ALKMAARSCHE COURANT IVo. 6. Eenenzeventigste J aargang. Zondag 7 Februari. Politiek dwentfftt. Jenever- of Courantenbelasting 82Hekclijï«0chc öcricittctt. Belgie. Deze Courant, wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per jaar f 3,40 franco per post f 4, Brieven franco aan de Uitgevers HER M>. CO STER ZOON. Bij deze Courant behoort een Bijblad NATIONALE MILITIE. De onderstaande personen worden verzocht zich ter gemeente-secretarie aantenielden Henri de Beste, Gerrit BobbeldijkLodewijk Hendrik Brond- geest, Egbert us Theodarus Burger, Arie Corner, Blaas Beloer, Jacobus Geels, Jan de Jager,''Adrianus Jacobus Klein, Cornells Goose Kwast, Adrianus Johannes Mannes, Joliannes Obee, Arend Willem Gerard van OtterlooHendrik Jan Pijpers, Cornells Voorwinden, Gerardus de Wit. POLITIE. Bij het afdrijven van de markt te Alkmaar is onder een koppel schapen, bestemd voor de veeboot, geraakt een wit schaap, rood gemerkt. De daarop regthebbende gelieve zich aantemelden aan het commissariaat van politie te Alkmaar. In het Pransche Wetgevend Lichaam is op 1 Februari 1.1. eeu interpellatie gehouden over de toepassing der wet op de openbare vergaderingen, die wel eenige opmerking verdient. De Keizerlijke regeering had hier niet met hare tegenstanders te doenmaar met hare bezorgde vrienden die vreesden dat de regeering te lankmoedig was, het gevaar niet zag, of althans te gering achtte, dat de maatschappij bedreigde, 't Was hier een lid der meerderheid, van die trouwe, de regeering steunende en den Keizer verheerlijkende meerderheid die het Wetgevend Lichaam tot een zoo ware volksvertegenwoordiging maakt, door wien inlichtingen ge vraagd werden omtrent de houding door de regeering ten opzichte der openbare vergaderingen aangenomen. En die houding is inderdaad merkwaardig genoeg. Over het algemeen kan niet gezegd wordendat de Kei zerlijke regeering een werkelooze en zorgelooze regeering is, die 'Gods water maar over Gods akker laat loopen. Zij is weinig gewoon de Eranschen naar eigen welbehagen te laten vergaderen en redevoeren, en pleegt er yoor te zor gen dat "de wetten behoorlijk geëerbiedigd worden en de vrijheid niet in bandeloosheid ontaardt. Drukpersvervol gingen zijn aan de orde van den dag, en voortdurende waakzaamheid is voor de dagbladen noodzakelijk om niet ieder oogenblik met de justitie in botsing te komen. Geheel anders heeft echter de regeering in den laatsten tijd gehan deld met de openbare vergaderingen. Met verbazing boorde men daar een ongemeen vrije taal voeren. Democratische socialistische en communistische denkbeelden werden daar met merkwaardige openhartigheid, in ronde, duidelijke taal en zonder omwegeii verkondigdhevige uitvallen tegen de godsdiensttegen de priesters tegen den eigendomtegen de rijkenvooral tegen den gezeten burgerstand kenmerkten deze vergaderingenwaar bet soms zeer ongeregeld en op roerig toeging. En de Keizerlijke regeering liet dit, toe. Een lid der meerderheid, bezorgd voor hei, algemeen welzijn, voor het behoud der- maatschappelijke orde, ziet zich eindelijk verplicht aan de regeering te vragenof zij niet zoo goed zou willen zijn de wet te doen eerbiedigen en de maatschap pij te redden van den haar bedreigenden ondergang. Men wist wel, dat men hier te doen bad met een handvol dema gogen die zichals een tooneel-legertjedan hier dan daar vertoondenmaarin 1848 scheen er ook geen gevaar te bestaan; Frankrijk was toen vol vertrouwen en droomde zich veiligmaar werd uit die bedrieglijke rust op het on verwachtst opgeschrikt- De Minister van Justitie ontkende niet, dat de openbare vergaderingen reeds van den aanvang af het tooneel van grove buitensporigheden waren geweest, maar wees er op dat toch ook de regeering had getoond te waken, daar er reeds vier of vijf veroordeelingen hadden plaats gehad. Tot nog toe had de regeering echter van haar reeht om de ver gaderingen te sluiten geen gebruik gemaakt, zoowel om een blijk te geven van gematigdheid, als omdat zij het beter achtte dat de gevaarlijke theorieën aan den dag kwamen, dan dat zij in de schaduw van geheime genootschappen voort woekerden. Thans evenwel meende de regeering aan die theorieën voldoende gelegenheid gegeven te hebben om zich te openbaren, en zou zij zich met nadruk van alle middelen die de wet baar aan de band gaf bedienen, om hare verdere ontwikkeling tegen te gaan. Merkwaardige redeneering! De Keizerlijke regeering acht het beteiC de voor de maatschappij gevaarlijke stelsels openlijk te laten verkondigen, dan door vervolging en slui ting èer vergaderingen aanleiding te geven dat zij voort woekeren in geheime genootschappen. Uitmuntend! 't Is of wij in John Stuart Mill's boekje «Over vrijheid" lezen. Bevatten die stelsels waarheid, dan zou het eeu groot kwaad zijn ze niet vrij te laten verkondigen. Zijn ze niet anders dan leugen en' dwaling, dan bestaat er zeker geen beter middel om hunne vaisckkeid aan het licht te doen komen dan gelegenheid te geven om hunne gronden te hooren en te weerleggen. Als men de tegenpartij niet aan het woord laat komen of haar het spreken verbiedt, zullen er altijd gevonden worden die ondeugend genoeg zijn om aan te merken: Als gij zoo overtuigd zijt dat deze men- schen ongelijk hebbenwaarom laat ge dan niet toe dat zij hunne meening ontwikkelen? Als gij zoo zeker van uwe zaak zijt, zoo zeker dat gij de waarheid verkondigt, roep% dan ook de bescherming van de wet niet in. tegen uwe tegen standers, maar bestrijd"hen met afdoende gronden, en ver trouw dat de waarheid zal zegevieren. Doch als de Kei zerlijke regeering inderdaad zoo vrijzinnig isen het beter oordeelt gevaarlijke stellingen in het openbaar te laten ver dedigen dan ze te verbannen naar geheime genootschappen waarom volhardt zij dan niet bij bare meening Waarom maakt zij dan eensklaps rechtsomkeerten roept uitmaar au js het genoeg, nu heb ik aan die stelsels genoeg den De Advertentiën kosten van 1—5 regels f 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 uur; ingezonden berichten een dag vroeger. teugel gevierd, en zal ik beginnen met hare openlijke ver kondiging te beletten Als het gisteren verstandig was de openbare bespreking niet te onderdrukkenwaarom is het dan nu raadzaam haar te verhinderen? De Keizerlijke regeering begaat naar hare eigene woorden een groote, een onverantwoordelijke onvoorzichtigheid. Als gevaarlijke stelsels openlijk Verkondigd worden, kan men er zich tegen wap'eneii men kan zebesïrTjcten en hunne on- j uistkeid aantoonen. De groote meerderheid zal weldra hunne onwaarheid inzienmenigeen die ze thans nog voor waar houdt, zal wellicht van zijn dwaling overtuigd worden. Door zich openlijk te vertoonen maken zulke stelsels zich zeiven onschadelijk. Straft men echter hunne openlijke verdediging, dan geeft men aanleiding dat zij in geheime genootschappen voortwoekeren. En dat is gevaarlijk. Want daartegen kan men zich niet wapenen, zich niet verdedigen, niet waken. Men weet niet dut het kwaad bestaatof al is men zich daarvan bewust, toch weet men niet welke vorderingen het maakt.waar en wanneer liet zich eenmaal zal openbaren. Men slaapt op een vulkaan. En als bet onbekende, of althans maar half gekende stelsel, dat de maatschappij dreigt omver te werpenzich in het geheim heeft ontwikkeldals het zooveel aanhangers heeft verworven, dat deze zich sterk ge noeg gevoelen om den dwang die hen drukt te verbreken, dan is de regeering onvoorbereid, dan wordt zij door liet gevaar verrastdan werpt de onverwachte schok inderdaad de be staande orde van zaken omver, dan is er omwenteling. Een gevaar dat zich openlijk vertoont is nooit zoo groot als dat verborgen is. Of wie beeft niet liever met een open lijken vijand te doen dan met een geheimen Wie gevoelt zieh niet veiliger bij dag dan bij nacht? Struisvogelswijsheid is hetwanneer meeningen en stelsels verkondigd worden die men gevaarlijk achtde openlijke prediking en verdedi ging daarvan te verbieden en te straffen. Gelooft men inder daad dat men daardoor die meeningen en stelsels zeiven zal onderdrukken en vernietigen? De ondervinding, de geschiede nis van alle eeuwen is daar om het tegendeel te bewijzen. De vervolgde meening, 't zij ze waar of valsch is, wint altijd in kracht en in getal van belijders door de vervolging zelve. Als zij openlijk optreedtvindt zij altijd bestrijdingmaar dwingt men haar tot geheime wegendan ontmoet zij ook geen bestrijding meer, en breidt zich onbemerkt en daardoor ongehinderd in 't verborgene uittot zij zoo machtig is dat zij niet meer ten onder gebracht kan worden. Al is men overtuigd dat een mecning valsch, en dat een stelsel nood lottig is voor de maatschappij, gelooft men dan dat een kwaad ophoudt te bestaanals men liet belet zieh te vertoonen en men het daarom niet meer ziet? Struisvogelswijsheid! Een Minister van Justitie is zich van dat gevaar bewust, wijst op de geheime genootschappen als de kweekplaatsen waar het maatschappelijk kwaad welig tiert en voortwoekert, en toch slaat hij de lessen die hij zelf verkondigt, de lessen van geschiedenis en ervaringin den winden verklaart zich bereid om de openlijke bespreking en verkondiging van ge vaarlijke stelsels tegen te gaan. Juist nu hij weet, dat ze bestaan en in Frankrijk aanhangers tellen. Want dit nut heeft de vrijheid van spreken reeds gestichtdat de regeering gezien heeft welke meeningen er onder het volk heerschen. Men roept wraak over die openbare vergaderingen, waar zulke gevaarlijke stelsels verdedigd worden, waar soms zulke onze delijke, godslasterlijke taal wordt gevoerd. Maar die vergade ringen hebben dat kwaad niet in bet leven geroepen. Zij bestaan slechts enkele maanden. Zij hebben slechts gelegen heid gegeven aan al die verdorvenheid om zich te vertoonen In plaats van daarvoor dankbaar te zijn want welke ge neesheer is niet dankbaar, als hij de kwaal kent die hij heeft te bestrijden? dwingt de regeering deze openbaringen van een gevaarlijken volksgeest tot, zwijgen, en verwijst hem naar de geheime genootschappen om zich ongehinderd voort te planten. Maar het was ook van de FVansch-Keizerlijke regeering niet te wachten, dat zij de lessen eener vrijzinnige staatkun de zou opvolgen. Alleen een regeering die vrije ontwikke- keling voorstaat, laat de openlijke bespreking van alle maat schappelijke vraagstukken en zelfs de verkondiging van naar hare meening gevaarlijke en verderfelijke stelsels toe. Zij is in alle opzichten voor openbaarheid. "Voortdurend hoort men dan ook het groote werktuig der parlementaire regeering knarsen en stampenmen ziet alle raderen bewegenmaar wordt daardoor ook altijd gewaarschuwd als er hief of daar iets aan ontbreektals de machine al te stroef gaaten men is in slaat te herstellen en olie te gieten waar die noodig is. Sommigen schrikken van het gedruisch der raderen en van al de ongerechtigheden die zij aanschouwen. Maar is dan openbaar gedruisch niet beter dan geheime woelingen En zal menwanneer men in 't geheim handeltnog niet groo ter ongerechtigheden plegendan wanneer men gedwongen wordt in 't openbaar te verschijnen Men heeft een afkeer van wat men zietmaar zal liet kwaad grooter of kleiner worden, als het onder den dekmantel schuilen mag? Men wijst op den hevigen vaak onedelen partijstrijdmaar kent men de geheime knoeierijen en omkooperijende geniepige dwinglandijde kleingeestige en straifelooze kwelzuchtde private kaapvaart onder publieke vlag, het schacheren met ambten en bedieningende geheime gevechten en niet min der geheime verdragen en onderlinge schikkingen tot ver deeling van den buit onder het zuiver monarchale stelsel Men wijst om van ons land niet te spreken op het vele ruweonedele, lage, dat ziehjvertoont bij de tegenwoor dige verkiezingen in Engelandmaar men vergeet dat twee schurken, tot verschillende partijen behoorendedoor open lijk, maar natuurlijk met verzwijging hunner namente las teren en schandaal te makeneen geheel kiesdistrict in op spraak kunnen brengen. Men verwijt aan het algemeen wat het werk van enkelen is. En was het dan beter, toen geheime omkooping en posten-bedeeling de hefboomen waren waarvan men zich bediendetoen elk lid van het parle ment zijn vasten prijs had De openbare weg is altijd de veiligste weg. De gelegenheid tot openbare bespreking geeft lucht aan vele heftige geesten, laat veel hartstochtelijks en kwaadaardigs ontsnappen wat gevaarlijk zou kunnen worden wanneer het onderdrukt bleef. De regeering die deze gele genheid wegneemtsluit moedwillig de veiligheidsklep van den stoomketel der kokende volksmeeningen en hartstochten. Zoo doet de Franseh-Keizerlijke regeering. Maar waarom heeft zij dan aan de openbare vergaderingen een poos den vrijen loop gelaten? Om Frankrijk vrees aan te jagen voor de socialisten en communisten, voor de roode republiek, voor de omverwerping der maatschappelijke ordevoor regeeringloosheid. Die vrees is een der zuilen van het Kei zerrijk. Napoleon Itl heeft zijn staatsgreep gedeeltelijk zoeken te verdedigen of te d'oen vergeven door de bewering dat hij Frankrijk van de roode republiek, van de regeering loosheid etc. had gered. Thans heeft de Keizerlijke regeering weer een poosje vrij spel gegeven aan «een handvol demagogen", gelijk de meerderheid van het Wetgevend Lichaam zich uit drukt, om op nieuw den dank te verwerven dat zij voortgaat de maatschappij voor haren ondergang te bewaren, en daardoor steun te vinden bij de verschrikte burgerij. W. v. D, K. "Wij drijven op de kurk van de jeneverflesch" is het niet ongewone verwijt, dat van tijd tot tijd tegen onze belasting op het gedistilleerd wordt in het nudden gebracht. Welnu, wat gevaar steekt daarin wanneer slechts om bij de beeld spraak te blijven die kurk in staat blijkt ons boven water te houden? Van deze belasting zal toeb wel niet gezegd kunnen worden, dat zij het volk van een gezond voedsel beroofd, ongelijkmatig drukt, of wat alzoo tegeneen belasting kan ingebracht worden. In mijn oog is het een uitstekende belasting. Tot nog toe zal zelfs de sterkste anti afschaffer wel niet bewerendat het gebruik van sterken drank in Nederland zoo gering is, dat bet eenige opbeuring noodig heeft. Integendeel zal elk moeten toestemmen, dat een weinig belastingdruk hier niet schaden kan; en men kan zelfs veilig aannemen, dat het jenevergebruik bij ons nog zoo algemeen en bestendig is, zieh zoo krachtig heeft ingeworteld en ontwikkelddat het door verzwaring van den druk niet noemenswaardig zal verminderen. Als dit zoo is, dan zal er toch wel geen enkele reden kunnen worden aangevoerd, waarom men niet de drukkende zegelbelasting van de dagbladen en andere gedrukte stukken zou afnemen en nog iets meer leggen op het gedistilleerd tenzij men dagbladen en dergelijke zaken al even schadelijk als jenever acht. Zoo zijn er, al durven zij het niet altijd hardop zeggen. Merkwaardig is het echter, dat deze vijanden der pers altijd enkele uitzonderingen maken; hun biad is goed en nuttigdat verkondigt de alleen ware beginselen maar de andere deugen niet. Doch als dan de zaak in het algemeen goed en nuttig is, moet men om het misbruik het gebruik niet moeilijk maken. "Op den vrnchtbaarsten akker schiet ook het onkruid weligst op zei van der Palm van de drukpers en wee do roekelooze handdie om het uit te wieden, de rijpende halmen kneust, en knakt, en vertrapten baldadig uitrukt Maar de jeneverkurk moge een niet te verwerpen steun zijnis hij veilig is hij te vertrouwen Op deze vragen heeft in de laatste jaren de Economist meermalen zeer gerust stellend geantwoord. In het nummer van Januari wordt daarenboven gewezen op het voorbeeld van Engelanddat almede uiterst geruststellend is. Men oordeele "Ten einde te kunnen oordeelen over de toeneming van het gebruik van sterken drank heeft een lid van het Engelsche Parlement onlangs eene opgave gevraagd van de hoeveelheid gedistilleerd, in het Britselie Koningrijk sedert het begin dezer eeuw in ieder jaar aan de belasting voor het binnen- landseh verbruik onderworpen. Die opgave is thans door de regering verstrekt. "Daaruit," zegt de Times, "blijkt het opmer kelijke feit dat de hoeveelheid vcraccij nsd gedistilleerd in het begin dezer eeuw en in het jaar 1807 (verder gaat deze opgave niet) bijna dezelfde is, altijd de toeneming der bevolking in aan merking genomen. In 1802 was zij TVAr van cen gallon per hoofd en in 1867 was zij TVA vau een gallon. Wanneer bet gemiddelde van eenige achtereenvolgende jaren wordt genomenblijkt dat het verbruik van gedistilleerd bier te iande thans iets grooter is dan in het begin dezer eeuw doch eene jaarlijksche consumtie vaneen gallon (4£ Ned. kan) per hoofd van de bevolking schijnt niet te bewijzen dat de onmatigheid hier te lande zeer groot is. In 1861, het laatste jaar waarin de getalsterkte der bevolking door telling is uit gemaakt bedroeg de hoeveelheid veraecijnsd gedistilleerd (binnenlandschbuitenlandsch en koloniaal te zamen geno men) r\\ van een gallon per hoofd in Engeland en Ierland, en 1.53 gallon in Schotland." W. d. K. De kanunnik Genneré, deken van het kapittel der hoofd kerk te Mechelen, is door de rechtbank aldaar veroordeeld tot eene boete van 25 fr., wegens het ongeoorloofd begraven van lijken in kerken (het bijzetten van het lijk van den vorigen aartsbisschop msgr. Sterckx in den aartsbisschoppe- lijken grafkelder). 4 Personen, 1 herder, 1 klompenmaker, 1 schoenmakers gezel en 1 dagloonster, zijn naar de assises van West-Vlaan deren verwezen, ter zake der in het vorige jaar herhaaldelijk gepleegde brandstichtingen te Saint-Genois. De mede in deze zaak betrokken uitgever van 't Jaer 30, de heer v. d. Berghe Benam, is van alle rechtsvervolging ontslagen, en de naar Londen geweken (nu teruggekeerde) vicaris v. Eecke zal enkel correctioneel vervolgd worden wegens bet aanranden in zijne kanselredenen van de overheid van S. Genois. Te Brussel heerscht de typhusvooral onder de gegoede standen. Hoewel het aantal slachtoffers vrij groot is, is het dit niet in evenredigheid tot het aantal! aangetasten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1869 | | pagina 1