ALKMAARSCHE COURANT No. 50, Negenenzestigste Jaargang. 1 Zondag 10 November. (Officieel (Bcbccltc. De kermiswet met een onschuldige bijvoeging? Zuid-Nederland en liet dagbladzegel. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per jaar 3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post 4, Brieven franco aan de Uitgevers EER M». COSTER ZOON. De Advertentiën kosten vaü 15 regels j 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zat.urdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag vroeger. PROVINCIALE WATERS'! A AT van NOORDIIOLL AN D. aanbesteihncj. Op Donderdag den 21»ten November 1867, des namiddags ten half drie urezal aan het lokaal van het provinciaal bestuur van Noordhollaud le Haarlem bij enkele inschrijving worden aanbesteed Het onderhouden van den grindweg tusschen de brug over de Hoornsche vaart aan den Huigen- dijk en die te Ursem uitmakende een gedeelte i van den grooten weg der 2e klasse van Alkmaar naar Hoorn, gedurende de jaren 1868,1889 en 1870 De bestekken zijn, tegen betaling van 10 cent per exem plaar, le verkrijgen aan liet lokaal van het provinciaal bestuur voornoemd en aan bet. bureau voor buitenlandsche paspoorten op den Dam te Amsterdam. De aanwljziug in loco zal plaats hebben op Zaturdag vóór de besteding. Inlichtingen zijn te bekomen bij den Hoofd-Ingemeur van den Waterstaat J. R. T. Ortt te Haarlem en, bij den Inge nieur J. F. W. Conrad te Alkmaar. In de zitting der Tweede Kamer van 21 September is een wetsontwerp ingekomen tol aanvulling van art. 195 der gemeentewet. Volgens dit artikel worden de besluiten der "emeentebesturen tot het instellen afschaffen of veran deren van jaarmarkten of gewone marktdagen aan de goed keuring der Gedeputeerde Staten onderworpen zoover de goedkeuring daarvan niet bij algemeenen maatregel van in wendig besiuur aan den Koning is voorbehouden. De regee ring stelt voor, aan dit artikel het volgende toe te voegen //Uit hoofde van ziekten die de volksgezondheid bedreigen of andere bijzondere omstandigheden kunnen de kermissen jaarmarkten en andere markten in eene of meer gemeenten door Ons bij maatregel van inwendig bestuur worden ge schorst, telkens voor niet langer dan één jaar." Hoe de Alkm. Cl. denkt over het verleenen van de be voegdheid aan de regeering tot schorsing der kermissen wegens hetD|ieersclien van besmettelijke ziekten is bekend. Zij is van oordeeldat het algemeen belang zulk een bevoegd heid eisclitei> dat ten onrechte daartegen een beroep wordt gedaan op de zelfstandigheid der gemeentebesturen omdat hier niet van een gemeentebelang, maar van een algemeen volksbelang Sprake iswaarover geen gemeenteraad te be schikken heeft. Dat het hier inderdaad een volksbelang geldtwordt op merkwaardige wijze uit het oog verloren. Hoe de Arnhemche Courant dit deed werd reeds vroeger aangetoond Ook het Handelsblad tau 8 October 1.1. beval een artikel over de 'Kermiswetwaarin niet schijnt gedacht te worden aan de mogelijkheid dat hier niet het belang eeuer gemeente, maar liet belang des lands op het spel staat. Grondwet en Gemeeutewet beide zoo leest men daar dragen aan den gemeenteraad de regeling en het bestuur van de huishouding der gemeente op; art. 135 omschrijft nog nader wat tot die huishouding behoorten noemt uitdrukkelijk de verordeningen in het belang der open bare orde, zedelijkheid en gezondheid. En hiermee meent het Handelsblad zijn pleidooi gewonnen te hebben. De rege ling van hetgeen de openbare gezondheid betreft behoort immers volgens dat wetsartikel duidelijk tot de bevoegdheid der gemeentebesturen! Die redeneering is onjuist. Aau den raad behoort volgeus art. 134 der Gemeentewet de regeling en het bestuur van de huishouding der gemeente, en op dien grond verklaart het volgende artikel dat lichaam bevoegd tot het maken van verordeningen in het belang der openbare ordezede lijkheid en gezondheidmaar daarmee is de zorg voor alles wat de openbare orde de zedelijkheid en den gezondheids toestand in Nederland betreft niet aan de gemeenteraden overgelaten. De bevoegdheid van den gemeenteraad sluit de bevoegdheid vau den algemeenen wetgever niet uit; ook deze heeft te zorgen voor de openbare orde de zedelijkheid en de gezondheid. Uns strafwetboek is vol van bepalin gen die de openbare orde en zedelijkheid betreffen; en wat de gezondheid der ingezetenen betreftde algemeene wet, en niet de gemeenteverordening, bedreigt straf tegen het neerwerpen van voorwerpen die door ongezonde uitwa semingen schadelijk kunnen zijn. Als er gevraagd wordt; waar is de grens waar eiudigl de bevoegdheid der gemeen tebesturen en begint de taak der algemeene wetgevende macht? dan is er tot nog toe slechts één antwoord gegeven, dat echter tegenwoordig vergeten schijnt te zijndit hangt geheel af van die andere vraag, of eenig onderwerp tot zuiver gemeentelijkdan wel tot algemeen rijks- of provin ciaal belang behoort. Rijks-, provinciaal en gemeentebestuur, alle drie zorgen voor de openbare orde, zedelijkheid en ge zondheid maar elk op zijn eigen terrein. De vraag is dus niet: geldt het de zorg voor de algemeene gezondheid? maar: geldt het de gezondheid vau de ingezeteden eener ge meente, of van de inwoners van Nederland? Hier kan niet alles herhaald worden wat reeds bij een vorige gelegenheid is gezegdmaar nog eens zij bet ge vraagd als een gevaarlijke besmettelijke ziekte de cholera bij voorbeeld, zich verloont, wordt dan de gezondheid der ingezetenen van deze of gene gemeenteof wel van ons geheele volk bedreigd? Nog eens zij er hier op gewezen: het besluit dat een gemeenteraad in deze aangelegenheid neemt, heeft niet alleen invloed op die bijzondere gemeen te maar op alle aangrenzende gemeenten en daardoor op ons geheele land. Als men inderdaad aanneemt, dat de kermissen de verspreiding der cholera sterk kunnen bevor deren dan brengt een enkele gemeenteraad die de kermis toelaat en zelfs geen voorzorgen neemt om he,t gevaar althans zooveel mogelijk te vermindereu de geheele provincie en misschien ons geheel klein landje in gevaar. Maar daarom ook mag deze zaak niet aan de beslissing der gemeente- bestaren worden overgelaten. »De gemeenteraden zijn beter in staat dan het centraal bestuur om den gezondheidsstaat in de gemeente te beoor- deelen schrijft het Handelsblad; maar er is hier geen sprake van den 'gezondheidsstaat in de gemeente," er is sprake van een dreigend gevaar voor het geheele volk. //Vooral kennen zij beter de andere belangen, schrijft het Handelsblad verder die door het schorsen of afschaf fen der jaarmarkt in een bepaald jaar worden bedreigd. Aan hen behoort dus de beslissing te worden overgela ten of de gezondheidstoestand zoo driugend eene schor sing of afschaffing der kermis vordert dat andere belan gen daarvoor moeten wijken." Ziedaar juist wat niet mag geschieden. De redeneering zou juist zijn, als hier twee plaatselijke belangen tegenover èfkander stonden; dan zou de gemeenteraad alleen bevoegd zijn te beslissen, welk van beide aan het andere moest worden opgeofferdmaar de gemeenteraad moet niet beslissen tusschen een plaatselijk en een algemeen belaag. Aan den gemeenteraad mag de beantwoording der vraag niet worden overgelaten moeten de verschillende plaatselijke belangen, die v o or de kermis pleiten, wijken voor het algemeene volksbelang, dat de kermissen verbiedt bij het dreigen der cholera? De ge meenteraad is niet geroepen om voor het algemeen belang te wakenhem gaan slechts de plaatselijke belangen ter harte. Waar geen eenheid van handelen bestaat, wordt het be oogde doel meestal gemist, en bestaat om die reden ook geen groote prikkel tot stipte plichtsbetrachting. In de ge meente A is men overtuigd, dat het heter is in tjjden van veeziekte geen markten in tijden van cholera geen kermis te houden maar in de aangrenzende gemeente B denkt men er anders over; daa- ziet men in geen van beide bezwaar. Die gemeente zal dus de voordeelen van veemarkt en kennis blijven genietennog vermeerderd met hetgeen anders de gemeente A zou trekken. Alles vloeit naar B, ook ingezetenen van A gaan er ter markt en houden er kermis." De veeziekte breekt uit, of de cholera komt, eerst te B, maar weldra ook in het aangrenzende A. Wat heeft A nu voor zijn opofferingen Of wel, veeziekte en cholera blijven weg. Nu pruttelen de ingezetenen van Awant B is met alle voordeelen gaan strijkenen wanneer eens de eene of andere ziekte was uitgebroken, zou toeh waarschijn lijk ook A door de nabijheid van B zijn besmet. Vrage: zal het gemeentebestuur van A bij een volgende gelegenheid standvastig genoeg zijn om de veemarkt of de kermis weer te verbieden //Het gevaarlijke van soortgelijke maatregelen ligt vooral daarin zegt het Handelsblad verder dat men niet blijft stilstaan, wanneer er een eerste stap op die gevaarlijke baan is gedaan. De regeering zou zich langzamerhand gaan mengen in de kleinste bijzonderheden van het huishoudelijk bestuur der gemeenten." BestaiY er dan geen volksver- tegenwoordiïing meer, of beeft die alle vertrouwen verloren Die volksvertegenwoordiging moet eiken maatregel op zich zeiven beoordeelen, en zich daarbij altijd afvragen: geldt het hier een gemeentebelang of een rijksbelang Dan kan er van geen gevaarlijke baan sprake zijn. Dient de regeering een wetsvoorstel in. waarbij haar bevoegdheid wordt gegeven zich le mengen in de huishouding der gemeenten en te regelen wat slechts van plaatselijk belang is, men verwerpe die voordracht; maar de mogelijkheid dat de regeeriug meer zou kunnen verlangen dan haar toekomstis geen reden om haar ook haar rechtmatig deel te ontzeggen. Is het dan wenschelijkdat het ingediende wetsontwerp wordt aangenomen? Neen, niet in zijn geheel, niet on veranderd. Het ontwerp verleent aan de regeering de macht kermissenjaarmarkten en andere markten te schorsen uit hoofde vau ziekten die de volksgezondheid bedreigen of andere bijzondere omstandigheden. Die macht is te groot. Het moet zeker zijndat de regeeriug niet anders kan optreden dan ter beschermiug vau een algemeen rijksbelang. Of de bestrijding vau veepest en cholera daartoe behoortmoeten de Staten-Generaal beslissen. Zijn zij van gevoelen dat er een rijksbelang op het spel staatdan is het hunne taak algemeene maatregelen te doen nemen. Nimmer echter kunnen zij aan de regering dezelfde bevoegd heid geven in //andere bijzondere omstandigheden." Dit is veel te algemeen. Dan zou het geheel van de regeering af hangenin welke gevallen zij van hare bevoegdheid gebruik zou willen maken, en het zou kunnen gebeuren, dat zij dit deed wanneer er geen rijksbelang bij betrokken was zoodat zij zou gaan beslissen omtrent een plaatselijk belang, wat aan den gemeenteraad moet blijven. Nog mag gevraagd wordenof het niet te ver gaatdat de regeering niet alleen kermissen eu jaarmarktenmaar ook andere markten zal kunnen schorsen. De zelfstandigheid der gemeenten behoort streng geëer biedigd te worden; te recht ziet het Handelsblad daarin één der krachtigste waarborgen voor de vrijheid der burgers. Maar men roepe niet over centralisatie-geestover inbreuk op de rechten der gemeentebesturenwanneer inderdaad een rijksbelang den algemeenen wetgever tot handelen noopt.. Laat ons toch dat schermen met woorden nalaten. Misbruik en verwarring van denkbeelden zijn er de onvermijdelijke ge volgen van. Laat ons liever medewerken tot de verspreiding van heldere begrippen omtrent hetgeen rijks-, provinciaal- of gemeentebelang iswat tot de bijzondere huishouding der gemeente, en wat tot de algemeene staatszorg behoort. Waar die toetssteen duidelijk is aangewezen, waar het volk eeu helder inzicht heeft in deze kwestiedaar zal niet licht gevaar ontstaan voor de vrijheid der gemeentebesturennoch voor gebrek aan eenheid waar die noodig is. Overigens is die vrijheid der gemeenten bij onze gemeen tewet niet zoo onbeperktals men bij zooveel angstbetoon voor »deu eersten stap op een gevaarlijken baan" wel zou mee- nen. Men heeftvoorzien.dat liet algemeen belang wel eens in strijd zou kunnen komen met hetgeen de gemeenteraad plaat selijk belang achtdaarom is den Koning macht tot schorsing en'vernietiging gegeven van aile plaatselijke verordeningen, die met. het algemeen belang strijden. Zou het dan wel zoo onvereenigbaar zijn met de beginselen onzer gemeentewet aan de regeering ook de macht te verleenen in sommige bepaalde gevallen de kermis te schorsen? In verschillende zaken die onbetwistbaar tot de bijzondere huishouding der gemeenten behooren eu waarbij inderdaad alleen sprake is van plaatselyk belang zijn zelfs de besluiten der gemeente besturen aan de goedkeuring der Gedeputeerde Stateu en in liooger beroep aan die des Kouings onderworpen. Of zijn niet het aangaan van geldleeniugen het koopen ruilen, vervreem den bezwaren eu verpanden van onroerend goed, het aan vaarden van legaten of schenkingen, het ondershands ver huren of verpachten het ondershands aanbesteden het treffen van dadingen en het voeren van rechtsgedingen zaken van zuiver plaatselijk belang? Evenwel zijn alle raadsbesluiten betreffende deze zaken aan hoogere goedkeuring onderworpen. Zelfs de jaarwedden van deu burgemeester, den secretaris en de wethouders worden door Gedeputeerde Staten onder 's Kouings goedkeuring vastgesteld. Maar wat wellicht, het ergste van alles is, de vrijheid tot het houden vau kermissen jaarmarkten en gewone markt dagen die met zooveel nadruk in bescherming wordt geno menis bij hetzelfde artikel 195, waarvan thans nog een aanvulling wordt voorgesteld, reeds zeer belangrijk beperkt Alle besluiten daaromtrent zijn aan de goedkeuring der Gedepuleerde Staten ouderworpen, voor zoover die goed keuring niet bij algemeenen maatregel van inwendig bestuur aan deu Koning is voorbehouden. Men zou dus kunnen vragenof niet de regeering bij algemeenen maat regel van inwendig bestuur het houden van ker missen afhankelijk zou kunnen maken van hare goedkeu ring; of alzoo de Gemeeutewet haar niet reeds de be voegdheid geeftdie zij thans van de Kamers vraagt. (1) Maar in elk geval is de vrijheid der gemeenten in dit opzicht toch reeds zeer beperkt. //Het vaststellen van jaarmarkten en marktdagen teekent Boissevain op art. 195 aan is geen louter huishoudelijk gemeentebelang; de invloed van dergelijke bepalingen strekt zich uit buiten de grenzen der gemeentendikwerf builen die der provincie. Het geldt hier een groot algemeen belang, het belang van den han- delsomgangen daarop moet niet door eenzijdige begrippen door eenzijdigeuitsluitend plaatselijke belangen inbreuk kunnen worden gemaakt." Ziedaar dan de groote vrijheid der gemeentebesturen ten opzichte van kermissen en markten Zij is reeds zeer beperkt, mijns inziens te zeer beperkt. Wat Boissevain schrijft is op zich zelf waar, en toch schijnt het mij niet moeilyk het betoog te leveren dat hier volkomen vrijheid beter ware, behoudens de beperking die het tegenwoordig ontwerp in geval van gevaar voor verspreiding van besmettelijke ziekten wil invoeren. Maar daartoe ontbreekt thans de ruimte. Dit opstel is toch reeds te lang. W. v. d. K. (1) De meeniug, dat de regeering deze bevoegdheid reeds bezit, is echter alleen verdedigbaar, wanneer men onder jaarmarkten ook kermissen wil verstaan wat in het Rotterdamsche Zondagsblad van 12 October 1.1. op goede gronden wordt betwist. P.S. Nadat het bovenstaande werd geschreven, zijn in verschillende bladen nog wel nieuwe artikelen over dit onder werp verschenen maar geen nieuwe argumenten aangevoerd. „De taal is gansch het volk," roept de Vlaming, en op dien grond eischt hij van de Belgische regee ring recht voor de Nederlandsche taal, een recht dat hem niet langer kan onthouden worden dat ook niet langer bestreden wordt, maar waarvan de toepassing alleen nog steeds wordt uitgesteld. Het overwicht d r Walen in 1830 onbetwistbaar, is langzamerhand geweken voor den onvermoeiden ijver der Vlamingen. De toeleg om de Frausche taal tot de volkstaal van België te maken is volkomen mislukt. Juist de onder drukking heeft de Vlamingen in liefde, in hartstocht voor hunne taal doen ontvlammen. De overheersching der Nederlandsche taal door het Fransch zou te gelijk de overheersching zijn van den Nederlandschen geest door den Franschende ondergang der Vlaamsche nationaliteit, de verloochening van Vlaanderens ge schiedenis. Voor den Vlaming is België Zuid-Neder land, en mag het nooit Noord-Frankrijk worden. Daarom is de Vlaming tegen het Fransch ten strijde getogen met een geestdrift, die door ons, die het gevaar en de onderdrukking niet voelen, niet altijd wordt begrepen en op den rechten prijs gesteld. Die strijd is voor hem een heilige strijd; geen Vlaamsch letterkundige die er niet met kraclitigen ernst toe opwekt, geen Vlaamsch dichter die niet in gloeiende taal dien strijd heeft bezongen. Hoort het „taalmin nend studenten-genootschap" te Gend: „In onze harten bloeit de heilige moedertaal zij is nog niet geboeid door Fransquillon en Waal. Wij z'jn gereed te geven voor haar ons goed en bloed Wel op! zoo laat ons streven voor haar met kracht en moed." Hoort de bede vau een Dautzenberg .- „Bescherm onsVader aller volken Bescherm ons dierbaar kindererf, Verstuif de sombre zuiderwolken Die woestheid brengen en verderf: Laat ons door vreemden niet verhouen, Maar zegen 't staal in onze hand Wij strijden, bidden, vlaamsche zonen Om llecht, om taal en Vaderland!" In dien strijd voor recht en vaderland hebben de Vlamingen steun gezocht bij Noord-Nederland. Let terkundige jaarboekjes, door Noord- en Zuid-Neder- laudsche studenten geschreven eu te gelijk te Am sterdam en te Gend uitgegeven, en allerlei „ver broederingen" waren daarvan het gevolg. De hecht- ste band tusschen Noord en Zuid werd echter ge legd door de Nederlandsche taal- en letterkundige congressen. Die congressen hebben belangrijke stap pen gedaan om het verschil in de schrijftaal tusschen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1867 | | pagina 1