ALKMAARSCHE COURANT
No. 33,
Zeventigste Jaargang.
1868.
Zondag
16 Augustus.
Politic?» $>ucr;:icltt.
©llcficlijfisclte Berichten.
IS e I g i e.
S'ruiscn.
Mecklenlmrg-Sehwerin.
Oostenrljk-Hongarlie.
Italic
p a n f e.
Portiigal.
Fragiki'tjjk.
A(.>.
Deze Courant wordt, wekêlijk/ uitgegeven en is verkrijg
baar op Zaturdag avond te 7 uren. Prijs per jaar f 3,40,
franco p'er post f 4,
Brieven franco aan de Uitgevers
EERM'. COS TER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag
vroeger.
POLITIE.
Ruim 3 weken geleden in een weiland onder Alkmaar
gevonden een schaap. De eigenaar wordt verzocht zich ten
spoedigste aantemelden aan liet commissariaat van politie
aldaar.
Reeds lang zijn de Duitsche scherpschutters weer uit
Weencn huiswaarts gekeerd, ongetwijfeld geheel vervuld van
de aangenaamste herinneringen aan de gulle ontvangst, het
feestelijk onthaal en de broederlijke gezindheidin Oostenrijks
hoofdstad ondervonden, aan de toespraken en toasten, daar
uitgesproken of aangehoord. Menig protest tegen Pruisens
inlijvingszucht, menige verklaring tegen Oostenrijks uitslui
ting buiten Duitschland, menig betoog, dat de Duitsche
eenheid niet op de wijze van von Bismarck en niet zonder
Oostenrijk gevestigd behoorde te worden, heeft te Weenen
weerklonken en is er met geestdrift toegejuicht. Alzoo heeft
dit feest van den Duitschen schuttersbond een politieke
beteekenis gehad? Zoo is dan de Pruisische politiek door
het Duitsche volk veroordeeld, en heeft Oostenrijk weer
wraak genomen van Sadowa? Zoo hoeft men hier te doen
met een teeken des tijds, waarop Pruisen verplicht zal zijn
acht te geven? Niets van dat alles.
Wat te Weenen gebleken is, was reeds bekend. Men
-wist dat er in Beieren en Wurtemberg, in Erankfort en
Hannover een niet onbelangrijk aantal Duitschers gevonden
worden, die de vergrooting van Pruisen en de verdrijving
van Oostenrijk uit de Duitsche huishouding betreuren. Dat
er velen van hen naar het schuttersfeest te Weenen zouden
gaan, was te voorzien, en evenzeer, dat de lang verkropte
gemoederen zich daar lucht zouden geven in verwensehingen
van Pruisen en //vervloekingen" van Oostenrijks losscheuring
van Duitschland. Wat te voorzien was is gebeurd maar
daarmee is in den toestand van het groote Duitsche vader
land niets veranderd. Geen feestdronk drijft de Pruisen
uit Erankfort terug; en geen redevoering, hoe welsprekend,
brengt Oostenrijk weer op den voorzittersstoel van den ouden
Duitschen Bond. Het bestaan van een partij van malcon
tenten, van anti-Pruisischgezinden in Duitschland is geen
bedreiging voor Pruisen. Zij zijn over geheel Duitschland
verstrooid, en nergens talrijk of machtig genoeg om zelfs
maar een poging te doen wagen tot vernietiging der
uitkomsten van den oorlog van 1866. Daarenboven staat
overal, zelfs in de zuidelijke staten, een talrijke partij
te^en hen over. die ofschoon weinig ingenomen met de
wijze waarop Pruisen zich van de oppermacht in Duitsch
land heeft meester gemaakt, echter vrede heeft met den
tegenwoordigen toestand, omdat de vorige nog ellendiger
was. Noch Beieren, noch Wurtemberg, noch Baden, noch
Saksen denkt er aan om Pruisen iets van het veroverde grond
gebied te ontnemen. Met elkander zijn zij daarenboven
weerloos tegenover Pruisen. Zal Oostenrijk zich op nieuw
bij hen aansluiten, en een nieuwen Duitschen oorlog begin
nen? Als Oostenrijk niet weer geheel terugkeert van den
thans met zooveel vastberadenheid en volharding ingeslagen
weg, is dat geheel en al onwaarschijnlijk.
Oostenrijk heeft de noodzakelijkheid gevoeld van de be
vrediging 'der niet-Duitsche volksstammendie verreweg de
meerderheid uitmaken van zijn bevolking. Door de voldoe
ning aan de eischen der Hongaren door de splitsing des
rijks in twee deelen ter weerszijden van de Leitliais voor
goed een einde gemaakt aan de overheersching van de Duitsche
bevolking in den Keizerstaat. Die gaf tot nog toe den toon
aan, die bepaalde de richting van Oostenrijks staatkunde.
Maar Oostenrijk is thans geen Duitsche staat meer. In de
geestdrift waarmede te Weenen de Duitsche schutters zijn
ontvangenin de //vervloeking" van Oostenrijks losscheuring
van Duitschland en in de wenschenvoor Pruisens ondergang
en Oostenrijks herstel in den rang en den raad der Duitsche
staten, daar uitgesproken, heeft zich alleen de stem van het
Duitschehet kleinste deel des rijks doen hooren. Maar
ook de Hongaren en de Slavische volkstammen van Oosten
rijk hebben een stem, en die komt niet altijd overeen met
die van de Duitsche bevolking. Zij heeft niet meegejuichf
bij de ontvangst der Duitsche schutterswafft het niet-Duit
sche. het grootere deel des rijks wil niets weten van een
bemoeiing met de Duitsche huishouding en een wederoptreding
van Oostenrijk als Duitsche mogendheid. Het ziet daarin
een zegepraal van de Duitsche partij in Oostenrijk, een her
leving van de oude politiek, die Hongaren, Czecken, Polen
cn Croaten in dienst stelde van de minder talrijke Duitsche
bevolking en van de oude Duitsche Keizerstad Weenen. Die
tijd is voorbij. Juist tegen de oppermacht van het Duitsche
element in de Oostenrijkscbe Monarchie was de strijd der
Hongaren gerichlen nu zij eindelijk overwonnen hebben
zullen zij wel niet toestaan dat Oostenrijks geld, 'zoo het dit
al mocht hebben, en Oostenrijks bloed op nieuw dienstbaar
worden gemaakt aan de verwezenlijking van de wenschen
der Duitsche bevolking. Zij hegeeren dat Oostenrijk eindelijk
eens den blik van Duitschland zal afwenden. «Naar het
Oosten", zeggen zij von Bismarck na, en in dit opzicht zijn
zij alzoo zijne bondgenooten.
De tegenwoordige staatsregeling der Oost enrijksche Monar
chie maakt het haar dus ten eenen male onmogelijk om in
Duitschland op te treden als tegenstanders van Pruisenen
zich bij de eene of andere gelegenheid aan te sluiten bij de
anti-Pruisischgezinden in Duitschland om zoo mogelijk Prui
sen weer terug te dringen van het veroverd gebied. Niet
alleen het Prager vredesverdrag, maar nog veel meer zijn
eigen toestand sluit Oostenrijk buiten Duitschland, En de
Zuid-Dnitsohe staten mogen zich beijveren om niet geheel
en al onder de voogdij van Pruisen te komenzij mogen zich
des noods aaneensluiten om zoo mogelijk te verhinderen dat
Pruisen niet verder gaatgeen ernstig staatsman geen ern
stige politieke partij denkt er aan Pruisen terug te dringen
van zijn tegenwoordig standpunt. Eigen onafhankelijkheid
tc bewaren, een zelfstandigen Zuid-Duitschen bond te slich
ten moge hun streven zijnmaar die bond zal niet vijandig
staan tegen den Noord-Duitsehenen nooit zal hij zich bij
den vreemdeling aansluiten om Noord-Duitsehland of Pruisen
te beoorlogen, Dat zou als verraad tegen het algemcene
Duitsche vaderland beschouwd worden.
Zoo Frankrijk er ooit aan gedacht en op gehoopt heeft/
in Oostenrijk of Zuid-Duitschland een bondgenoot tegen
Pruisen tc vinden en zich daardoor weer te ontworstelen
aan het .heilzaam zelfbedwang, dat het zich door den mach
tigen Noord-Duitschen bond voelt opgelegd, zal het dit
droombeeld toch wel langzamerhand moeien prijs geven. Zoo
iets zou zelfs de meest wraakgierige Duitsche regeering niet
durven ondernemenwant zij zou haar goeden naam in Duitsch
land voor altijd verliezen.' Bij het volk zelf zouden de
Eransehen aan de grenzen geen bondgenooten maar vijanden
vinden. Het stoute antwoord van Pruisen op Erankrijks
vraag om een strook Duitschen grond aan zijn noordelijke
grenzen, dat het niet zou toestaan dat een enkel Duitsch
dorp verloren ging, zijn kloeke houding toen er sprake was
van Luxemburg aan Frankrijk af te staan, ziju stugge on
handelbaarheid tegenover Denemarken en zijn blijkbare onwil
om tot de teruggave van het noordelijk gedeelte van Sleeswijk
mede te werkenwaartoe het zich bij het Prager verdrag
verbond, hebben aan Pruisen het karakter en het aanzien
gegeven van den beschermer van den Duitschen bodem
tegenover den vreemdeling, den kampioen voor het gemeen
schappelijk vaderland. Op zieh zelf zou men zich moeten
verwonderen over de hardnekkigheid waarmee Pruisen alle
onderhandeling met Denemarken omtrent Noord-Sleeswijk
vermijdt. Welk belang mag bet stellen in het behoud van
deze onaanzienlijke strook gronds met een meestal vijandig
gezinde bevolking, terwijl het toch in het bezit blijft van
Holstein en het grootste gedeelte van Sleeswijk met alle
belangrijke havens En hoeveel kon het winnen bij een schik
king,' waartoe het zich bij den vrede jegens Oostenrijk beeft
verbonden, waarop Frankrijk gaarne bij elke gelegenheid zal
aandringen, die Engeland genoegen zou doen en Denemarken
misschien zou bevredigen, terwijl bet nu toch te vreczen staat,
dat. mocht Pruisen in een gevaarlijken oorlog gewikkeld
worden, Denemarken een kans zou wagen om zooveel mo
gelijk van het verlorene te heroverenIs misschien Pruisens
houding hieraan toeteschrijven, dat het weet, hoe juist die
stugge onhandelbaarheidwaar sprake is van Duitschen grond
en Duitsche stamgenooten, al zijn Duitschlands rechten zelfs
zeer twijfelachtig, overal in Duitschland bijval en toejuiching
vindt?
In Duitschland kan Frankrijk dus geen steun tegen Prui
sen vinden; de Oostenrijksche regeering heeft op officiëele
wijze verklaarddat Oostenrijk in den eersten tijd zijn eigen
weg zal bewandelen en zieh' uitsluitend op zelfversterking zal
toeleggenwaarheen moei de Keizer zich dan wenden als
hij bondgenooten zoekt? Er is geantwoord: bij zoekt die
in Zwitserland, in België en in Nederknd. Maar zoo dwaas
zullen de regeeringen dezer staten wel' niet zijn. Juist hun
.volstrekte onzijdigheidhun onwil om mee te doen verhin
dert den oorlogen zij zouden aan den Eransehen Keizer
de hand reiken om hem in staat te stellen den oorlog tegen
Pruisen te beginnen Welk voordeel zou hun het Eransche
bondgenootschap geven? Dat Frankrijk hunne onafhanke
lijk zou waarborgen en hen tegen Pruisen zou beveiligen
Maar het is nog altijd de vraag tegen wien die beveiliging
meer noodig is tegen den Fransehen of den Duitschen buur
man. Pruisen is verzadigd en tevreden met hetgeen het
bezit. Als het met, Zuid-Duitschland op een goeden voet kan
komenheeft het alles wat het verlangen kan. Waarom zou
het nog meer begeeren? Het weet zeer goed dat het bij
een poging tot verovering buiten de Duitsche grenzenin
Nederland of België bij voorbeeld, geheel Europa tegen zieh
zon krijgen. Frankrijk daarentegen is ontevreden en onrus
tig; liet ziet rond naar uitbreiding van grondgebied. Moge
het nergens gehoor vinden of bereidwilligheid om mede te
werkenTot nog toe bestaat er geen bondgenootschap, en
het is niet te verwachtendat een der genoemde staten zich
door dwaze Pruisen-vrees zal laten verleiden om zich bij
Frankrijk aan te sluiten. Nauwe aaneensluiting van Neder
land eri België tot handhaving van volstrekte onzijdigheid
werkt daarentegen het uitbreken van een oorlog tussehen
Frankrijk en Pruisen krachtig tegen, en zal hun den bijval
van Europa verzekeren, daar het algemeen belang het behoud
van den vrede ciseht. W. v. d. K.
In den avond van den 6 heeft in de mijn Se. Henriette
te Jemmapeswaarin 300 menschen arbeiddeneene ont
ploffing plaats gehadwaardoor meer dan 50 werklieden ge
dood zijn.
Te Bonn is het vijftigjarig bestaan der aldaar door Fre-
derik IKilhelm lil gestichte universiteit feestelijk gevierd
geworden. De Koning, de Koningin en de Kroonprins
hebben een gedeelte der feestviering bijgewoond. Laatstge
noemde heeft ook deelgenomen aan het feestbanket en is door
de rechtsgeleerde faculteit met den titel van doctor in de
rechten begiftigd.
De Staats-Anzeiger zegt ^hansdat de regeering de ver
antwoordelijkheid voor den tekst der nota van haren gezant
te Florence afgewezen heeftomdat vorm en inhoud in som-
misre opzichten niet met hare zienswijze strookten, maar dat
het" daarin vervatte operatie-plan niet nieuw en reeds lang
tussehen de pruisische en italiaansche officieren besproken
was. Het tred rag van den genl. Lamarmora wordt nadruk
kelijk afgekeurd.
De Koningvan Ems komendeheeft den 12 te Sehwal-
bacli eene samenkomst gehad met den Keizer van Rusland
cn is daarna naar Coblenz vertrokken.
Do zeer beminde genl. Kogel v. Falkenstein is, op verzoek,
ontheven van het bevel over het le legercorps en vervangen
door den bij het leger geenszins populairen genl.v. Manleuffel.
Op eene'den 8 te Wiesbaden door 500 a 600 personen
bijgewoonde volksvergadering is eene commissie benoemd om
de nassauscke belangen tc bandhaven in de zaak der Bank,
van het schoolwezen, van het gemeentebestuur en omtrent
de administratie der provinciale fondsen. Ook is haar opge
dragen pogingen te doen tot terugverkrijging der som van
8011000 th., welke door het pruisische bestuuryan.de vorige
regeering is gevorderd geworden.
Bij besluit van den Groothertog is bepaalddat het land
met den 11 Aug. behoort tot het duitsche Tolverbond.
Oostenrijk. Bij het laatste schuttersbanketop den 6
heeft de minister v. Beust een feestdronk ingesteld, waarin
hij te kennen gaf, een goed oostenrijker te zijn geworden en
een goed duitseher te zijn gebleven. -Het gemeentebestuur
van Leipzig, en Neurenberg hebben achtervolgens geweigerd
toestemming te geven tot. het houden van het volgende duit
sche schuttersfeest in die steden.
De in ons vorig No. vermelde, te Weenen gehouden volks
vergadering heeft zieh zeer onstuimig gedragen en slechts
gedeeltelijk aan haar doel beantwoord. Van de 2000 aan
wezigen behoorden minstens 1800 tot de klasse der hand-
werksEeden.
De bisschop van Linz heeftop het aanzoek der rechter
lijke overheidom overlevering der huwelijksactenafwijzend
geantwoordzich beroepende op eene bepaling van het con
cilie van Trente.
De regeering heeft het te Weenen te houden verbroede
ringsfeest der handwerkslieden verboden.
Hongarije. Het Volkshuis heeft den 7, na eene discus
sie van 2 dagen over de afzonderlijke artikelenhet wets
ontwerp op de weerbaarheid in tweede lezing en den 9,
met 192 tegen 83 st., bij derde lezing aangenomen. De
Magnaten-tafel heeft zich den 11 mede met die wet vereenigL
De commissie van het Volkshuis voor de begrooting heeft,
na een arbeid van 4 maanden, haar rapport uitgebracht. Zij
raamt de gewone ontvangsten op 98,680,000de buitenge
wone op 47,536,000. de gewone uitgaven op 99,627,600, de
buitengewone op 30,922,000 11.
De vergadering is tot 16 September verdaagd.
Den 8 is Kara-Georgevichop bevel der rechterlijke macht,
te Pesth in hechtenis genomen.
heeft zich, bij de jongste overeenkomst betreffende de pause
lijke schuld, verbonden om jaarlijks, door tusschenkomstvan
Frankrijk, 17 miljoen fr. aan de pauselijke schatkist uitte-
keerenzijnde nagenoeg de helft van de renten der schuld
van den vroegeren Kerkelijken Staat.
De genl. Cialdini heeft eene brochure uitgegeven tot ant
woord op die van den genl. Lamarmora over den veldtocht
van 1866. Hij verzekert reeds zeer tijdig kennis te hebben
gedragen vaneen krijgsplan, overeenkomende met liet in de
nota van den heer v. (Jsedom vervatte, waarmede de Koning
en Lamarmora zich niet hadden kunnen vereenigen, omdat
zij, de verkrijging vanVenetie verzekerd achtende, den oor
log wilden localiseeren. Cialdini was toen genoodzaakt zich
aan de bevelen van Lamarmora te onderwerpen.
In de zitting der Kamer van den 7 heeft de heer Bertani
voorgesteld, om het ontwerp tot verpachting van het tabaks
monopolie te verwerpen en in plaats daarvan eene vrijwillige
leening van 180 miljoen uitteschrijven. De minister van
financiën heeft daarop verklaard, dat de regeering van het
voorstel omtrent het tabaks-monopolie eene kabinetskwestie
maakte. Den 8 werd bet met 205 tegen 161 st. goedgekeurd.
De lieer Lanza heeft zijn ontslag genomen als voorzitter dei-
Kamer, die voor onbepaalden tijd is uiteengegaan.
In Opper-Arragon hebben zieh verscheidene benden insur-
genten gevormd, die te zamen 700 man tellen en onder
bevel van een brigade-generaal staan.
De genl. Zabala, die, tijdens de jongste arrestatiën te
Madrid, te Lugo geïnterneerd is geworden, is plotseling
verdwenen.
De maatregelen tot bedwang der dagbladpers zijn door de
regeering versterkt.
De minister van binn. zaken heeft de gouverneurs der
gewesten aangespoord om hunne ondersteuning bij de stede
lijke en plattelands-burgerwachtalsmede bij de geestelijkheid
te zoeken; terwijl hij niet onduidelijk te kennen gaf geen
onbepaald vertrouwen in het leger te stellen.
Den 12 is een groot gedeelte van het tolkantoor te Lis
sabon afgebrandwaarbij eene aanzienlijke hoeveelheid katoen
en brandewijn is verloren gegaan; de schade wordt begroot
op 1,200.000.
Den 16 Juni, des nachts, is de uit 25 manschappen bestaande
bezetting van een franscb station in Cochin-China overvallen
door een duizendtal anamitiscke roovers en na dapperen
tegenstand vermoord, met uitzondering van één enkel man
die ontkomen is. De anamiteu zijn echter den 21 gekastijd
en met aanmerkelijk verlies verdwenen. Duizenden inboor
lingen hadden zich terstond vereenigd om de fransehe troepen
te ondersteunen.
Bij Keiz. besluiten van 31 Juli worden laboratoria voor
wetenschappelijke nasporingen bij de leerstoelen in de inrich
tingen tot wetenschappelijke opleiding, en eene practiscke
school voor hoogere studiën ingesteld.
Te Bayonne is een tractaat met Spanje gesloten, waar
door een einde is gemaakt aan de sedert 2 eeuwen bestaande
geschillen over de grensbepaling. Sedert 1853 heeft eene
commissie zich met de regeling bezig gehouden.
Den 1 Aug. is Mulhausen, voor de derde maal binnen 8
dagen, door brand geteisterd; ditmaal werd de manufacturen-
fabriek van de heeren Thierry. Mieg fy Co. verwoest.
De Koningin van Engeland, vergezeld van 3 kinderen en
lord Stanley, is den 5, 's avonds, te Cherbourg aangekomen
dat geïllumineerd was. Den volgenden morgen stapte zij
af aan de britsehe ambassade te Parijs, waar de Keizerin,
daartoe van Fontainebleau gekomen, haar een bezoek bracht.
Zij vervolgde 's avonds hare reis naar Zwitserland. Lord
Stanley, die te Fontainebleau gedineerd en een onderhoud
met den heer Moustier geliad liad, volgde haar met den
nachttrein.
De Keizer is den 8 van Plombières te Fontainebleau aan
gekomen. Te Troyes is hij door de maire met eene aanspraak
begroet geworden, waarop hij een antwoord heeft gegeven,