Paraguay. Kinnenlnnd. Jttgczottbcn is&tufikcu. Slet burger-weeshuis. Zal ik inschrijven voor het Weeshuis, ol zal ik het laten Gedurende de ongeregeldheden te Nieuw-Orleans is 1 ne ger gedood en zijn verscheidene blanken en negers gewond- In Npord-Carolina vallen almede ernstige onlusten tus- schen de blanken en negers voor. De katoen heeft in Georgia, Alabama en Honda veel van den worm en den regen te lijden gehad. De Wetg. "Vergadering van Louisiana heeft eene wet aan genomen, waarbij het verboden wordt, voor blanken en voor negers verschillende rijtuigen te gebruiken. Het te Nieuw-York gehouden congres van handwerkslieden heeft zich verklaard tegen het geven van het stemrecht aan de vrouwen. De Wetg. Vergadering van Georgia heett nogmaals de wet verworpen, waarbij de militie onder de wapenen geroepenwordt. Het braziliaansche eskader heeft den 16 Aug. Timbo ge bombardeerd welke plaats den 22 door de paraguayers is verlaten. 10000 Brazilianen en 5000 argentijnen hebben Humaïta bezet. De genl. Caxias rukte vervolgens met 3000 brazilianen tegen Tebicuary op, dat volgens gerucht door Lopez ontuimd was. De brazilianen hebben 26 Aug. de voorhoede der para guayers verslagen en den 28 de versterkte stelling bij Tebi cuary ingenomen. Lopez heeft zich, vergezeld door eenige weinige manschappen, tot in de nabijheid van Assumpcion teruggetrokken. De Koning is den 3 weder op het Loo aangekomen. Aan het Amstel-hötel te. Amsterdam zijn afgestapt H. H, Hussein Pacha en Hassan Pacha, zoons van den Onderko ning van Egypte, met gevolg. Den 4 hebben zij den die rentuin, het Rijks-muzeümhet koninglijk paleis en het wandelpark, den 5 het muzeiim v. d. Hoop, de marine-eta blissementen de magazijnen van v. Houtum en van Reijnvaan, de diamant-slijperij van Coster en firma's Benten en Zoon en A. Sr J. Brandon bezocht. Den 6 zijn zij naar 's Gravenhage vertrokkenwaar zij hunnen intrek namen in het hötel Bel- levue en een bezoek ontvingen van den prins v. Oranje. Den volgenden dag hebben zij de residentie weder verlaten. Den 5 zijn te 's Hage aangekomen en aan het hotel Bel- levue afgestapt prins Bodewijk v. Beieren en zijne gemalin Maria Theresia v. Oostenrijk. Reeds 's avonds werden zij doof de Koningin bezocht. Den 6 brachten zij een bezoek aan H. M. en bezichtigden vervolgens met H. M. de Bazar. Zij dineerden op het Huis in 't Bosch. Den 6 zijn zij in het Amstel-hötel te Amsterdam gearriveerd. Staten-Generaal. De leden der 2e Kamer hebben zich in de afgeloopen week hoofdzakelijk bezig gehouden met het onderzoek der ingediende wetsontwerpen. Op voorstel van den heer v. d. Putte is besloten, den minister van ko loniën opgaaf te verzoeken van de namen der personen, die te gemoetkoming voor den overtocht naar Indie hebben erlangd, opdat blijke of die personen daarop al dan niet recht hadden. Telegraaf. Op Texel circuleert een adres aan de 2" Kamer der Staten-Generaal, waarin op eene telegrafische verbinding met den vasten wal wordt aangedrongen. Marine. Het gebouw van het opgeheven marine-etablis sement te Vlissingen is den 1 Oct. door het domeinbestuur in bezit genomen. Militaire zaken. Voortaan zullen al de miliciens aer in te lijven lichting bij de infanterie, tot hunne eerste oefe ning, 10 maanden achtereen onder de wapenen blijven, ei bij de vesting-artillerie, de pontonniers, den trein en de mineurs en sappeurs 6 maanden. Volks-weerbaarheid. Te Apeldoorn wordt een scherp schutterscorps opgericht onder bescherming van den Koning die daarvoor reeds een aantal uniformen doet vervaardigen. Het Haagsche corps heeft den titel van koninglijk scherp schutterscorps ontvangen. Tot aanmoediging der gewone schietoefeningen heeft Z. M. een gouden horologie als prijs geschonken. Z. M. heeft benoemd bij het corps, gevormd uit de scnerp- sckutters-vereeniging West-Friesland te Schagen, tot 1™ luit'. J. Jz. Benijsthans 2" luit., tot 2™ luit'., officier van klee ding en wapeningJ. Bz. Roggeveen. Tentoonstellino. De te Arnhem gedurende 88 dagen o-ehouden tentoonstelling is bezocht door 61.606 personen, of gemiddeld 731 per dag. Het aantal is aanmerkelijk min der geweest dan de vorige maal, hoewel toen geene leesten gegeven werden en de noorderspoorwegen nog niet beston den. Uit Holland is het bezoek ditmaal zeer gering geweest, door kwestie tusschen het bestuur der tentoonstelling en de Rijnspoorweg-maatschappijwaardoor geen goedkoope tremen hebben geloopen. Kerkelijke zaken. De algemeene synode der ned. üerv kerk heeft beslist, dat de bezwaren door den haagschen kerkeraad tegen de uitspraak der synodus contracta m zake D '.Zaalberg ingebracht, zijn ongegrond, en heeft mitsdien die uitspraak bevestigd, met bepaling dat de kosten der revisie gedragen zullen worden door dien kerkeraad. Bij kon. besluit zijn de besluiten van 5 Juli 1836 en van 9 Januari 1841, houdende bepalingen omtrent de toe lating en erkenning van gemeenten van afgescheidenen van het herv. kerkgenootschap, ingetrokken. Leidens Ontzetdag, 4 October, is gevierd door volks vermakelijkheden, van wege het gemeentebestuur, op het Ruïne-plein, opgeluisterd door muziek van het 4e reg. in fanterie. Aanbestedingen. Het bouwen van het nosocomium academicum is opgedragen aan de tweede inschrijvers, P.K. Ozinqa en W. F. v. d. Heijden te llarlmgen, voor 1254.80U. Rampen. Het schip Hollands Trouw, van Alblasseruam den 7 Mei van Shields met steenkolen naar Batavia vertrokken is den 26 Juli door het broeien der lading verbrand. De bemanning trachtte zich in 2 booten te redden; de eene boot, waarin zich de stuurman en 10 man bevonden, ont moette een engelsch vaartuig, dat de opvarenden liefderijk overnam; de andere, waarin de doodzieke kapitein, zijne zuster en 8 man, was echter door eene zware stortzee omgeslagen, en slechts een persoon daarvan door de eerste kunnen gered worden. Een vreemde bark, welks kapitein beloofd had bij het brandende schip te zullen blijvenhad van den nacht gebruik gemaakt om zich verraderlijk te ver wijderen. Te Velsen heeft een dagloonersvrouw, lijdende aan thypus, in een onbewaakt oogenblik, terwijl haarman, doorliet langdurig waken uitgeput, was ingesluimerd, haar kind den hals afgesneden. Misdrijven. Te Groningen heeft een verversknechtbij eene twist met zijne vrouw, de wiegwaarin zijn jongste kind lag, met zooveel hevigheid neergesmeten, dat het kmd Te Kampen hebben eenige avonden volksoploopen plaats gehad, ter zake van de verplaatsing van 2 meisjes uit het weeshuis naar het toevluchtsoord te Groningen, waartoe re genten in het belang der orde hadden moeten overgaan. Bij deze 3 heeren is een ketelmuziek gebracht en zijn de glazen in geworpen. Eene proclamatie van den burgemeester tot ver bod van samenscholingen, het gevangennemen van een paar belhamels, en nog meer de overtuiging, dat de militairen ge reed stonden om de policie te hulp te komen, hebben de rust weder hersteld. Aan alle ingezetenen van de gemeente Alkmaar zijn in- schrijvings-biljetten gezonden voor bijdragen ten behoeve van het burger-weeshuis, en iu de daarbij gevoegde gedrukte brieven van regenten wordt Alkmaars burgerij dringend aan gespoord om dit beroep op hare liefdadigheid niet onbeant woord te laten. Wanneer men bedenkt, hoe lang en hoe vurig de oprichting van een burger-weeshuis hier is gewenscht, zou men mogen verwachtendat elke aandrang tot ruime inschrijving hier overbodig zou zijn. Herhaaldelijk toch lijn er stemmen uit de burgerij opgegaan, dat er op haren bijstand gerekend kon worden, wanneer maar de uitbesteding der weezen ophield, en er een weeshuis werd gebouwd, waarin zij behoorlijk konden worden verzorgd en opgevoed, wanneer maar de onbemiddelde burger de overtuiging haddat de kinderen die hij bij een vroegtijdigen dood onverzorgd mocht achterlaten, in een wel ingericht weeshuis een goede opvoeding zouden ontvangen. Nu echter het eerste beroep op de weldadigheid der bur gerij gedaan wordtnu de regenten tot haar komen met de uitnoodiging om nu haar woord gestand te doen, om nu te geven wat zij zoo dikwijls heeft beloofd, nu hoort men hier en daar beweren, dat de ondersteuning van de burgerij niet noodig is, dat immers het burger-weeshuis een gemeente instelling is, en de stad alzoo verplicht is voor het onderhoud der weezen te zorgen. Het mag niet onnoodig geacht worden tegen die redenee ring met allen ernst te waarschuwen. Zoo zij ingang vond bij Alkmaars ingezetenenzou het doel der oprichting van het weeshuis "niet bereikt worden, en de ingezetenen zeiven zich in hunne verwachtingen bitter teleurgesteld zien. Het burger-weeshuis is een gemeente-instelling; ja, maar wat beteekent dit? Heeft men zich dat wel afgevraagd? Heeft men wel onderzocht, wat dit woord in onze armenwet beteekent Niets anders dan ditonder gemeente-instel lingen van weldadigheid verstaat de armenwet zulke instellin gen, die door de burgerlijke overheid geregeld en van harentwege bestuurd worden. Als men dus zegtdat ons burger-weeshuis een gemeente-instelling is, dan beteekent dit niets anders, dan dat het reglement voor het weeshuis door den gemeen teraad is vastgesteld, en dat de regenten door den raad benoemd worden en aan den raad verantwoording schuldig zijn van hun beheer. Overigens is het burger-weeshuis een zelfstandige instelüng, die eigen fondsen bezit; die fondsen mogen niet tot iets anders worden gebruiktde raad heeft daar in 't geheel geen beschikking over, maar uit die fondsen moeten ook de weezen verzorgd worden. Nu kan de gemeenteraad inderdaad aan het burger-w huis bijstand verleenen uit de gemeentekas, zooals onze raad dan ook reeds gedaan heeft. De gemeenteraad heeft de groote belangstelling dor burgerij in het lot der weezen op gemerkt, en gelet op den schier algemeenen wenschdat de weezen in plaats van hier en daar te worden uitbesteedte zamen in een wel ingericht weeshuis zouden worden opge voed. Daartoe was echter veel geld noodig, en de raad heelt er niet tegen op gezien om de kosten voor den bouw en de behoorlijke inrichting van het weeshuis uit de gemeentekas te betalen. Die kosten werden toen begroot op ö5,0W), en de raad besloot die som daarvoor toe te staan. Bij de openbare aanbesteding van het werk bleek echter, dat die be "rooting nog te laag was. Immers de minste inschrijving voor het gebouw bedroeg omstreeks 4,000 meer dan de begrooting. Wat moesten regenten doen Buiten den raad vermochten zij niets. Immers het plan voor het weeshuis was door den raad vastgesteld, door den raad die het geld gaf, en regenten mochten daarvan eigenmachtig niet afwij- ken! Moesten zij zich nu weer tot den raad wenden om I een ander plan, en zoo het gedane werk weer ongedaan ma- I ken Ieder die weet hoevele jaren de zaak van het wees huis reeds gehangen hadhoe dikwijls men was teleurge steld als men meende zijn doel bereikt te hebbenhoe vele kwestiën en onverwachte hinderpalen zich daarbij voordeden, zal begrijpendat regenten zijn doorgegaan met den bouw van het weeshuisen van de belangstelling der burgerij heb ben verwachtdat door haar in de ontbrekende 4000,— zou worden voorzien. Toen de raad besloot om 85,000,— uit de gemeentekas te geven, en de uitkeering van 40,per jaar aan liet Roomseh-Katholieke weeshuis vaststelde voor eiken Alk- maarschen burger-wees die daarin zou worden opgevoed, bepaalde hij tevensdat dit alleen geschiedde uit herwe gingdat gedurende de 40 jaren, voor welken tijd het contract met het R. K. weesbestuur is aangegaan, noch door het burger-weeshuis, noch door het R. K. weeshuis eenige aanspraak op ondersteuning uit de gemeentekas gemaakt zal kunnen worden. En van dat besluit is aan regenten van beide gestichten kennis gegeven. Gelooft iemand, dat de raad op dit besluit zal terugkomen? Die daarop nog eenige hoop mocht hebbenzie de begroo ting voor liet jaar 1869 maar eens in, en bedenke, dat nu reeds een vermeerdering van de opeenten op het personeel van 25 op 50 is voorgesteld om in de behoeften te kunnen voorzien. En nog blijven vele zaken over, waaraan iets ge daan moest worden, maar waaraan toch niets gedaan zal worden, omdat er geen geld voor is. Denkt men nu inderdaad nog, dat de raaddie aan het weeshuis reeds zooveel gedaan heeft, jaarlijks nog een toelage uit de gemeentekas zal geven? N og eensde raad heeft zeer veel gedaanen mag het overige veilig aan de burgerij overlaten, 't Zou Alkmaars burgerij zeker niet tot eer verstrekken, als zij nu in gebreke bleet te toonendat haar weldadigheid niet in woordenmaar in daden bestaat. Maar, zegt men, de gemeenteraad zal toch wel zorgen, dat de weezen niet van honger omkomen. Inderdaad een fraaie weldadigheid die aldus redeneertdie zegtwel als ik niet voor zorg, zal een ander er wel vooi zorgen Yan honger omkomen, neen daarvoor bestaat zeker nog geen gevaar. Maarmoet daarvoor nu een weeshuis dienen, dat de weezen niet van honger omkomen? Dat zouden ze toen niet, al bestond er in 't geheel geen weeshuis. Daarvoor zouden de diaconieën en het burgerlijk armbestuur wel zorgen. Maar een weeshuis moet meer doen. Het moet niet alleen voor on derhoud en voeding zorgen, maar aan de weezen een goede opvoedinggoed onderwijs en een behoorlijke opleiding tot een beroep of ambacht gevenzoodat de weesals hij out- slagen wordt, in zijn onderhoud kan voorzien. De weezen moeten niet tot daglooners en sjouwerlui, maar tot knappe burgers en bekwame ambachtslieden worden opgeleid. Als het weeshuis daartoe niet in staat is door gebrek aan gold beteekent het niets en kon het veilig gemist worden. Als dat het geval niet is, kan de Alkmaarsclie burger zijn on verzorgde kinderen niet met gerustheid achterlaten, al staat er een weeshuis om ze op te nemen. Als in de kosten van verzorging en behoorlijke opleiding voorzien moet worden uit de stads-kas (aangenomen voor een oogenblik dat de gemeenteraad iets zou willen toestaanwat wel door niemand zal verwacht worden) dan zullen die vérzorgmg en opleiding armoedig zijn. Dat kan niet anders. Lil de gemeentekas mogen aan instellingen yan weldadigheid geen toelagen worden gegeven dan alleen in geval van volstrekte noodzakelijkheid. Alles moet zich dan tot het hoog noodige, tot het onontbeerlijke bepalen. Als regenten elk jaar hij den raad moeten komen bedelen om een toelage tot dekking van het tekort, omdat de burgerij niet wil geven, dan zal op hunne begrooting alles wat niet volstrekt noodig is geschrapt worden, en de verzorging en opleiding der weezen zullen inderdaad armoedig zijn. De raad zal dit met te meer vrij moedigheid kunnen doen, omdat hij reeds zooveel gedaan heeft, en de burgerij zelve heeft getoond voor hare weezen weinig over te hebben. Dat de raad geld toestond voor den bouw en de inrichting van het weeshuis, was juist in dit opzicht zeer in het be lang van deze instelling. Hadden regenten de fondsen moe ten verkoopen om dit te betalen, dan zouden zij elk jaar hij den raad om subsidie moeten komen. Nu gaf de raad het gelden behielden regenten al de inkomsten van het weeshuis voor de verzorging en opleiding der weezen, in de hoop dat de burgerij het'ontbrekende zou aanvullen. Zorgt de burgerij daarvoor, dan behoeven regenten niet jaarlijks bij den raad te bedelenen bestaat er geen vrees dat er op hunne begrootingen geschrapt zal worden. Immers als de ingezetenen vrijwillig het geld er voor geven, en daardoor toonendat zij hegeeren dat hunne weezen goed verzorgd worden en een goede opleiding ontvangen, heeft niemand het recht om te eischen, dat er met schraalheid en bekrom penheid zal gehandeld worden. Zóó alleen kan het weeshuis worden wat het zijn moet. Deze vraag wordt in deze dagen gedaan door menigeen, die vroeger niet in twijfel stond wat hij doen zou, wanneer eene bijdrage mocht gevorderd worden voor de oprichting of instandhouding van een gesticht ter huisvesting der weezen, een gesticht zoo lang en zoo vurig gewenscht en thans na genoeg volbouwd. Maar nu de biljetten van inschrijving al- erwege zijn rondgebrachtworden zoo vele bedenkingen en daaronder schijnbaar gegronde, geopperd en vinden die zooveel weerklankdat de vroegere geestdrift eensklaps verkoeld, de bereidvaardigheid opgehouden schijnt te zijn. 't Is zaliger te geven dan te ontvangen, maar er wordt zoo vaak gevraagdde levenswijze is zoo duur en er is zooveel noodigdat velen maar al te gaarne een voorwendseleen bezwaar of bedenking aangrijpenom zich aan dat lastige geven te onttrekken. Dan meent men niet te weigeren uit onwil of uit gebrek aan belangstellingmaar om wichtige redenen, men sluit een accoordje met zijn geweten en gelooft inderdaad goed gehandeld te hebben. Door eenige bedenkingen, welke wij vernomen hebben, te toetsen, door ze zoo mogelijk opteheffen, kunnen wij mis schien een goed werk doen en kiezen daartoe den publieken weg. De gemeenteraadzoo beweert menheeft zeer inconsequent gehandeld. Hij bevordert de openbare, gemengde school waar kinderen van verschillende kerkgenootsciiappen el kander leeren verdragenen werkt mede om de protes- tantsche en roomsch-catholieko weezen in 2 verschillende gestichten van elkander af te zonderen en te vervreem den. Wie zoo spreekt, verliest en het doel van het lager onderwijs en dat van een weeshuis uit het oog. Op de openbare school worden de voor alle kinde ren noodzakelijke kundigheden onderwezen en het gods dienstig onderricht, dat niet voor allen hetzelfde kan zijn, achterwege gelaten. De godsdienstige opleiding is de taak der geestelijken en der ouders. De eigenaardige begrippen en gebruiken der godsdienstige seeten openbaren zich en worden gehandhaafd m het huisgezin. Maar waar is het huisgezin der weezen? Immers in de weeshuizen, en zoo min protestant of catholiek bezwaar mag hebben zijne kinderen hetzelfde schoolonderwijs te doen genietenzoo min kan hij er vrede mede hebbendat zijne kinderen in een gezin van andersdenkenden worden opgevoed. Onmogelijk achten wij het nietdat protestantsche en catholieke weezen in één gesticht in vrede worden groot gebracht, maar wat gij voor uw eigen kinderen min wcnschelijk keurtzoudt gij dat de arme weezen willen gunnen Bovendienindien hier niet één weeshuis bestond en er was sprake om een algemeen bur gerweeshuis opterichtenmen zou daar genoegen mede kunnen nemen, maar nu de roomsch-catholiekendaartoe door de vroegere vereeniging van Kerk en Staat als gedwongen sedert jaren een eigen weeshuisuit eigen middelen, hebben onderhoudenmag men niet verlangendat zij die stichting zullen prijs gevenom hunne weezen in het burgerweeshuis over te brengen. Men moet rekening houden met bestaande toestanden, die in vroegere toestanden hunnen oorsprong vinden. De begeerte van hun, die zouden willen, dat het burger weeshuis ook voor de roomsch-catholieke weezen zou wor den opengesteldop de kans af dat zij er geen gebruik van zouden makenen overigens van die kinderen geen notitie te nemen, kunnen wij dus niet billijken. Men zou dan in ieder geval de gelegenheid hebben moeten aanbieden om hun optenemen en daartoe een gebouw moeten stichtendat de helft grooter was dan het thans opgerichte, op het gevaar af dat die helft onbevolkt en dus doelloos zou blijven. Diezelfde ontevredenen vinden bezwaar in de uitkeering van 40 per jaar voor iedere roomsche wees aan het r. c. armbestuur. Daar had de gemeenteraad nooit toe moeten hewillieen meenen zijde fondsen moeten besteed worden voor de weezen die van het burgerweeshuis gebruik maken, niet voor andere die er aan onttrokken worden. Maar indien diezelfde roomsche weezen eens in het burgerweeshuis ge plaatst werden, zouden zij dan voor 40 per jaar groot ge bracht kunnen worden? Zou hunne verzorging niet het dub bel bedrag vereischen en zou de rekening van het gesticht dan niet 'een veel grooter tekort opleveren dan thans te ver wachten is Zon de tot-stand-koming, het voortdurend be staan der instelling door die grootere uitgaaf niet dadelijk bedreigd worden en in gevaar blijven verkeeren? Liever had men dan, voert men aan. eens voor altijd een gedeelte van het kapitaal aan de catholieken moeten uitkee- ren, dan had men een glad lei en zouden er meer giften en legaten van protestanten aan het huis toevloeien dan nu waar schijnlijk is. Hebben zij, die zoo spreken, zich vroeger niet liet, luidst verklaard tegen eene kapitaals-uitkeeringdie zij eene vervreemding van aan het weeshuis vermaakte fondsen noemden, en is de uitkeering van zeker bedrag per wees eigenlijk wel iets andors dan eene besteding van tot het moe dergesticht behoorende weezen in een filiaal-gesticht In dien men tot eene kapitaals-uitkeering, naar het zielental def roomsch-catholieke bevolking gerekend, had overgegaan, zou het burgerweeshuis een veel grooter rente-verlies geleden heb ben, dan het thans aan het r. c. weeshuis te betalen heeft en de 'herstelling der stichting voor eene reeks van jaren zijn teruggezet. Ook al wil men aannemendat de bezittingen van Yet burgerweeshuis door oorlog of andere omstandighe den aanmerkelijk schade kunnen lijden, terwijl niettemin de uitkeering aan de roomsch-catholieken even hoog moet blijven, dan voorzien wij toch nimmer, dat die schade zoo groot zal zijndat de catholieken een aandeel zullen ontvangen groo ter dan waartoe zij volgens hun zielental recht zouden heb ben. En tegenover die mogelijke schade staat het dadelqs

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1868 | | pagina 2