fereenigde Staten. iSinneatlaml. 3ngc30ubcn js&tufckeiu Kerkstichting te Heer Hugo Waard. Onze overzeesche belangen. Te gelijk met de presidentiëele verkiezingenhebben die der plaatsvervangers plaats gehad van dat derde gedeelte van het Congresdat op 4 Maart '69 moet aftreden. Het Huis der Afgevaardigden zal alsdan bestaan uit 145 liberalen en 82 consèrvatievende Senaat uit 58 liberalen en lüconsei- vatieven. De liberalen beschikken dan niet meer over dei stemmenwelke noodig zijn voor het doordrijven eener wet tegen den wil van den President. Tot burgemeester der stad Nieuw-York is verkozen de lieer Huil, een conservatief. De genl. Grant wordt bestormd met brievenafkomstig van personendie in aanmerking wensehen te komen voor de 53000 ambten, welke een president bij zijn optreden te begeven heeft. Hij zijnen secretaris bevolen, al de brieven, waarin hij het woord «ambt" leest, terstond te verbranden. Staten-Generaal. Bij de 2e Kamer is ingekomen een ont werp van wet tot intrekking der octrooiwet. Den 27 is aangenomen hoofdstuk III der begrooting buitenlzaken) met 63 tegen 2 st., na verwerping met 58 tegen 11 st. van een amendement der heeren Heydenrijck Pijnappel en kiruly, om uit de japansche oorlogscontributie 41757,84 schadevergoeding aan kooplieden te verleenen, en met 46 tegen 18 st. van een ander van den heer de Casembroot, om f 25000 van die contributie toetevoegen aan het fonds voor oude en gebrekkige zeelieden. Den 30 is het hoofdstuk justitie met alg. st. goedgekeurd, den 1 Dec. r. c. eeredienst, met 51 tegen 14 st., den 2 herv. eeredienst, met 49 tegen 13 st. De le Kamer heeft den 2 en 3 Dec. de beide hoofdstukken der indisehe begrooting met alg. st. goedgekeurd. Ontslag. De heer K. Mmtjewerf heeftop grond van hooge jarentegen 1 Jan. a.s. zijn eervol ontslag als bur gemeester van Zuidseharwoude aan Z. M. verzocht. Visscherij. Den 26 heeft een der schuiten van den heer P. de Niet te Scheveningen de voorbeeldelooze vangst van ruim 200000 haringen aangebracht. Aanbestedingen. Den 27 te Groningenhet graven van een afwateringkanaal van het Slochterdiep naar Earmsum, minste inschr. J. Vernimmen te Drunen, voor 139,500. Bouwwerken. De oude toren van Oudcarspel, die door verzakking der fundeering 12 palmen overhing, is door het beleid van den heer H. Hana, architect te Amsterdam, weder in rechten stand gebracht. Deskundigen prijzen de vernuftige wijze waarop hij zijn werk volvoerde, in weerwil der veelvuldige bezwaren, waaronder ook behoorde de toeneming der overhelling gedurende den arbeid, tot op 1.34 uit de loodlijn. Openbare werken. Den 26 is, door het doorsteken van den dam op het strand, het kanaal door den Hoek van Holland, voor den nieuwen rotterdamschen waterweg, met de Noordzee in gemeenschap gebracht. Rotterdam. De gemeenteraad heeft den 28 de voor drachten tot het sluiten der leening van 6 miljoen met de daarbij voorgedragen belastingen, na 5 zittingen, met 30 tegen 7 st. aangenomen. De leening is gesloten door bemid deling der Commanditaire Bankvereeniging aldaar, met den heer J. E. Oppenheim te Brussel. Haarlemmermeer. De gemeenteraad heeft bepaalddat de in aanbouw zijnde dorpen Kruisdorp en Venneperdorp voortaan zullen heeten Hoofddorp en Nieuw-Yennep. Rampen. In den nacht van 29 op 30 Nov. isten ge volge van dikke luchtop den Banj aard gestrand het schip Dordrecht, van Batavia naar Dordrecht bestemd. De equi page passagiers en troepeneen 40tal personen, zijn door de sleepboot Hellevoetsluis te Brouwershaven aangebracht en een gedeelte der rijke lading is door verschillende vaartui gen geborgen. Misdrijven. Den 2 Dec. 's avonds is aan de Oostvest te Rotterdam weder door 5 personen een aanval gedaan op een policie-agent, die zij op den grond geworpen hebben, doch op wiens hulpgeroep zij op de vlucht zijn gegaan. Een hunner is teruggekeerd maar afgedeinsdnadat de agent een pistoolschot gelost en hem waarschijnlijk geraakt had. De 1* Kamer heeft den 2 en 3 Dec. de beide hoofdstukken der indisehe begrooting met alg. st. goedgekeurd. Bijzonderheid. Den 4 Dec. heeft Jan Zootjes, landman in den Schermeer, gemeente Oterleekvoor de zestigste maal de pacht betaaldvoor de sedert 60 jaren bij hem in huur gebruikte boerderij. Koloniën. Op 3 en 12 October zijn vruchtelooze aan vallen ondernomen op de sterkte Bandjar op Bali, de eerste maal door de lafhartigheid der belilengsche hulptroepen. Gelukkig is er niemand der onzen gesneuveld. Sedert 21 Sept. was de expeditie werkeloos gebleven, aangezien de sterkte niet bereikbaar was voor het gesehut der schepen en er geene koelies te vinden warenzoodat 2 stoomschepen die van elders moesten halen. Ida Madeh Rahi had van dit oponthoud gebruik gemaakt tot uitbreiding van den opstand, door de vroeger weifelende stammen aan zich te verbinden. Van den Almanak voor Landbouwers en Veehouders is de 23® jaargang verschenen, een blijk, dat dit nuttige en goed- koope werkje zich voortdurend in de belangstelling van medewerkers en lezers verheugen mag. 't Bevat, behalve de kalender, wederom een veertigtal bijdragen over onder werpen tot land- en tuinbouw en veeteelt betrekking hebbende, waaronder over het bemesten en verbeteren van den bodem, de spadeploeg, de rechten en wetten omtrent uit- en over wegen, hooiwinning door broeiing, het planten en snoeien van boomen, de runderpest, de friesche veestapel, de vee markt te Chicago, het veredelen van vee, het mesteiy van runderen en varkens, middelen tegen veeziekten en ongedierte, enz. Het mengelwerk van 8 vroegere jaargangen tot een bundel verzameld is voor geringen prijs verkrijgbaar, en brengt een schat van opmerkingen en raadgevingen tot het landbouwend publiek, dat leeren en van de ondervinding van anderen partij trekken wil. Een belangstellend lezer heeft aan de Alkmaarsche Courant het volgende ter overneming aanbevolen uit het bekende tijd schrift //Los en Vast". Alles wat de verzorging der wee zen betreft verdient ongetwijfeld de algemeene aandacht, in zonderheid waar een nieuw gebouwd huis voor zijn aanstaande bewoners ingericht, en zooveel op nieuw geregeld moet wor den. Van die eerste regeling, van den geest die daarbij de richting aangeefthangt veel af. Gaarne wordt daarom aan het verzoek van den inzender voldaan. Zoo de zorg voor mond en tanden, naar het oordeel van alle artsen, noodzakelijk en heilzaam is voor de gezondheid van den menschen voor veelvuldige smarten en onaange naamheden behoedt, is het pligt hiervoor het beroemde, met de uitstekendste resultaten bekroonde ANATHERIN- MOND WATER van Dr. POPP in herinnering te brengen Geen middel werkt zoo krachtig en zeker tegen tandsteen nuistenzweerenbederf in den mondzelfs tegen scorbut als deze heerlijke essencedie tevens voor gezonden het zekerst voorbehoedmiddel tegen alle mondkwalen is. Op wekkend verfrisschendden adem zuiverend, werkt zij vooral op de tanden, welker gezondheid en natuurlijke kleur be waard of hersteld wordt. Zij verwijdert den wijnsteen, de pijnen veroorzaakt door holle en aangestokene tanden en heelt het gemakkelijk bloedend tandvleesch. Tegen elke tandpijn (rhumatisch of nerveus) werkt zij snel en zeker en behoudt den goeden reuk des adems, daar zij alle scha delijke atomen uit den mond verwijdert. De zegenrijke wer king dezer essence kan daarom aan alle tandlijders niet ge noeg aanbevolen worden. Voor bovenstaand doel ontvangenbij Ds. Oortvan Mevr. N. N. f 2,50bij Ds. J, Bólger, gecollecteerd bij de godsdienstoefening aan den Helder 66.89, ///'De tijd is lang voorbijschreef onlangs een philanthro- pische Duitscher, "toen liet onzeker wasof men de gevan genen in 't weeshuisdan wel de weezen in de gevangenis moest zoeken," en zonder twijfel is de inrichting der wees huizen, in de laatste honderd jaren, heel wat ten goede ver anderd. Ik zou niet durven beweren, wat de bekende Salz- mann in zijn dagen zei«Liever vertrouwde ik een ouder- loozen knaap aan een Zigeunerkorde toe dan aan een wees huis." Evenmin zou ik 't zijn tijdgenoot Meissner onvoorwaar delijk nazeggen: «Weeshuizen zijn moordenaarsholen," Uit een en ander volgt echter geenszins, dat er, over 't algemeen, in de bedoelde gestichten niet ontzaglijk veel tc verbeteren zou zijn. Ik ben overtuigd dat het onderwerp al de aandacht van wijze en edele menscnen niet alleen waardig ismaar zelfs gebiedend eischt. «Wil iemand al de domheid en de gruwelen aan 't licht brengen, die, in den goeden ouden tijd, een weeshuis tot een even aangenaam verblijf als een kerker maaktenik heb er niet tegenals het maar niet strekken moet om öf de dooden te schelden, óf de levenden te vleien. Overigens, hoe eerbiedwaardig de antiquarische studie ook moge zijn, 't hervormingswerk in den tegenwoordigen tijd is misschien nog wel zoo nuttig. «Wil een ander opmerken, dat hij kinderen kent, wier ouders nog leven, en die 't vrij wat slechter hebben dan de bevolking onzer weeshuizenhem staat dagelijks de gelegen heid open aan zijn ongelukkige kennissen goed te doende hervorming dier gestichten behoeft daarom niet te worden uitgesteld. «Het is, in één (zacht) woord, erbarmelijk, zooals er in sommige weeshuizen met de meisjes wordt geleefd. Na een doorgaans gebrekkig schoolonderricht binnenshuisworden zij gebracht naar de naaikamer. Daar zitten ze jaren ach tereen, van den morgen tot den avond, over 't naaiwerk gebukt; daar leeren ze dat overschoone «op den draad' werkenwaartegen geen menschelijk gezichtsorgaan op den duur is bestanddaar wordt het eene «bruidsuitzet" na het andere onder handen genomen, om in het jonge, vreugde- looze hart begeerten op te wekken, die geen formulier van bijbelteksten bezweert. Ik ken een weeshuis, waar een tal van jonge dochteren, tot op haar 23»» levensjaar, aldus wordt bekwaam gemaakt voor 't huiselijk en maatschappe lijk leven. En plein dix-neuvième hebben dergelijke dingen plaats. Indien men de maagdelijns stelselmatig, naar zielen ligchaam, wilde verderven, men zou niet noemenswaard te veranderen hebben in 't systeem. Het is dan ook een zeld zaamheid dat de arme schepselsin later tijd, met^ God en met eere haar brood verdienen. Voor een «dienst" zijn ze niet opgeleid. Van huishoudelijk werk weten ze niets. Het gezalfde stelsel der regentessen bracht dat zoo meê. Of is het niet dier edele vrouwen schuld 't Kan het niet anders in een zoo bevolkt gesticht, bij zoo beperkte ruimte Welnu, dan is het vonnis geveld; dan moeten die gestichten voor afbraak worden verkochtdan mogen ze niet langer prijken met de heilige emblemata der christelnke liefdadigheid; dan moeten ze weg als plaatsen waar, onder Godtergend psalm gezang en gebed, de schijnheilige proloog van menigtreur- ipel der vermoorde onnoozelheid wordt afgespeeld. «Als de weeshuizen zullen blijven, moet er veel onzinnigs en onzedelijks in hen worden afgeschaft. «Dan moet aan de advertenties een einde komen, waarin gehuwde personen zonder kinderen" voor de betrekking van vader" en «moeder" worden gevraagd, als sprak het van zelf, dat lieden, die niet weten wat er in een kinderziel omgaat, de aangewezen vaderlijksten en moederlijksten zijn. «Dan moet er worden toegezien, dat geen ongeluk van een vent, wiens affaire verliep omdat hij zelf half verloopen was, door hooge of lage voorspraak tot een post wordt ver koren, die misschien meer dan eenige post ter wereld de edelste krachten vraagt. Dan moet er geen vrouw; als «moeder" op den koop toe worden aangenomen, van wie men niets anders weet, dan dat zij de gelukkige echtgenoot is van zulk een man. «Dan moet men, zonder aarzelen en zonder uitzondering, alle sollicitanten afwijzen, die niet in hun eigen moedertaal, maar in geleende en gehuurde teksten «de werken Gods verkondigen." Het systeem om de kinderen, bon gré mal qré, «op de knieën" het levenswerk te leeren, is even onzalig en onheilig als het vloek- en ranselsysteem. «Dan moet het niet langer den schijn hebben, als waren patriciërs, naar heilige natuur- en geestes-ordonnantiën, de beste regenten van een weezengestieht. Geen domme aris tocraat mag worden voorgetrol&en boven een verstandigen plebejer; geen gelauwerde non-activiteit boven een huisvader, die «in het zweet des aanschijns" zijn roggebrood eet. «Dan moeten de regenten, bij voorkeur, brave mannen zijn «uit den werkenden stand;" geen nietsdoende papa's wier eigen zoons op hun 12i! jaar al weten wat er in de wereld te koop is, om op hun 40»" nog niet te weten wat er voor een mensch in de wereld te doen is. Dan moeten die regenten den onderloozen jongen bijstaan met raad en daad, als de ure om een beroep te kiezen heeft geslagen Geen kleine jongen mag langer de stad adoopen om een winkel te zoeken; het moet niet kunnen plaats hebben, dat hij vandaag zich bij een kleermaker wil verhuren, om mor gen aan te landen bij een smid. De orde van het «Huis moet niet meebrengen, dat de knaap terstond geld verdient, hoe meer hoe liever; de jongen moet door het «stelsel" niet worden aangepord om met den baas tegen de regenten te complotteeren. Ook moet geen knaap, op zware straf, ver plicht zijn, ten minste één jaar bij denzelfden baas te blijven. Wanneer die baas een ellendeling is en den leerling als slaaf behandelt, dan moeten de «Heeren" dit weten, dan moeten ze den jongen helpen, redden, troosten, alsof hi dier heeren eigen kind was. Anders «zoo wie een van deze kleinen ergert het ware hem nutter dat hem een molensteen om den hals werd gedaan en dat hij verzonk inliet diepste der zee.' En een weinig verder: «Over de godsdienstige opleiding der weeskinderen kanik kort wezen. De meeste regenten en regentessen zijn uit den «fatsoenlijken" standen dus zeer specifiek christelijk. Yan de hoogere sferen weet een ordinair en «natuurlijk" mensch zoogoed als niemendal. Men zou kunnen vragen, of de lieve lleere Jezusdie «een kindervriend" waswel j bijzonder gesticht zou zijn geweest door de lange gebeden, -. voor en nadoor het opdreunen van de tien plagende tien i geboden, de zooveel koningen van Israël enz.; men zou j kunnen twijfelen aan de nuttigheid van het bijbellezen door dik en dun heende dochteren Lot's en de hoere Babylon's incluismen zou voor de afwisseling, na al het gepsalm misschien een patertje-langs-den-kant willen hebben op een zeurigen Zondagmiddag; edoch, dat vragen, twijfelen, wil len enz. zou reeds droevig genoeg bewijzen dat ge geen idéé hebt van wat een arm weeskind, in zake der godsdienst, toekomt. Ik spreek dus van de godsdienst niet, met een stille hoop, dat de Goede God, trots al het psalmgedreun en 't overige stichtelijke levenmaken, zich met de kinderen zal kunnen verstaan." Met den volgenden wenk wordt dit artikel besloten: «Als gij de Erankforterpoort te Berlijn uitwandelt en den straatweg volgt, dan komt gij, na een halfuur gaans, bij de Rummelburger Anstalt. Het is een Berlijnsche inrichting voor weezen. Erisch en vriendelijk blinken de nette woningen door het geboomte u tegen. Hier heerschen levenslust en levenskracht. Ook hier is het volmaakte nog niet. Doch hoor dit éénesoliede Berlijnsche huismoeders verlangen haar dienstmeisjes, bij voorkeur, uitde Rummelburger Anstalt. «Gij nu, dit wetend ga heen en zie wat n te doen staat Dikwijls klaagt men in algemeene uitdrukkingen over de kostbare huishouding bij het departement van marinezonder dat veelal de middelen worden aangegeven tot het brengen van verbetering in dezen verkeerden toestand. Misschien is hiervan de oorzaakdat men niet genoegzaam op de hoogte der bezwaren isof schroomt zaken met personen in verband te brengen. Daar waar het echter de belangen van de Neder- landsche schatkist geldt, zijn wij voor ons van oordeel, dat het pligt is over die beschroomdheid heen te stampen en de aandacht op de middelen tot verbetering te vestigen. Op grond van deze overweging veroorloven wij ons te wijzen op de leverantiën aan het departement van marine in buitenlandsche havens, met name te Kaapstad (Kaap de Goede Hoop) gedaan wordende. Ons Gouvernement is gewoon daar ter plaatse alles wat het voor zijn schepen noodig heeft, door zijnen consul- generaal te laten bezorgen, zonder daarop tot nog toe de minste controle uit te oefenen niet alleenmaar zonder zelfs te weten of de benoodigdheden op de goedkoopste wijze worden ingeslagen. Het Eransche Gouvernement daarentegen laat elk jaar of om de twee jaren door zijnen consul-generaal in de couranten inschrijvingsbilletten opvragen van de prijzen van al datgene wat aan zijne oorlogschepen kan of moet worden geleverd. Deze billetten worden door hem in tegenwoordigheid van twee achtingswaardige kooplieden geopend en de laagste inschrijver is aannemer. Waarom volgen wij dit voorbeeld niet? Waarom vestigt onze consul-generaal aldaar, Sir John Trut er, er de aandacht niet op? Immers de officieren van administratie op onze oorlogschepen kunnen zeiven onmogelijk op de hoogte der prijzen zijn en evenmin persoonlijk de aankoopen doen. Wij geven daarom ons tegenwoordig Ministerie, welks loffelijk streven bezuiniging is, in overweging, om zich los te maken van de sleur zijner voorgangers en het stelsel van protectie te doen vervangen door dat der vrije concurrentie, een der heilzaamste vruchten van het liberalisme. Het onderzoeke: 1. «Of onze consul-generaal voor de gelden welke hem zijnter «hand gesteld, de steenkolen, proviand enz. aanschaft «daar waar zij als gevolg van contante betaling het goed- «koopst zijn., dan wel of hij de inkoopen doet ter plaatse «waar hem het langst crediet wordt verleend en alwaar zij dus noodwendig het duurst moeten zijn. 2. «Of het waar is, dat aan den consul-generaal van een «en ander eene premie van 5 °/0 door de leveranciers wordt «uitgekeerddaar deze immers den prijs hunner waren met dit «bedrag zullen verhoogen enalzoo ons Gouvernementbenadeelen. en 3. «Of het waar is eindelijk, dat voor de steenkolen «meer in rekening is gebragt dan 50 shillings 30) per «ton, een prijs, waarvoor zij altijd in de Kaapstad kunnen «geleverd worden." En mogt al uit dit in te stellen onderzoek (des noods ook bij het Eransche Gouvernement te doen) blijken wat wij hartelijk hopen, dat zulke handelwijzen niet plaats grijpen, de overtuiging zal er niettemin uit voortvloeijen, dat op de onkosten welke door 's Rijks stoomschepen te Kaapstad worden gemaakt, eene besparing van gemiddeld 20 te verkrijgen is en dat aldus de zaak, welke wij in deze regelen behandelden, de ernstige overweging in hooge mate verdient. J. L. T. DIRKSHORN (gem. Haringcarspel). 3 Dec. 1868. De dag van heden was voor deze gemeente een ware feestdag. Van verschillende woningen wapperde onze nationale driekleur, daardoor als van zelve tot vreugde gestemd, had den wij het genoegendoor het geachte hoofd dezer ge meente, den eersten steen te zien leggen van de nieuw te bouwen Protestantsche kerk. Ten 1 ure begaven zich de genoodigden en belangstellenden naar de aangewezen plaats. Na gepaste en ernstige toespraak van den beminden leer- aar, werd als met vaste hand door den heer C. Francis de eerste steen gelegd. Niet weinig werd onze aandacht getrok ken en onze blijdschap verhoogdtoen onze burgemeester de hem aangeboden taak vervulde en zich daarbij bediende van een zilveren truweel, waar, op de bovenzijde de voor gevel der kerk met toepasselijke inscriptie prijkte, en aan de achterzijde eveneens «deze eervolle taak opgedragen door de colleges van kerkvoogden, notabelen en kerkeraad" met aanwijzing der namen van den predikantarchitect en aannemer aan de vergetelheid werd ontrukt, en van een mahonijhout kalkbakje met zilver gemonteerd, waarop, inge sloten door dezelfde inscriptie, zich de platte grond der kerk vertoonde. Deze voorwerpengetuigende van den goeden smaak van den architect, beslaan thans mede eene plaats onder de vele blijken van liefde en hoogachting, die de jubilaris nog onlangs van verschillende zijden binnen zijne uitgestrekte en bloeiende gemeente, bij gelegenheid van zijn 25jarig burgemeestersambt, heeft ontvangen. Menigen wcnsch ging in 't openbaar en verborgen hemel waarts, om den hoog geschatten grijsaard nog vele jare met zijne geliefde gade, kinderen en kleinkinderen tot waardig voorbeeld dezer gemeente te mogen bezitten. "Vervolgens zagen wij de echtgenoote van den burgemeester den 2® steen leggen en onwillekeurig werden wij gedrongen, ziende op het naauwe verband dezer twee steenenden wensch te stamelen, dat onze gemeente over3a4 jaren hetvoorregt zal mogen smaken, het gouden huwelijksfeest, eene vijftigjarige vereeniging van den jubilaris en zijne gade, te mogen aan schouwen. Wijders werden door verschillende Leden der Kerkvoogdij, Notabelen, Kerkeraad en Gemeenteraad, benevens door vele belangstellenden, meerdere steenen toegevoegd. Waarlijk, deze zamenvoeging van vele steenenzoo onmis baar om dit sierlijke gebouw en toren voor veler oog te zien verrijzenwas een afdruk van de eensgezindheid en der on derlinge liefde, die hier ongestoord wordt genoten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1868 | | pagina 2