ALKMAARSCHE COURANT o. 50. Zeventigste .1 aargang. 1808. WW ">x Zondag S3 fi3eceinber. 'v:\ïv-. i' §t>n(iintLn(iaiiiei(. Sdtcfccltffcechc Berichten l'rsiisen. Het Sfe. Italic. S ia n j e. B*oi'tugaI. Frankrijk. FngeBaml. Y1 kV *Ju A j Doze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per jaar f 3,40 franco per post f 4, Brieven franco aan de Uitgevers HBllM». COSTEE ZOON. De Advertentiën kosten van 1—5 regels f 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag vroeger. meuaaBmama VEEGADEEING van den EAAD der gemeente ALK- MA AE. op Woensdag, den 10 December 1868, des namiddags ten 12 uur. Namens den k oordtter van den Raad, SPANJAAEDT. Als daar gevraagd wordtof onze eeuw zich kenmerkt door overdreven gevoeligheid door die weekelijke, ziekelijke richting die men gewoon is sentimentaliteit te noemenis het antwoord gewoonlijk zeer beslist ontkennend. Integen deel zegt menonze eeuw is wel de eeuw van het ver stand. Het tegenwoordig geslachtook het opkomend ge slacht, de jeugd, die toch wel het meest geneigd zal zijn tot dwepenweet zeer goed dat men van rozegeur en ma neschijn niet leven kan en de wenschen van een minnend paar bepalen zich niet tot het dichterlijke «hutje van klei aan het eind der aard," maar strekken zich al aanstonds uit tot het notariëele «hecht en weldoortimmerd dubbel heeren huis en erve." Niet de liefde is de hoofdzaakmaar de huwelijksche voorwaarden. De natuurwetenschappen voeren den boventoonen de vorming van het hart geraakt op den achtergrond. Practische kennis is het doel der opvoeding en het aankweeken van edele neigingen, van onbaatzuchtige waarheidsliefdekloeke zelfstandigheid en wat dies meer zij wordt verwaarloosd. „Carrière maken" is de leus van onzen tijdhet eigenbelang zit op den troonen in den haastigen spoed waarmee men werkt aan eigen lotsverbetring, blijft er geen tijd over voor de plichten van den burger, voor de plichten die men tegenover de maatschappijtegenover de geheele menscliheid te vervullen heeft. Of daar het recht of het onrecht zegeviertof daar de waarheid of de leugen triomfeertof daar armoede en gebrekonkunde en verdier- lijking den minder bedeeldenminder voorspoedigen of min der behendigen broeder teisteren of bedreigen, de vooruit strevende zoon der negentiende eeuw heeft geen tijd om er op te letten. Zoo hij zich een oogenblik op zijn weg ophield om een zwakken natuurgenoot, die gevaar loopt achter te blijvende hand te reikenzou die ander, met wien hij nu nog gelijk ishem voorbijsnellenof wel die nu nog achter is zou hem inhalen. En dat mag immers niet. Dat laat zijn eer niet toe. Maar zijn eer laat wel toe, het lijden van den naaste te zien en het hoofd er van af te wenden. Heeft hij dan geen gevoel? Wel zeker, elk menschelijk hart heeft gevoel; maar men heeft hem geleerd daaraan niet toe te geven, het te mistrouwen en te beheerschen. Onze tijd geeft aan de rede de kroon, 't is de bloeitijd van rationa lisme en materialisme Ik voor mij vind deze beschuldiging van den geest onzer eeuw ongegrond en onbillijk. Niet dat ik ontkendat er eenigezelfs veel waarheid is in hetgeen op onzen tijd wordt aangemerktmaar ik ontken ten sterkstedat het kwaad waarop men wijst, aan onze eeuw meer dan aan vorige eeuwen eigen is; ik ontken dien strijd tusschen gevoel en verstand waarop zoo dikwijls wordt gewezen, van de heerschappij der rede verwacht ik alles goedsen de vroeger verwaar loosde natuurkennis, het onderzoeken der stof. zal mijns inziens ons gevoel niet verstompen, noch ons onvatbaar maken voor edele drijfveeren. Het komt mij voor, dat het gevoel van aansprakelijkheid voor het lot van den naaste in vele op zichten tegenwoordig zelfs sterker is dan vroeger. Doch al mogen de beschuldigingen van zelfzucht, gevoelloosheid enz., die zoo dikwijls tegen deze eeuw worden ingebrachtonge grond of althans overdreven zijnvan sentimentaliteit wordt zij gewoonlijk schier met algemeene stemmen vrijgesproken. En daarover kunnen wij ons verheugen. Het gezondena tuurlijke menschelijk gevoel is een te edele en ook een te machtige kracht om er mee te spelenom er een tijdverdrijf van te maken, of om het door kunstmatige opwekking en overprikkeling te doen ontaarden of langzamerhand te doen verflauwen en verstompen. Er is daarenboven zooveel wer kelijke ellende en zooveel wezenlijk leed te lenigendat men zijn tijd niet behoeft te verbeuzelen met denkbeeldig lijden en ingebeelde smart. In het algemeen wordt onze eeuw alzoo geen senti- menteele eeuw genoemd toch moet zij in e n k e 1 e o p- zichten dit verwijt hooren. Sommigen verwijten haar bij voorbeeld te groote zachtheidoverdreven meewarigheidwee kelijke gevoeligheid, sentementaliteit in één woord in hare handelingen tegenover de overtreders der wettentegenover misdadige en gevallen natuurgenooten. Met de afschaffing van de geeseling en het brandmerk begint men zich te ver zoenen; men ziet, dat de maatschappelijke orde ook zonder deze straffen kan gehandhaafd worden; maar de gevangenis sen en huizen van verbetering dat zijn immers tegen woordig paleizen, lusthoven, waai de bewoners het meestal beter hebben dan menige eerlijke arme thuiskostscholen waar menig eerlijk vader zijn kinderen met vreugde zou willen heenzendenDezer dagen las ik nog een aardigheid van van Lennep op dit onderwerp. Omtrent liet spreekwoord «de kleine dieven hangt men op, de groote dieven laat men loopen" merkt hij aandat dit vroeger waar kan geweest zijn, doch thans niet meer: verre van de kleine dieven te laten hangen zegt hij legt men buitenplaatsen voor hen aanen maakt men het hun zoo comfortable en smakelijk, dat het vak een bepaalde tak van nijverheid is geworden. Deze «aardigheid" behoeft nu juist zoo erstig niet opgevat te worden; maar 't is opmerkelijk, hoeveel bijval dergelijke opmerkingen vinden. Zij zijn gevaarlijk, omdat het wat dwaas is ze ernstig te bestrijdenen het publiekdat met de zaak onbekend islangzamerhand in den waan komt dat hier inderdaad met bespottelijke weelde wordt huisge houden. Zoo ontstaat een openbare meening die niets anders is dan een vooroordeel, dat later moeilijk is uit te roeien. Niet als een aardigheid, maar in goeden ernstgelijk men van hem gewoon isheeft de heer Oodefroi onlangs in de Tweede Kamer herinnerddat het huis van verbetering en opvoeding te Alkmaar wel eens «een kostschool van den j eersten rang" is genoemd. «Die voorstelling mag nu veel j overdreven zijn. zeide hij geheel onwaar is zij niet." j Zulk een uitspraak is lichtvaardigen moest niet gedaan j worden zonder nader bewijs. Yoor 't minst diende de spreker i aan te toonen, in welk opzicht de vergelijking juist is. Toch j niet wat de kleeding betreft Een enkel bezoek in het ge sticht zou hem overtuigen, dat het, wat het voedsel sangaat, verre beneden «een kostschool van den laagsten rang" staat. Misschien wordt het onderwijs er zoo hoog opgevoerd Maar gewoon lager onderwijs zal toch geen te groote weelde zijn, en één onderwijzer voor 133 jongens (want inderdaad is er slechts één onderwijzer werkzaam) voldoet zelfs niet aan den gebiedenden eisch der wet. In welk opzicht kan dan dit gesticht vergeleken worden met een kostschoolniet van den eerstenmaar slechts van den laagsten rang Of hoe zou de heer Godefroi een gesticht willen inrichten, waarin wetsovertreders beneden de zestien jaren, die vrijgesproken zijn omdat zij zonder oordeel des onderscheids hebben ge handeld, gedurende eenige jaren in hechtenis gehouden en opgevoed worden? Wat den toestand der gevangenissen betreftverklaarde bij dezelfde gelegenheid de Minister van Justitie, die er on langs sommige had bezocht, dat hij daaromtrent een „zeer treurig antwoord" moest gevendat slechts weinige voldoende zijn te noemenen dat nog zware offers van de schatkist zullen gevorderd worden om ze dit te maken. Dat oordeel zal zeker niet veel tegenspraak ondervindenen van de meeste gevangenissen zou gezegd kunnen worden wat de heer DMlert in> de Tweede Kamer van die te Arnhem zeide: „ik geloof, dat het op den eetlust der leden een onaangenamen indruk zou maken, indien ik mededeelde hoe het daar uit ziet." Wat de vruchten zijn van gemeenschappelijke opslui ting, is algemeen bekendzedelijke pestholen zijn het, waar de laagstede schandelijkste ondeugden heerschappij voeren, waar de schuldigedoch daarom nog niet bedorvennog niet in 't, kwaad verharde mensch gevaar loopt voor zijn gansche leven besmet en in allerlei kwaad opgeleid en on derwezen te worden. Mag zulk een toestand blijven be staan Is het sentimentaliteitals iemand zich het lot dier gevangenen aantrekten de maatschappij, die hen van hunne vrijheid beroofdeook voor hen aansprakelijk stelt En dat doet hij niet in het belang dezer schuldigen alleenmaar ook in 't belang der maatschappij waarin zij terugkeeren. üf is het misschien in het belang der maatschappij, hen die de wetten overtreden op een plaats te brengendie zij hoogst waarschijnlijk meer verdorven zullen verlaten dan zij er binnentreden Dat de Staat het recht heeftin het alge meen belang de overtreders zijner wetten voor korter of lan ger tijd, zelfs in sommige gevallen voor altijd van hunne vrijheid te beroovenacht ik onbetwisbaarmaar dat hij het recht zou hebben hen te brengen in een verblijf, waar de kans van zedelijken vooruitgang tot de kans van zedelijken teruggang en geheelen ondergang staat als 110ontken ik ten sterkste. W. v. d. K. iPordt vervolgd.) Huis der Afgevaardigden heeft een voorstel aange nomen, strekkende om de regeering te verzoeken zorg te dragen, dat de begrooting van het departement van buitenl. zaken met 1 Jan. 1870 op het budj cï van het Noordduitsch- Yerbond worde overgebracht. Oostenb.uk. De Keizer heeft den heer v. Beustin er kenning zijner verdiensten en als een bewijs van Z. M. bij zondere welwillendheidden erfelijken titel van graaf verleend. Hongabije. In de den 4 bekend geworden begrooting voor 1869 zijn de inkomsten op 170, de uitgaven op 180 miljoen fl. geraamd. Het tekort der gemeenschappelijke uit gaven zal gedekt worden door het overschot der belastingen door besparingen in de administratie en door het verminderen van het, aanleggen van openbare werken. De Delegatiën hebben het gemeenschappelijk budjet goed gekeurd, hetwelk is vastgesteld op 81 miljoen. De zittingen der Delegatiën zijn vervolgens gesloten. Den 5 heeft het Volkshuis de wet op de landsverdediging met groote geestdrift ontvangen en de begrooting voor f 869 ua eene korte discussie aaugenomen. De heer Wanca heeft den 7, namens het centraal-comité der Iionvedsverklaarddat de Honveds van 1848 en 49 ten gevolge van het van kracht worden der nieuwe legerwct, hunnedieusten het vaderlanden den troon aanbieden. Ten gevolge van heftige aanvallen tegen een der artikelen van de wet op de militaire rechtbanken heeft de regeering dat wetsvoorstel ingetrokken. Het door de linkerzijde ingediende voorstel, om het man daat van Afgevaardigde met zekere betrekkingen onvereenig- baar te verklaren, is met 209 tegen 110 st. verworpen. De Keizer heeft de oprichting van een Honved-leger be volen en den Aartshertog Joseph tot opperbevelhebber daar van benoemd. Deze besluiten hebben te Pesth eene groote vreugde verwekt. Een dertigtal leden van de linkerzijde der Kamer hebben een voorstel ingediend om een rijkspensioen van 2000 fr. toetekennen aan de weduwe van Mongi en van 1000 fr. aan den vader van Tognettide beide te Eome ter dood gebrachte misdadigers (Het zouaven-corps in den Kerk. Staat had reeds eene inschrijving voor hunne betrekkingen geopend, waarin reeds voor 1800 fr. was deelgenomen). De vergadering heeft in comité-generaal besloten om dit voorstel niet in openbare discussie te brengen. De Kamer heeft den 30 Nov. een door eenige leden in gediend wetsontwerp aangenomenstrekkende tot hetonder zekere voorwaardentoekennen van burgerlijke en staatkun dige rechten aan italianen uit Staten, welke nog niet tot het koningrijk behooren. De regeering heeft met het beginsel ingestemd en slechts eenige wijzigingen in de redactie verlangd.' De minister Sagasta heeft nogmaals de gouverneurs der provinciën uitgenoodigd om het recht van vergadering te eerbiedigenmaar misbruiken daarvan tegentegaan. De aartbisschop van S. Jago de Compostella en de bis schop van Cordova hebben den republikeinschen volksleider E. Caslelar in rechten betrokkenomdat hij in de te Ma drid gehouden democratische bijeenkomst verkondigd heeft dat de geestelijkheid de 200 milj., die zij jaarlijks van den Staat trektlouter aanwendt om wapenen tegen de revolutie te smeden. De genl. Sam zal als kapitein-generaal naar Cuba ver trekken in plaats van den genl. Balcedie voortdurend door ongesteldheid verhinderd wordt. De opstandelingen op dat eiland zijn 2 malen geslagen. De minister Figuerola heeft eene commissie benoemd om de oorzaken der bestaande tekorten aantewijzeneen onder zoek te doen naar mogelijke bezuinigingen, middelen te be ramen tot vermeerdering der inkomstende begrootingen optemakenevenwicht in de ontvangsten en uitgaven der aanstaande dienst te brengenen eene wet te ontwerpen aangaande de bevoegdheid der Wetg. Macht. Het tekort op de loopende dienst wordt op 200 milj. fr. begroot, veroorzaakt door de vermindering der in- en uit gaande rechten, gepaard aan toeneming van den sluikhandel, en door vermeerdering van uitgaven voor het leger en voor het pensioneeren van een aantal voorstanders der vorige orde van zaken. Den 5 heeft eene gewapende bende te Puerto Santa Maria de afzetting der door het algemeen stemrecht benoemde al- cade geëischt, maar de onruststokers zijn aan de justitie j overgeleverd. Te Cadix hebben eenige reactionairenbij afwezigheid van een gedeelte der bezettingde bevolking opgezet tegen de j overheden en tegen het garnizoen en haar naar de wapenen doen grijpenmaar de troepen hebben den aanval met kracht beantwoord en de opstandelingen in het stadshuis en de naburige huizen opgesloten. De muiters, aangevoerd door zekeren uncozijn 3000 man sterk, waaronder 700 door hen bevrijden uit het bagno. Door tusschenkomst der bui- teulandsche consuls is een wapenstilstand van 48 uren ge sloten tot het begraven der dooden en het geven van ge legenheid aan vrouwen en kinderen om de stad te verlaten. Uit Madrid zijn den 8 op nieuw troepen naar Andalusie gezonden. Tot opperbevelhebber in dat gewest is de genl. Caballero Rodas benoemd. Te Tarragona zijn den 6 optochten van monarchalen en republikeinen in botsing geraakt, zoodat de overheid de mi litaire macht te hulp roepen en eene charge der cavallerie de orde herstellen moest. De vrijwilligers te Valladolid hebben geprotesteerd tegen het met geweld uiteendrijven van monarchistische manifestatiën. De stads-werklieden te Madrid hebben den 7 den arbeid gestaaktwegens de verlaging der dagloonen met 1 reaal. De nationale garde werd onder de wapenen geroepen, maar, wijl de rust ongestoord bleef, weder afgedankt. De verkiezingen voor de Corteswelke op 11 Febr. zal bijeenkomen, zullen op 15 Januari plaats hebben. Den 8 was voor 367 miljoen r. op de leening geteekend. De verjaardag van de afwerping van het spaansche gezag in 1640 is ditmaalals protest tegen het denkbeeld eener iberische uniemet bijzondere belangstelling gevierd. Te Lissabon is een te Deum in de domkerk gezongenzijn groote optochten gehouden en is 's avonds schier algemeen geïllu mineerd. Een blad van Marseille en een orgaan van Nimes hebben gelijktijdig eene inschrijving geopend tot het oprichten van een standbeeld voor den heer Berryer. Op den 2 Dec. zijn eenige departementale bladen met rouwranden verschenen, met "name iEmancipation van Tou- louze en l'Avenir van Auch. Laatstgenoemd blad is op de post en aan de drukkerij in beslag genomen. De hoofdredacteur van le Peuplevan Marseille, is wegens de inschrijving voor het monument-veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf en 500 fr. boete, en de drukker van dat blad tot 1000 fr. boete. Eene vergaderingwelke den 3 Dec. 's avonds in de zaal la Reine Blanche te Parijs over de octrooien zou gehouden worden, is van overheidswege afgezegd geworden, omdat het onraadzaam geacht werd in de "stadswijkwaar 's mid dags buitengewone maatregelen tot bewaring der orde geno men waren, eene nieuwe volksbijeenkomst toetelaten. De begrafenis van den heer Berryer heeft den 7 te An- gerville met groote plechtigheid plaats gehad. Meer dan 1500 personen waren uit Parijs derwaarts vertrokken om zich achter het lijk te scharen, waaronder eene deputatie der Fransche Academie, de raden van orde der parijsche balie, leden van de voornaamste andere fransche en van eenige buitenlandsclie baliëneen aantal Gedeputeerden en meest al de parijsche journalisten en letterkundigen van naam. Door 10 verschillende personen werden toespraken bij het graf ge houden en door den bisschop van Orleans de lijkrede in de dorpskerk uitgesproken. Terstond na het eerste verhoor zijn 55 van de 72 op 3 Dec. in hechtenis genomen personen in vrijheid gesteld. Het nieuwe ministerie is op de volgende wijze samenge steld: de heer Gladstoneeerste lord der schatkist, sir W. Paget Wood lord-kanselier (voorzitter van het Hoogerhuis), graaf Carendon buitenl. zaken, graaf Granville koloniën, de hertog v. Argyll indische aangelegenheden, de heer Cardwell oorlog, de heer Lowe financiën, de heer Childers marine, de heer Bright koophandel, de heer Chichester Fortescue iersche aangelegenhedende heer O'Hagan (r. catholiek) lord-kanselier voor Ierland, de heer R. Collier procureur- generaal de heer Moncreijf lord-advocaat van Schotland graaf Spencer lord-luitcnant van Ierlandde heer Otticay secretaris van het dep', van buitenl. zaken. De heer Peabody heeft op nieuw aan de armen van Londen f! 100.000 geschonken, zoodat hij thans reeds 350.000 heeft opgeofferd om gezonde en aangename woningen aan de arbeidende en armen klassen der londensche bevolking te bezorgen. De heeren Childers en Bright zijn tot leden van den Ge heimen Eaad benoemd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1868 | | pagina 1