ALKMAARSCHE COURANT
\o. 38. Negenenzestigste Jaargang.
Zondag
8 September.
In de Staatscourant van lieden is opge
nomen het berigt dat de miliciens van
1 8 6 3, opgeroepen tot de werkelijke dienst,
NIET 'behoeven optekomen.
#fficiccl (Scbccltc.
l*atcn4cn.
Hoe een Franschman over den toestand
van Duitschland schrijft.
Uë. r j
ZOON.
Deze Courant wordt, wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar 3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post/ 4,—.
Brieven franco aan de Uitgevers
HER M®. COSTER
De Advertentiën kosten vaD 1—5 regels j 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag
vroeger.
r -rïcr wr»vHt tot 1° October ook Woensdags avonds gratis een N°. der ALKMAARSCHE COURANT uitgegeven; de prijs zaï
Bij wijze van proefneming wordt t f per post buiten deze stad f 1.50 per kwartaal. Beleefdelijk verzoeken wij onze geabonneerden zich
alsdan Zoo zij niet gezind zijn het abonnement op dien voet voorttezetten.
vóór I-. October te ingewacht Woensdags namiddags uiterlijk tot één uur.
Advertentiën voor
DE UITGEVERS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
maken zoowel aan de ingezetenen dier gemeente als aan de
bewoners der omstreken bekend, dat, volgens art. 16 der
w°t houdende regeling van liet middelbaar onderwijs aan
de omstreeks 1 October a.s. te openen Rijks hoogere bur
gerschool met drie jarigen cursus te Alkmaar, ouderwijs
wordt gegeven in de volgende vakken
a. de wiskunde; b. de eerste beginselen der natuur- en
scheikunde; c. de beginselen der plant- en dierkunde; d. die
der staathuishoudkunde e. die van liet boekhouden f. de
aardrijkskundeg. de geschiedenish. de nederlandsche taal;
i. de'fransche taal; k. de engelsdie taal; de hoogduit-
s'che taal; m. liet schoonschrijven; n. het hand- en regtlijnig
teekenen o. de gymnastiek.
Dat het schoolgeld voor iiet onderwijs in alle vakken
bedraagt f 30 's jaars voor één leerling en voor den tweeden
leerliiw uit hetzeifde gezin f 15, terwijl voor het bijwonen
van enkele lessen in bepaalde vakken wordt betaald f 7
of f 14 's jaars. naar gelang het onderwijs gedurende 1 of 2,
dan wel gedurende 3 of meer uren 's weeks gegeven wordt.
Burgemeester en Wethouders achten liet met. ondienstig
opte merken dat de Hoogere Burgerschool bestemd is voor
leerlingen uit alle klassen der maatschappy, zoowel binnen als
buiten deze gemeente wonendeen datom
te worden toegelateneen voorafgaand examen wordt ge-
vorderd waaruit blijkeof zijdie de school wenschen te
bezoeken, de kundigheden bezitten, vereiseht om liet onder
wijs met vrucht te kunnen bijwonen, wordende de bepaling
van bet programma van
gehouden wordt
Vergun liet Hoofdbestuur deze te sluiten met de uitdruk
king van zijne beste wenschen voor de welvaart eu den
bloei van de stad Alkmaar onder uw bestuur, waarmede die
van hare burgerij zoo uaauW is verbonden.
Het Hoofdbestuur van de Vereeniging
//het Metalen Kruis,"
De Voorzitter,
(get.) N. P. J. KIEN.
De Secretaris,
W. M. DE BRAUW.
üe Burgemeester van Alkmaar,
A. MACLAINE PONT.
bekend gemaakt.
Alkmaar,
den 31 Aug. 1867.
dat examen en den dag waarop het
door den directeur dier instelling later
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. MACLAINE PONT.
De Secretaris
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat de gemeeulebegrooting voor 1868 op den 28 Augus
tus 1867 door hen aan den Gemeenteraad is aangeboden en
van af bedengedurende de eerstvolgende 14 dagen ter
lezing van de belanghebbenden ter secretarie is nedergelegd
en in afschrift verkrijgbaar gesteld.
Burqemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar A. MACLAINE PONT.
31 Aua. 1862 He Secretaris,
9 SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
ALKMAAR maken alsnog, zoowel aan de ingezetenen die
gemeente als aan de bewoners der omstrekenbekend dat
blijkens eene later onlrangene missive van den lieer inspec
teur van het middelbaar onderwijs voor de provincie Noord
Holland het schoolgeld voor het volledig onderwijs aan de
de Rijks hoogere burgerschool aldaar kwartaalsgewijze moet
worden betaald; de kwartalen zijn: 1°. Augustus, Septem
ber en October; 2". November, December en Januarjj 3'
Eebruarij, Maart en April; 4". Mei, Junij en Julij. Ge
deelten'van kwabalen worden bij de berekening voor geheele
gerekend; alleen is bepaald dat, uithoofde van de opening
der school op 1 October 1867, over het, kwartaaleindigende
den 31 October 1867, slechts f 2.50 zal worden betaald.
De schoolgelden voor enkele lessen zijn verschuldigd voor
liet geheele jaar, gedeelten van liet jaar worden daarbij voor
een geheel gerekend.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 4 Sept. 1867. He Secretaris,
SPANJAARDT.
Alkmaar,
Sept. 1867.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene keunis:
Dat de VOL J A.ARSPATEKTE8Ï kunnen afgehaald
worden van de gemeentesecretarie, van heden tot en met
21 September a.s., 's morgens van 9 tot 2 ure.
Burgemeester en IVelhouders voornoemd,
A. MACLAINE PONT.
De Secretaris
SPANJAARDT.
Alkmaar,
September 1867.
POLITIE.
Gevonden een zilveren potloodhouder en voor ongeveer 4 a
weken geleden een mesje met zilveren heft.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt
in voldoening aan bel door het hoofdbestuur van de Ver-
eeniging het Metalen hruis aan hem gerigt verzoek de
navolgende bij hem van dat hoofdbestuur ontvangene mis
sive bij deze ter kennisse der ingezetenen.
's Qravenhage den 31 Augustus 1867.
Het hoofdbestuur van de vereeniging het Metalen Kruis
haast zich na den afloop van de reünie van de afdeelingen
der 7ereeniging in uwe stad aan UEdelGestrenge zijnen
dank overtebrengen namens allen die aan de reünie deel
namen, voor uwe bereidvaardige en welwillende medewerking
waardoor de feestviering mede in hooge mate mag geacht
worden gelukkig te zijn geslaagd.
Door u voorgegaan zag het hoofdbestuur uwe meed-
regentenverschillende corporatiën in uwe stad en niet
het minst hare geëerde burgerij hunne hooggeschatte mede
werking verleenen velen onzer leden werden met broederlijke
toegenegenheid behandeld en gehuisvestallerwege zag men
deelneming aan het feest onzer herinneringen uit vroegere
dagen, die ons dierbaar zijn, aan het feest van dankbaarheid,
dat wij bij het wegvallen van zoovelen voor onze bewa
ring mogten vierenzelfs de minsten onder uwe burgerij
zagen wij van hunne deelneming en welwillendheid bewijzen
geven die ons verrasten en aangenaam troffen.
Wil daarvoor, WelEdelGestrenge Heer, den dank aanne
men dien het Hoofdbestuur U namens de Vereeniging "het
Metalen Kruiswenscht toetebrengen.
Het zal aan het Hoofdbestuur hoogst aangenaam zijn in
dien UEd.Gestr. mogt willen goedvinden onze hartelijke
dankbetuiging overtebrengen aan uw medebestuur en aan de
geëerde burgerij van Alkmaar, die door hare deelneming zoozeer
tot de opluistering van onze feestviering heeft bijgedragen.
Vervolg en slot.)
//Te midden eener zoo groote verwarring doet het Pruisi
sche stelselvertrouwende op de sterkte zijner inrichting
zich voor als een voor Duitschland onvermijdelijke noodza
kelijkheid. Noglans zal liet te worstelen hebben met twee
wei geheel verschillende richtingen maar beide aan zijn over-
heerschin"' vijandig de ééne in het noorden weerstand bie
dende aan de centralisatiede andere het zuiden voortstu
wende tot den nieuwen Bond.
//De eerste richting laat zich gemakkelijk verklaren. De
tegenwoordige toestand van Duitschland heeft de nationale
eigenliefde bevredigd. Nu die toestand eenmaal verkregen
is^, ziet men de noodzakelijkheid niet in alle overleveringen,
alle plaatselijke instellingen en bijzondere,belangen op te offeren
aan de eenheid van het Pruisische stelsel. Daarom zijn zij
die de Pruisische leiding het vurigst ..begeerd hebben tegen
woordig van oordeeldat het tijd is op dien weg niet voort
te «aan en de zuivere en eenvoudige aanhechting bij Pruisen
vindt minder aanhangers in de kleine statensinds zij goed-
of kwaadschiks tot den Noord-Duitschen Bond zijn toegetreden.
Hunne hoofdsteden zien in wat zij zouden verliezen, indien
zij vernederd werden tot de zetels der Pruisische provinciale
besturen. Zelfs de universiteiten die altijd de voornaamste
brandpunten zijn geweest van het eenheidsbeginsel willen
de vlag niet strijken voor Berliju. In de kleine Duitsche
legers zult ge wrok of ijverzucht jegens het Pruisische leger
aantreffen. Ook weet het talrijke personeel van ambtenaren
zeer goed, dat het gevolg der aanhechting zou zijn, dat zij
uit hun land verwijderd zouden worden om elders onderge
schikte betrekkingen te vervullen en de hoogere over te laten
aan ambtenaren van Pruisischen oorsprong. Wat de massa
des volks betrefthet aarzelt. Pruisen schijnt te zeggen
»Nu gij al de lasten van Pruisische onderdanen draagt, is
het beter geheel en al Pruisen te worden en er ook de voor-
deelen van te hebben;" maar men ducht de despotische
manieren van het Pruisisch bestuur, en de moeilijkheden van
allerlei aard die het ontmoet in de gewesten die liet zich
heelt toegeëigend strekken niet tot bemoediging der voor
standers van de aanhechting in de naburige landen. Trouwens
in de kleine staten van den Noord-Duitschen Bond ontbreekt,
dat uitgebreide administratieve raderwerk dat onmisbaar is
voor de invoering van een centraliseerend despotismeen dit
zou er zich noch gemakkelijk noch spoedig kunnen vestigen.
//In de zuidelijke staten van Duitschland heerscht een
tegenovergestelde richting. De afzondering waarin zij geplaatst
zijn door het verdrag van Praag, drukt hen zwaar. De
Meinliniedoor von Bismarck in alle oprechtheid getrokken,
omdat hij vreesde dat het Pruisische element zich te veel
zou oplossen, is door de Duitschers nooit ernstig opgenomen.
//Noordelijk en zuidelijk Duitschland vormen slechts één
volk. Zelfs het verschil van godsdienst verdeelt hier niet.
Neem bij voorbeeld het Rijndal en de aangrenzende streken;
in het Zuiden zijn Baden, Darmstadt en Wurtemburg voor
het grootste gedeelte protestant, terwijl in het noorden de
Rijnprovinciën en Westphalen bijna geheel katholiek zijn.
Het zuiden van Duitschland leeft door zijn betrekkingen met
het noorden. Zijn kunstmatige hoofdsteden Karlsruhe, Stutt-
gard en Munchen zijn keizerssteden Regensburg Augs
burg en zelfs het nijvere Neuremberg, zijn eenige universi
teit te Heidelberg zijn niet voldoende om er een eigen leven
aan te geven. Wat den handel betreft, kan het zuiden zich
evenmin scheiden van het noordenwaar de groote en
bloeiende steden liggen de brandpunten der nijverheid en
de zeehavens, en nog minder uit het oogpunt der beschaving,
want het ontvangt zijn geheele bezieling uit het noorden.
Alles dringt bij gevolg het zuiden tot vereeniging met het
noorden het wil het tot eiken prijsen neemt voor liet
oogenblik de opperheerschappij van Pruisen aan liever dan
in den tegenwoordigen toestand te blijven. De onbedacht
zame vraag om verbetering van grensscheiding, door Frank
rijk in Augustus van het vorige jaar aan Pruisen gedaan
is voldoende geweest om de zuidelijke staten te doen ge
voelen hoezeer zij de bescherming der laatstgenoemde mo
gendheid behoeven en zij hebben zich beijverd met haar het
bekende verbond te sluiten dat hun geheele krijgsmacht Ier
harer heschikking stelt. Toen er gehandeld werd over de
wederoprichting van het Tolverbond hebben de zuidelijke
staten alle voorwaarden van Pruisen aangenomen onder
anderen liet veto dat het zich in het toekomstig tolcongres
heeft voorbehouden, liever dan er buiten gesloten te worden,
Deze tol-eenheid is slechts een tijdelijke overgang tot voor
bereiding van de inniger vereeniging van noord en zuid.
Berlijn zal het eenig voorrecht hebben van te gelijk drie
parlementen te bezittendie voor den Pruisischen burger
zijn drieërlei vaderland zuilen vertegenwoordigen; het kleine
vaderland, Pruisen; het staatkundig vaderland, de Noord-
Duitsche Bond, en het groote vaderland, Duitschland, ver
momd onder den naam van Tolverbond. Zulk een toestel kan
niet duren, zelfs in Duitschland niet, en de Noord-Duitsche
Bond zal weldra op zijn banken afgevaardigden uit geheel
Duitschland zien zitten maar juist Pruisen zou thans dat
oogenblik willen verschuiven. Het heeft zich gehaast de
grondwet van den nieuwen Bond te doen aannemen om er
slechts met dat gedeelte van Duitschland over te kunnen
beraadslagen dat er was toegelatenen haar later in haar
geheel aan de staten die zich er bij willen voegen te kunnen
opleggen. Doch die waarborg is niet voldoende. De regee
ring van Berlijn durft zich niet openlijk verzetten tegen de
beweging die het zuiden tot haar voertmaar zij zou haar
willen uitstellen tot zij haar tegenwoordige bondgenooten tot
Pruissen gemaakt zal hebben. Zij gevoelt weldat de toe
lating van de zuidelijke stalen in den Bond zulk een ver
sterking zou brengen aan den tegenstand dien zij er reeds
ontmoet, dat zij, in plaats van de wet te stellen, wel eens
genoodzaakt zou kunnen zijn de wet te ontvangen."
Ziedaar een beschouwing die zeker de aandacht verdient
en die door hetgeen tot nog toe van de Salzburger samen
komst bekend is niets van hare kracht heeft verloren.
W. v. d. K.
De Nieuwe Rotterdamsche Courant van 1 September 1.1.
neemt uit een Amerikaansehe handelscourant een uittreksel
over uit een niet genoemd Londensch blad, waarin na eenige
woorden tot inleiding over den invloed der handelsbeweging
op politieke veranderingen het navolgende voorkomt
«■Wij vernemen dat een maatschappij van kooplieden in
Boston op bet punt is - zoo de onderhandelingen niet reeds
ten einde zijn om een verdrag te sluiten met de hoofden
der inboorlingen op noordelijk Borneotot afstand van
grondgebieddat onder Amerikaansehe jurisdictie zou ge
steld 'worden. Te gelijker tijd heeft de regeering te Washing
ton onderhandelingen aangevangen over een der grootere
eilanden van den groep der Philippines Borneo zou spe
cerijen en wellicht metalen opleverenvoor welken laat-
sten tak van handel Amerika in de districten langs de
Stille Zuidzee kolonisten te over iu gereedheid heeft; en de
Philippijnsche eilanden zouden suiker leveren welk product,
sedert den slechten oogst in China van 1863 en bij bet
toenemend suikerverbruik in het Hemelsehe Rijk, op die
eilanden reeds in tamelijke hoeveelheid gebouwd wordt. A-
merika zou de beide koloniën vooral noodig hebben voor
den ruilhandel op China."
Daarop schrijft het Londensche blad meer rechtstreeks
omtrent de Nederlandsche bezittingen in Indië aldus:
//Een blik op de Oost-Indische zeeën toont welk een uit
gestrektheid van eilanden daar nog vruchtbaar kan gemaakt
worden en het lijdt geen twijfelof, wanneer de Amerika
nen daar eenmaal vasten voet zullen gekregen hebben zij
hunne bezittingen zullen uitbreiden, en hunne nederzettin
gen in deze zeeën veel zullen bijdragen tot de omverwerping
van bet kunstmatige en despotische systeem der Nederlan
ders zoowel als tot vermindering van de telkens herhaalde
aanvallen der zeeroovers-prauwen welke den handel zoozeer
belemmeren."
En verder:
//De Hollanders hebben altijd verkrijging van grondgebied
in overzeesche gewesten verward met verovering,-en hun
monopoliegeest is oorzaak geweest vau eindelooze benadee
ling onzer belangen in de Oost-Indische wateren men
denke slechts aan het laatste voorbeeld van Penangdat
bijna met den ondergang van zijn peperhandel bedreigd werd.
Diensvolgens begroeten wij het optreden van talrijke werk
zame kolonisten in den Indischen Archipel als zeer geschikt
om er toe bij te dragendat onze Nederlandsche naburen
aldaar een meer verlichte politiek gaan volgen, en in het
algemeen tot de ontwikkeling en uitbreiding van den handel.".
Ziedaar een beoordeeling van onze koloniale politiek in
een Engelsch dagblad en daaruit overgenomen in een Ame
rikaansehe courant. Welke waarde moet er gehecht worden
aan die beoordeeling, die een veroordeeling is? Stemt de
openbare meening in Engeland en Amerika er mee in?
Spreekt hier één persooneen kleine partij zonder invloed
of wel een clnbje winstbejagende kooplieden? Of openbaart
die vijandige stemming zich meermalen en wint zij veld aan
gene zijde der Noord- en Atlantische zee Om die vragen
te beantwoorden schijnen de geievens voor alsnog te ontbreken.
Op veel welwillendheid valt echter bij naijverige concurrenten
wel niet te rekenen. En als een zoo bedrijvig en voortvarend
volk als het Noord-Amerikaansche behoefte gevoelt aan uit
breiding zijner handelsbeweging, als het uitziet naar een
nieuw veld voor zijn ondernemingen, dan bestaat er gevaar,
dat de zwakkere en minder bedrijvige bezitter van het begeerde
terrein bemoeilijktin de engte gedreven en bier en daar
teruggedrongen wordt; vooral als het terrein dat hij zich
heeft toegeëigendzoo groot is dat hij het niet bezetten
noch gebruiken kan.
Een tweede vraag zou zijn is de beschuldiging gegrond
en moeten wij berusten in het veroordeelend vonnis dat in
Engeland en Noord-Amerika over ons geveld wordt? Wan
neer bier een verdediging onzer politiek geschreven moest
worden voor Engelsohe lezerswanneer onze beschuldigers
voor ons stonden en wij ons tegenover hen hadden te ver
antwoorden voor de vierschaar van Europadan zou onze
verdediging misschien op vele punten zoo moeilijk niet zijn.
Althans zouden wij aan de Engelschen kunnen vragen, wat