ALKMAARSCHE COURANT
No. 4.
Negenenzestigste Jaargang.
I86T.
Zondag
27 Januari.
Officieel (Qcbccltc.
Art r saAga 'apP°rt te doen-
jaren voor h w?r,lnS rder rupsennesten zal in de volgende
sollied en on Jï l V*n,6se February) moeten ge-
Over Nationale Militie en Scherpschutters
vereenigingen.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar/3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post f 4,
Brieven franco aan de Uitgevers
HERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van I—5 regels0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag
vroeger.
VERJARING VAN PRETENTIEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat, ingevolge de wet van 8 November 1815 (Staatsblad
n°. 51), in verband met art. 228 der gemeentewetde pre-
tentien, wegens leverantien enz. aan de gemeente in het jaar
1866 gedaan, met ultimo Junij 1867 niet meer geldende zijn.
Zij noodigen mitsdien degenendie alsnog van deze ge
meente iets te vorderen mogten hebben, dringend uit, hunne
rekeningen bij den gemeente architect of Ier gemeente-secre
tarie alhier vóór 15 February e.k. inteleveren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 4 Jan, 1867. Be Secretaris
SPANJAARDT.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt
ter kennisse der veehouders binnen de gemeente:
Dat als voorbehoedmiddel tegen den veetyphus wasschin-
gen met kreosootwater worden aanbevolen. De ondervinding,
vooral in Engelandheeft geleerd dat runderen op welke
dat. middel dagelijks wordt toegepastbijna niet door die
ziekte worden aangetast.
Om de noodige kreosootolie (waaruit het kreosootwater,
door schudding met water bereid wordt) te bekomen, melde
men zich aan ter gemeente-secretarie, alwaar eene korte
handleiding, betreffende de wijze waarop uit de olie kreosoot
water in den vereischten graad van verdunning wordt bereid
en de aanwending van dat middel en van het carboolzuur,
is te verkrijgen.
De burgemeester voornoemd noodigt de veehouders drin
gend uitom gevol" te geven aan de op hen rustende ver-
pligting, om de middelen aanteweuden die in staat geacht,
worden van hun vee de heerschende veeziekte te kunnen
afweren en zoo doende medetewerken tot bestrijding en be
teugeling dier ziekte.
AlkmaarBe Burgemeester voornoemd
19 Januari1867.A. MACLAINE PONT.
LOTING VOOR DE NATIONALE MILTTIE
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden:
Dat de LOTING der in het vorige jaar in deze gemeente
voor de Militie ingeschrevenen zal geschieden op" Maan-
dajg don 11 ITobrnarij aanstaande, ten raadhuize der
gemeente Alkmaar.
Zij worden mitsdien opgeroepen, om op dien dag, des
voormiddags ten 9» ure, zich aldaar te bevinden 'om te
loten en opgave te doen van de redenen van vrijstellin" die
zij ter zake van de Militie vermeeneu te moeten inbrengen.
Indien zij vermeenen vrijstelling te kunnen erlangen wegens
broederdienst of op grond van te zijn eenige wettige zoon en
geen halve broeders hebben, moeten zij zich binnen drie
dagen na de loting ter secretarie vervoeger,om de
noodige opgaven te doen en bovendien op Maandag, den
4 Maart e.R., des namiddags ten 6 ure, in het raadhuis
verschijnen vergezeld van twee bij den Burgemeester be-
keude en te goeder naam en faam staande meerderjarige
ingezetenen, die de vereischte getuigenis kunnen afleggen en
het aldaar optemaken getuigschrift onderteekenen.
AlkmaarBurgemeester en Wethouders voornoemd
den 20 Jan. 1867. A. MACLAINE PONT.
Be Secretaris,
SPANJAARDT.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
herinneren bij deze de ingezeten aan de naleving van
de Wet van 26 Ventóse VI* Jaar,
luidende als volgt
w^rt' m" ®'nnen de tien dagen na de afkondiging dezer
Wet zullen de eigenaars, pachters, gebruikers of anderen
hunne eigene gronden of die van auderen bebouweude elk
voor zooveel hem aangaat, verpligt, zijn, om de boomen
op die gronden staande, van rupsennesten te zuiveren of te
doen zuiveren op verbeurte van eene boete van ten minste
drie en ten hoogste tien dagen dagloon (welke straf big het later
ingevoerde art. 4,1 No. 8 van het Strafwetboek is gewijzigd).
Art. 2. Zij zullenop dezelfde straffen gehouden zijnde
rupseunesten en ringen, van de hoornen, hagen of struiken
afgenomen, aanstonds te verbranden, en zulks op zoodanige
plaats, waar dit zonder gevaar van brand aan bosschen
boomen of struiken of aan huizen of gebouwen kan geschieden
Art. De Bestuurders der Departementen thans Gedepu
teerde Staten) zullen, binnen hetzelfde tijdstip, de boomen
welke zich op de onverpachte Nationale Domeinen bevinden
van rupsen doen zuiveren.
r,/Art',f' De ASeaten der gemeenten er. hunne adjuncten
(thans Burgemeester en Wethouders) zullen, ieder in de zijnen,
verpligt zijn, op de uitvoering dezer Wet toe te zien; zij'
zyn verantwoordelijk voor het verzuim, hetwelk ten dezeii
mogt worden ontdekt.
Jf. DeCommissarissen van het Uitvoerend bewind
r ,,j Regeringen (thans de Burgemeesters) zijn
verpligt om binnen het tweede tiental dagen na de afkon-
hnnmB u" Wet' eene sch°"wing te doen over alle met
l*n Pewassen. hagen of struiken beplante gronden,
mar be hm» 'e °'fr,u'Sei1' dat w'e>'ing der rupsennesten
wien het 'S. volbragt - en om daarvan aan den Minister,
Art?' T6 als.1'"«voren is bepaald. b
gezegde tiids'tufh'ei ,eeniSe elgenaars of pachters tegen het
Ken en iunne^? "agela,e" zu,ks te doea nullen de
vertoon der quitantiën van de arbeiders, door den Vrede-
regter (Kantonregter) afgegeven, zonder dat de betaling
daarvan van de boete ontheft.
Art. 8. De tegenwoordige Wet zal, op den l*"Pluvöse
(82*" January) van elk jaar, op uitnoodiging van den Com
missaris van het Uitvoerend bewind (thans Burgemeester)
door de zorg van de Agenten der Gemeenten thans Barge
meester en Wethoudersworden afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders uoodigen de ingezetenen
dezer gemeente met allen aandrang uit, voor eene tijdige
zuivering der hun in eigendom toebehoorende of bij ben in
gebruik zijnde boomen struiken en hagenvan de daarin
aanwezige rupsennesten, zorg te dragen, opdat, bij de volgens
art. 5 en 6 van bovengemelde Wet, door de bevoegde Au
toriteit te houden schouwingen, het niet p.oodig zal zijn op
de nalatigen de boe'e bij art. 471, 8 van het Wetboek
van Strafregt gesteld toe te passen.
Burgemeester eu Wethouders achten het bij deze niet
ondienstig, om de ingezetenen, almede ter bevordering van
het heilzaam doel van deze maatregelen, onder het oog te
mengenom, zoo min noodig, onschadelijke en zich met
rupsen voedende vogels op te vangen of te dooden maar
veel liever^ op hunne gronden te verstoren de nesten van
Eksters, Kraaijen en soortgelijk Roo/gevogetlewelke aan
gewasschenvruchten en groenten de grootste schade toe
brengen.
En opdat niemand hiervan eenige ohwetenheid voorwende,
is deze afgekondigd en aangeplakt, waar zulks gewoon is
te geschieden. Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 22 Jan. 1867. Be Secretaris,
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennisse van belanghebbenden, dat blijkens eene
nader ontvangene missive van den Heer Provincialen Direc
teur der directe belastingen enz., in Noord-Holland, van
den 22 Januarij 1867 No. T'Tde nieuwe regeling der kan
tooruren van het kantoor der directe belastingen enz. alhier,
alleen de in- en uitgaande regten en accijnsen betreft, zoodat
de vorige regeling der zitdagen en der kantooruren voor de
ontvangst der directe belastiugeu voortdurend van kracht blijft.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
25 Januarij 1867. Be Secretaris,
SPANJAARDT.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt
ter kennisse der veehouders binnen de gemeente, dat uiter-
lijk Woensdag 30 Januarij 1867, de kreosootolie tegen betaling
van f 0,18 de kan zal zijn te verkrijgen bij den heer J. J
Molenaar, apotheker, bij wien tevens zal zijn te verkrijgen
carboolzuur.
Zij, die onvermogend zijn tot het betalen dier kosten,
kunnen die stof om niet bekomenwanneer zij zich tot het
bekomen van een bon daarvoor ter gemeente-secretarie aan
melden.
Alkmaar, Be Burgemeester voornoemd
26 Januarij 1867.A. MACLAINE PONT.
VERGADERING van den RAAD der Gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, den 30 Jan. 1866, des namiddags
ten 1 uur. Nameu3 den Voorzitter van den Raad"
SPANJAARDT.
POLITIE-
Te Alkmaar gevonden vóór of op 12 dezer een omslagdoek,
voorts een gouden breistel,- de regthebbenden gelieven zich
aantemelden aan het commissariaat van politie.
Wij kunnen niet alles bespreken, wat de heer Bosscha
aanbeveelt tot bereiking van het groote doel waarvoor bij
de pen heeft opgenomenons te brengen tot een staat van
voldoende weerbaarheid. De schrijver zelf heeft zich trou
wens met opgelegd, de zaak van alle kanten te beschouwen
en een volledig stelsel van verdediging aan te bevelen. Hij
wilde blijkbaar alleen de aandacht vestigen op een zoo hoogst
belangrijk onderwerp, belaugstelling wekken den volksgeest
verlevendigen.
Zoo laat de heer Bosscha zich niet uit over een scheidino- tus
schen de eigenlijke soldaten, het huurleger, en de lotelfngen
der Nationale Militiehet volksleger, waarop in den laatsten
tijd zoo dikwijls en door bevoegden is aangedrongen. Een
staand leger van vrijwilligers, van aangeworven of gehuurde
soldaten wordt vooral in den tegenwoordigen tijd steeds als
een volstrekte behoefte beschouwd. Zulk een ieger, steeds
gereed tot snel optreden, volkomen geoefend en "strijdvaar
dig is noodig om ons voor verrassingen te behoeden en
den noodigen steun te bieden aan de Nationale Militie, het
eigenlijke volksleger. Men vergete daarbij niet, dat hier
alleen sprake is van een verdedigingsoorlog, den eenigen
oorlog dien wij geroepen kunnen worden te voeren den
eemgen waartoe een vrij volk zich met een goed geweten
mag uitrusten. Naast dit leger van gewone soldaten, maar
toch daarvan geheel afgescheiden wenscht men een volks
leger, iets wat onze Nationale Militie zou kunnen zijn maar
met is.
Onze Grondwet onderscheidt uitdrukkelijk tusschen //een
ten allen tijde toereikende zee- en landmacht,, aangeworven
uit vrijwilligershetzij inboorlingen of vreemdelingen om
te dienen in of buiten Europa, naar de omstandigheden,"
en een nationale militie, zooveel mogelijk samen te stellen
uit vrijwilligers en voltallig te maken door loling uit de
ingezetenendie in gewone tijden jaarlijks eenmaal gedu
rende niet langer dan zes weken te samen komt om in den
wapenhandel te worden geoefend enz. Maar onze militie-
wet bepaalt de vereeniging van die twee afzonderlijke leger
machten art. 120 schryft voor, dat de lotelingen //by de
korpsen van het leger worden ingelijfd." De lieer de Roo
van Alderwereltdie in de laatste jaren op uitstekende wijze
s volks aandacht vestigde op 's lands verdediging, enthans
als lid der Tweede Kamer met den heer Stieltjes reeds aan
stonds krachtig optreedt om in de eischen van dit groote
algemeene belang te helpen voorzien, noemt deze samen
voeging //nadeelig voor de militaire belangen en evenzeer
nadeelig voor de zedelijke belangen der miliciens." Nadeelig
is de samenvoeging voor de militaire belangen, omdat beide
legermachten niet dezelfde bruikbaarheid bezitten, omdat
van de militie niet gevergd kan worden wat een leger van
eigenlijk gezegde soldaten kan volbrengen, en de vereenigde
krijgsmacht alzoo niet aan de eischen beantwoordt die aan
een voldoend leger tot verdediging gesteld kunnen worden.
Nadeelig voor de zedelijke belangen der miliciëusomdat
het niet anders dan in dit opzicht hoogst, verderfelijk moet
werken, meestal geheel onbedreven jongelingen voor eenige
weken met de soldaten van beroep te vereenigen en met
alle kanten van het soldatenleven in aanraking te brengen.
-T.^e. beer Bosscha wijst op een ander gebrek van onze
Militie. Tegen de plaatsvervanging trekt hij te velde. Door
de invoer-iag der plaatsvervangingzegt hij hebben onze
wetgevers van onze Nationale Ntilitie een samenraapsel ge
maakt uit de heffe des volks, de leus dér Grondwet: //het
dragen der wapenen tot handhaving der onafhankeiijkneiu
van den staat eu tot beveiliging van zijn grondgebied blijft
een der eerste plichten van aile ingezetenen", gesehonden
en laten ontduiken, en toegelaten dat de vervulling van
dezen eersten burgerplicht door de rijkeren met geld wordt
afgekocht. //Dat is een misbruik aldus vervolgt hij
't welk in ons volkskarakter ingrijpt. Stond ia onze grond
wet het gebod te lezen //Ieder burger moet dienst doen in
de Nationale Militie", en was de persoonlijke dienstplicht,
waaraan ieder Pruis zich onderwerpt, door de wet geregeld
naar de behoeften van ons volksleven, dan zoude onze man
nelijke bevolking, thans tot gevorderden leeftijd gekomen,
door een leerschool zijn gegaan, waarin zij had kunnen be
ginnen zich weder eenigzins te verheffen tot de kloekheid
onzer vaderen."
Wij meeneu ons hier aan de zijde van den schrijver te
moeten scharen. Naaj liet ons voorkomt bestaan er geen
onoverkomelijke, geen al te gewichtige bezwaren om van
daartoe geschikte Nederlandsche mannen voldoende ge
oefendheid te eischen om des vereischt het vaderland te
verdedigen; en wanneer er met beleid en omzichtigheid werd
gehandeld zou ook de tijd voor de oefeningen niet ont
breken. Wanneer alzoo het meer beschaafde deel des volks
met aan de Nationale Militie werd onttrokken zou niet haar
algemeene geest, zou niet de bij haar heerschende toon er
aanmerkelijk door winnen? Zou niet de treurige afscheiding
tusschen rijken en armen er door verminderd worden Zou
den niet juist de gewoouteuen gebruiken der lotelingen uit
de onbeschaafde volksklasse winnen door den omgang met
meer beschaafde? Immers de meer ontwikkelden ,"de°meer-
deren in beschaving zouden hier gelijk overal den toon ge-
venen de overigen zouden zich aansluiten en volgen.
De schrijver wijst daarenboven op andere voordeelen van
militaire oefeningendie voor ons volk volstrekt niet te
versmaden zijn. Voor onze geheele mannelijke bevolking
zou het militaire leven bij het uittreden uit den jongeling,
leeftijd een leer- en oefenschool zijn waarin //de spierkracht
werd versterkten liet ligcliaam aan zelf beheerschiug gewend
eigen zorg voor lijf en kleeding geeft er een plooi van net
heid en ordeeen vaardigheid om zich zelf te helpen. Daar
wordt de gewoonte verkregen van de allerstiptste pliehtver-
vullmg Geduldig zijn tijd te moeten afwachten leert er waken
tegen hartstochtelijke ovenjlingen. Daar blijft geen vergrijp
tegen het eergevoel van auderen zondereen eisch tot voldoe
ning, zoo leert ieder behoedzaamheid in de samenleving. Daar
wordt ieder gewend aan tegenwoordigheid van geest wanneer
hij alleen moet staan, en aan volgzaamheid waar hij onder
de leiding van een meerdere gesteld is."
Wij meenen grond te hebben om aan te nemendat deze
voordeelen van het militaire leven reeds nu, bij onze zeer
gebrekkige legerinrichtingmeermalen worden opgemerkt.
En wie zal ze ontkennen zonder het nauw verband van
ziel en lichaam te loochenen en hun belangrijken wederzijd-
schen invloed te ontkennen Zal niet de gewoonte aan
i°i 6i ie"j netheid h.6'123»1" werken Moet niet meerdere
kloekheid van het lichaam ook grootere wakkerheid aan den
geest verleeneu
Hoezeer de schrijver echter ook ingenomen is met het
denkbeeld eener Nationale Militie zonder plaatsvervanging
en 2""aer loting, hij aeht het niettemin zeer mogelijk, //dat
de Nederlandsche wetgevergedrongeu door den weerzin
an zoovelen en de weekhartigheid van anderen, nog lann-
zal terugdeinzen voor het denkbeeld eener algemeene dienst"
plichtigheid". //Maar zegt hij verder het volksge
weten is aan t ontwakenen zal wakker gehouden worden,
zoo de vereenigingen van scherpschutters eu de wapenee-
nootschappen die zich overal in 't land vormen, niet do
vrucht zijn eener voorbijgaande geestdrift, maar ouderhou-
den worden en zich vermenigvuldigen met eene ernstige ge-
dachte. En al zijn wij het nu met den schrijver eens,
dat deze vereenigingenal worden zij onder ons wat zij nu
reeds in Engeland zijn, een geoefende Mililie, die in waar
heid Nationaal mag heeten en een strijdvaardige Schutterij
zooals de onze behoort te worden, niet kannen vervangen,
maar alleen ondersteunen en aanvullen, toch vereenigen wij'
onze stem met die van zoovelen om de belangstelling onzer
landgenooten voor haar op te wekken, om de geestdrift aan
te sporen van hen die geroepen zijn om de buks te grijpen
en deel te nemen aan de vrijwillige oefeningen. Deze ver
eenigingen kunnen naar onze meening een grooten in
vloed uitoefenen op den volksgeest, de weerbaarheid van
eiken burger en zijn bruikbaarheid tot 's lands verdediging
aanmerkelijk ontwikkelenen ons wellicht voorbereiden" tot
een betere legerinrichtingtot de stichting van een waar
volksleger, een inderdaad Nationale Militie naast een kleiner
doch welgeoefend leger van eigenlijk gezegde soldaten,