ALKMAARSCHE COURANT No. 30. Negenenzestigste J aargang. Zondag 28 Juli. JJoÜttcfc #ucrzicht. S&lckcltjkscftc Berichten. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per jaar f 3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post, ƒ4. Brieven franco aan de Uitgevers BERM». COST ER ZOON. De Advertentiën kosten vaD 5 regels J 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag vroeger. POLITIE. Ter terugbekomiug is aan het commissariaat vau politie te Alkmaar voorhanden het navolgende gevondeneals een koedekgemerkt L. V. en een vrouwemakwaarin o.a. een zilveren Frankrijk handelt voorzichtig en verstandig met de vroe ger opgeheven compagniën infanterie en batterijen artillerie weer op te richten, Weldra toch zal er een groote oorlog uitbreken, waariu Frankrijk met zijn bondgenooten zal moe ten strijden tegen Rusland en Pruisen. Zoo spreekt de Globe, een miaisteriëel Engelsch blad; en bij het altijd nog verontruste publiek vinden dergelijke be schouwingen gemakkelijk ingang. Velen schijnen niet te kunnen begrijpen dat het zoolang vrede blijft. Zij hadden zoo stellig oorlog verwacht, en met zooveel overtuiging oorlog voorspeld dat ze inderdaad schier teleurgesteld zijn, nu de oorlog uitblijft. Niet omdat ze oorlog wenschenzoo ontaard en onmenschelijk ziju ze niet; zij gruwen als ieder ander van de jammeren en de ellende die deze grootste plaag des menschdoms met zich voerten die wij eigenlijk maar half kennen en begrijpen. Misschien vreezen deze be zorgden onder de bezorgden den oorlog nog meer dan de minder donker ziendeu. Want gelijk men gemakkelijk ge looft wat uien wenschtschijnt men aan den anderen kant ook gemakkelijk te gelooven wat men sterk vreest. Groote bezorgdheid dort het gevaar dat men ducht, allicht als onvermijdelijk beschouwen en zeer gemakkelijk zal men den boodschapper gelooven die komt verkondigen wat gij zoozeer hebt gevreesd is gebeurdof zal gebeuren. Zelfs bij vreeselijke gebeurtenissen en groote onheilen schijnt er iets streelends voor onze eigenliefde in gelegen te kunnen opmerken ik heb liet wel gezegd. Aan de eigenliefde der onheils-profeten en de lichtgeloo- vige vrees der groote menigte zou ik daarom voor een deel het verschijnsel willen toeschrijven, dat er nog altijd een grooteeen algemeen-Europesche oorlog wordt verwacht. Maar ook slechts voor een deel. Daarbij zou ik niet gaarne iets willen toebrengen om den afschuw voor den oorlog te verminderen. Die afschuw komt mij voor uog niet groot genoeg en vooral niet van het ware gehalte te zijn. Als Jules Favre over den oorlog in Mexico spreekt, wijst hij er wel op, hoe vruchteloos die onderneming is geweest, en hoe Frankrijk zedelijk verantwoordelijk is voor het ongelukkig lot van Maximiliaan van Oostenrijken als Thiers hetzelfde onderwerp behandeltmerkt, hij wel op dat deze bemoeiing met de zaken van Mexico Frankrijk 600 millioen francs heeft gekost behalve de leeningen, maar over de ellende van het slagveld wordt niet, gesproken. Zelfs schijnt de oppo sitie in de Fransche Kamers er den Keizer een verwijt van te maken, dat hij zich onzijdig heeft gehouden bijdenjong- sten Duitschen oorlog. Het tanen van Frankrijks gloriezon, de vrees dat zij zal verbleeken voor het schitterende ge sternte dat zich in het vorige jaar eensklaps met nieuwen en verrassenden luister heeft vertoondde gedachte dat Frank rijk wellicht niet meer zonder tegenspraak de eerste militaire mogendheid van Europa genoemd zal worden ja datifrank- rijk vernederd zal schijnen in de oogen der volken ziedaar naar het schijnt een voldoend tegenwicht tegen de ellenden van den oorlog. Daarover en over de millioenen is men gewoon zich te bekommeren maar of daar duizenden en tienduizenden omkomen of verminkt wordenof de land streek die de eer heeft het tooneel des oorlogs te zijn, wordt verwoest en haar bevolking geplunderd schijnt er tot nog toe minder op aan te komen. Nog altijd is menschenvleesch goedkoop. Maar handel en nijverheid vreezen den oorlog en de hoop op de bestendiging van den vrede schijnt voor alsnog het meest gegrond op de nauwere betrekking tusscben de verschillende volken. In vroeger eeuw was bijna elke stad of althans elke provincie een wereld op zich zelve, en daar door kon zij in oorlog zijn met een naburige stad of een aangrenzend gewest. Zoo iets zou thans onmogelijk zijn. Of is het niet ondenkbaar, dat er in onzen tijd een oorlog zou gevoerd worden tusschen Holland en Utrecht, of Hol land en Friesland zelfs al vormden die provinciën afzonder lijke staten De spoorwegen beginnen meer en meer de grenzen tusschen de verschillende rijken op te heffen en zullen ongetwijfeld dit werk der aansluiting en toenadering op krachtige wijze voortzetten. Misschien hebben wij zelfs nog geen vermoeden van de verrassende uitkomsten waartoe een volledig Etiropeesch spoorwegnet eenmaal leiden zal. Dat uit de handelswereld van Frankrijk en Pruisen, uil de arbeidende klasse en zelfs uit de studeerende jongeliugschap van beide stalen stemmen zijn opgegaan tegen den oorlog, is reeds een merkwaardig en verblijdend verschijnsel. Hoe meer en in hoe wijder kring de nootlottige invloed van den oorlog wordt gevoeld, hoe bezwaarlijker het wordt, zelfs voor den machtigsten staat in oorlog te zijn met ziju naburen. Groot en gewichtig moet daarom reeds nu de aanleiding zijndie twee volken de zegeningen des vredes voor een tijd kan doen verwerpen om er al de ellende van den krijg voor in te ruilen. Voortdurende ontevredenheid van een volk met zijn toestand, met zijn regeering, met zijn afzondering van of zijn betrekking tot andere volken kan er aanleiding toe geven. Zulk een voortdurende ontevredenheid heeft in Italië eu in Duitschland bestaan sedert het jaar 1815, toen deze twee groote landen door de schaar der diplomaten wer den verknipt lot een lappendeken terwijl de geest des tijds aansluiting en vereeniging eischte. Het gevolg dier voort durende ontevredenheid was natuurlijk evenzeer voortdureude gisting; en de zorg der diplomatie, wel verre van de oor zaken der gisting weg te nemen was er alleen op uit die gisting zelve te onderdrukken en te smoren. Het kwaad zelf bleef in wezen, werd gesteund en beschermd; alleen de openbaringen, de vruchten, de gevolgen van het kwaad werden tegengegaan eu bedwongen. De laatste jaren ziju getuigen geweest van een zoo krachtig verzet tegen de be stendiging van den bestaanden toestand, dat de diplomatie onvermogend was haar werk langer te beveiligen. Met ge weld is die toestand omvergeworpen, met geweld werden vreemde meesters en vreemde invloed verdreven met geweld werd het groote werk der vereeniging begonnen en doorgezet. Met geweld, omdat het niet anders mogelijk scheen en het geduld was uitgeput. Dat geweld bracht ook hier zijn onafscheidbare ellende mee: bloedstorting, roof, rechtschen- nis, verwarring, stilstand in het groote raderwerk der samen leving dat de welvaart der menschen onderhoudt, stilstand in handel en bedrijf, waardoor de volken worden gevoed. Daarom hebben wij gehuiverd bij 't geen gebeurd is, en wordt ons het lvirte beklemd bij 't geen wij in Italië en Duitschland nog zien gebeuren en verwachten dat gebeuren zal. De wankelmoedige vraagt zich af, of het niet beter ware geweest dat alles in den vorigen toestand was gebleven, nu de verandering tot zulk een prijs wordt gekocht, en of het geneesmiddel nu niet erger is dan de kwaal, Wie zal hier uitspraak doen Ik zou geen ander antwoord weten dan dit: niemand is op den duur bij machte den loop der water- stroomen tegen te houden en te bedwingen en evenmin de bewegingen der volken. Die met geweld tegenhoudt, moet er op bedacht zijn dat de immer voortgaande werking een maal den tegenstand zal overwinnen. En wat de toekomst betreft, leidt niet de natuurlijke loop der zaken op den duur tot de beste uilkomst, ook al wordt aanvankelijk veel goeds verwoest of gekrenkt dat dien natuurlijken loop in den weg stond Maar het geweld heeft gezegepraald roept men uit Europa is getuige geweest, van de overwinning der ruwe kracht op het rechtdaardoor is het ontrusten daarom vreest het voor de toekomst. Recht. Was dan de bestaande toestand op het recht gebouwd? Heeft het recht uitspraak gedaan op het Weener congres Of heeft daar de macht van den sterkste hebben daar afguust en verraad luim en willekeur, dynastie-belang en diplomaten-behendigheid het Europa der laatste halve eeuw gevormd? Waren dan inderdaad die vergaderde vorsten met hunne raadslieden, onder de leiding van Talleyrand en Metlernich, bevoegd uitspraak te doen over alle Europesche geschillen en de volken van Europa te verdeelen en te be sturen naar hunne inzichten zelfs aangenomen dat zij door de edelste drijtveeren aangespoord, en door de beste bedoelin gen geh-id werden? Hun werk is tot stand gekomen onder het nadrukkelijk protest der volken, voor zoover deze toen nadachten over hun eigen lot en recht meenden te hebben op een stem in deze zaak, voor zoover zij niet meenden dat dit werk uitsluitend aan het onderling overleg van vorsten en diplomaten kon en moest worden toevertrouwd. En bij dit protest hebben zich telkens meer stemmen aangesloten totdat er eindelijk maar zeer weinigen gevonden werden die met den bestaanden toestand iu Duitschland en Italië volkomen vrede haddenofschoon er groot verschil van gevoelen bestond omtrent den nieuwen toestand die er voor in de plaats moest komen. Eindelijk is de kracht die naar verandering dreef, sterker geworden dan de kracht die het bestaande oudersteunde en de groote uitbarsting heeft plaats 1 gehad. Geweld. Jageweld heeft den bestaanden toestand omvergeworpen. Maar wat had dien toestand tot nog toe gehandhaafd Geweld evenzeer. Geweld smoorde door straf en strafbedreiging, door censuur en drukpersvervolging de stem die verandering vroeg geweld verlamde door bajonet en kanon den arm die tegeu het bestaande werd opgeheven. Geweld bedwong het woord en de daad. Onafgebroken is er sedert 1815 geweld noodig geweest om den bestaanden toe stand iu Italië en Duitsehlaud te handhaven. Of is geweld geen geweld meer, als het wordt aangewend om het bestaande te beveiligen, en moet het alleen dien naam dragen, als het den bestaanden toestand omverwerpt? Neen, geweld heerscht in Frankrijk, en geweld heerscht in Polen, ook al worden er tegenwoordig geen daden van geweld gepleegd, en al is de schrik voor het geweld voldoende om er de bestaande regeering te handhaven. Acht de partij die nu met geweld iu bedwang wordt, gehouden zich in staat zich van haar bedwinger te bevrijden, er zal een worsteling volgen, een bloedige worsteling van de eene ruwe kracht legen de andere, en het geweld zal zegevieren't zij dan het geweld dat het bestaande verdedigtof het geweld dat verandering wil brengen maar altijd het geweld doch wenschelijk zal het zijn, dat die partij overwint, die een toestand in het leven zal roepen tot handhaving waarvan geen geweld noodig zal zijn omdat hij voldoet aan de eischen van land en volk, schoon er dan ook geweld noodig is geweest om hem te vestigen. Het bestaande. Hoe weinig wordt er gewoonlijk op gelet, hoe het is gevestigd. Eu dat is goed ook. Als het voldoet aan de eischen der belanghebbendenheeft het recht van bestaan. Waartoe zou het dienen helmet geweld af te breken alleen omdat het indertijd met geweld was tot, stand gebracht en zonder dat er een hetere toestand voor in de plaats gesteld kou worden Maar zoo het jaren lang reeds is geblpken niet te voldoen en niet te kunnen voldoen aan de eischen van tijd en volkals de roep om verandering luid en algemeen, de gisting voortdurend is, en alleen geweld in slaat is het te handhaven, welk recht kan het dan toch bezitten, welke wijding is er aan geschon ken die ons doet huiveren er de hand aan te slaan? Geen rechtgeen wijding hoegenaamd. Maar dit mag nooit wor den vergeten, dat op den bestaanden toestand veel is gebouwd wat welvaart en beschaving verhoogten wellicht of zeker zou vallen of wankelen en lijdenzoo die toestand met geweld werd omgekeerd of gewijzigd. Veel en onvermijde lijk zijn daarenboven de jammeren aan de worsteling tusschen de kracht des hehouds eu die der omkeering verbonden. Groot is daarom altijd de verantwoordelijkheid van hen die de omkeering uitlokken en bevorderen. De ondervinding heeft echter geleerd, dat, althans bij den tegenwoordigen slaat der menschelijke heschaving, in sommige gevallen, in vele gevallen zelfs, een botsing helaas niet te voorkomen is. Behendige personen met een scherpen blik en vasten wil. met of zonder veel zedelijk gevoel, weten de ontboei de krachten te leidenen niet altijd neemt de omkeering de richting die door de Beste der omkeeringsgezinden ge- wenscht werd. Groot is de verwoesting door de onderlinge worsteling aangericht, en ontzetting vervult den toeschouwer. Is echter het kwaad eenmaal geleden, zijn de offers gebracht, diezelfde toeschouwer zalwanneer hij een beteren en meer voldoenden toestand meent gevestigd te zien een toestand die daarenboven vatbaar is voor zuivering en ontwikkeliug zich den troost niet behoeven te ontzeggen van dit op te merken. Of zouden al de offers van een oorlog noodza kelijk te vergeefs zijn gebrachten onvermijdelijk tot de vestiging van een ongunstiger toestand moeten dienen? 't Zou moeilijk vallen dit te gelooven. Maar wat zal het slot zijn van deze beschouwingen? Ik meen aangetoond te bebben hoe men tot op zekere hoogte vrede kan hebben met de omkeering in Italië en Duitschland, waartoe de laatste groote oorlogen geleid heb ben en hoe die oorlogen voor zoover hier van eenige be rekening sprake kan zijn eenmaal't Zij vroeger of later, moesten of althans lichtelijk konden ontstaan uit de voort durende gisting en volksbeweging in die landen gedurende de laatste halve eeuw. Zulke brandstoffenzulk een gis ting valt echter niet op te merken voor een oorlog tusschen Frankrijk en Pruisen waarvoor nog altijd zooveel vrees be staat. Tot welke eenigszins bevredigende uitkomst zou die kunnen leiden? Waarom zouden de verschillende partijen dien oorlog kunnen wenschen? Zonder ernstig doel wordt toch tegenwoordig geen oorlog ondernomenalthans niet zulk een ontzaglijke en hachelijke strijd. Er bestaat dus hier geen gegronde vrees voor oorlog, of er moeten geheel andere drijfveeren bestaan. Wellicht is er in een volgend overzicht gelegenheid dit vraagstuk meer van nabij te be schouwen. W. v. d. K. BELGIË. De Sultan is van Calais over Doornik en Namen waar hij door de overheden plechtig begroet werd in den nacht van den 24te I uur, te Luik aangekomen en door den Koning en den graaf v. Vlaanderenonder het lossen van het geschut en het spelen der muziekcorpsen aan het station" ontvangen. Z. H. heeft in eene feestelijk versierde zaal aan een souper van 90 couverts deelgenomen en te 2}. uren de reis naar Aken voortgezet/ In de provincie Antwerpen is de veetyphus weder uitge broken. PK UI SE IV. De minister v. Bismarck is tot Bondskanselier benoemd. De regeering heeft bepaald dat de speelbank te Wiesbaden nog tot het einde van 1870 mag bljjven bestaan maar in middels geen hooger dividend mag geven dan 6 */0, moetende uit de inkomsten een fonds gevormd worden van 800,000 fr., ten nutte der badplaats aautewenden. De directie der speel bank heeft intusschen alle onderhandeling met de regeering afgewezen, op grond dat zij hare 15jarige concessie voor l£ miljoen fl. heeft gekocht en het behoud van alle wettig verkregen rechten bij het inlijvingspatent van Nassau ge waarborgd is. Den 21 heeft eene combinatie van nassausche liedertafels den Koning te Ems eene serenade op groote schaal gebracht. De Koning eu Koniugin van Portugal hebben den 17, op hunnen tocht van Ems naar Parijs, Keulen bezocht en aldaar de domkerk en andere merkwaardigheden bezichtigd. In Keur-Hessen is de civiele proces-orde op pruisische leest geschoeid en alzoo zeer verslechtzoodat men oordeelt tot vóór 1834 te ziju teruggegaan. De Koningin van Hannover en hare dochter hebben den 23 Marien burg veriaten en zich naar Hietzing in Oostenrijk begeven. Zij was bedreigd met verbanning van haar gevolg en toevoeging van een pruisischen hofstaat, indien zij bleef weigeren om te vertrekken. De heer v. d. Marnitzbisschop van Kulm heeft zijne onderhoorige geestelijken aangeschreven om de godsdienst niet met de staatkunde te verwarren, zich niet tot poolsch- natiouale doeleinden te laten gebruiken en geen voet te ge- yen aan het denkbeelddat de kerk het nationaliteitsstreven in Posen bevordert. De deensche regeering heeft op de pruisische nota geant woord datdaar de liberale deensche wetten aan alle lands- ingezetenen gelijke rechten waarborgen, het verleenen van bijzondere waarborgen onnoodig moet worden geacht. De Sultan is den 24 van Aken te Coblenz aangekomen eu door den Koning aan het statiousgebouw opgewacht. Na eene wapenschouwing over 7000 man troepen, werd een tochtje langs den Rijn gedaan, 's Avonds waren de stad en de naburige hoogten verlicht. OOSTEN KIJK. De heer /Caspar, redacteur van de Politik te Praag, we gens beleediging van den minister v. Beust tot gevangenisstraf veroordeeld heeft op verzoek van den beleedigde kwijtschel ding bekomen. De Keizer heeft, om uitvoering te geven aan het patent van 7 April 1861het instellen gelast van 2 evangelische raden van toezicht op de evangelische scholen. De gemeenteraad van Weenen heeft beslotenden minister van binn. zaken te verzoeken om eene collecte door het gansche Rijk te verordenen, tot voltooiing der kerk welke, op voorstel van 's Keizers broeder Maximiliaan gesticht is op den plek waar een aanslag op Z. M. is gepleegd. Bij het Huis der Afgevaardigden zijn door de regeering wetsontwerpen ingediend tot wijziging der bepalingen omtrent het dagbladzegel en opheffing der belasting op de adverten tiën tot, afschaffing der stokslagen en kettingstraf en op heffing der nadeelige wettelijke gevolgen eener veroordeeling wegens misdrijventot regeling van het recht van verga-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1867 | | pagina 1