Aan den Gemeenteraad van Alkmaar.
Krachtens uw besluit van den 2 December j.l., werd in
onze handen gesteld het rapport der commissie belast geweest
met het onderzoek en het dienen van advies op de door den
staat gevorderde overneming en het onderhoud der toegangs
wegen naar het station. Wij werden daarbij verzocht ons
oordeel te willen mededeelen nof en in hoeverre de aanneming
//van het voorstel door die commissie gedaande uitgave
//eener zoo belangrijke som, als tot de uitvoering geëischt
«/wordt, kan billijken."
Sints deze vraag ons gedaan werd, hebben wij met belang
stelling kennis genomen van hetgeen over het door uwe
commissie voorgesteld werk is gezegd en geschreven, en na
reeds bij voorbaat te zijn ingelicht omtrent den inhoud van
hetgeen in eene eerstvolgende courant zou worden opgenomen,
meenen wijdat de publieke discussie genoegzaam licht verspreid
heeft en het oogenblik voor ons is gekomen om de ons gestelde
vraag te beantwoorden.
Om het voorgestelde plan wel te kunnen beoordeelen dient
men zich dat goed voor oogen te stellenwij zullen dus in
de eerste plaats de rigting van den nieuwen weg nagaan.
Als uitgangspunt van dien weg mogen wij aannemen een
gedeelte van den spoorbaan, dat naar gelangv an de geëischte
kromming van den nieuwen weg min of meer bezuiden het
spoorwegstation zal gelegen zijn. Van af dat punt zal de
nieuwe spoorbaan in schuine rigting doorkruisen den zuide
lijken toegangswegen zelfs den nieuw ontworpen rij- en
wandelweg. Deze toch zijn volgens de gemaakte teekening
gelegen bezuiden den nieuwen spoorbaan.
Alleen door eene aansluiting benoorden het stationwij
betwijfelen of die tengevolge der rigting van den nieuwen weg en
der hoogte van den daar bestaanden spoorbaan mogelijk is
alleen door zoodanige aansluiting kan worden voorkomen, dat
de voorgestelde rij- en wandelweg niet meermalen onbruikbaar
en onveilig is.
Waar die aansluiting zijer behoort voor de veiligheid van
het doorgesneden stationsplein of van den toegangsweg gezorgd
te worden. Wij betwijfelen of daarop voldoende is gerekend
en achten ten gemelden plaatse even als in de verder door
sneden wegenden Singel en den Helderschen wegeene
behoorlijke afsluiting en bewaking daarvan noodig.
In hoeverre de kosten ook in de toekomst hieruit voort
te spruiten in aanmerking zijn genomen willen wij niet be
oordeelen omdat wij als grondslag moeten aannemen de cij
fers in het rapport medegedeeld, en ons dus niet willen laten
leiden door de vrees dat de volvoering van het plan op meer
zou te staan komen dan waarop gerekend wordt.
Van af den Helderschen weg wijst de overgelegde teekening