De groote gebeurtenis van 1573 in een historische lijst met romantisch garnituur. Het Keizerlijk-Koninklijk Patent van 2 Januarij 1867. Mengelwerk. ■L drukkerij verzoeken wij proeven van graveer- en machine-werk en van overdruk. Het boekbindersvak is door de geperste banden, die voor de meeste werken van eenig belang verkrijgbaar zijn, hier veel vereen voudigd, zoodat wij haast zouden betwijfelen of er na Schnerr wel ervaren binders geweest zijn. Zij mogen onzen twijfel eens goed beschamen en Iraaie banden benevens stevig kantoorwerk bijbrengen-^ier- lijke en eenvoudige dozen van carton behooren ook tot hunne bevoegdheid. Zeven- en schuierwerk mogen weer uit andere handen komen de blikslagers de loodgieters de geelgieter en de tinnegieter moeten mede toonen hoe veelvuldig de artikelen zijn door hun vervaardigd Voor den geelgieter onze sympathie, omdat zijn be-.|aiC -- roep hier zoo lang en in hetzelfde huis beoefend ontmoeten daar een Alkmaarder die den onbesproken 1 .1jjjg (jen strijd volhoudt I naam van Pieter Pielerz. draagt, waarbij zich weldra «««4- <#iina I zat* innn-on vrrvorrf. (rPTl P PIJ fleZB I aangenaam het bewijs te zien dat de kunstwaaraan zij zich in gemoede wijden, nog tot dezen tijd behoort en aftrek kan vinden. En het doet ons genoegen dat onze geachte stadgenoot Krabbendam bij de tijding, dat er voor dergelijke kunst „donder aan de lucht is" zoo als de expressie minder keurig dan schil derachtig luidde de pen niet neergelegd heeft maar vlijtig voortgaat de vruchten zijner historische studie in een romantisch kleed zijn landgenooten ten beste te geven. Wij ontvangen met het verzoek van aankondiging een net boek, met een liet vignet, waar boven^ de titel: „De Rosbaard enz. door J. Krabbendam Bz." De lezing der eerste bladzijden verplaatst ons ten jare 1558 op den 11 Juli bij Grevelingenen wij werd, voor den tinnegieter tegen brittannia en andere compositiën en met zijne weinige collega's in andere steden in gildebond staat tot gemeenschappelijken aankoop van vormen. Van arbeiders in metalen sprekende willen wij Neyenhuis niet vergeten, die, schoon niet als middel van be staan, bloemenmanden vervaardigt van ijzerdraad zoo smaakvol en net, dat zij als goede voorbeelden de tentoonstelling mogen opluisteren. Voor de pruikemakers schijnt door den grooten omvang der dames-hoofdaanhangels (men vergeve dit woord, even leelijk als wat het beteekent) een gou den eeuw gekomen te zijn. Wij mogen wel lijden, dat zij hun meesterschap toonen in vlechten voor chignons en in pruiken voor oude en niet-oude heeren, maar vooral in toertjes voor de boerinnen, niet omdat omdat wij die zoo mooi vindenmaar omdat het verbruik er van niet gering is. Al ware het alleen om de chignons, verheugen wij ons dat de lieve dames zich meer en face dan en profil doen photographieerenzij mochten anders over een jaar of wat zich zelf niet meer herkennen. Mulder moet toonen, dat niemand naar Greiner of Deidman behoeft te reizenom met zijn eigen portret vrede te hebben. 't Zou toevallig zijn indien tijdens de tentoonstel ling Ypma een kerkorgelBezaan een torenuurwerk gereed had, en toch zou het jammer wezen indien het niet zoo ware. De laatste heeft meerdere be kendheid noodig, de eerste eene oude reputatie te handhaven en vreemdelingen van zijne baan te houden. Het orgeldoor zijn voorganger en naamgenoot ter vorige tentoonstelling geplaatstwas daarvan het pronkstukdat niet ligt vergeten zal worden. Blauwververs van elders adverteeren nog al eens in de Alkm. Courant en dezelfde meer dan eens, zoo dat zij de kosten zeker goed kunnen maken. Hunne aankondigingen en adreshuizen doen onze eigen stof fenververs vergeten, dat deze dan van de tentoon stelling gebruik maken als de beste en goedkoopste wijze van adverteeren. Haast niemand zal voor zijne inzendingen een stuk touw kunnen ontbeerendaarom is het gelukkig dat onze 2 touwslagers in deze onverwachte behoefte kunnen voorzien, zonder opslag van prijs te veroor zaken. Wijl dat touw wel bij de emballage in een hoek zal rakendienen zij zelf ook tentoontestellen, vooral Ibinkdie alle soorten, van het fijne garen tot het zwaarste kabeltouw, kan fabriceeren. Zouden de UttOilU Vim ftvc/ J- list/c/*/. vixMivgv) een Egmonder jongen voegt. Gene soldaat en deze tromslager dienen in het Spaansche-Nederlandsche leger onder bevel van den graaf van Er/mond. De lezer doet den roemrijken veldslag van Grevelingen meê en is dan met een op de hoogte gebracht der beteekenis van dit feit. Het derde hoofdstuk geeft een tafreel waarin we met dezelfde historische trouw zien weerspiegeld wat de zuidelijke Nederlanden om streeks den jare 1560 van de spaansche vervolging had te verduren. Wij achten dit hoofdstuk ten op zichte der kunst het best geslaagd en indien de bedreven romanlezer den man herkent, wiens vrouw en kindereu het offer der vervolgzucht geworden zijn, dan zal hij zich zeker niet vergissen jn den geheim- zinnigen duinbewoner, dien wij in 1562 te Egmond aan Zee ontmoeten en wiens naam aan het verhaal een romantischen titel geeft. Wij herkennen daar ook spoedig in een jongen visch venter den tromslager van het leger bij Grevelingen en indien wij hem langs Alkmaars straten volgen, wijst hij ons den weg naar Pielerse, die dan vrij goede zaken als goud-en zilver smid doet. De lezer verkeert tijdens de volgende hoofdstukken onder de inwoners van beide plaatsen, maakt kennis met hunne zeden en gebruiken en ver neemt uit de gesprekken wat er tot 1571 in den lande voorviel en welke zienswijze men aangaande de groote dingen van die dagen was toegedaan. Hij is getuige van de vernieling die de watergeuzen in het visschors dorp aanrichttenbezoekt het kasteel van den Hoef en de abdij van Egmond toen beide ge stichten nog in bloei en de luister van die omstreek waren. Het verhaal vervolgende is de lezer eindelijk in Augustus van het jaar 1573 binnen Alkmaars veste en door het leger van den hertog van Alba ingesloten. Met denzelfden onderhoudenden stijl en gemakkelij- ken gang, met hetzelfde getemperde koloriet en zachte toetsen "gaat de auteur voort u de bestorming der stad te schetsen en zijn tafreel met het heuglijk ontzet ten einde te brengen. Men heeft het boek uit eer men het weet, maar zeker weet de lezer dan den juisten gang der gebeurtenissen die het beleg van Alkmaar vooraf zijn gegaan en die, tot dien tijd zoo nood lottig voor de vrijheid van Noord-Nederland, met het ontzet van Alkmaar noodwendig een geheel an dere keer moest nemen. Er is een grief tegen den historischen romandat hij de geschfedenis moedwillig verkeerd voorstelt; 3 l'i. 11. TT..4- «Ainnrvtiooho nee zwaaraiü KaueiLuuw, «.au launwuuu. i mj uc 7-V"ir°i u 4- nïlf- „u touwslagerijen zich ook niet kunnen bezig houden met daarvan geen zweem in dit boek. liet romannscne het maken van visehnetten en fuiken? De binnen-1 ;8 hier geen keurslijf, dat, om de begeerde kuns - visscherij en de naburige zeevisscherij konden er wel I vorm te verkrijgen de natuurlijke gestalte der ge- 1* j.I ia rr^wplH nrmdoet. Het is hier zelfs minder afzet aan beloven. Wij zouden ons aanprijzend overzicht nog uitvoe riger kunnen makenmaar moeten eindigen. Heb ben wij vakken en namen vergeten't was deels on willekeurig, deels met opzet, 't Zij voor de niet ge noemden een prikkel te meer om te toonen dat zij er zijn. Hebben wij de bal hier en daar misgeslagen en misschien domme opmerkingen of vragen gedaan, onze bedoeling was goed en beoogde aller belang. Gewichtige redenen kunnen dezen of genen beletten aan de tentoonstelling deel te nemenmaar zeker is het, dat hij die het niet doet, den schijn op zich laadt van niet te kunnen of niet te durven. Van de ijverige commissie hopen wij eene juiste verdeeling en rangschikking der intekomen voorwer pen een beoordeelend verslag en de toekenning van niet te kwistig gegevene loffelijke vermeldingen. C. W. B. Tot ons genoegen bemerken wijdat een der vragen in ons vorig artikel overbodig is geweest. Wij vernemen namelijk, dat de heer Ansingh sedert jaren Annatto vervaardigt, die evenzeer als andere fabrikaten van ,Z.Ed. (Eau de Javelle Bigg's waschmiddelbessenwijn enz.) de goedkeuring der gebruikers verwerft. De tentoonstelling kan deze zaken de meerdere bekendheid verschaffen, welke zij behoeven. schicdenis geweld aandoet. Het is hier zelfs minder een kleed; de auteur schijnt er zich toe bepaald te hebben, dat het slechts een versiersel zou zun en 't is zoo luchtig om het geschiedkundig verhaal ge slagen, dat het den gang der gebeurtenissen met de geringste wijziging doet ondergaan. Wij danken den auteur voor dezen arbeid en ge looven dat hij er meê het zijne zal toegebracht hebben, om de waarheid te doen erkennen, dat wij den 8ste'n Oktober ten vierdag gerechtigd zijn. K. (Een brief uit Frankfort 6 Jan. 1867.) Wel zelden verscheen een geschrift onder zulke omstandigheden als het bovengenoemde en wel zel den liet zich zoo zeker vooruitzien dat het resultaat nul zoude zijn, als juist hier. Nu alle onderhandelingen met de Hongaren tot niets hebben geleid, nu zelfs de reis van den minis ter vonBeust vergeefsch was, begint het patent met te zeggen dat de regering onderhandelingen met de afgevaardigden der Hongaarsche Kroonlanden aange- knoopt heeft. In het belang van Oostenrijk zouden wij wenschen dat dit inderdaad zoo was, en de re gering onderhandelingen had aangeknoopt. Het is echter niet zoo de regering onderhandelt niet zij I blijft op haar vroeger standpunt staan en daann DE ROSBAARD, een verhaal uit den aanvang lit juist ]iet kwade. Wijl zij niet onderhandelt, onzer worsteling met Spanje, door J. Kbab-j -pj. naar een doekje om den een en den ander BEïidam Rz. Deventer bij A. Tjaden, 1867.1 voor de oogen te binden, en roept den Rijksdag bij el- Indien onze lezers, weinige jaren geleden, door kaar (ten minste zoo dat^onder veel de vergissing vaneen geestig schrijver misleid meen-1 patent verder, en gij zu t ont. den, dgatdeg roman uitgediend, zijn tijd gehad had omhaal van woordende en niet meer begeerd werd, dan heeft van Lenneps kennen kan dat haa roept (niet laatste werk een tamelijk voldoend bewijs geleverd, dat zy daarom den nv^r niets andërs dat het geschriften van die soort zeer goed kan gaanden Rijk sd ag), da ie kiezen van een bui dat zij iets kunnen verrichten, met open armen wor- handelen mag dan over buitengewone Rijks- den begroet en in alle klassen der maatschappij tengewonen Rijksdag, de Constitutie zelfs in de beschaafdste - zelfs in de geleerdste dag weer over mets anders dan over deConstitutie gretig worden ontvangen. Van Lennep's jongste schep- Die Constitutie moet•bepalen dat ^'eeender ping werd in alle kringen besproken, beleefde een monarchie een evenredig a^eel m de ista tweeden druk, wordt in 't Hoogduitsch vertaald en den te dragen hebben en dm.ook:een 8e^k^£ee _i --j. „i in de belastingen moeten biidragen en ut ïegeiing gaarsche afgevaardigden zoo dom zullen zijn, dien bui tengewonen Rijksdag te bezoekenom zich daar door de vrienden van de ministers te laten overstemmen, waardoor dan ten minste tegenover den eenvoudigen burger en boer de regering een schijn van regt zou krijgen. Wie kan nu gelooven, dat mannen als Deak en an deren zoo in den plomp gestelden val zullen loopen? ik nieten gij nieten meer anderen niet. Is dit nu de laatste troef die uitgespeeld wordt Het schijnt bijna zoo. Het middel had goed kunnen zijn wanneer het loyaalrond en eerlijk was aan gewend doch zoo a!s het nu is, een halfheid, bij de geboorte reeds de kiem des doods in zicli dragende, kan het niets goeds uitwerken; het toont de zwak heid der regering, het toont echter ook weder den misplaatsten trots en den eigeDzin die Oostenrijk im mer kenmerken; het is een nieuw bewijs voor de treurige waarheid, dat Oostenrijk met rassche schre den den ondergang te gemoet gaat. De voor eenige dagen verschenen publicatie over den staat der financiën voor 1867 is zoo interessant, dat wij niet kunnen nalaten er onze lezers op te wijzen. De ontvangsten zullen bedragen 407,297,000, de uit gaven 433,896,000dus vermoedelijk een deficit van 26,599,000 florijnendaarij komen nog 51,034,000 van het jaar 1866, alzoo te zamen 77,633,000; waartegen de regering zegtnog een overschot te hebben van de financiëele operatiën van 5 en 25 Mei en 25 Au gustus 1866, ten bedrage van 79,495,000, waardoor het deficit van 77,633,000 gedekt zal worden. Merkwaardig, dat overschot en tekort zoo goed overeenkomen; maar nog veel meer opmerkenswaard, dat de Oostenrijksche regering een overschot heeft. Bijna zou inen in de verzoeking komen, hier aan een ongepaste scherts te denken; want Oostenrijksche financiën en overschotten passen juist zoo te zamen als kat en muis. Beschouwen wij de zaken van het standpunt eens houders van Oostenr. effecten, dan wordt het anders; dan verheugen wij ons niet meer over dat overschot; integendeel, het wordt ons klaar, dat het toch waar heid is wat wij tot heden niet wilden gelooven, dat het geld, dat wij den Oostenrijkscben staat leendenzoo goed als verloren is, althans voor het grootste gedeelte. Voor weinige maanden toch sloot de Oostenr. rege ring de belastingvrije leeniug af van 50 millioen tot 41 7 kreeg dus slechts circa 20 millioen in handen, doch moet de rente betalen van 50 millioen en ook 50 millioen terugbetalen. Er dringt zich dus de vraag bij mij op: öf het over schot, waarvan da minister nu spreekt, bestaat met; bij gevolg kan ik de andere opgaven ook niet geloo ven en mag ik het deficit gerust veel hooger aannemen; öf dat overschot is ontstaan door deze laatste leening eu meer andere dergelijke operatiënen dan noem ik het een schandelijke eigenmatige handeling, niet al leen tegenover de bezitters der Oostenr. effecten maar ook tegenover het Oostenrijksche volk, met 59 70 schade en een jaarlijksche rente van ruim 12 dat overschot te verkrijgen. Dat de geheele publicatie een weefsel van leugen en bedrog is, moet ieder klaar en duidelijk zien, wan neer hij bedenkt, dat in de 5 eerste maanden van 1866, alzoo nog vóór de oorlog werkelijk begonnen was, het deficit reeds 17 millioen beliep. Alzoo in 5 maanden 17 millioen, toeD het land nog niet verwoest, vertreden en voor langen tijd onbruikbaar was gemaakt. En nu wil de minister hetzelfde budget met 26 milli oen deficit in 12 maanden ons als waarheid voorstel len, en nog 79 millioen disponibel hebben! Waarlijk, het is treurig, wanneer een staat zoo ver gekomen is, dat hij tot zulk een weefsel van leugens zijn toe- vlugt moet nemen. De minister zegt zelf in zijn berigt, dat vóór den oorlog alleen BohemenSilezië en Moravië nog in staat waren belasting te betalen; en juist deze landen zijn liet, die door den oorlog het meest geteisterd zijn geworden. En dan wil Zijne Excellentie ons doen gelooven, dat de 12 maanden van het jaar 1867 slechts 26 millioen deficit zouden geven waar 5 maanden van 1866 reeds 17 millioen gegeven hebben. Inzender dezes laat het aan ieder vrijhet te ge looven; hem is het een onmogelijkheid. Pui r ee» ziener, di, iet, ander,Bi, due" rolelrlk. niet, «ndJsdjn de, voorspelde, hoogst onaangenaam, ja om grijze ha-1 meerderheid v.n etemnreo da.rop j. en «men z.l ren te krijgen en geweldig het land aan Klaasje Ze- zeggen. n pn bedan- venster te hebben, en om allen die in Klaasje ZevendeA Hier echter zit de kn°°P- JJ? Sen zooveel belangstellen onder het oog te brengendat 1 ken er voor, de door e g g V j-ion En het hun aan goeden smaak en fijne beschaving ont- met hun zuur verdiende penning! hierover en breekt, en diensvolgens zij, zich veeleer hebben te wie kan het hun kwalijk ne schamen, dan hij, nu het zoo overtuigend blijktin de tweede plaats over het ontbreken van e dat zijn opmerking eigenlijk geheel onjuist is geweest. I Hongaarsch ministerie bes ua e on l c JVlaur tevens is het voor romanschrijvers hoogst I Hongarijeen nu meent de regering, dat de Hon- Aangaande de lucht, waariu wij leven en ons bewegen, worden dezer dagen de volgende opmerkingen te pas gebracht, die voor onze lezers misschien van eenig belang zijn. Wanneer de wind eene snelheid heeft van ongeveer 1 eng. mijl per uur, dan bemerken wij hem bijna niet; maar is zijne snelheid in een zelfden tijdsverloop 10Ü Eng. mijlendan werpt hij eeuwen heugende boomen tegen den grond. Een natuurkundige heeft gewezen op het. feitdat in een gewone huiskamer, waar, in twaalf uur tijds, 20 Ned. P. steen kolen worden verstookt, 189000 Ned. kannen lucht voorde ademhaling ongeschikt worden gemaakt. Is zulk eene kamer nu teveus door tochtlatten, tochtdeuren enz. volmaakt lucht dicht gesloten, dan kan een menseh er geen half uur het uithouden. Men weet dat de zuurstof, een bestanddeel der lucht, de belangrijkste rol speelt bij elke verbranding. Sinds lang heeft men er aan gedachtom de zuurstof op eene gemakkelijke en min kostbare wijze als brandstof aan te wendenhet schijnt dat men daartoe een groote schrede nader is gekomen. Er zijn vele zelfstandigheden die zuurstof bevatten, maar de verkrijging daarvan ging met belangrijke kosten gepaard, eu dit was bet groote bezwaar. Thans wordt gemeld dat de heer Achereauter bekomiug van zuurstof, de werking van kiezelzuur op zwavelzure kalk heeft aangewend. Worden deze beide stoffen tot een zekere hoogte verhit, dan ontstaan er twee gassoorten zwavelig zuur en zuurstofterwijl kiezelzure kalk overblijft. Dit laatste heeft waarde voor gasfabrieken, het zwavelig zuur is evenmin verlorenmen kan liet tot vitriool bereiden en de zuurstofin cilinders of trommels verzameld kan bij den kubiek voet worden verkocht. Er bestaat dus kans dat we eerlang in den winkeltegen matigen prijszuurstof bij de maat kunnen krijgen, en onze huismoe ders zeer vertrouwelijk zien omgaan met een gassoort, die we thans alleen zien aanwenden bij het doen van natuur kundige proeven in wetenschappelijke vereenigingen. Snelpersdruk van HERM». COSTER ZOON te Alkmaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1867 | | pagina 6