6
Ten slotte vermeent de commissie te moeten opmerken
dat één harer leden zicb met de strekking van het rapport
en de voorgestelde besluiten niet heeft kunnen vereenigen,
welk lid zijn gevoelen in de hierbij gevoegde nota heeft
ontwikkeld. j)g commissie ad hoe
A. MACLAINE PONT.
W. VAN DEK KAAY.
J. C. VONK.
P. A. de LANGE.
J. C. KOORN.
Aan den gemeenteraad van Alkmaar.
De commissie in wier handen bij raadsbesluit van 6 Janu-
arij j.l., zijn gesteld eenige stukken betreffende het besluit
van het R. C. parochiaal armbestuur om aan behoeftigen
tot hunne administratie behoorende, beneden den ouderdom
van 60 jaar. geen onderstand te verleenenheeft deswegens
een omstandig rapport uitgebragt, gedagteekend 4 Maart
1869, bevattende ten slotte een bepaald voorstelwaarmede
één lid verklaard heeft zich niet te kunnen vereenigen; dat
lid ben ik en volgaarne voldoe ik aan de ontvangen uit-
noodiging om mijn gevoelen bij afzonderlijke bij het
rapport te voegen nota te ontwikkelen.
Wat toch is het geval
Het R. C. parochiaal armbestuur ontvangt jaarlijks subsidie
uit stads kas.
Die subsidie was vroeger, zoowel ten behoeve van dit,"als
van het Hervormd armbestuur, zeer belangrijk.
Na het invoeren der tegenwoordige armenwet (18 Junij 1854),
die van het beginsel uitgaat dat ieder kerkbestuur voor eigen
armen moet zorgen heeft de gemeenteraad alhier dat beginsel
bij besluit van 31 October 1856 toegepast en bepaald dat
door eene trapsgewijze vermindering van de toen verleend
wordende subsidie over een tijdvak van twintig jaren dat
beginsel zou worden in praktijk gebragt.
Het R. C. en het Hervormd armbestuur zagen dus in 185 7
de hun toegekende subsidie met j'8 verminderen en zij regelden
daarnaar hunne uitgaven (getuigen de rekeningen en verant
woordingen.)
Het Hervormd armbestuur bedankte echter na verloop van
eenige jaren voor de stedelijke subsidie zoodat het R. C. pa
rochiaal armbestuur alleen de stedelijke subsidie bleef genie
ten, die echter telken jare met van het bedrag, zooals dat
in 1856 was verminderde.
Naar die maatstaf moest het R. C. parochiaal armbestuur voor
den jare 1869 het genot hebben eener subsidie van 1099.
Het R. C. parochiaal armbestuur verzoekt echter eene
subsidie van 2500 en tracht dit verzoek te regtvaardigen
door te wijzen op een tekort van vorige dienstjaren ad
f 803,23 en de bewering dat het normale bedrag waarop de