geene rigting aan. Wij mogen aannemen dat die zal zijn
evenwijdig aan en zooveel mogelijk nabij het Groot N. H.
Kanaal tot nabij de Bokkesluis. De spoorbaan moet veilig
heidshalve en zelfs volgens bestaande voorschriften over zijne
geheele lengte en ook hier van den wandelweg behoorlijk zijn
afgesloten. Laten wij ons nu eens voorstellen den spoorweg
nevens het kanaal afgesloten van de stads vesten wij stui
ten op een bezwaar dat gewigtig, zoo niet onoverkomelijk is.
Het geheele kanaalvak toch nevens den spoorweg gelegen zou
door de afsluiting daarvan in vele opzigten het nut verliezen,
dat het nu als los-, lading- en ligplaats van schepen biedt.
De schoone resultaten, verkregen door de verlegging van
het jaagpad en de afgraving van de .«tads vest daar ter plaatse,
zonden daardoor voor een groot deel worden te niet gedaan.
Wij willen echter eens aannemen dat het bezwaar aan die
afsluiting verbonden door het maken van meerdere hekken
grootendeels kan weggenomen worden wij willen zelfs niet
eens voor waar houden datzooals ons ten stelligste verze
kerd isdoch waarop het geheele plan zou moeten afstuiten,
dat de kanaalvest "voor den spoorbaan nevens het kanaal
aanzienlijk zou moeten verhoogd en daardoor als losplaats
onbruikbaar gemaakt worden en wij denken ons, geheel conform
de voorstelling uwer commissie, eene laad- en losplaats voor
goederen nabij de Bokkesluis, en willen zelfs onderstellen, dat
in de onmiddelijke nabijheid daarvan een bureau tot ontvangst
van goederen wordt ingerigt.
Welke goederen kunnen aldaar dan worden verwacht?
Hoofdzakelijk vee, granen, kaas en wol ter lading en de
gewone handelsbehoefcen ter lossing.
Wij zullen ons onthouden van de beslissing of veel aan- en
afvoer kan worden verwachtdoch is daartoe de nieuw aan
geboden gelegenheid beter en doelmatiger dan wat nu is, mag
die zoo gewenscht heetendat daarvoor eene aanmerkelijke
opoffering moet worden gebragt? Eenstemmig zeggen wij, neen.
Men hebbe toch niet te vergeten, dat Alkmaar nevens zijne
marktpleinen, goede ligplaatsen voor binnenvaartuigen zelfs
voor stoombooten heeft; dat de waterwegen naar alle zijden
heenvoeren en de producten onzer markt leiden naar en nevens
de pakhuizen en de zeestoombootendie tot opslag of verder
vervoer dier goederen bestemd zijn.
De spoorweg biedt niet zooveel gemak. Vooreerst zouden de
marktproducten of koopwaren niet onmiddelijk van af de markt
of van uit de pakhuizen op den spoorwagen kunnen geladen
worden en is voor de meeste goederen, met uitzondering van
het vee, dubbele lading, eerst op een voertuig, dan op den
spoorwagen noodig. En waar brengt de trein dan onze koop
waren Aan goede waterwegen aan of nabij de pakhuizen
der kooplieden Bijna nergens. Van af het Nieuwediep tot
Amsterdam en Botterdam vinden wij het stationsgoederen-bu
reau slechts op een enkele plaats nevens een waterweg gele
gen en waar de van hier vervoerde goederen ook aankomen,
overal is een lastig en kostbaar vervoer naar de plaats van
bestemming te verwachten. Het mag dan ook geene verwon
dering baren dat de handel bij voorkeur van het vervoer te
water gebruik maakt, en dat de bestaande stoombooten en veer-