ALKMAARSCHE COURANT No. Negenenzestigste J aargang. Zondag 28 April. (JDfficiccl (öcbccltc. fJolitiefc (S>ucvzicftt. Deze Courant wordt, wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentussehen 8 en 9 ure. Prijs per jaar 3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post 4, Brieven franco aan de Uitgevers HEKM>. COS TER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een bijbladbevattende Raadsnotulen. De COMMISSARIS des KONINGS in de Provincie NOORD-HOLLAND. Herinnert alle autoriteiten en eeu ieder die daarbij belang mogt hebben, aan de bepalingen der wet van den 8 No vember 1815 (Staatsblad N®. 51) en aan den inhoud van art. 29 der wet van den 5 October 1841 (Staatsblad N®. 40), betreffende de verevening van schuldvorderingen ten laste van het Bijkmet aanmaning om zoodanige schuldvorderin gen zoo spoedig mogelijk, immers vóór den eersten Julij aan slaande, iutedienenaangezien aan die wetsbepalingen, zoo nu als in het vervolgstiptelijk de hand zal worden gehouden. Haarlem, De Commissaris des Koninqs voornoemd den 5 April 1867. RÖELL. PROVINCIALE WATERSTAAT VAN NOORDHOLLAND. AANBESTEDING. Op Donderdag den 2lijn Mei 1867, des namiddags ten half drie urezal aan het lokaal van het provinciaal bestuur van Noordholland te Haarlem, worden aanbesteed: BIJ INSCHRIJVING EN OPBOD. Het pl"citen van stroo en helm en het stellen van rietsonuttingen op de duinen van het eiland Texel en den vasten wal van Noordholland, ge durende 1867 en het voorjaar van 1868, in drie perceelen. BIJ ENKELE INSCHRIJVING. Het leveren van brik, zet- en stortsteen en het doen van bestortingen, tot onderhoud en verbete ring der Heldersehe zeewering, in twee perceelen De bestekken zijn tegen 10 cents per exemplaar te ver krijgen aan het lokaal van het provinciaal bestuur voornoemd, aan het bureau voor buitenlaudsche paspoorten op den Dam te Amsterdam en bij den opzigter van den provincialen wa terstaat C. van der Sterr, te Helder. Inlichtingen zijn te verkrijgen bij den ingenieur J. F. W. Conrad te Alkmaar en bij de opzigters C. van der Sterr te Helder en J. F. Krieger te Alkmaar, doch bij laatstgenoem de alleen voor zooveel betreft het eerstgenoemde werk. De COMMISSARIS des KONINGS in de Provincie NOORD-HOLLAND brengt het volgende ter kennis van belanghebbenden Tot vernieuwing van de jaagbrug N°. 23, in het westelijk jaagpad langs het Noordhollandsch kanaal benoorden Pur- mereud zal die brug van 6 Mei tot 1 Augustus 1867 af gedamd en voor de scheepvaarthoutvlotten paarden rij tuigen en voetgangers onbruikbaar zijn. In de gemeenschap van den westelijken kanaaldijk met den Nekkerstraatweg zal worden voorzien door eene ia dienst te stellen pont. De pont in den westelijken straatweg langs het Noord hollandsch kanaal over den mond van het Kogerpolder kanaal, zal van 1 Mei tot 1 September 1867 niet te dier plaatse aanwezig zijnzoodat dan geene paarden over genoemden kanaalmond kunnen gezet worden. Haarlem, Voor den Commissaris des Konings voorn., den 24 4pn'/1867. Het lid van Gedeputeerde Staten, G. van TETS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR, Ontvangen hebbende eene missive van den Heer Arrou- dissements-IJker alhier, houdende «Kennisgeving vaD de dagen tot den Herijk der Malen en Gewigten binnen deze gemeentevoor de dienst van 1867 vastgesteld en tevens verzoek om daarvan vereischte kennisgeving aan belangheb benden te willen doen." Gezien art. 13 van het Reglement op den Herijk vervat in de dispositie var. Heeren Gedeputeerde Staten van Noord- Holland van deu 31"™ Januarij 1822, n°. 42 (Prov. blad n°. 8). Gelet op de wettelijke bepalingenten aanzien van den Herijk bestaande. Brengen mits deze ter kennis van de belanghebbenden zoo in als onder de Jurisdictie dezer gemeente wonende: Dat tot den Herijk zal worden gevaceerd in het gewone IJk-Kantoor onder het Stadhuis, en wel: VOOR DE GEWONE MATEN EN GEWIGTEN, te beginnen met Woensdag den 1 Mei en zoo voortgaande gedurende de geheele maand Meialle vier eerste werkdagen van elke weekvan 's morgens 9 tot 's namiddags 3 ure en voor het MEDICINAAL EN HET GOUD- EN ZILVERGEWIGT, gedurende diezelfde 4 weken, alle Vrijdagen, des namiddags 3i rt v O O tot o ure. Burgemeester en Wethouders herinneren bij deze gelegen heid ieder belanghebbende, dat, ten gevolge der bestaande wettelijke verordeningen 1". De Herijk jaarlijks moet geschieden. 2°. Hij verpligtend is voor alle in de winkels, magazijnen, verkoop- of werkplaatsen m gebruik of voorhanden zijnde Nederlandsche malen en gewigtenzoowel voor natte als drooge waren. 3'. Hijvoor zooveel de lengtematen betreftzich niet enkel bepaalt tot de elle geschikt tot het meten van stoffen maar ook tot alle duimstokken, kettingen en maatstaven bij de handwerkslieden of administratiën in gebruik. 4°. Van de drooge waren welke met den strijker worden afgestrekenook de strijkers aan den ijk zijn onderworpen. 5°. De ijk van het goud- en zilvergewigt zich uitstrekt tot de korrel en van het medicinaal gewigt tot de I grein uitgesloten. 6". Geene maten en gewigten, anders dan behoorlijk schoon gemaakt en van alle vuil ontdaanten herijk kunnen worden aangeboden. Burgemeester en Wethouders zijn teveus door den Heer Arrondissements-IJker verzochtde belanghebbenden uit- tenoodigeu om met tot de laatste dagen der zitting te wachten, maar zich van den beginne af, tot het doen her ijken hunner maten en gewigten aan te melden terwijl tot bevordering van hun gemakeiken morgen ten half negen ure zal worden gevaceerd tot de afgifte van volgnummers voor dien dagin het vertrouwen dat op deze wijze een ieder gaarne zal willen medewerken tot eenen geregelden en voor zich zeiven gemakkehjken afloop van zaken. Men zij opmerkzaam, dat ieder aftegeven billet slechts voor één persoon geldig is en de betaling direct bij de terugontvangst der stukken behoort te geschieden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PUNT. den 24 April 1867. De Secretaris, SPANJAARDT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van belanghebbenden Dat het kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1867, op den 23 April j.l. door den Gemeenteraad vastgesteld van heden, gedurende acht dagen, ter gemeente-secretarie ter lezing ligt, en dat het kohier van de belasting op de honden, dienst 1867, ter zelfder vergadering vastgesteld, met bepaling van den dag der betaling vóór of op 1 Augus tus 1867, op heden aan den Gemeente-ontvanger ter invordering is overgegeven. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 26 April 1867. De Secretaris, SPANJAARDT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR. Ontvangen hebbende eene dispositie van den lieer C->m- missaris des Konings in de Provincie Noord-Hollandvan den 20 April 1866, 3 afdeeling A, No. TVVT (verzameling circulaires No. 44), houdende bepaling omtrent den tijd der uitgifte van de verklaringen van aangifte voor de Personele Belasting en het Regt van Patent, over de dienst van 18|J. Gezien art. 30 2 der wet, van 29 Maart 1833 (Staatsbl. n°. 4). Maken aan de ingezetenen dezer gemeente bekend: Dat de Ontvanger der Directe Belastingen binnen deze gemeente, aan hunne woningen, te beginnen met Zaturdag den 4den Mei aanstaandeen vervolgens zal doen bezorgen een Beschrijving-billethetwelk inhoudt eene korte schets van de grondslagen der voornoemde belastingzijnde 1®. De Huurwaarde. 2°. Deuren en Vensters. 3°. Haardsteden. 4°. Het Mobilair. 5°. De Dienst- en Werkboden. 6°. Paarden. bij welk billetwaarin de verpligting jegens 's Rijks Schat kistmet betrekking tot de belasting, zal worden opgegeven aan ieder ingezeten de noodige vragen dienaaugaande ter beantwoording zullen zijn voorgesteld, ten einde het met de meeste uaauwkeurigheid in te vullen. Dat binnen acht dagen na de uitreiking van voormelde billetten, dezelve ingevuld van de woningen der ingezetenen, door of van wege den Ontvanger zullen worden afgehaald. Dat. zij, welke bij het bezorgen der billetten of ook bft het terughalen daarvan mogten zijn overgeslagenzich in geen geval kunnen beroepen op zoodanig verzuimmaar integendeel gehouden zijnom de vereischte en behoorlijk ingevulde verklaring vóór of uiterlijk op den lö11™ Mei eerst komende, in te dienen ten kantore des Ontvangers, alwaar de billetten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn. Dat een ieder gehouden is, de te doene aangifte met zijne handteekening te bekrachtigen, of ingeval iemand betuigt niet te kunnen schrijvendeze invulling in zijnen naam door den Ontvanger of diens gemagtigde te doen bewerkstelligen, met vermelding der redenen waarom hetwelk zal moeten ge schieden in tegenwoordigheid van een derden persoon, welke de aangifte, na voorafgaande voorlezing met den Ontvanger of zijn gemagtigde zal teekenen. Burgemeester en Wethouders verwittigen voorts, naar aan leiding van het laatste gedeelte van 2 van art. 30 der voorz. wetde belanghebbendendat als tegenschatters in gevolge dat artikel zijn benoemd: Cornelis KoemanJan Dekker, Johan Daniël Ma •see en Dirk Julsing, en dat de bevolking dezer gemeente voor zooveel dezelve tot maatstaf van de belasting van sommige grondslagen die nen moet, bedraagt een getal van 11473 zielen. Burgemeester en Wethouders vermanen de Ingezetenen, om met de meeste uaauwkeurigheid en binnen den bepaalden termijn de invulling hunner beschrijvings-hilletten te bewerk stelligen ten einde de orde en den geregelden afloop der beschrijving te bevorderen en zich tevens te beveiligen te gen het nadeelhetwelk een gevolg zoude zijn van de toe passing der boeten en poenaliteiten welke tegen valschheid en ounaauwkeurigheid der invulling zijn vastgesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar. A. MACLAINE PONT. 26 April 1867. De Secretaris, SPANJAARDT. De onderstaande personen worden verzocht in de eerst volgende week zich ter gemeente-secretarie aantemelden DIRK PIETER GERSTELlaatste woonplaats Amster dam; JAN BAREND KAMP, 1. w. AvenhornBEKTUS VAN DER WAL, 1. w. Zwolle; ARIE DAM, 1. w. Heems kerk TEUNIS VAN LOON. 1. w. Hoogland; MARIA ALETTA van DAM, 1. w. Avereest; KORNELIA ANNA WILKE, I. w. Helder; JAN PORTEGIJS 1. w. Helder FREDERICH GOTTFRIED FREITTAG1. w. Helder; JANSJE van der VELDEN, 1. w. Rijp; CORNEIS NI- COLAAS VERMEULEN. 1. w. Rijp; CORNELIA van PETTEN, 1. w. Rijp; FEM1A VELDHUIS. I. w .Delden; JAN BRUINS, 1. w. Delden; MARIA JOHANNA LA- PIDOTH 1. w. l/nem; TEUNIS SCHERMER, 1. w. üter- leekELISABETH MICHELENBRINK1. w. Oudorp HARMIJNTJE BOL, I. w. Oudorp; CORNELIS STAM, I. w. Wormerveer ,- TIETJE BARENDS DUIF, I. w. Ameland. Afd. Militie: HENDRIK PLOEGER Is er tegenwoordig een politiek overzicht denkbaar, waarin de Luxemburgsche kwestie niet de eerste en voornaamste plaats bekleedt? Zeker niet, wanneer dat overzicht wordt geschreven door een Nederlander. Ofschoon toeh Luxem burg aan Nederland geheel vreemd is, en ofschoon dit ia den laatsten tijd vrij algemeen ook buiten Nederland erkend wordt, kan het toch onze aandacht niet ontgaan, dat dl vreemde bladen nimmer over dit Groot-Hertogdom spreken zonder dat ook Nederland er op de eene of andere wijze in betrokken wordt, en wel meer dan wenschelijk kan geacht worden meer dan recht en waarheid toelaten. Het Journal des Débats spreekt reeds van het «Nederlandsche vraagstuk." De Fransche bladen schijnen vooral behagen te scheppen in een voorstelling van de geschiedenis der zaak, waarbjj de geheele schuld op Pruisen werd geschoven. Pruisen zou een onbehoorlijken aandrang op de Nederlandsche Regeering hebben aangewendom haar te bewegen lid te worden van het Noord-Duitsch-Verbouddeze zou zich beangst gemaakt en naar een goeden bondgenoot omgezien hebben en ein delijk zou Neerlauds Koning zich van de bescherming van Frankrijk hebben willen verzekeren door zijn Groot-Hertog dom aan het Keizerrijk af te staan. Pruisen kwam hier alweer tegen op, ofschoon het zelf moest erkennendat de Groot-Hertog na de ontbinding van het Duitsch-Verbond geheel vrij souvereia was over zijn landen ofschoon Pruiaens recht om de vesting Luxemburg te bezetten evenzeer met de ont binding van dat Verbond was vervallen. De Pruisische bladen verklaren echter ten stelligste, dat Nederland noch beleefdelijk noch ouVxsl»efdeIjjk is gedrongen tot het Noord-Duitsch-Ver- bond toe te tredenen dat by Pruisen de gedachte niet is opgekomen dat land daaitne te dwingenveel minder het te veroveren en bij zich in te lijven. Wij hebben geen recht om deze verklaring der Pruisische bladen in twijfel te trekken. Wij gelooven inderdaad, dat Pruisen er niet aan gedacht heeft en er vooreerst niet aan denkt, eenigeudW"'* op Nederland uit te oefenen of een min of meer vijandige houding tegen dien staat aan te nemen. Deze of gene op gewonden redenaar moge in het vuur zijner echt Duitsche geestvervoering Arndt's lied «sein Vaterland musz gröszer sein" tot in 't bespottelijke overdrijvengeen verstandige Regeering zal bereid gevonden worden een poging te doen om het Duitsche vaderland ook ten koste van Nederland te vergrooten. Wat in den loop der tijden gebeuren kan, weet niemand en wie zou durven verzekeren dat niet een maal onze onafhankelijkheid groot gevaar zal loopen Doch zich daarover te bekommeren is dwaasheid. Steeds gereed te zijn tot ernstige verdediging is plicht; maar overigens be hoeft men zich inderdaad niet bezig te houden met gevaren die te eeuiger tijd kunnen dreigen. Het tegenwoordige heeft recht op al onze aandachten al onze werkzaamheiden de Toekomst is Alleen Gods eigendomtwee tijden slechts Zijn onzer: in het Heden leven wy, En straks, wanneer 't Verleden is geworden, Dau is 't een boek der wijsheidvol van reeglen Voor 't oogenblik waarin wy zijn, en denken. En werken voor de Toekomst die wy nimmer Beheerschen kunnen. Als de Nederlander dat boek der wijsheid eens opslaat dan zal hij daarin zien, dat de onafhankelijkheid zijns lands meermalen grooter gevaar heeft geloopen dan tegenwoordig hij zal er in zien, dat de nabijheid van machtige en naijve rige buren op zich zelve reeds altijd eenig gevaar voor een kleinen staat met zich brengtwat meer ishy zal er uit leeren, dat Nederland, door een overmachtigen nabuur bedreigd, ja zelfs door een samenspanning van machtige naburen bestookthet gevaar te boven is gekomen en zijn onafhanke lijkheid heeft gered. Eenmaal is het geheel overheerd en bij Frankrijk ingelijfd; maar al werd de naam uitgewischt op de kaart van Europa, daarom had het Nederlandsche Volk niet opgehouden te bestaan. Een jaar na de inlijving bij Frankrijk verklaarde een ministeriëel rapport«Holland is met Frankrijk niet vereenigdnoch in zedennoch in gewoontennoch in meeningennoch in gevoelensen Kemper durfde in 't voorjaar van 1813 openlijk verkondigen «In de haudelingen der volkenin de staatkundige jaar boeken ging de naam van Nederland verloren in de geschied- boeken der menschheid bestaat Nederlandzoolang er nog Nederlanders gevonden worden. Wat immers is het, dat, niet in de staatkundige handelingen der vorsten maar voor den rechterstoel van het gezond verstand een volk uitmaakt Zijn het de willekeurige grenzen, binnen welke toeval of willekeur zeker aantal menschen onder een algemeenen naam begrijpt Neenhet zijn de zeden van het volkskarakter, waardoor zich een maatschappij van hare naburen onderscheidt en geen volk gaat verlorenzoolang het den band gevoelt en waardeertwelken die volksdeugden en dat volkskarakter om allen slingeren die denzelfden grond bewonenen genoe gens zoowel als rampen met elkander gemeen hebben." Als dan de Nederlander het geschiedboek zijns vaderlands raadpleegt, dan zal hij vooreerst ontdekken, dat de teseu- woordige tijden niet boozer zijn dan de verledene, toen men zijn steun zocht in tractaten. Er zijn menschen ja meer. er zijn geheele partijen staatkundige en godsdienstige par tijendie ons trachten wijs te maken, dat het recht van den sterkste een uitvinding is van de laatste jaren een vrucht uit het huwelijk vau Ongeloof en Revolutie, door Napoleon III in bescherming genomen, onlangs in Italië eerst recht in al haar verschrikkelijkheid te voorschijn getredenthans in Duitschland woedendeen van daar ook ons met hare loe rende oogen bespiedende. Voor hen die dit beweren is nderdaad 't Verleden geen boek der wijsheid. Of met welk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1867 | | pagina 1