ALKMAARSCHE COURAN No, 45. Zeventigste Jaargang. Zondag 8 November. *m 'Mid Bij deze Courant hehoort een Bijblad bevattende Raadsnotulen. #ffictccl (öcbccltc. Paardenmarkt te Alkmaar, Woensdag 11 November 18G8. liet dagblad zegel. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per jaar 3,4Ü franco per post f 4,— Brieven franco aan de Uitgevers KERM'. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 1-5 regels f 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 uur; ingezonden berichten een dag vroeger. PROVIN CIA L E WATERSTAA T VAN NOORDHOLLAND. AANBESTEDING. Op Donderdag den 12,te° November 1808, des namiddags ten half drie ure. zal aan het lokaal van het provinciaal bestuur van Noordholland te Haarlem, bij enkele inschrijving worden aanbesteed 1. Het driejarig onderhoud van dt Heldersc'.ie Zeewering met. de gebouw n en oosiellen in het Land h k aan den Helder 2. Het driejarig onderhoud van den prov ncialen zeedijk te Petten. De bestekken zijn, tegen betaling van 20 cents per exem plaar, te verkrijgen aan het lokaal van het provinciaal bestuur voornoemd en aan het bureau voor buitenlandsche paspoorten op den Dam te Amsterdam, en wat het bestek van het sub 2 genoemde werk betreftook bij den Opzigter van den provincialen waterstaat C. van der Sten- te Helder. Inlichtingen zijn te bekomen bij den Hoofd-lngenieur van den Waterstaat Jhr. J. R. T. Ortt te Haarlem en bij den Ingenieur J. F. IP. Conrad te Alkmaar, alsmede wat betreft het sub 1 genoemde werk bij den Opzigter F. JKrieger te Alkmaar en wat het sub 2 genoemde werk betreft bij den Opzigter C. van der Sterr te Helder. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR. op Woensdag, den 11 November 1868, des middags ten 12 uur. Namens den V oorzitter ran den Raad. SP AN J AA R L)T. De KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN te ALKMAAR maakt bekenddat van Maandag 9 tot Zaturdag 14 November e.k., van 's voormiddags 10 tot 's na middags 2 ure, in baar gewoon lokaal op het Stadhuis, ter lezing zullen liggen: 1. Statistiek van het Koningrijk der Nederlanden, behelzende de staten van de in- uit- en doorgevoerde voornaamste handelsartikelen gedurende de maand Augustus 1868. 2. Een opgaaf van den handel eu de scheepvaart van Groot- Brittanje eu Ierland, gedurende de maand Junij en de overige maanden van 1868. 3. Het verslag over de Britsche zeevisscherijen in 1867. Be Kamer van Koophandel en Fabrieken voornoemd, Alkmaar, F. M. AGIIINA, Voorzitter. 6 November 1868. J. P. KRAAKMAN, Secretaris. Ilct voorstel tot afschaffing van deze belastingdoor de regeering gedaan, brengt op nieuw de voor-en tegenstanders in beweging tot hervatting van den strijd met oude en nieuwe argumenten. Is dan de zaak zoo ingewikkeld 't Mij komt zij eenvoudig voor. Die het ernstig meent met de politieke ontwikkeling des volks, die gelooft dat langzamerhand de burgers van den shiat, na beter onderwijs ontvangen te heb ben ook meer belang zullen stellen in de algemeeue zaak daarover met meer kennis zullen oordeelen en minder zullen blootslaan aan dwaling en misleiding bij de keuze hunner vertegenwoordigersdie daarenboven van meening is, dat een aantal onderwerpen waarover de staatszorg zich niet uitstrekt evenwel een openbare bespreking verdienenzai voor de afschaffing zijn. Die daaraan niet gelooven en zich geen ernstige, waarheidzoekende courant kunnen voorstellen, zullen niet voor dc afschaffing zijn, en thee, tabak en ster ken drank in bescherming nemen tegen de dagbladen en andere gedrukte stukken die door de zegel-belasting bezwaard worden. Maar zullen de dagbladen die in Nederland treurig af steken bij die onzer burenbeter worden door de afschaf fing van het zegelrecht Kan dat een vraag zijn Thans brengt de uitgever gemiddeld de helft van den geheelen prijs van zijn blad aan de schatkist ten offer De Nieuwe Roi- terdamsche Courant hij voorbeeld kost 33,in het jaar; de staat ontvangt van elk exemplaar jaarlijks f 16,88. Een jaargang van de Leeuwarder Courant kost f 8,de staat geniet er f 5,07 van. Zou nu een blad niet heter, niet degelijker, niet vollediger kunnen wordenals de ge- heele opbrengst, in plaats van de helft, er aan ten koste wordt gelegd!1 Want dat dc uitgevers den prijs zooveel zullen verminderen als de som der belasting bedraagtis niet te denken. Men is nu in Nederland eenmaal gewoon een zekeren prijs voor een courant te betalen, die ook niet te hoog zou zijn wanneer zij goed was; de uitgever zal den prijs zooveel mogelijk handhavenmaar den inhoud verbeteren en uitbreiden. In plaats van een enkelen redacteur, vaak nog schraal bezoldigden eenige ongeschikte helpers met dagloonerstoelagenzal hij bekwame mannen in verschillende Vakken en bekende letterkundigen aan zijn blad verbinden. Neen, zegt men, hij zal het niet doen, hij zal de grootere ontvangst als buitengewone winst in zijn zak steken. Toch niet; zelfs de onwillige zal door de concurrentie gedwongen worden zijn blad te verbeteren Thans kost het groote op offering, een nieuw blad op te richten; en zoo het niet op zeker getal advertentiën kan rekenen, kunnen de kosten niet goed gemaakt worden. De belasting is een privilegie voor de bestaande bladenen als dat privilegie vervaltzal concur rentie mogelijk zijn. Door de afschaffing van het dagblad-zegel zal de Chineesche muur wegvallen, die ons land op letterkundig gebied afzondert Van de beschaafde werelden de vreemde bladen van ons weert. De Kólnische Zeitnng zal dan bij voorbeeld f 27,46 per jaargang kostenthans kost zij 66,De prijs van de Punch wordt voor Nederland met 22 percent verhoogd. Is dat geen schande voor het land dat zicli beroemt op de uitvinding der boekdrukkunst? Waarom moet hier juist de dagbladpers door een buitengewone belasting zoo extra-zwaar worden gedrukt? Betaalt de uitgever niet evenzeer zijn gewone belastingen en daarenboven als handelaar zijn patentrecht? Sommigen willen de belasting' niet afgeschaft, maar ver minderd hebben. Is dat de moeite waard bij een belasting die 6 a 700.000 gulden opbrengt? Moet men daarvoor al de formaliteiten dezer belasting behouden, die toch als extra belasting op onze intellectueele ontwikkeling onbillijk is? Alleen in Nederland kan tegenwoordig nog getwijfeld worden aan liet nut. en de rechtvaardigheid der afschaffing. Het Engelsche Parlementslid John Bright zsi dezer dagen in een aanspraak tot, dc kiezers, sprekende van de afschaf fing der belasting op de dagbladen//Ik ben van oordeel dat wij in onzen leeftijd geen grooter zaak hebben tot stand gebracht." De bladen die zich met den meesten nadruk tegen de af schaffing van liet dagbladzegel verzetten, zijn liet 's Graven- haagsche Dagblad en de Tijd. Tusschen die beide heerseht reeds sedert lang de beste verstandhouding. üe redacteur van liet Dagblad, weleer door de Tijd een Israëliet zonder beginselen cn woordvoerder van een mengelmoes van Groe- nianenfakkelmannen en conservatieven genoemdheet thans een kundig en talentvol schrijver. Hoe kan het anders Deze bladen zijn tegenwoordig in te velerlei opzicht bondgenooten om niet in vrede en vriendschap samen te leven. Maar wat zijn dan de groote bezwaren tegen de afschaffing der zegel- belasting op de dagbladen? De groote dagbladen zullen de kleinere overal verdringen. De provinciale couranten zullen verdwijnen, omdat de groote bladen goedkooper zullen worden. Maar zullen dan die kleinere bladen niet goedkooper worden, of, denzelfden prijs behoudende, ophouden kleine bladen te zijn? Eén van beide zal toeh zeker gebeuren, cn daarmede vervalt ook het gevaar dat hen bedreigt. En zijn er dan geen plaatselijke belangen te bespreken, geen onderwerpen te behandelen die in een bepaalde streek of in een gemeente de algemeene aandacht bezig honden, waarbij het belang van provincie, district of gemeente betrokken is? Juist daarvoor zijn de kleinere bladen aangewezen, daarvoor zijn de groote bladen minder geschiktomdat zij voor bet geheele land bestemdzich niet kunnen wijden aan de belangen van een enkele stad of van een bepaalde streek. Of is deze taak misschien te nederig voor een dagblad P Mag dit niet lager dalen dan ministers en leden der Staten-Generaal? Ik zou zeggen, dat bet al tijd verstandig is van huis te beginnen, en dat een gezond gemeenteleven de eerste voorwaarde is voor een gezond volksleven. Een staatsbegrooting is ontegenzeglijk een be langrijke zaak; maar zou dc gemcentebegrooting voor den ingezetene nog niet belangrijker zijn? In de rijkswetten worden de algemeene regelen voor bet bestuur der ge meenten vastgesteld, en wordt de richting bepaald die men in belasting, onderwijs, armenverzorging en zoo vele andere volksbelangen beeft te volgenvoor zoover de staatszorg zich daarmee inlaat. Hoe die regelen worden toegepast hangt voor een groot deel van de gemeentebesturen af. Al leen wanneer in strijd met de wet wordt gehandeldof aan een wettelijk voorschrift niet wordt voldaantreedt het pro vinciaal of algemeen bestuur tusschen beide. De strijd tegen de bestaande schoolwet gevoerd is zeker een voor ieder Nederlander hoogst belangrijke zaak; maar de wijze waarop die wet in de eene of andere gemeente wordt toe gepast is voor den inwoner dier gemeente niet minder be- langrijk. Kan er voor een gemeente een belangrijker kwestie bestaan dan de vraag, wat de billijkste grondslagen zijn voor hoofdelijke omslagen en andere directe gemeentebelas tingen? Zijn armenverzorging, marktwezen en handel geen zaken die de aandacht van ieder burger verdienen En ligt dan alles waarin de burger belang stelt binnen de gren zen van het staats- provinciaal of gemeentebestuur "Staat en Maatschappijis de titel der inwijdingsrede van den Utrechtschen Hoogleeraar M'. H. P. O. Quack, waarin op het groote verschil tusschen die beide begrippen wordt gewezenop bet groote verschil tusschen de staatsinstellingen eens volks en bet vrijerijkeveelzijdige volksleven zelf. Als men onze couranten leest, dan is bet, behoudens enkele uitzonderingen, of niets onze aandacht verdient dan waar de Staten-Generaal, de Provinciale Staten of de gemeente besturen bij te pas komenof al onze maatschappelijke belangen omvat worden door //de politiek." Er zijn talrijke hoogst belangrijke vraagstukken, die de volkswelvaartde betrekking tusschen kapitaal en arbeidden bloei van handelnijver heid en marktwezen betreffen, waarvoor tijd noch plaats schijnt gevonden te kunnen worden. De gansche stroom van belangen, behoeften, gedachten en gevoelens die buiten de staatszorg ligtbet inwendig leven des volks kan slechts van tijd tot tijd met eenige vluchtige belangstelling worden vereerd. Ziedaar een schier onafzienbaar veld, een schier onuitputtelijke stof voor de dagbladpers. En juist de kleinere, de gewestelijke en plaatselijke couranten zijn voor de bear beiding daarvan meer bijzonder aangewezen, 't Geldt bier toch niet zoo zeer het aangeven van algemeene regelenmaar, wat dikwijls vrij wat moeilijker isde toepassing dier re gelen op een bepaalde plaatsniet de theorie, maar de praktijk. De plaatselijke gesteldheidde ligging van stad of dorp, de bijzondere belangen der ingezetenen, de voornaamste bronnen hunner inkomsten komen bier in aanmerking; elke gemeente is een staat, een maatschappij op zich zelve, en verdient in dit opzicht een afzonderlijke beschouwing. Daar toe zijn dc kleinere bladen, de gewestelijke, de districts- en plaatselijke couranten geroepen. Juist het tegenovergestelde van hetgeen het Dagblad vreest, is waarschijnlijk. Het is te verwachten, dat de afschaffing van bet dagbladzegel ons een overstrooming van kleine bladen zal bezorgen. Gelijk de rivier in bet voorjaar, //ontslagen van den winterboei," met buitengewone snelheid zwelt en bare dijken overvloeit of doet bersten, zal ook waarschijnlijk de opheffing van den zegelboei een overstelpenden couranten- vloed ten gevolge hebben. De ontkluisterde band zal zich in het schrijven te buiten gaan, en de van druk ontslagen pers zal zich in bet eerste genot barer vrijheid niet weten te beteugelen. Misschien zal het daarom noodig zijnden heer Huet uit Indië terug te roepen. Maar die toestand van bezwarenden overvloed zal niet lang duren. De maag van bet, publiek zal niet groot genoeg blijken om al die gerechten te verteeren. Slechts eenige weinige gulzigaards zullen van alles proeven, maar de meesten zullen keuriger worden op hetgeen hun wordt voorgezet. Nu zoo veel en velerlei wordl opgedischt, zullen zij kiezen wat hun bet gezondst en bet smakelijkst voorkom!bet overige zal geen aftrek vinden, en voortaan niet, meer worden opgedischt. 't Zal blijken, dat bel niet allen koks zijn die lange messen dragen, en menige ondernemer zal zijn gaarkeuken spoedig weer sluiten, als de gasten na de leerrijke ondervinding van een paar dagen niet terugkomen. Zoo zal ook in dit opzicht de verhouding tusschen vraag en aanbod spoedig hersteld zijn, en weldra zullen wij weer een vaste markt hebben. Tot nog toe werd die markt door een buitengewone belasting gedrukten kon de natuurlijke, bij ons volk werkelijk bestaande verhouding tusschen vraag en aanbod zich nooit openbaren. Onder de bevrijde pers zal de laster welig tieren en bet schan daal een ruime kweekplaats vinden, klagen Dagblad en Tijd, en zij vragen reeds bij voorraad een beschermende wet voor den goeden naam van den vreedzamen burger, o Allesvoor- ziende, allesvoorkomende, allesomvattende broederliefde, die deze beide echt Christelijke bladen ook hier weder zoo bijzonder kenmerkt, boe zal ik u naar waarde loven Gij, Dagblad en Tijdgij hebt nooit kwaad gedacht, nooit booze bedoelingen ondersteld, nooit onedele drijfveeren of lichtschu wende bijoogmerken vermoedgij hebt altijd bet beste ge loofd altijd bij verschil van zienswijze de oprechtheid en de vaderlandsliefde van de tegenpartij buiten verdenking gela ten; maar uw teeder hart beeft van ontzetting bij de ge dachte, dat andere bladen, door de opheffing van bet zegel uitgebreid of pas in bet leven geroepen, minder edele wa penen gebruiken, bet vlekkeloos vaandel bezoedelen en de reine kampplaats onteeren zullen. Die gevoelens doen uw hart eer aanmaar bekommert u niet te veelbedenkt dat zonder goede zeden de wetten in dit opzicht niets vermogen, en dat, men geen wet maakt, wanneer de behoefte daaraan nog niet is gebleken. Inderdaad uw zorg gaat te ver, als zij reeds wetten verlangt tegen een kwaad dat gij nog slechts in de toekomst ziet. Laat ons eerst beproeven of bet zonder den dwang der wet niet gaan zal. t Is immers altijd nog tijd genoeg? Stelt een weinig vertrouwen in den goeden smaak van ons volkin zijn goede eigenschappen in zijn afkeer van laster en kwaadsprekendheid en wat vooral zou helpen en waartoe gij zeiven zoo goed in de ge legenheid zijt geeft een goed voorbeeld. Een goed voor beeld vermag in deze dingen zooveel, veel meer dan een dreigende wet. Men zal den goeden toon opmerken, die u boven andere b'adeu onderscheidten gij zult de zoete voldoening smakendoor de kracht van het goede voor beeldalzoo op echt Christelijke wijze, bet gehalte der Nederlandscbe dagbladpers gezuiverd en veredeld te heb ben. Gij vreest immers niet voor u zeiven gij gevoelt toch zeiven geen behoefte aan den teugel der wet? Welnu, hebt dan aanvankelijk ook zoo goede verwachting van uwe collega's, door uw stichtelijk voorbeeld gesteund! Maar bet laatste en grootste gevaar komt nog. Liefde voor ons vaderlandliefde voor ons volksbestaan wringt ein delijk nog Dagblad en Tijd den degen in de vuist tegen de heillooze afschaffing van het dagblad-zegel. Zij zien ons onergdenkend vaderland met goedkoope buitenlandsche bladen overstroomd, ons vrome volk onder een stortvloed van anti nationale denkbeelden bedolven, bet zaad van wantrouwen tegen eigen bestuur met kwistige hand uitgestrooid door vreemde regeeringen, die er niet tegen opzien tonnen schats op te offeren tot doorzetting ven eigen plannen. Bij den hemel, de Chineesche muur! God van Nederland, waak over ons, behoed uw uitverkoren volk voor de aanraking dier onbesnedenendier beidenendier onreinenWij loven u dat wij niet zijn als die tollenaren, maar behoed gij ons voor besmetting Maar neen, daartoe is de handhaving der zegelbelasting niet voldoende. Helaaswij zijn alree besmetwij zijn on rein Ik neem bet eerste bet beste nummer van de Opregte haarlemsche Courant op, die nog voor één van de onschul digste bladen doorgaat, en wat lees ik? De Delatte meent Nieolaas Galesco schrijft De Kólnische Zeitung beweert De Kreuz-Zeitung antwoordt De Maimer- Beobachter merkt op De Constitvtionnel meldt la Liberté bericht Ie Monde verklaart De Débats, de Times, de Globe, de Sa/urdag-Review geven in overweging John Bright heeft in een vergadering van kiezers ge zegd Generaal Prim schrijft Waar red ik mij van de besmetting Van alle zijden waait de vreemde gif- damp mij tegen. Waar vind ik iets nationaals Het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenliage stelt in 't licht Eindelijk Dit is te erg. Daar moet een wet tegen gemaakt worden een wet die met bedreiging van gestrenge straffen verbiedt iets over te nemen uit een vreemde courant. Ons volk zou geheel verbasteren. Daar moet met alle macht tegen gewaakt worden. Geen vreemde courant, geen buitenlandsch boek geen Fransebe roman mag de grenzen overtenzij met verlof van het Dagblad en de Tijd. Maar zullen wij dan veilig zijn? Helaas, neen. Vreemde mogendheden zien er niet tegen optonnen schats op te offeren tot doorzetting van eigen plannen. Maar wacht eensdan zou bet toch beter zijn, de zegelbelasting af te schaffen. Als de vreemde mogendheden geen tonnen gouds ontzien om in ons vaderland anti-nationale denkbeelden te verspreidendan is juist die zegelbelasting in bun voordeel. Zij laten zieb door de hooge kosten zeker niet afschrikken; maar de arme Nederlandscbe uitgevers en nationale schrijvers worden door die kosten belemmerd, en kunnen niet waken tegen verbastering. Dan was bet toch maar beter de dagbladen goedkoop te maken, opdat wij met die rijke vreemde mogendheden kunnen concurreeren. Maar misschien zullen zij de vreemde dagbladen vol anti-nationale denkbeelden kosteloos in ons land verspreiden; misschien zullen zij het Handelsblad, de Nieuwe Rotterdammer, de Arnhemmer koopen, en daarin anti-nationale denkbeelden ver kondigen, waar die bladen volgens de meening van bet Dag',lad toch reeds niet vrij van zijn. Er blijft geen ander afdoend middel over dan al die bladen te verbieden, en alleen de beide nationale Christelijkeonomkoopbare bladen, Dagblad en Tijd, te behouden. W. V. D. K,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1868 | | pagina 1