ALKMAARSCHE COURANTE No. 7. Eenenzeventigste Jaargang. ZoiuSag i/i Februari. (Officieel ©cbccltc. 8528 «s ii'ii'iüS. De openbare school in den Pauselijken Staat. cSlcfccHjfiscïte Berichten. Pruisen. Baden. ^«»§(cnrilk-lIoiigar|je. Italic. l> a n j e. SBoriugal. kmaart ïsie. Ires- t Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per jaar f 3,40 franco per post f 4, Brieven franco aan de Uitgevers HER M". COSTER ZOON. KMMMaBKBMLfcU «Cfca. üdMBUMMI BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen den belanghebbenden in herinneriugdat ieder be voegd is zich van de dienst bij het brandwezen vrijtekoopen, tegen betaling eener jaarlijksche contributie, ten behoeve der gemeente, van drie gulden vóór de loting in de maand Ee- Druarij en van zes gulden na de loting in de maand April ten kantore van den gemeenteontvanger, waardoor men ech ter niet uitgesloten wordt van de verpligting om de betrek king van brandmeesteradsistent brandmeester of komman- deur, daartoe benoemd wordende, waartenemen. Burgemeester en IFethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 10 Feb. 1868. Be Secretaris, SPANJAARD T. BURGEMEESTER en "WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennisse van belanghebbendendat van af he den gedurende ééne maandter gemeente-secretarie ter le- ïing ligt een ontwerp besluit tot wijziging van het regle ment, vaststellende het toezigt op het onderhoud van den Noorder IJ- en Zeedijkstrekkende om ter bestrijding der noodige reis- en verblijfkosten en verdere huishoudelijke uit gaven jaarlijks ter beschikking van hoofd-ingelanden van aen Noorder IJ- en Zeedijk te stellenin plaats van ƒ1500 eene som van f 1800, binnen welken tijd zij die bezwaren tegen die verhooging hebben, ze schriftelijk kunnen inleveren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 11 Feb. 1869. Be Secretaris, SPANJAARD!'. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR, op Woensdag, den 17Eebruarij 1869, des middags ten 12 uur. Namens den V oorzitter van den Raad, SPANJAARDT. Vóór eenige dagen bevatte het dagblad de Tijd het volgende over den staat van het onderwijs in den Kerkelijken staat: «De pauselijke Staten telden (1)1219 gemeenten, gelijk ons land er bijna 1200 telt. Er was geene of zij had hare eigene gemeenteschoolzoo voor de jongens als voor de meisjes. Op dit punt is geen staat in Europa beter voorzienvele staten daarentegen veel minder goed voorzien van schoolge legenheid. Wie kan er schoolonderwijs geven? De eerste de beste? Neen, er wordt vereischt eene akte van bekwaam heid, van goed gedrag en van gezondheid. Aan wien wordt het onderwijs ontzegd Aan niet één burger, hetzij leek of geestelijke, die den ouderdom van 21 jaren bereikt en het vereischte diploma verworven heeft. Elk onderwijzer moet dus in zijn toelatingsexamen geslaagd zijn, en dan nog wordt hij slechts bij konkoers, na een vergelijkend examen aan het hoofd eener gemeenteschool benoemd, en dan nog in den regel slechts voor twee jaren. Na verloop en ondervinding van die twee jaren, beslist de gemeenteraad bij meerderheid van stemmen of de hoofdonderwijzer zal worden bevestigd of ontslagen. Dat ontslag evenwel mag niet worden gegeven dan om aan te voeren redenenen tegen elk ontslag dat de ontslagene voor onbillijk houdtheeft hij zijn beroep op hooger gezag. Ligchamelijke kastijding is uiterst beperkt maar de aanmoediging door belooningen rijk aan getal en verscheiden van aard. Het schoolopzicht wordt gevoerd door den burgerlijken magistraat en de kerkelijke overheid. «Behalve die gemeentescholen zijn er ook nog privaat-scholen voor lager onderwijs. De onderwijzers zijn aan de gewone voorschriften van de gemeenteschoolleeraars gebondendoch moeten zij hun examen voor drie examinatoren afleggen en litin patent van den bisschop der plaats verkrijgen. Vandaar dat liet getal der lagere scholen in de provinciën grooter is dau het getal gemeenten. In den jare 1859 bezat het rijk van den Koning-Pausbehalve die gemeentescholennog 2993 (zegge twee duizend negen honderd drie en negentig) meer uitgebreide lagere scholen. En Nederland, dat toch zeker niet een land van schoolvijanden is, had omstreeks die jaren (iet jaar 56 hebben wij voor ons liggen) cirka 3425 scholen voor lager onderwijs. Dat wil dus zeggendat de pause lijke Staten het zelfs Nederland nog verre afwinnen in het veld van het lager onderwijs. «De middelbare scholen moeten insgelijks in rekening wor den gebragt. «Dan zegt ons de statistiek, dat de Kerkelijke Staten niet minder dan 107 kollegiën en seminariën hadden. Daar doceerden 850 professoren en studeerden 5846 internen en 5509 externen. Na dit algemeen overzigt, dat wij gerust een triomf van de pauselijke regering in het vruchtbare veld van het volksonderwijs durven noemen, hebben wij nog eene algemeene vergelijking in te stellen van de gymnasiën en latijnsclie scholen. Nederland had er (in 1856-57) 64; de pauselijke Staten daarentegen 107 kollegiën en seminariën. Dus wordt ook hier zelfs Nederland met reuzenschreden voor uitgegaan door de Kerkelijke Staten. "Bij dit algemeene overzigt moeten wij twee bemerkingen makendie van het grootste belang zijn. De eerste is deze Nederland wij zeggen het met natiouale zelfvoldoening verwaarloost niet het onderwijs van de kinderen der armen. Kosteloos voor de armen wordt hun het onderwijs verstrekt, la de Kerkelijke Staten is reeds een veel hooger standpunt bereikt. Daar is bijna overal liet lager onderwijs voor alle kinderen geheel kosteloos. En niet slechts het lager onder wijs, maar ook het middelbaar onderwijs is cr insgelijks in bijna alle plaatsen geheel kosteloos. En niet alleen het lager middelbaar onderwijs, maar ook nog het hooger onderwijs is er aan verscheidene universiteiten geheel kosteloos. Dit zal in bijzonderheden blijken uit onze volgende artikelen. "Niet één landniet ééne stad is er in de geheele wereld (1) Vóór de inlijving van het grootste gedeelte van het grondgebied bij het Koninkrijk Italië. iïHlWl R.A v De Advertentiën kosten van 1—5 regels f 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaterdag namiddag 1 uur; ingezonden berichten een dag vroeger. waar het kind van den armen handwerksman, indien het er lust voor heeft, kosteloos kan genieten van het laagste tot het hoogste onderwijs, gedurende 10, gedurende 15 jaren, zooals in Rome; den graad van doktor, in welke gewijde of ongewijde wetenschap dan ook, kan het armste kind, de meest verlatene wees halen, zonder dat hem het onderwijs een penning kost. Evenzeer kan zich de zoon des volks m alle sehoone kunsten bekwamen, zonder dat hem het poly- techniesch onderwijs iets kost. Geeft dat kind een bewijs van uitmuntende talenten, van vlijt en deugd, dan kan het tot alle staatsambten komen, het kan worden //prins van den bloede des Koningsdat wil zeggenrang, titel en eer verwerven, die in andere landen eigen zijn aan de prinsen van den koninklijken bloede. En dat is in de Kerkelijke Staten niet slechts theorie, dat heeft er dikwijls in de wezen lijkheid der staatsbetrekkingen plaats." Uit het bovenstaande blijkt alzoo, dat de Kerkelijke Staat Nederland verre overtreft wat het aantal lagere en middelbare scholen aangaat, dat de regeering het onderwijs als een voor werp van hare aanhoudende zorg beschouwt, ener overal van staatswege' lager en middelbaar onderwijs wordt gegeven. Die met dezen toestand ingenomen zijn, kunnen niet anders dan, in dit opzicht althans, ook ingenomen zijn met den hier be- staanden toestand en met de tegenwoordige wetten op het lager en het middelbaar onderwijs. Tegen laag schoolgeld of kosteloos onderwijs op de openbare scholen kunnen zij almede geen bezwaar hebben, want, ook in dit opzicht is de Kerke lijke btaat ons verre vooruit; en ofschoon bijna overal het lager, het middelbaar, en zelfs hier en daar het hooger onder wijs aan alle kinderen (ook aan die van vermogende ouders) kosteloos wordt gegeven, ener ongetwijfeld bij de bevolking geen gemoedsbezwaren van godsdienstigen aard bestaan tegen de scholen door de Pauselijke regeering gesticht, mogen des niettemin de bijzondere of privaat-scholen zich verheugen in buitengewonen bloei! Evenals hier worden in den Kerkelijken Staat een acte van bekwaamheid en een bewijs van goed zedelijk gedrag gevor derd voor eiken onderwijzer; zelfs is er nog een getuigschrift van gezondheid noodig, waar onze wetten niet van spreken. De benoeming van onderwijzers aan de gemeentescholen geschiedt evenals bij ons, na vergelijkend examen. Om de twee jaren moet de openbare onderwijzer zich zelfs aan de kansen eener herbenoeming door den gemeenteraad onderwerpen. Het schooltoezicht is in den Kerkelijken Staat opgedragen aan de burgerlijke en de kerkelijke overheidbij ons aan door den staat benoemde inspecteurs en schoolopzieners en daarenboven in elke gemeente boven de 3000 inwoners aan commissiën uit de burgerij waarvan uit den aard der zaak personen van verschillende godsdienstige gezindheid leden zijn. Die dezen toestand van het schoolwezen in den Kerkelijken Staat roemt, moet ook toejuichen dat in Nederland de re geering het lager en middelbaar onderwijs met ernst ter harte neemt, overal openbare scholen sticht, daaraan veel geld be steedt en daarentegen een zeer matig of wel in 't geheel geen schoolgeld heft. Waarom wordt dan in Nederland afgekeurd wat in den Ker kelijken Staat wordt geroemd Omdat in Nederland in de openbare scholen geen onderwijs in de godsdienst wordt ge geven en de onderwijzers zich moeten onthouden van het gebied der Kerk. Hun onderwijs moet vreemd blijven aan elke kerkelijke richting, omdat de openbare scholen toegan kelijk belmoren te zijn voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienstige gezindheidin geen opzicht mag er iets geleerd gedaan of toegelaten wordendat strijdig is met den eerbied aan de godsdienstige begrippen van andersden kenden verschuldigd. Dat dit niet anders kan in een land dat geen staatsgodsdienst kent, en waar onder de ingezetenen zoo groo*en zoo velerlei verschil van geloof bestaat, is te dui delijk en te dikwijls aangetoond om op nieuw betoogd te worden. Immers iu alle gemeenten van staatswege zoovele secte-scholen op te richten, dat elk kind godsdienstig onderwijs ontvangt zooals zijn ouders of voogden het begeeren'is ondoenlijken zich aan de zorg van het onderwijs onttrek ken mag de staat niet. De staat kan de openbare scholen opheffenen het geld dat anders daaraan besteed zou wor den aan godsdienstige of kerkelijke scholen geven maar dan dient hij ook alles, de geheele inrichting van het onderwijs en de benoeming der onderwijzersaan de verschillende kerk genootschappen over te laten, of de ontevredenheid zou nog grooter, de klachten zouden nog menigvuldiger zijn dan thans. En als het een dure plicht van den staat is, te zorgen dat overal goed en voldoend onderwijs wordt gegevenmag hij dit immers niet doen. Als de staat niet wil blootstaan aan eenige klacht of eenig verwijt, dan zou hij zich geheel aan het onderwijs moeten onttrekken, wat hij niet mug doen, of zijn geld geven aan de kerkgenootschappen om er mee te handelen naar welge vallen, wat hij evenmin mag doen. Nu mogen er zijn die zeggen: wij kunnen van uwe openbare school geen gebruik maken, het mag voor den staat geen reden zijn om zich te ontslaan van de zorg, dat overal voldoend lager onderwijs wordt gegeven, en cr ook voor het ontvangen van goed middelbaar onderwijs in het land voldoende gelegenheid bestaat. Maar hoe zal het dan met, het godsdienstig onderwijs gaan? Daarvoor moeten de kerkgenootschappen zorgen, de kerk genootschappen die uit 's lands kas aanzienlijke bijdragen ontvangen. Zijn die daartoe niet bij machte? En ook op de openbare school mag dat godsdienstig onderwijs worden gegeven. Onze wet bepaalt uitdrukkelijk, dat de openbare schoollokalen buiten de schooluren beschikbaar gesteld kunnen worden voor het geven van godsdienstig onderwijs aan de leerlingen die er school gaan. Waarom wordt hiervan geen gebruik gemaakt? Yóór of na de gewone schooluren kunnen de leeraren der onderscheidene gezindheden in de scholen op verschillende uren godsdienst-onderwijs geven aan de leerlin gen. In een land, waar zooveel verschil van godsdienstige belijdenis bestaat,, kan de regeering wel niet meer doen. Maar, zegt men, die beweerde onzijdigheid der openbare school bestaat niet. Zij is een kweekplaats van het ongeloof. Het godsdienstig geloof wordt er ondermijnd en bestreden. Rationalisme en materialisme worden, er cverkondigd. Deze beschuldiging wordt wel dagelijks herhaald, en in steeds sterker bewoordingen, maar daardoor wordt zij nog niet bewezen. Telken male worden de beschuldigers aange maand met bewijzen voor den dag te komen, maar zij blijven in gebreke. En zoolang er geen bewijs geleverd wordt, be- teekent de geheele beschuldiging niets. Bestaan dan de plaat selijke schoolcommissiën te vergeefs Daarin worden toch mannen van zeer verschillende godsdienstige gezindheid ge vonden. erzuimen die allen hun plicht Waarom komen de Katholieke en Orthodox-Protestante leden niet tegen die wetsovertredingen op? Waarom maken zij ze niet publiek? aarom maken zij geen proces-verbaal op tegen de onderwijzers? ten slotte nog ééne aanhaling uit de beschouwingen van de Tijd omtrent het onderwijs in den Kerkelijken Staat. Voor de toelating der kinderen in de school wordt daar te lande slechts eene voorwaarde gesteldlezen wij//het kind moet de inenting der beveiligheidspokkende vaccinatie ondergaan hebben. Men zal zich herinneren dat er hier te lande warendiezieh verschansend achter slecht begrepen bijbelplaatsenzich halstarrig hebben verzet tegen dat voor komend gezondheidsmiddel. Men ziet wat te Rome wordt voorgeschreven en nageleefd." Gesteld, dat zich in den Pauselijken Staat eens gemoeds bezwaren tegen de inënting openbaardendan zou de regee- nng dus zoo verstandig zijn zich daaraan niet te storen. Onze regeering stoort er zich evenmin aan. Zoolang nu de beschuldigingen tegen de openbare school niet bewezen wor den staan zij gelijk met het gemoedsbezwaar tegen de in enting. De regeering mag er zich niet aan storen. Zij mag aan die klachten zonder grondaan die beschuldigingen zonder bewijs, aan die verwijten^dat de wet verkeerd wordt toegepast en overtredenterwijl geen feiten worden genoemd en de plaatselijke oommissiën van toezicht zwijgen, geen an deren naam geven dan vooroordeelen, en door geen vooroordeelen mag zij zieh laten belemmeren in de vervulling van dien grooten staatsplichtoveral voor voldoend onder- wijs te zorgen. v. DJ k. De Kreuz-Zeitmg berichtdat van eene bevriende mo gendheid (Oostenrijk volgens de Weener Presse), de mede- deeling ontvangen en isdat het leven van graaf Bismarck weder door een moordenaar bedreigd wordten wel dooi een uit Hannover afkomstigen student. De Yorst van Montenegro is te Berlijn aangekomen. De vervolging van den wijbisschop Kiibelden vicaris van het aartbisdom Ereiburgter zake der excommunicatie van den burgemeester Stromeyer, grondt zich op art. 618 671 en 686 van het wetb. van strafr., waarbij eene gevangenis straf van 3 maanden tot 3 jaren bedreigd wordt tegen het aanwenden van geweld of bedreigingalsmede van geestelijke straffen tegen leden der overheid, om hen van eenig ambtsbe- drijt aftehoudenof hen tot het doen of nalaten van eenige handeling in ambtsbedrijf overtehalen. Hongarije. De voorbereidende werkzaamheden voor de verkiezingen van het Volkshuis geven hier en daar tot bloe dige tooneelen aanleiding. Op 3 plaatsen zijn vechtpartijen voorgevallenwaarbij verscheidene personen gekwetst zijn geworden. De mannen der uiterste linkerzijde toonden zich in de voorste rijen. zijne bij zijne komst te Napels zeer koel ont lui zich niet op het balcon van het paleis Als oorzaken hiervan worden opgegeven de 7 personen ver- 2 tot 20jarigen De Koning is vangenzoodat vertoond heeft, ais oorzaxen hiervan worden opgegeven bestaande ontevredenheid over de gemaal-belasting, het lang durig uitstellen van 's Konings bezoek en het vermijden van alle praalvertooning bij zijne intrede. De bekende vriend van MazziniCarlo Caltaneodie be schouwd. werd als het toekomstige hoofd der republikeinsche partijis te Lugano (Zwitserland) overleden. Het Yoorloopig Bewind heeft aan de weduwe van den vermoorden gouverneur van Burgosden heer Gutierrez de Castrodie een talrijk gezin nalaat, een jaarlijksch pensioen van 1500 kroonen toegelegd. De begrooting wijst bezuinigingen aan tot een bedrag van 250 miljoen realen. Ter zake van den moord te Burgos zijn oordeeld1 ter dood2 tot levenslangen en 2 tot 12jarigen dwangarbeid. De aartbisschop van Burgos heeft, bij herderlijk schrijven aan zijne onderhoorige geestelijken en leeken gerichtgepro testeerd tegen de beschuldigingen aan de geestelijkheid ter zake van den moord te last gelegd. Uit Cuba zijn ernstige berichten ontvangen: op denzelfden dag, 18 Jan., waarop graaf Balmeseda Bayamo binnentrok, hebben de patriotten onder genl. Quesada Puerto-Principe ingenomen. Te Havana heerschen schrik en onrust, en ge durig vallen daar moorden voor, als gevolgen der vijandig heid tusschen de inwoners en de spaansche vrijwilligers. De minister van openbaar onderwijs heeft een decreet uit gevaardigd, waarbij buitenlandsche professoren gemachtigd worden tot het bezetten van leerstoelen in de hoogere instel lingen van onderwijs. Den 12 zijn de Cortes geopend, met eene redevoering van den minister Serrano. Op de tribunes is de kreet //leve de volkssouvereiniteit!" en hier en daar //leve de republiek!" aangeheven. De heer Olozaga antwoordde met //leve de monarchie!" de minister Serrano met //leve de souvereiniteit der Cortes!" Wegens den nood der schatkist hebbende Koning 36 milj. reiszijne gemalin van haar inkomen en 's Konings zonen 4- miljreis afgestaanter voorziening in de behoeften der oopende dienst,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1869 | | pagina 1