ALKMAARSCHE COURANT
N o. 51.
Negenenzestigste Jaargang.
Zondag
17 November.
#fficiccl (Scbccltc.
Ideaal en werkelijkheid.
Deze Courant wordt, wekelijks uitgegeven en is verkrijg-
Oaar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar 3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post 4,—
Brieven franco aan de Uitgevers
EE KM». COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten vaD 15 regels0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag
vroeger.
PROVINCIALE WATERSTAAT van NOORDHOLLAND.
AAKBESTHniNC,
Op Donderdag den 21,ten November 1867, des namiddags
ten half drie urezal aan het lokaal van het provinciaal
bestuur van Noordholland te Haarlem bij enkele inschrijving
worden aanbesteed
Het onderhouden van den grindweg tusschen
de brug over de Hoornsehe vaart aan den Huigen-
dijk en die te Ursemuitmakende een gedeelte
van den grooten weg der 2e klasse van Alkmaar
naar Hoorn, gedurende de jarenl868,1869 en 1870.
De bestekken zijn, tegen betaling van 10 cent per exem
plaar, te verkrijgen aan het lokaal van het provinciaal bestuur
voornoemd en aan het bureau voor buitenlandsche paspoorten
op den Dam te Amsterdam.
De aanwijzing in loco zal plaats hebben op Zaturdag
vóór de besteding.
Inlichtingen zijn te bekomen bij den Hoofd-Ingenieur van
den Waterstaat J. li. T. Ortt te Haarlem en bij den Inge
nieur J. F. PF. Conrad te Alkmaar.
PATENTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter keunisse van belanghebbenden dat de patenten
aangevraagd in de maanden Augustus, September en Octo
ber van dit jaar, ter gemeente-secretarie verkrijgbaar zijn
van den 18 November tot en met den 2 December a. s.,
des morgens tusschen 9 en 2 uren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
den 14 Nou. 1867. De Secretaris,
SPAN J AARDT.
De BURGEMEESTER dtr gemeente ALKMAAR maakt
bekend, dat, van af Maandag 18 November e.k., tot na
dere aankondiging, de passage langs de Paternosterstraal,
behalve voor voetgangers, mal gesloten mijn.
Alkmaar. De Burgemeester voornoemd,
16 Nov. 1867. A. MACLAINE PONT.
POLITIE.
Op 26 October j.l. is met een koppel schapen uit Alkmaar
medegeraakt naar Bergen een teil schaap, de eigenaar of regt-
hebbende gelieve zich aautemelden aan het commissariaat van
politie te Alkmaar
De Schager Courant van 7 November 1.1. waarschuwt tegen
te grooten ijver voor de afschaffing van het dagbladzegel.
Naar bare meening moet men bij de beantwoording der vraag,
of die afschaffing al dan niet nuttig voor de volksbeschaving
zal werken nauwkeurig nagaan of zij het lezen van boe
ken door den minderen en burgerstand zal doen kwijnen of
doen toenemenwant de Schager Courant ziet een hand
werksman of een burger liever een boek dan een courant
in handen nemen.
«Gesteld toch eens, zegt zij dat een dagblad eene even
nuttige en goede strekking hebbe als een boek, dan zal toch het
lezen van het laatste oneindig veel meer en betere vruchten ople
veren dan van het eerste. De aard van het dagblad brengt
mede dat zijne taal en zijn stijl minder goed en zuiver zijn
dan van het boek hetwelk door den schrijver meer op zijn
gemak wordt geschreven en gecorrigeerdhoe goed ook het
een of andere artikel in een dagblad zij geschreven, zeker
is het dat het over het algemeen door de plaatswaar het
staatweinig indruk zal maken. Als gij het kunstwerk
van den eenen of anderen grooten dichter volop wilt genie
ten, dan zet gij u bij voorkeur neder ineen stil priëelvan
waar uwe oogeu als gij ze opslaat van uw boek, kunnen
rusten in de nabijheid op een grasperk bezet met ligt be
wogen bloemen in de verte op een landschap, waar in het
verschiet een dorpstoren of een landhuis verflaauwt en
hoogerop 't gebergte blaauwtwaar uwe ooreuals gij
mijmeren wilt over het gelezenehet gezang der vogelen
kunnen indrinken, het zacht geblaat van de schapen in de
weide en het suizen van het koeltje in het lover kunnen
hoorenomringd door zooveel schoonheid zult gij hel kunst
werk van den dichter dubbel schoon vinden.
Maar lees nu datzelfde stuk op een plaats waar uw blik
onwillekeurig moet rusten op een mesthoop, waar gij niets
hoort dan het geknor van een troep zwijnenwaar een
brutale bedelaar of een sjaggeljood u en anderen onop
houdelijk plaagt met zijne beden om een aalmoes of uituoo-
digingen om wat van zijne waren te koopentien tegen
één dat gij het stuk niet meer mooi zult vinden.
Hetzelfde verschil bestaat er tusschen het lezen van een
goed stuk in een boek en in een dagblad. De schrijver van
het boek zal zorgen dat alle deelen van het boek in over
eenstemming zijn met elkander, al zijne pogingen zulleu
strekken om de aandacht der lezers ouverdeeld te doen ves
tigen op de sclioone en nuttige gedeelten die het bevat
voor zooverre het hem mogelijk is zal hij alles wat hinderlijk
en leelijk is uit uwe oogen en verbeelding verbannen. Maar
hoe gaat het bij het lezen van een dagblad Naauwehjks
hebt gij het eene of andere uitmuntend geschreven artikel
met stichting gelezen, of gij moet, of gij wilt of niet, eene
zedelooze advertentie opmerken, die er onderstaat, gij moet
luisteren naar het marktgeschreeuw vau politieke twisters,
gij kunt uwe oogen niet opslaan of allerlei soort van kwak
zalvers en sjaggelaars duwen u hunne waren onderden neus,
gij ziet er leeïijke en onfatsoenlijke woorden geschreven,
waarvan een beschaafd man het liefst zoo min mogelijk hoort.
Pij »1 dat lawaai en rumoer gaat de vrucht van het gelezene
spoedig verlorenhet zaad valt in de doornen om er te
verstikken."
Leve de idylleLeven de herders en vooral de herderin
netjes met de korte rokjes en de zwierende linten! welkom,
gij blatende schaapjes in de weide en suizend koeltje in het
lover! nog eens: leve het herdersdicht! De leer der zoete
mijmering zal op nie.w in Nederland worden gepredikt,
beginnende te Schagen. De geachte schrijver der hoofdar
tikelen in de Schager Courant heeft den »rcy van Eubeërs"
gelezen in Fondei's Palamedes
Die in een liefelijcke streeck
By 't ruysschen van een klaere beeck
Sijn landhuys sticht, en ackerwoning,
Wat is dat een gesegent koning
heeft hij met den dichter uitgeroepen hij verdiept zich ge
heel in de beschouwing van het heerlijk landschap, dat hier
zoo meesterlijk wordt geschilderd en als bij de beschrijving
ten einde toe gelezen beeft, dan herhaalt hij nog zachtkens
bij zich zeiven de laatste woorden
Hier roockt een dorrepginder veer
Wil in 't verschiet een slot verflaeuwen
En hoogerop 't geberghte blacuwen.
En hij eischt ook voor zich en voor al zijn lezende natuur-
genooten zulk een bekoorlijk landschap, «waar in het verschiet
een dorpstoren of een landhuis verflaauwt, en hoogerop
't gebergte blaauwt."
Zoo alleen kan ik mij het zielkundig raadsel verklaren
der idyllische stemming van mijn Schager collega. Immers
hoe zou het anders mogelijk zijn, dat hij voor het lezend
gedeelte der Schager burgerij een zoo troostelooze leer
predikt Wil toch de burger van Schagen met vrucht een
gedicht lezenhij zal volgens deze leer een retourbiljet moeten
nemen naar Yelzen of Zandpoort gelukkig dat de spoor
weg er is! om in de omstreken van «Schey-Beeckde
schoone hofstede van Laurens Joosten Baeckdie Vondel
voor oogen had toen hij den bedoelden rei in zijn Palamedes
schreef, zijn lectuur te kennen genieten. Misschien zal hij
zich met bet Berger boseh of den Alkmaarder hout verge
noegen. Ik voor mij heb daar niet tegen maar voor den
leeslustigen Schager zou het lastig wezen hij zou voorzeker
dit geuot, slechts zeer spaarzaam kunnen genieten en
dat zou jammer zijn voor zijn ontwikkeling en beschaving
Heeft de schrijver er inderdaad wel eens aan gedacht
door hoe weinigen, en hoe zeldzaam dan nog. met vrucht
gelezen zou kunnen worden, als een prieel, een bloemperk,
een wei met schapenee* boschje met zingende vogelseen
dorpsloren of verflauwend landhuisin 't verschiet en hoogerop
een blauwend gebergte onmisbare vereischten waren om het
kunstwerk van den eenen of anderen grooten dichter volop
te genieten? Arme Amsterdammers, arme Rotterdammers,
voor u is de poëzie een verborgen schatTien tegen één
dat gij het kunstwerk van den grootsten dichter niet mooi
zult vinden.
Maar genoeg over kunstwerken van dichters en hunne
lezers. Hetzelfde verschil bestaat volgens de Schager Courant
ook tusschen het lezen van een stuk in een boek en in een
dagblad. Al het leeïijke, onzedelijke, kwakzalveraehlige en
onfatsoenlijke, dat gij aantreft in dezelfde courant waarin
gij zoo even een uitmuntend geschreven artikel hebt gelezen
leidt uwe aandacht af, de vrucht van het gelezene gaat
spoedig verlorenhet zaad valt in de doornen om er te
verstikken. «Het zijn dus naar onze meening verklaart
de Schager Courant niet de dagbladenmaar de boeken
die eene degelijke volksbeschaving en volksverlichting kunnen
aankweekeu." - Zeker, het ware te wenschendat er wat
meer boeken gelezen werden. Dan zou men vooreerst in de
dagbladen zooveel onzin niet kunnen verkoopen; dan zou
men het couranten-lezend publiek niet zoo gemakkelijk kun
nen foppen dan zou er aan de dagblad-artikels wat meer
zorg en studie besteed worden want het publiek zou hoogere
eischen stellen. Maar het publiek leest nu eenmaal geen
andere boeken dan romans reisbeschrijvingen novellen
etc.en hoeveel goeds die boeken nu ook mogen bevatten
er is toch nog iets anders noodig voor den burger, die zijn
plichten behoorlijk wil vervullen, zijn rechten wil uitoefenen
in 't belang van staat en gemeente, zich een oordeel wenscht
te vormen over de vele kwestiën van den dagop de hoogte
van zijn tijd wil blijven geen vreemdeling wil zijn in de
maatschappij waarin hij leeft. Die burger heeft geen tijd om
van dat alles een onderwerp te maken van ernstig onderzoek
en uauwge»-:tte studie. Zijn bcroepeischt al zijn tijd; daarom
zoekt hij naar een korte en duidelijke toelichting, zonder
veel omhaal van geleerdheid zonder kunsttermen en stad
huiswoorden hij wil spoedig op de hoogte gebracht worden
zelfs zonder dat het hem veel inspanning kost. In die be
hoefte moet het dagblad voorzien. De nijvere burger heeft
geen tijd om in een prieeltje naar de blauwende bergen te
zitten turen, of te mijmeren bij het zingende vogeltje, het
blatende schaapje en het suizende koeltje. Toch wil hij wel
iets weten toch wil hij zooveel mogelijk op de hoogte van
zijn tijd blijven, en bij grijpt, haastig, naar een dagblad.
Hij grijpt naar een dagblad Schager collega en niet naar
een boek. Wilt gij hem nu toch een boek geven Maar
dat meent gij niet. «Of welk mensch is er, die, als zijn
zoon hem om brood vroeg, hem een steen zou geven?"
Want een steenniets dan een steen zou uw boek zijn
voor den man die geen tijd heeft om het te lezenen al
las hij het, geen voldoende ontwikkeling om het ingewikkeld
betoog te volgen en te verstaan. De burgerstanddegroote
meerderheid der kiezers het publiek zoekt zijn voedsel niet
in de boeken maar in de dagbladen. Moge er voedsel in
te vinden zijn
En weet do Schager Courant dan niet, dat wij leven in
de negentiende eeuw? Zal men boeken schrijven over alle
kwestiën van den dag? Er bestaat groot gevaar, dat de
kwestie beslist zal zijn, eer het boek is gedrukt. Dagelijks
doen zich allerlei zaken voor, die in het openbaar besproken
behooren te worden, waaromtrent het publiek inlichting ver.
langt waaraan het noodig is onverwijld openbare bekend
heid te geven. Zal iemand daarover boeken schrijven? Maar
neen, iedereen begrijpt, dat dit niet anders kan geschieden
dan door de dagbladen, leder verstandig man ook mijn
Schager collegawant hij is een verstandig man begrijpt,
dat het boek en het dagblad elk een verschillende taak
hebben te vervullen, dat met een boek niet kan gedaan wor
den wat met een dagblad mogelijk isen omgekeerd, dat
een dagblad niet kan doen wat een boek vermag dat du3
het eene het andere niet kan vervangen en dat beide in
onzen tijd onmisbaar zijn.
Maar een boek is fatsoenlijker! De schrijver zorgt, dat
er niets leelijks en hinderlijks in voorkomt, maar dat steeds
het schoone met het nuttige wordt vereend. Daarentegen
schrijft hij een uitmuntend artikel in een dagblad en daar
naast of daaronder of mogelijk op de volgende bladzij maar
toch altijd in hetzelfde blad staat een advertentie van Hol-
loway, een huwelijksaanvraag een aanbeveling van shjmpil-
len een aankondiging van den «Almanak voor Hollandsche
Blijgeestigen," van «Klaasje Zevenster is niet dood," een ad
vertentie van gebroeders Koster of iets dergelijks, Dat vindt
de schrijver van de hoofdartikelen in de Schager Courant
nu minder aangenaam dan de uitgeefster. Inderdaad, een
boek te schrijven staat wel zoo gekleed als artikelen op te
stellen vooreen dagblad; maar schijn en vooroordeel mogen hier
ons richtsnoer niet zijn. Een dagblad is een bonte staalkaart
van het maatschappelijk leven die zich ergert aan den on-
gelijk-oortigen inhoud, aan de vereeniging van edel en onedel
van ernst en dwaasheid in hetzelfde blad, hij werpe het dag
blad weg, maar trekke zich ook terug uit de samenleving.
Bont is het leven, schreeuwend bont van kleuren, vol wan
klank vol scherpe en stuitende contracten. Bij elke schrede
schier komt het schoone met het leeïijke in botsing, wordt
de beschouwing van het edele opgevolgd door den onver-
mijdelijken aanblik van het gemeenegaat de goede indruk
verloren door de afleiding der ijdelheid. Zóó is het leven
tot dat leven zijn wij geroependaarin moeten wij onze taak
vervullen. Die er zich niet aan gewennen kanga in 't
klooster.
Die lust heeft boeken te schrijven voor enkelen, hij volge
zijn roepingmaar die denkbeelden en meeningen wil ver
spreiden onder het volk, bij schrijve in het dagbladdie
gelezen wil worden door het publiekhij schrijve courant
artikelen. Courant-artikelen zijn courante artikelen. Het
publiek der 19de eeuw vraagt een courant. Nu mogen som
migen het beneden zich achten aan die aanvrage te voldoen,
en jammeren over den boozen geest der eeuw, de geest der
eeuw zal zich aan hen niet storenhet publiek zal blijven
vragen om een dagbladen anderenminder bekwaam en
minder nauwgezet misschien, zullen zich opwerpen tot voor
lichters der openbare meening en tot leiders des volks. Zal
het zóó beter zijn
De invloed van enkele personen is in onzen tijd betrekkelijk
gering; de openbare meêning beslist. Die openbare meening
wordt langzamerhand, onmerkbaar schier, gewijzigd door het
geen het publiek hoort, leest en overdenkt. Het publiek
leest de dagbladen. De invloed der dagbladen is daarom groo-
ter dan men zich gewoonlijk voorstelt. De dagbladen worden
overal gevonden. Wij lezen ze niet alleen thuis, maar zij
vervolgen ons letterlijk op de spoorwegstations in de her
bergen in de koffiehuizen, op de sociëteit; men kan ze niet
ontvluchten men moet ze lezen. Boeken kunnen verboden
en geweerd worden, dagbladen niet; niemand kan verhin
deren dat dé dagbladen onder de oogen van allen komen.
Daarvan heeft dezer dagen de Paus het bewijs gegeven. De
Russische regeering heeft in hare vervolgingswoede tegen de
Katholieke Polen de vrije briefwisseling tusschen het Hoofd
der Kerk en de geestelijkheid opgeheven voortaan zal die
alleen door tusschenkomst van de regeering kunnen geschie
den. De Paus heeft zich aan die nieuwe regeling niet on
derworpen. Voortaan zal hij tot de Katholieken in Polen
spreken door middel van de dagbladen
«De aard van het dagblad brengt medezegt de Schager
Courant dat zijne taal en zijn stijl minder goed en zuiver
zijn dan van het boekhetwelk door den schrijver meer op
zijn gemak wordt geschreven en gecorrigeerd." Neen
collega, dat brengt niet de aard van het dagblad mee,
maar de geringe bekwaamheid van de personen die er in
schrijvenvan u en van mij. Daarom moeten in de dag
bladen mannen schrijven die taal en stijl geheel meester
zijn en niet noodig hebben hun werk «op hun gemak" te
«corrigeeren." Daarbij komt nogdat het dagblad gereed
moet zijn over elke zaak aanstonds een toelichting te geven
of een oordeel uit te spreken. Is er geen tijd om zich op
de hoogte te brengen en de zaak te bestudeeren. Daarom
moet elk dagblad-artikel geschreven worden door een man
die reeds op de hoogte isdie zich door onderzoek en na
denken reeds een oordeel heeft gevormd.
Het publiek zoekt zijn voedsel niet in de boeken maar
in de dagbladen. Nu zijn de boeken niet belast, maar de
dagbladen wel. Is dat billijk? En dat in een tijd waarin
men geen belasting wil op de eerste levensbehoeften!
Het algemeen belanghet belang van land en volkvan
volksontwikkeling en beschaving vordertdat de spijs die
aan bet volk in de dagbladen wordt voorgezetzoo gezond
en voedzaam mogelijk zij. Maar dan geen belasting. Om
streeks de helft van de geheele opbrengst eener courant wordt
thans aan de schatkist geofferdde helft kan dus slechts
besteed worden voor het blad zelf, wil men geen verlies
lijden. Zou nu hier de regel niet doorgaandie overal
doorgaat, dat alle waar naar zijn geld is? Thans kunnen
alleen die couranten bestaan die veel advertentiën hebben;
bij gebrek aan concurrentie hebben zij zich dus niet vee 1
opofferingen voor goede artikelen te getroosten. Als het
zegelrecht wordt afgeschaft, zal er concurrentie komen, en
ook de tragen en onwilligen zullende zaak ernstig ter harte
moeten nemen willen zij niet langzamerhand door anderen
verdrongen worden.
Langzamerhandwant van geen enkelen algemeenen en
belangrijken maatregel worden de vruchten terstond en in
overvloed geplukt, W, Y( i>- K.