'/van liet burgerlijk bestuur. Dit beperke dan de door hem
»te verleenen hulp tot hetgeen met het oog op de handhaving
»der politie onmisbaar is, en trachte door gepaste middelen
"de ondersteuning der armen die in den regel tot de taak
»der kerk en der bijzondere liefdadigheid behoortweder naar
"deze terug te leiden."
Naar aanleiding van die circulaire nam uwe commissie de
vrijheid aan de leden van het R. C. parochiaal armbestuur
de uitrioodiging tot eene personele onderhandeling te doen,
en ten einde alles in haar geheel zoude blijven, Burg. en
Wetli. te verzoeken dat bestuur uittenoodigen met de bedeeling
voorttegaari, onder toezegging van restitutie van gemeentewege,
indien later geene overeenkomst getroffen mogt worden.
Die zamenspreking, waarvan het voorstel welwillend werd aan
genomen, leidde echter tot ons leedwezen tot geen gewenseht
resultaat.
Had het verschil blootelijk geloopen over den door het
heerschen d< r cholera veroorzaakten achterstand uwe commissie
zoude niet geaarzeld hebben, om bij den vroeger betoonden
goeden wil, om dien achterstand te boven te komen, u te
adviseren door buitengewone subsidie voor eens aan de bezwa
ren te gerhnet te komen. Maar bet bleek ons, dat die achter
stand slechts een ondergeschikt bezwaar uitmaakte en regenten
van liet I! parochiaal armbestuur bij normalen toestand
ook na liet ekken van het deficit op verhoogde subsidie
verlangde te kunnen rekenen.
Op dien weg konden wij ben niet volgen.
Een vooEstil van onze zijde uitgegaan om, voor dat men
de handen geheel in den schoot lag, eene algemeene collecte
langs de huizen te beproeven vond bij regenten weinig bijval
en werd, na overleg met hoogere besturen, geheel van de
hand gewezen.
V oor eene normale hoogere subsidie bestond naar het oor
deel uwer commissie geen grond.
Wanneer zij lette, hoe de R. C. ingezetenen in de laatste
jaren groote kerken hebben doen bouwen
wanneer zij lette, boe die ingezetenen geheel door vrijwil
lige bijdragen eene liefdadige instelling van den H. Vincentius
van l'aulo wisten te steunen, eene vereeniging, die volgens
he. jaarverslag van 1867 ruim f 3600.had bijeengebragt
en in de laatste jaren belangrijke batige saldo's overhield;
wanneer zij bet oog vestigde op de aanzienlijke opofferingen,
die de Ji. ingezetenen zich vrijwillig opleggen, om alhier
eene school voor uitgebreid lager onderwijs opterigten;
dan kwam het uwe commissie voor, dat bij zulke sterk spre
kende uiterlijke handelingen van groote finantiële krachtde
raad nimmer in getnoede de verklaring zou kunnen afleggen,
dat dit kerkgenootschap op meerdere finantiële hulp voor hare
armen mogt aanspraak maken en zulks te minder op een tijd
stip toen dat kerkgenootschap tengevolge van de conventie
met het burger weeshuis, eene jaarlijksche bijdrage had ont
vangen van f 1300.— a 1400.—, die zij vroeger bij de
verzorging harer weezen miste.