schuiten eene heilzame concurrentie aan het goederenvervoer
per spoorweg opleveren.
Die uitnemende gelegenheid voor vervoer te water geeft
het noodzakelijk gevolgdat wij als onze wel doordachte
overtuiging uitspreken, dat de handel hier ter plaatse geen
behoefte gevoelt aan eene verbeterde gelegenheid tot vervoer
van goederenwanneer hoogst aanzienlijke uitgaven gevorderd
worden, om die tot stand te brengen.
Wij willen daarmee niet te kennen geven, dat die verbeterde
gelegenheid niet eene gewigtige concurrentie met het vervoer
te water zou opleveren, dat daarvan geen voor de spoorweg
maatschappij voordeelig gebruik zou worden gemaakt, doch
waar de handel die gelegenheid niet behoeft en de spoorweg
maatschappij die ten haren nutte en voordeele wenschtdaar
mag geene belangrijke opoffering gedaan worden, om die
maatschappij eene voor haar vruchtdragende mededinging te
openen. Zij zal zelve het goede en nuttige van haar werk
meer beseffende, de hand aan den ploeg slaan en zich belasten
met de uitgaven die ten haren nutte zijn.
l iet voorgestelde plan heeft de strekking om den toegang tot het
spoor ook voor voetgangers te bekorten. Zeker is dat voor een
gedeelte^ onzer ingezetenen wenschelijkdoch het regtvaardigt naar
ons inzien niet de vele uitgaven die daartoe vereischt worden.
In hoeverre na het leggen van een nieuwen weg de gemeente
zich tegenover het Rijk zal kunnen ontslagen achten van het
onderhoud der beide bestaande toegangswegen ligt minder op
onzen weg om nategaandoch zeer zeker zal het blijven be
staan en verlichten van den zuidelijken toegangsweg nood
wendig gevorderd worden voor een groot deel voetgangers
en als rijweg voor hen die liever den nieuwen rijweg nevens
een spoorbaan gelegen niet berijden. Dat die toegangswegen
door het Rijk bestraat moeten worden volgt uit de wet van
7 Augustus 1865, Staatsbl. No. 99, goedkeurende de concessie
voor de éxploitatie van den Noord-IIollandschen staatsspoorweg,
welke concessie in het slot van art. 4 luidt: het bestraten der
toeganswegen geschiedt door den staat. Besparing van uitgaven
voor de toekomst geeft de nieuwe weg dus niet.
Aen ander deel van het voorstel uwer commissie heeft daar
entegen eene zeer nuttige strekking, en wel tot uitdieping van
een gedeelte onzer stadsvest ten behoeve van den houthandel.
Het is reeds een oud, doch niet verouderd denkbeeld, dat
Alkmaar voor den houthandel uitmuntend gelegen ligt. Yan
die gunstige ligging, nog verbeterd door het overnemen van
het afgesneden kanaalvakzooveel mogelijk in aller belang
een nuttig gebruik te makenis stellig gewenscht. Daartoe
is het niet noodig de losplaats aan den spoorweg te verbinden
omdat houtvervoer per spoorweg in onze van goede water
wegen voorziene streken niet noodig is noch plaats heeft.
Eene uitdieping van het gedeelte van den stads singel
gelegen tusschen het Texelsche hek en de Bergerpoort, schijnt
ons wenschelijk en voorloopig doelmatig.
Welke de kosten zijn om dat water ongeveer 13 palmen
beneden zomerpeil uit te diepenzooals voor vier balklagen
geëischt wordt, kunnen wij niet aangeven en vereischt een
onderzoek. Wanneer het uitdiepen van de geheele vest tot
aan de Heiloërpoort volgens uwe commissie slechts 10000