringsparl ij zal hem van par tijdigheid kunnen verdenken; zij zal zich kunnen beklagen, niet in de gelegenheid gesteld te zijn om het volk te doen verklaren dat liet hare richting wenscht. te steunen. De beslissing omtrent het, ministeriëele voorstel tot ont binding der Kamers blijft natuurlijk overgelaten aan het geheel vrije oordeel des Konings. Het kan zijn, dat de rich ting der Vertegenwoordiging zoo duidelijk, eu daarbij zoozeer in overeenstemming met de groote meerderheid des volks blijkt, dat een ontbinding onmogelijk eenige verandering zou kunnen te weeg bréngende constitutioneele Vorst zal in dat geval wel niet tot de ontbinding overgaan. Maar het kan ook zijn dat de toestand twijfelachtig is, dat Ministeriëu van ver schillende richting zijn bezweken, dat er in de Vertegen woordiging zelve onzekerheid en verwarring heerschen zoodat niet, duidelijk is aangewezen, van welke richting de regeering moet zijn die steun zou kunnen vinden bij de Kamers. In dat geval bestaat er ongetwijfeld voor den coustitutioneelen Vorst, aanleiding om zich te vereenigeu met een voorstel tot ontbinding. En zou niet ieder moeten erkennen dat bij ons die toestand aanwezig waswanneer hij let op de uittreding van Thorbeckede aftreding van van de Putte, de verdeeldheid en verwarring onder de liberalen en de veroordeeling van het tegenwoordige Ministerie Aan het vrije oordeel des Konings blijft altijd het, besluit tot ontbin ding; maar niet licht zal iemand kunnen verklaren, dat hij voor zich geen aanleiding zag tot het nemen van zulk een besluit. Als regel moet. dus worden aangenomen, dat de constitu tioneele Vorst die de Vertegenwoordiging ontbindtdaardoor nog geenszins geacht mag worden het. Ministerie te steunen, op welks voordracht hij tot de ontbinding besluit. Maar hier is meer. Btj de ontbinding van onze Tweede Kamer waren de gronden der Ministers bij hunne voordracht aan den Koning en de gronden door den Koning zelveu ontwikkeld in zijn proclamatie niet dezelfde. De Ministers spreken in hunne voordracht van niets anders dan van de aanneming der motie Keuchenius, van de overschrijding harer bevoegdheid eu het inbreuk maken op de rechten des Ko nings door de Tweede Kamer, eu van de noodzakelijkheid om de onderlinge verhouding der onderscheidene staatsmach ten zooals die door de Grondwet is begrensd, te haudliaven. Zy stellen de ontbinding der Tweede Katner voor, omdat zij in strijd met. de Grondwet zou hebben gehandeld, en daarom niet meer kan geacht worden de denkwijze en den zin der natie uit, te drukken. De Koning ontbindt de Kamer zonder eenige opgave van gronden. Bij de proclamatie echter spreekt hij zelf tot het volk, en verklaart dat de ondervinding der laatste tijden overtuigend heeft bewezen, dat er bij de jongste samenstelling der Tweede Kamer geen voldoende overeenstemming en sa menwerking te verkrijgen waren tusschen de Regeering en de Volksvertegenwoordiging, dat de gedurige verwis seling van ministeriën allengs schadelijk zou wor den voor de zedelijke eu stoffelijke belangen der natiedat zy de kracht der Regeering verlamtterwijl bestendiging van richting daarentegen kracht, van bestuur en van uitvoering medebrengt. Om daartoe te geraken, tot bestendi ging van richting alzoo, worden de kiezers opgeroepen. Én nu vragen wijzijn dat niet geheel verschillende gron den Volgens de Ministers de motie Keuchenius en het inbreuk maken op de rechten des Koningsvolgens den Koning gebrek aan eenheid van richting in de laatste tijden en daardoor veroorzaakte gedurige verwisseling van Ministers. De Kouing spreekt volstrekt niet van zijn tegenwoordig Ministerie. Zijn proclamatie vermeldt het feit der ontbinding alleen met deze woorden: «Ik heb het noodig geoordeeld, gebruik makende van mijn grondwettig rechtde Tweede Kamer der Staten-Generaal te ontbinden. Bijna met dezelfde woorden vermelden de Ministers dit feit bij hunne openings rede. doch meteen inlassing van groote beteekenis: «Gebruik makende van zijn grondwettig regt heeft de Koninggeheel instemmende met zijne verantwoordelijke raadslieden, de Tweede Kamer der Staten-Generaal ont bonden." Merkwaardig noemt het Dagblad de zinsnede in de ope ningsrede waarin van de nieuwe Katner wordt gezegd, dat^ aan" haar voortaan «binnen de grenzen van haten werkkring" de behartiging van 's lauds belangen zal worden toevertrouwd, 't Is eeiÉ krachtige en juiste waarschuwing zegt het Dagblad tegen de klippen waarop de ontbonden Kamer

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1866 | | pagina 1