ALKMAARSCHE COURANT
v
No. 2. Eenenzeventigste J aargang.
1869
Inschrijving voor de Brandweer,
Zondag
50 Januari.
(Officieel (Bcbccltc.
ter gemeente secretarie, op 1 IINGrSDAGr
WOENSDAG en DONDEGDAO van iedere
week in de maand Jannarij 1869, des mor
gens van 12 tot 2 ure en 's avonds van 6
tot 7 ure, van alle manspersonen van 20
tot 60 jaren oud en te Alkmaar wonende
zonder eenige uitzondering.
IJk voor nieuwe maten en
gewigten te .-Alkmaar,
x. V
SentinuMitulitcit.
S&lcfïclijfcscïte IScvichtcti.
Belgie.
Pruisen
Italië.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per jaar f 3,-10
franco per post f 4,
Brieven franco aan de Uitgevers
HERM". COSTElt ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot,
Zatnrdag namiddag 1 uur; ingezonden berichten een dag
vroeger.
Zij die verlangen geplaatst te worden op de lijst der ma
ritieme soldijenworden verzocht zich vóór 15 Januarij 1869
ter gemeente-secretarie aantemelden.
in het gewone lokaal van den ijk, op Vrijdag 15 January 1869.
De Arrondissements-IJker,
tijdelijk met, de dienst belast,
E. G. STAAL.
Door het bedanken van den tot, stads med. doctor be
noemden persoon, blijft die betrekking te Alkmaar vacant
en worden zij, die daarvoor in aanmerking weuschen te ko
men, verzocht, zich onder overlegging vau stukken vóór '20
Januarij 1869 daartoe te adresseren aan het gemeentebestuur.
De bezoldiging bedraagt 300,
POLITIE.
sAOp den 2 Januarij 1.1. is in een winkel hier ter stede ach
tergelaten een linnen zakje met eenig geldop den 8 daaraan
volgende is opgevangen een eend de daarop regthebbenden
vervoegen zich ter terugbekoming aan het commissariaat van
politie te Alkmaar.
{Slot.)
Bestaat er een billijke grond voor de onderscheiding die
gewoonlijk gemaakt wordt tusschen de gewone misdaden
en de zoogenaamde politieke misdaden f V an de beantwoor
ding dezer vraag zal voor een groot deel ons oordeel over
sommige daden af hangenen menige beschuldiging, hetzij
van wreedheid hetzij van sentimentaliteitzou achterwege
blijven, indien men het daaromtrent, eens was, en de lijn
der onderscheiding scherp kon getrokken worden. Maar de
beantwoording der vraag zelve hangt weer innig samen met
onze meening omtrent, het recht van den oorlog en van den
opstand. Wie zal het wagen hier een beslissende uitspraak
te doen en een regel aan te geven die voor alle gevullen
kan gelden? Het hangt altijd zeer veel van de omstandig
heden af.
Die Keizer Napoleon tegenwoordig een kogel door het
hoofd joeg, zou zonder twijfel algemeen als een moordenaar
beschouwd en veroordeeld worden. Maar zou dat zelfde
oordeel hebben moeten geldenals dc dood gepleegd was
toen hij in de straten van Parijs de gevestigde orde van
zaken bestreed en zich den weg tot de alleenheeysclnng baimde
over de lijken zijner medeburgers? Toen was hij het hoofd
van een troep samenzweerders tegen den staat, en nog kort
voor zijn dood verklaarde Berryerdat allen die tegen hem
hadden gestreden op de barricadeneen burgerplicht hadden
vervuld."Als Prins Napoleon en zijn handlanger bij den aanslag
■waren omgekomenhad ieder gezegd dat zij loon naar werken
hadden ontvangen. Daarvan waren zij zeiven levendig over
tuigd. Immers toen sommige Gedeputeerden zich bij de Horny
beklaagden over de gevangenneming van enkele hunner collega's,
antwoordde deze elegante man van de wereld zeer lakoniek:
»Ik waag mijn hoofd in deze zaak, en gij zult mij dus wel
willen veroorloven die maatregelen te nemen die ik noodig
oordeel." Maar wanneer is dan de tegenstand tegen den
zelfden Prins Napoleon ongeoorloofd geworden Na de volks
stemming zal men antwoordennadat het, ïransche volk zich
zeiven met ruim 7 millioen tegen ruim zes honderd duizend
stemmen voor dc regeering van Lodevijk Napoleon verklaarde.
Maar anderen zullen er op wijzen, dat die volksstemming
plaats had onder den verbijsterden schrik van het Parijsche
bloedbad van 3. 4 en 5 December, van de moorden en ver
beurdverklaringen door de speurhonden van den Prins in de
provinciën gepleegd en van de verbanningen naar Cayenne.
Zij zullen beweren dat het Fransche volk zijn goedkeuring
van den staatsgreep is afgedwongen met het mes op de keel,
en dat zij met vrij wat meer rechtals de gelegenheid daartoe
gunstig isde wapenen mogen opvatten tot bestrijding van
den overweldiger die zich tot Keizer heeft gemaaktdan
waarop deze vóór zeventien jaren zich kon beroepen toen hij
de Fransche republiek omverwierp.
Heeft een volk het recht, zich gewapenderhand en gebruik
makende van alle gewone oorlogsmiddelen tegen den aan
vallenden vijand te verzettendan heeft het ook het recht
om later tegen den omzwervenden vijand op te staan en
daarbij gebruik te maken van al die middelenlistenver
rassingen overrompelingen enz. waarvan oorlogvoerende par
tijen zich plegen te bedienen. En tegenover een eigen
vorst en eigen regeering kan aan een volk het recht van
opstand niet ontzegd wordenwanneer vorst en regeering
in strijd met den duidelijken volkswil handelenzich
als de eenige wettige meesters en gebieders gedragenen
alle andere pogingen om dit om-echt te doen ophouden zijn
uitgeput. En opstand is oorlog, oorlog van een volk tegen
zijn eigen vorst en zijn eigen regeering. Wat in het gewone
leven misdaad is houdt op" dit te zijnwanneer het in oor
logstijd niet ten eigen batemaar ten bate van dc alge
meene zaak wordt gedaan. Moord sluipmoord, brandstich
ting zijn dan geoorloofd niet, alleen, maar worden, wanneer
zij buitengewonen moed vereischen, als heldendaden geroemd.
De gruwelen en verwoestingen die van eiken oorlog onaf
scheidelijk zijn, zijn zoo vreeselijk, dat, elke beschrijving
verre beneden de werkelijkheid blijft. De weg van het
geweld is een afschuwelijke weg, een weg over lijken, ver
minkten. rookende puinhoopen. Daarom is het inderdaad
wel te verklaren dat zich in de laatste jaren velen hebben
afgevraagd, of die weg niet vermeden kan worden, of het
inderdaad in sommige gevallen de eenig mogelijke weg is,
met, één woord of dc oorlog niet afgeschaft, zou kunnen
worden. Sommigen zien met medelijden op deze onnoozele
halzen neer, en lachen over zooveel sentimentaliteit, die
zelfs den oorlog zou willen afschaften! Als of men, tegen
woordig althans, oorlog voerde uit pure liefhebberij, bloot
voor zijn pleizier! Zóó buitengemeen ounoozel zijn nu
echter deze bestrijders van den oorlog niet, dat zij aan dit
oorlogvoeren uit pure pret en bij wijze van tijdverdrijf zouden
gelooven; maar al voert men geen oorlog uit loutere lief
hebberij, dan is het, toch zeer mogelijk dat men er dikwijls
toe overgaat om onbeduidende redenen of met onedele oog
merken. Wie zou zoo dwaas zijn te beweren, dat de oorlog
van de aarde zou gebannen zijn, als de regeeringen een
voudig verklaarden: de oorlog is afgeschaft?
Zulke zaken schaft men niet af; zij kunnen even
wel langzamerhand zeldzamer worden en misschien
te eeniger tijd verdwijnen. En als iemand nu meent dat dit
ook met den oorlog mogelijk is en dat men op middelen
moet bedacht zijn om dit doel te naderen, verdient hij dan
onze bespotting? Mag het geen punt van overweging uit
maken of er geen middelen te beramen zijn om onnoodige
oorlogen, oorlogen uit, nationaal misverstand, gekrenkte eer
zucht of onbevredigde heersehzucht voortvloeiende te voor
komen, om zoo mogelijk te beletten dat dit vrceselijke mid
del wordt, aangewend wanneer een ander minder hevig mid
del voldoende was? Geweld is geen recht; en daarom ver
dient elke poging toejuiching, die ons den weg van het
recht wil openen in plaats van dien des gewelds. Als de
openbare meening zich meer en meer verklaart tegen den
oorlog, dan komt ook de oorlog langzamerhand in discre-
dietdan zal er niet zoo licht oorlog gevoerd worden in
geva Hen waarin hij zeer goed te vermijden wasen allengs
zal men tot de ontdekking komen dat hij nog in vele gevallen
vermeden kon worden waarin men hem tegenwoordig onvermij
delijk zou achten. De oorlog is stellig te weinig in minachting
de volkenhet eene meer en het andere minder, maar toch
over het algemeen nog alle beschaafde volken hebben er geen
bepaalde afschuw vanzij beseffen niet welk een ontzettende
bron van gruwelen en ongerechtigheden de oorlog is en
welk een onafzienbaren sleep van ellende hij in zijn staart
voert. Sommige volken gaan er zelfs met lust toe over als
tot een feest. Eeuwen lang is hun zooveel mooi's voorge
zongen van krijgsroemvan lauweren en nationale eer, dat
hun gezond verstand in dit opzicht geheel aan het dwalen
is geraakt. Ieder die zich wijdt aan de bestrijding van deze
gevaarbjke vooroordeelen doet ongetwijfeld een goed werk.
Voorai in Frankrijk en in Pruisen zou die arbeid niet mis
plaatst zijn.
Naar middelen zoeken om opstanden te voorkomenge
weld zoeken te vermijden is zeker geheel iets anders dan
een toegeven aan overdreven gevoeligheid. Om den oorlog
zooveel mogelijk te verhinderen, is echter een veel betere
verstandhoudingeen vriendschappelijker en eerlijker omgang
tusschen regeeringen en volken noodigen wordt een vrij
wat duidelijker en vollediger wetboek van volkenrecht ver-
eiseht dan thans bestaat. Den weg om binnenlandsche op
standen te voorkomen ligt ongetwijfeld in den parlementairen
regeeringsvormin de regeering overeenkomstig de inzichten
der meerderheid met vrije en openlijke bespreking van alle
geschillenalle vraagstukkenalle grievenalle klachten.
Bij volkendie aan dezen regeeringsvorm zijn gewoon ge
raakt die in deze oefenschool van zelfregeering ervaring
hebben opgedaan, niet bij volken die hunne politieke
opvoeding nauwelijks begonnen hebben, worden opstanden
en omwentelingen allengs zeldzamer, en hebben groote om
keeringen plaats zonder geweldpleging.
In ae negentiende eeuw zijn oorlogenopstanden en om
wentelingen echter nog aan de orde van den dagen be
hoort men hun treurigen nasleep aan te nemen. Hoe komt
het dandat dezelfde daad vaak zoo verschillend beoordeeld
wordt? Waarom noemt bij voorbeeld, om ons tot onze
eigen geschiedenis te bepalen de heer Brouwers Graaf Lo-
deicijk van Nassau, die voor die eeuwen bij Heiligerlee streed,
een roover, een brandscliatter en plunderaar die eigenlijk de
galg had verdiend Roovenbrandschatten en plunderen
waren toen toch, nog meer dan ihans, onafscheidelijk van
eiken oorlog. Omdat hij geen oorlog erkent tegen den wet
tigen vorst, omdat hij eenvoudig weigert de Nederlanders
die den strijd hadden aanvaard tegen de voor hen onlijdelijke
regeering van Graaf Philipsals oorlogvoerende partij te er
kennen. Hij oordeelt alsof Graaf Lodeicijk een rooverhoofd-
man wasdie met zijn bende van roofdiefstal en brand
schatting leefde. Die het recht van opstand en oorlog niet
erkentzal het moeten goedkeuren dat de Russische regee
ring de Polen die haar beoorloogden, liet ophangen en naar
Siberië zond. Hij zal misschien evenzeer de inwoners der
staten die tegen de algemeene regeering der Noord-Ameri-
kaansche Unie in opstand kwamen, als rebellen, samenzweer
ders tegen den staat, moordenaars en roovers gestraft willen
hebben.
Men heeft in den laatsten tijd het verschijnsel trachten te
verklarendat de Italianen zoo heftig zijn uitgevaren over
de terechtstelling van Monti en Tognettidie te Rome een
kazerne in de lucht hadden doen springen. Dat was toch
wel een feitmeende mendat de doodstraf verdiende, zoo
lang althans die straf nog wordt uitgeoefend. Die hier zoo
iets beproefde, zou immers ook met de zwaarste der bestaande
straffen worden gestraft Tot verklaring van de raadselachtige
verblindheid der Italianen beriep men zich zelfs op hun listig
en verraderlijk karakter. Mij komt het echter voor, dat de
verklaring nader bij de hand ligt. De Italianen hebben in
den aanslag op Rome een zeer geoorloofde, vaderlandslievende
onderneming gezien. Naar lmnne meening is Rome onbe
twistbaar de hoofdstad van hun land, dat zich na jarenlange
splitsing eindelijk tot een geheel heeft vereenigd. Deze Ita-
liaansche stad, deze hoofdstad van Italië zeggen zij
wordt tegen den wil van de groote meerderheid harer bevol
king aan Italië onthouden en door vreemde troepende
zouaven. bewaakt. Nu hebben zij een poging gewaagd om
hunne hoofdstad te veroverenen mannen als Monti en Tog
netti in hunne oogen heldhaftige vaderlanders, hebben mede
de handen aan het werk geslagen om de stad voor het ge
meenschappelijk vaderland te winnen; zij hebben daarbij een
gewoon oorlogsmiddel gebruikt, en mogen daarom niet als
gewone misdadigers behandeld worden.
Of die redeneering juist is, is een anderezaak; maar dat
de Italianen aldus redeneeren, is zeker, en dan wordt ook
hun oordeel over Monti en Togr.etti zeer verklaarbaar. Dat
de Pauselijke regeering, evenals elke andere regeering zou
doen, de zaak van een geheel ander standpunt beschouwt,
is reeds vroeger aangetoond. W. v. d. K.
De rechtbank te Antwerpen heeft de aanklacht van den
Afgevaardigde Delaet tegen het dagblad V Opiniondat uit
la Finance overgenomen haddat de Societé Immobiliere d'
Anvers hem 100000 fr. had toegelegd voor zijne als Verte
genwoordiger aan die maatschappij bewezen dienstenafge
wezen en tevens verklaarddat hij werkelijk die som geno
ten had om invloed op zijne politieke vrienden uitteoefenen.
In vele streken langs den Rijn heerschen roodvonk en
keelziek!e in die mate, dat op verscheidene plaatsen de
scholen zijn gesloten geworden.
Oostenrijk. Sedert 19 Nov. welt in de zoutmijn van
Wieliczka, in Galicieop bedenkelijke wijze het water op.
Alle pogingen om het te keeren zijn vruchteloos gebleven.
De inwoners der gedeeltelijk boven de mijn gebouwde stad
zijn zeer ongerusten de gemeenteraad heeft eene deputatie
naar Weenen gezonden, om het rechtop vergoeding van mo
gelijke schade te doen gelden en de benoeming te vragen
ecner commissie ter beoordeeling van het gevaar.
Dc Keizer heeft aan de ministers Oiskra en Berger de orde
van de IJzeren Kroon 1« kl. vereerd, waaraan verheffing in
den adelstandmet den titel van baronverbonden is.
Den 26 Dec. zijn te Weenen, in eene vergadering van
6000 handwerkslieden, besluiten genomen tot afkeuring der
legerwet als in strijd met het beginsel van algemeene volks
wapening, en tot goedkeuring der opheffing van het con
cordaat en der scheiding van Kerk en Staat.
Hongarije. Eene deputatiebestaande uit 200 burgers
van Pesthheeft zich naar graaf l)eak begeventen einde
hem dank te betuigen voor zijne aan het hongaarsche volk
bewezen diensten.
De vergadering van notabelen, die een zelfstandig bestuur
voor Croatie zal organiseerenis den 28 te Agram geopend.
Zij heeft al spoedig besloten, dat genoemd bestuur zal be
staan uit eene verantwoordelijke landsregeeringovereen
komende met die van Hongarije.
Toen de prins en prinses Piemont den 25 den schouw
burg te Palermo binnentradenwierpen 3 personen reactio
naire geschriften in de zaal. Het publiek protesteerde daar
tegen door de vorstelijke bezoekers toetejuichen en door hun,
na afloop der voorstelling, naar het paleis te begeleiden.
Garibaldi heeftom redenen van gezondheidhet hem
aangeboden commandement der grieksche vrijwilligers van de
band gewezen. Hij heeft de hem door de kiezers van Ozieri
op Sardinië aangeboden candidatuur als Volksvertegenwoor
diger aangenomen; wel is hij afkeerig van toenadering tot
de regeering, maar hij wil toch de roepstem der bevolking
volgen.
In eene gemeente der provincieReggio zijn de dorpelingen,
wegens de invordering der belasting op het gemaal, in opstand
gekomen, en is de openbare macht genoodzaakt geweest van
haren wapenen gebruik te maken, waarbij 6 personen gedood
en eenige gekwetst zijn. In verschillende andere provinciën
hebben dergelijkedoch minder hevige bewegingen plaats
gehad. Te Apelago, prov. Florence, werd het stadshuis door
de boeren aangevallen en door de nationale garde verdedigd,
waarbij een der aanvallers gedood is en eenige gewond zijn.
Bij Kon. besluit is de genl. Cadorna gelast, de orde in
de provincie Bologna, Parma en Reggio te herstellen, met
bevoegdheid om buitengewone maatregelen te nemen.
De boeren uit den omtrek van Borgo San Domino hebben
den prefect willen dwingen, een besluit tot opheffing der
belasting op het gemaal te onderteekenen.
In de provincie Verona heeft men in de laatste dagen de
krelen /deve Oostenrijk! leve de Paus!" gehoord.
De gemeenteraad van Venet.ie heeft met 21 tegen 18 st.
een voorstel afgewezen, om eene subsidie aan de nageblevenen
van Monti en Tognetti toeteleggen.
S tt II .j C.
De infant Enrico de Bourbon, de schoonbroeder van Ko
ningin Isabella, heeft een schrijven aan het Voorloopig
Bewind gericht waarbij hij verzoekt weder in het bezit ge
steld te worden van zijnen degen als mariue-officier, die
hem "door den haat en de dwingelandij van het ministerie
Nanaez" ontnomen is geworden.
Van regeeringswege wordt gemeld, dat de betaling der
eerlang te vervallen coupons der binnenlandsche en buiten-
landsche schuld volkomen verzekerd is.
De genl. Caballero de Rodasde bedwinger van het
cadixsche oproer, heeft te Xeres en te Sevilla de vrijwillige
burgerwacht ontwapend. Te Sevilla hebben den 5 groepen
de stad doorkruist onder liet geroep van »leve de republiek
maar de orde is niet verstoord geworden. Te Xeres hadden
dien dag insgelijks samenscholingen plaats en wilde men
zich meester maken van de op het stadshuis voorhandene
wapenen, maar een bataljon door Caballero gezonden soldaten
heeft de wapens naar Cadix overgebracht.
Meer moeilijkheid heeft de ontwapening te Malaga gekost.
0]i het bericht dat Caballero den 30 daartoe in aantocht was,
hebben de vrijwilligers op 2 bataljons na, die zich ter be
schikking van den militairen gouverneur, genl. Paviastelden,