8 besluit neemtwaarbij bet eene bepaalde cathegorie van armen afwijstdan valt deze niet onder het bereik van art. 22 der armenweten het algemeen armbestuur heeft daarmee niets te maken. Naar mijn oordeel, had dus het advies moeten zijn, dat het algemeen armbestuur niet moest treden in het verleenen van onderstand in die cathegorie van armen door het E. C. armbestuur afgewezen. Daardoor is evenwel de zaak niet ten einde en 120 gezin nen blijven vruchteloos vragen om ondersteuning. Hoe daarin te hulpe te komen Hel komt mij voor, dat er in deze en door het stedelijk bestuur en door het ld. C. armbestuur al het mogelijke moet worden gedaan om die moeijelijke materie te beëindigen. Ik heb de begrooting van het li. C. parochiaal armbestuur voor 1869 op nieuw ter inzage gevraagddaaruit blijkt dat in ontvang wordt gebragt f 1800.voor collecte in de kerken en 850.voor collecte bij de gemeente, zoodat de leden der E. C. gemeente alhier f 2650,voor hunne armen opbrengen. Nu erken ik ten volle,datwanneer men let op de bekende feiten, die ook bij het rapport van 4 Maart j.l. zijn vermeld de K. C. gemeentewei instaat is hare armen te onderhouden maar even waar is het dat het niet gedaan wordtdat re genten niettegenstaande hunne beste pogingengeen meer geld voor hunne armen kunnen verkrijgen en daar het nu even waar is, dat niemand kan genoodzaakt worden tot meer dere bijdrage ten behoeve zijner arme geloofsgenooten vraag ik: is het in dezen stand van zaken niet beter, dat de raad terugkome op zijn besluit van 31 October 1856? Tot nu toe heeft de R. C. armen-administratie het met de verleende subsidie, dat is laatstelijk f 1256,kunnen redden, want het tekort komt door de uitgaven tengevolge der cholera, die billijkerwijze aan de R. C. armen-administratie tengevolge van haar indertijd door het gemeentebestuur gedane toezeg ging moeten worden vergoed. Bedenkende nu dat het R. C. armbestuur in 1856 eene subsidie uit stads kas genoot van ruim 3100,en men door bezuinigingen zoo ver gekomen is dat een cijfer van 1256.voldoende geacht kan wordenstel ik voor om, indien het R. C. armbestuur zijne begrooting in dien geest wil wijzigente besluiten tot de intrekking van het besluit van 31 October 1856 en te verleenen aan het R. C. parochiaal armbestuur eene subsidie van 1256. nevens f 803.23 voor het tekort, voortvloeiende uit buiten gewone, kosten op advies van het gemeentebestuur gemaakt tijdens het heerschen der cholera. Alkmaar, 13 Maart 1869. j q VONK Snelpersdruk van 1IERMS. COSTER ZOON te Alkmaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1869 | | pagina 10