ALKMAAR, 4 Maart 1869.
Uwe commissie benoemd bij raadsbesluit van 6 Januarij j.I.,
in wier handen om te dienen van berigt, consideratiën en
advies zijn gesteld de volgende stukken, als
1 eene missive van den voorzitter van den gemeenteraad aan
het R. C. parochiaal armbestuur, ter uitvoerifig van het
raadsbesluit dato 23 December 1868, houdende het ver-
leenen eener subsidie uit de gemeentekas voor het jaar 1869
tot een bedrag van f 1099.
2°. missive van dat armbestuur aan Burgemeester en Wethou
ders in antwoord op n°. 1
3". missive aan het burg. armbestuur, met verzoek aan Bur
gemeester en Wethouders eenige inlichting te geven omtrent
de calhegorie van behoeftigen die door dat bestuur worden
ondersteund
4 antwoord van het burg. armbestuur op nb 3;
5°. kennisgeving van het 11. C. armbestuur aan het burgerlik
armbestuur dato 30 December 1868;
6 eene lijst van het R. C. parochiaal armbestuur aan het
burg. armbestuur gerigt, behelzende de namen der behoef
tigen, die bij eerstgenoemd bestuur niet in onderstand
kunnen opgenomen worden;
7'. missive van het burg. armbestuur aan Burg. en Weth.
dato 2 Januarij 1869;
8 missive van Burg. en Weth. aan het R. C. parochiaal
armbestuur dato 4 Januarij 1869;
9b missive van Burg. en Weth., dato 4 Januarij 1869, aan
den raadten geleide van voornoemde stukken.
Heeft de eer daaraan bij deze te voldoen.
Uwe commissie aarzelt niet als haar gevoelen medetedeelen
dat zij zich niet herinnert, dat inden raad eene zaak van zoo
teederen aard ter behandeling is voorgekomen.
loen de armenwet bij de Staten-Generaal werd overwogen,
voerde de Regering tot toelichting van artikel 20 dier&wet
het volgende aan:
'Het groote gewigt dezer bepaling is niet te ontkennen;
«zij ontheft in overeenstemming met de beschouwing in het
«eerste gedeelte dezer memorie ontwikkeld en in verband met
«den verderen inhoud der wet de besturen der kerkelijke in-
«stellingen van weldadigheid van alle landen, die de thans
«bestaande wettelijke voorschriften haar opleggen. Die besturen
«zullen dus, wordt dit ontwerp wet, voor het vervullen harer
«roeping zich slechts hebben te regelen naar de voorschriften
«der bevoegde k^-kbesturen.
«De regering ontveinst zich in geenen deele, dat die vrij-
"heid verder) elijke gevolgen na zich zoude kunnen slepenindien
«de kerk haar misbruikte, door zich om gezochte redenen en
«met min edele bedoelingen te onttrekken aan de verzorging
«der armen, die werkelijk behooren tot het getal van hen,"tol
«wier ondersteuning de kerkelijke instellingen bestemd zijn,