ALKMAARSCHE COURANT
No. 10. Negenenzestigste J aargang.
Zondag
10 Maart.
v
dDfficiëcl (Bcbceltc.
De geldleening van f 45000ten behoeve der
gemeente Alkmaar, tegen 5°/. 's jaarsmet aan-
deelen van f 1000 of f500, blijft nog opengesteld.
NATIONALE M1ILTIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
's Lands belang.
tü&lcfcclijfcschc Berichten.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar 3.40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post/4.—.
Brieven franco aan de Uitgevers
HERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag
vroeger.
Dat de Militieraad in dit district dit jaar zijne zittingen
houdt te Hoorn, en ten raadhuize dier gemeente op Dings-
dag den 12 Maart aanstaande, des voormiddags ten 11} ure,
zal onderzoeken de reclames wegens broederdienstligchaains-
gebreken enz., bij de loting voor de militie in dit jaar door
lotelingen dezer gemeente opgegeven.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 22 Feb. 1867. F)e Secretaris,
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR;
Gelet op de bepaling van art. 7, alinea 3, der algemeene
verordening regelende het onderwijs aan de openbare scholen
te Alkmaar, van den 27 December 1866 No. 7 (gem. blad
No. 45, 3e serie), luidende,
Alle hgchamelijke straffen zijn verboden.
Brengen mits deze de voornoemde bepaling ter kennisse
van de ingezetenen en noodigen alle ouders, voogden en
verzorgersdie hunne kinderen of pupillen op eene der open
bare scholen hebben geplaatst, uit, om van de gevallen,
waarin hun de overtreding dier hepaiing ten aanzien hunner
kinderen of pupillen mogt bekend wordendaarvan onverwijld
aan hen kennis te geven.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 1 Maart 1867. De Secretaris,
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengeu ter kennis van de belanghebbenden
Dat de patenten, aangevraagd in de maanden November,
December en Januarij ji., ter gemeente-secretarie zullen
worden afgegeven gedurende de eerstkomende 14 dagen, des
morgens van 9 tot 2 ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 2 Maart 1867. De Secretaris
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengeu bij deze ter kennis van de ingezetenen dat in
plaats van den heer F. Roem, overleden den 9 Februari)
1867, door hen bij besluit van den 26Februartj 1867 No. 11,
tot President - braudmeester alhier is benoemd de heer
U. Ibink.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
3 Maart 1867. De Secretaris,
SPANJAARDT.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat in den loop dezer maand door lotelingen van de na
tionale militie dezer gemeenteter secretarie aanvrage kan
gedaan worden om bij de zeemilitie ingelijfd te worden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
5 Maart 1867. Be Secretaris
SPANJAARDT.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR, ken
nis bekomen hebbende dat Jb. Bubbeld, wonende aan den
Omval alhier, bij de veehouders in de omstreken van Pur-
merend en Edam roudgaat om voor hun vee geneesmiddelen
tegen de veeziekte teverkoopen, waardoor hij zoowelstallen
waar veeziekte heerscht als niet heerscht bezoekt, noodigt
alle veehouders binnen deze gemeente dringend uit om dien
persoon niet op hunne stallen toetelaten ten einde te voor
komen, dat daardoor de veeziekte misschien bij hen worde
overgebragt.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
5 Maart 1867. A. MACLAINE PONT.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR, ves
tigt bij deze de aandacht der veehouders op de koninklijke
maatschappij mie algemeene veeverzekering, gevestigd te Rot
terdam van welke maatschappij voor zoo lang de voorraad
strektexemplaren der voorwaardenwaaronder zij verze
keringen sluit in besmette en onbesmette streken, ter ge-
meent e-secretarie te verkrijgen zijn.
Alkmaar, Ue Burgemeester voornoemd
5 Maart 1867. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brangeu ter kennisse der ingezetenen
dat de openbare burgerschool voor gewoon en uitgebreid
lager onderwijs, welke den 15 Februarij 1867 is geopend,
toegankelijk is voor jongens en meisjesdie den ouderdom
van zes jaren hebben bereikt;
dat aan die school onderwijs zal worden gegeven in a het
lezenb het schrijven c het rekenend de beginselen der
vormleer, e die der Nederlandsche taalf die der aardrijks
kunde g die der geschiedenish die der kennis van de
natuur, i het zingenk de beginselen der Fransche taall
die der wiskunden de gymnastiek en o bet teekenen
dat de schooluren zijn geregeld als volgt
dagelijks, uitgezonderd des Zondags, 's voormiddags van
912 uren; op Maandag, Dingsdag, Donderdag en Vrijdag
s namiddags van 13 uren en voor de twee hoogste klassen
op die dagen boveudien van 57 urenwaaronder niet be
grepen zijn de uren voor het onderwijs in het teekenen en
de gymnastiek;
dat het schoolgeld bedraagt per 3 maanden;
In de hoogste klasse.'
tevens dienende tot voorbereiding voor de hoogere burgerschool,
voor een leerlingf5,—
den tweeden leerling uit hetzelfde gezin 3,--
v den derden en meer leerlingen uit hetzelfde gezin
ieder 2,—
In de middelste klasse
s een leerling4,
den tweeden leerling uit, hetzelfde gezin 2,25
den derden en meer leerlingen uit hetzelfde gezin
ieder 1,7 5
In de laagste klasse
een leerling3,
den tweeden leerling uit hetzelfde gezin e 2.
«derden en ineer leerlingen uit hetzelfdegezin ieder// 1.
terwijl wanneer één leerling uit een gezin in de hoogste
en een of meer in de middelste of laagste klasse ouderwijs
genietende vermindering van schoolgeld ook voor laatst
genoemde toepasselijk isbedragende het schoolgeld voor
het onderwijs op de gymnastiekschoolwaarvoor afzonderlijk
schoolgeld geheven wordtvoor iederen leerling dezer school
f 1.30 per kwartaal.
Burgemeester en Wethouders voornoemd noodigen ouders
of verzorgers, die hunne kiuderen of pupillen wenschen ge
bruik te laten makes van het aan die school te geven onderwijs,
uit, zich daartoe aan te melden bij den hoofdonderwijzer dier
schoolden heer C. J. Reiziger alhier, bjj wien tevens nadere
inlichtingen zijn te bekomen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 9 Haart 1867. De Secretaris,
SPANJAARDT.
POLITIE.
Ter terugbekoming is aan het commissariaat van politie
te Alkmaar voorhanden, het navolgeude gevondene, als:
een teeken- of merklap, een bos sleutels, een pijpje en een servet.
Onze Tweede Kamer heeft eindelijk een begin gemaakt
met de behandeling der verschillende hoofdstukken onzer
staatsbegrootingmeer dan een werd zelfs reeds met ten
fatsoenlijke meerderheid vau stemmen aangenomen. Wij
willen ons niet verdiepen in becijferingen om uit het aan
tal voor- en tegenstemmers de kracht van het Ministerie
zijn steun bij de Kamer en de onderlinge verhouding der
verschillende richtingen in de Kamer zelve op te maken.
Dit achten wij in dit jaar van verwarring ondoenlijk. Ook
is het bekenddat meerdere leden der Kamer voor de be
grootingen stemmen, indien die wetsontwerpen zeiven hun
aauuemelijk voorkomen ook al kunnen zij geen vertrouwen
stellen in de richting van het Ministerie. Eu wie zou ook
niet terugschrikken voor een poging tot omverwerping van
dit Kabinet Hetzij een nieuwe ontbinding der Kamer of
een aftreding van het Ministerie er het gevolg van wezen
zou, wat zou het baten?
Bij de natie bestaat te veel weifeling, te groote onkunde
omtrent het wezen en de grondslagen van onzen constitutio-
neelen regeeringsvorm te groote zorgeloosheid omtrent de
waarborgen onzer staatkundige vrijheid, dan dat van nieuwe
verkiezingen een andere uitslag dan van de vorige zou te
wachten zijn. Die er niet tegen op ziet, de kiezers bang te
maken voor een aanranding van de rechten des Konings,
voor iets dat naar een revolutie zweemt, voorde heimelijke
invoering, zij 't ook onder monarchale vormen, van iels
dat den schrik aanjagenden naam draagt van republiek, heeft
groote kans van zegepraal. Verzekert hij huu daarenboven
dat de Uostonze schoone Oostvoor ons verloren zal gaan
dat men ons gezag in Iudië ondermijnt en aan 't wankelen
brengt, dat men de Javanen, die het immers niet. beter
verlangden dan zij het tot nu toe hadden, ontevreden maakt
en daardoor tot onwil en verzet brengt, dat Iudië ons althans
niet langer de millioenen zal opbrengen die wij immers niet
kunnen missen, vooral tegenwoordig niet, nu de Pruissen
voor de deur staandan zijn de kiezers onder een hoedje
te vangenen de bangmaker kan er mee doen wat hij wil.
Wat zou daarentegen een aftreding van het Ministerie
baten Wie zouden de tegenwoordige Ministers vervangen
en voldoenden steun vinden bij de Vertegenwoordiging om
zich staande te houden? Niemand die het zou rtageu op
deze vragen een eenigszins stellig antwoord te geven. En
waartoe dan de bestaande onzekerheid en verwarring nog
vergroot
Al mocht echter ook het vooruitzicht op een nieuwe Ka
merontbinding voor de bestrijders der door het Miuisterie
verkondigde beginselen verontrustenden de gedachte aan
een miuisteriëele crisis niet bemoedigeud zijn die vrees en
die onzekerheid mochten nimmer, zoo meenden wijde leden
der Kamer die de rechten der Vertegenwoordiging door het
Ministerie miskend achttenweerhouden hun pligt te ver
vullen, den plicht van niet te berusten in de openingsrede
van het oude Miuisterie, dat zelf de nieuwe Kamer waar
schuwend aan het lot harer voorgangster herinnerde endaar-
door de ontbindingsgeschiedenis aan de orde bracht.
De leden der Kamer van wie wij de handhaving onzer
conslitutioneele rechten hoopten, hebben onze verwachting
niet beschaamd. Zoowel in de met, de Regeering gewisselde
stukken als bij de openbare beraadslaging hebben zij de
leer van het Ministerie bestreden en veroordeeld. Wij heb-
reeds onze meening te kennen gegeven, dat wij in plaats
van de vele redevoeringen een korter en daardoor alleen
reeds krachtiger protest hadden gewenscht maar daaiom
stemmen wij geenszins in met hen die beweren dat de be
raadslaging over de zoogenaamde conslitutioneele kwestie
geheel onvruchtbaar en niet anders dan eene nuttelooze tijd
verspilling is geweest. Ondanks al de mooie woorden van
de Ministers en hunne herhaalde verklaringendat zij er
niet aan denken inbreuk te maken op de rechten der Ver
tegenwoordiging, zijn naar onze meening de miuisteriëele
verantwoordelijkheid en het, recht van toezicht der Kamer
op alle regeeringsdaden beide door hen miskend. Eu als
deze zakenwaarin naar onze meening de geheeie kracht
van onzen regeeringsvorm is gelegendoor het Nederland
sche volk beuzelingen worden geacht, dan moet ons de
verklaring van het hart, dat wij beginnen te twijfelen aan
de volkomen veiligheid onzer constitutioneele instellingen.
Hoe! een ministerie ontzegt aan de Kamer een bevoegdheid,
die alleen in staat is ons voor ministeriëele willekeur en
Bismarckerij te bewaren de Kamer bestrijdt^die inconsti-
tutioneele leer, en nu wordt beweerd dat 's lands zaken
door zulk een handelwijze worden benadeeld Wij herhalen
het, ook wij achten al die redevoeringen na al het gebeurde,
na al hetgeen reeds gesproken en geschreven wasoverbo
dig, bezwarend, ondoelmatig en vervelend, wij hadden een
kort doch krachtig vonnis, geen pleidooi meer gewenscht,
maar nietteminerkennen wij het hooge gewicht der zaak zelve.
's Lands zaken 's lands belang lijden door de behande
ling van kwestiën die de ministeriëele verantwoordelijkheid
raken En als leden der Kamer haar recht verdedigen om
een oordeel uit te spreken over alle regeeringsdaden dan
verbeuzelen zij den tijd Maar is het dan den Nederlander
onverschillighoe hij voortaan geregeerd zal worden Doet
het er weinig toe, of hij weet dat daar in den Haag een
vergadering bestaat van door het volk gekozen mannen
die ook door de Regeering zelve erkend wordt bevoegd te
zijn niet alleen om haar ter verantwoording te roepen van
al hare dadenmaar ook om een eigen oordeel over die
daden uit te spreken, dan wel of de Regeering die bevoegd
heid betwist en de Vertegenwoordiging zelve aan hare be
voegdheid en daardoor aan een harer duurste plichten twij
felt Is 's lands belang er langer niet bij betrokken, en
geldt het niet 's lands zaken wanneer de Vertegenwoordi
ging er over beraadslaagt, of de burger in haar den trou
wen wachter mag zien die elke regeeringsdaad, elke hande
ling der Uitvoerende Macht met. nauwlettend oog bespiedt,
den verantwoordelijken raadsman les onscheudharen Konings
Ver verantwoording roept, en, zoo noodig, zonder aan de
zelfstandigheid des Ministers afbreuk te doen, een afkeurend
oordeel uitspreekt over daden die ongetwijfeld buiten zijn
werkkring liggen, maar waarop het toezicht aan hem is op
gedragen Ook wij zien met verlangen naar menige nieuwe
wet naar menige nieuwe regeling uitwij wenschten gaarne
dat de Kamers meer ongestoord zich met de Regeering aan
hare wetgevende bezigheden konden overgeven, maar meer prijs
stellen wij er op dat elke twijfel worde opgeheven of de
ministeriëele verantwoordelijkheid in Nederland alleen in
naam of ook inderdaad bestaat; wij zouden in elk geval
liever nog een jaar met al onze oude wetten voortleven, dan
nieuwe wetten ontvangen en intusschen geregeerd worden
door een Ministerie dat wel het recht van de Vertegenwoor
diging tot het vragen van inlichtingen, maar niet tot het
beoordeelen van regeeringsdaden erkent. Naar onze mee
ning lijdt 's lands belaug door de berusting in een misken
ning van de grondwettige rechten der Kamer grooter schade,
dan een staking van de wetgevende werkzaamheden der
Volksvertegenwoordiging gedurende een geheel jaar zou
kunnen veroorzaken.
Wij betreuren het, dat het tegenwoordige Ministerie in
Nederland kan regeeren dat de verkondiging van de stel
lingen die dit. Kabinet, tegenover de Kamer heeft verdedigd,
niet tevens het doodvonnis is van de verkondigers zelveu.
Wij erkennen daarbij tevens, dat de verdedigers van de
rrchten der Kamer door velerlei redenen eenoopt worden voor
eerst niets te doen tot bestrijding van liet Ministerie, maar moe
ten medewerken om het goede dat huu door de Ministers
wordt voorgedragen tot. stand te brengen. Evenzeer echter
zijn wij van meening dat de naar onze meening iuconstitu-
tioneele stellingen, door deze Ministers verkondigd, door
de Kamer niet mogen vergeten of vergoelijkt worden. Er
zijn politieke zonden die niet vergeven mogen worden en
de door het Ministerie bedreven zonde behoort daartoe. De
verdedigers van het bestreden recht der Kamer mogen geene
gelegenheid verzuimen om dit recht weer boven allen twij
fel te verheffen en buiten alle kwestie te stellen. Blijkbaar
is het Ministerie reeds voorzichtig geworden het heeft aan
verzachtende uitdrukkingen en schoone betuigingen niet ont
broken; de stoute toon van voorheen werd niet meer aange
slagen. Zou dit niet reeds een vrucht zijn van het niet
zwijgen der Kamer op de ontvangen waarschuwing
BELGIE.
Van 16 tot. 23 Febr. is hier te lande slechts één geval
van runderpest, voorgekomen en geen gezond vee afgemaakt.
De vermeerdering der dotatie van den graaf v. Vlaande
ren en het gevraagde crediet ter zake der veepest zijn door
de Vertegenwoordiging toegestaan.
K 1* S-: LAA I».
In een stadje in Lancaster is brand in eene schooi ont
staan waardoor 9 van de 100 aanwezige kinderen in de
rook gestikt zijn.
Het Lagerhuis heeft den 27. in weerwil der bezwaren van
de leden van het kabinet met 195 tegen 93 st, in begin
sel besloten tot het wijzigen van den eed voor hooge staats
beambten. met het doel om de betrekkingen van onderko
ning en lord-kanselier van Ierland ook voor r. catholieken
toegankelijk te stellen.
Den 1 Maart werd een wetsontwerp aangenomen, strek
kende tot het benoemen eener commissie van onderzoek naar
de reglementen der ambachtsvereenigingen.
De ministers van koloniënindische zaken en oorlog, de
heeren CarnarvonCranborne en Peel, hebben hun ontslag
genomennaar men zegt omdat zij niet konden treden in