ALKMAARSCHE COURANT No, 12. Eenenzeventigste Jaargang. 18 Zondag 21 Maart. en. De maatschappij tegenover mondiger en onmondigen. CüSTefielijfcöcïte Belichten Pruisen. OostenrUk-HongarUe. Italië. Spanje. lente is open gen andere leen opei vaart no te dient jclitige, :e kan id. Ga« loren (a scheepvi e wijtet e, inice ;de coi ot wet mogen die gum kunnen zen hu ipvaart r .eden, i eloopen and taini er vert de zoo willigd, en roeke irwil hui izonder 'en zal en de te fen, va louden ouden rooten et gevi vlijt, n verdiem ot Alkn :vaart, T stad Iden et j landstrt i en If k is, i de geme levordei tot ver platteli A 1km lemen, men vi dan elegenli m geb ietwijfel r geld l> wak. :nnis, i vragei der vri ;r »blo •dt, mi Meerdi de ov! waard wij ge ste vr» aren. ■rder z; De menss oor onzi eldeu m, en dl ïitieveli 1 en mei hout al n wal ïap wdt m in e niet dl pinksti sters vers va ekte dat 4 n Eedl zeS •wijl m# en haf en schil nbloeBi slyks i die t ff# 'aterleli :n, wall ij dens ii i der Be' vijver ing de t geaof ter out' Is is, eel R. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per jaar f 3,40 franco per post f 4,— Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COSTER ZOON. i1' li'-. De Advertentiën kosten van 1—5 regels f 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 uur; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant he/ioorL een Bijblad. Aan 'de abonnee wordt hierbij gratis oerzonden het rapport in zake het B. C. armbestuur. Aan het Postkantoor te Alkmaar zijn als onbestelbaar aanwezig een brief adres Adellek, Koningsweg te Alkmaar, afgezonden uit Parimaribo. n h J. Berkhout, n n Lowe, fabrikant in houtwaren. De beide laatste afgezonden uit Alkmaar, doch zonder plaats van bestemming. lkmaar //Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, oordeelde ik als een kind; nu ik een man geworden ben, heb ik te niet gedaan hetgeen des kinds was." Paulus. Naar aanleiding van de aanneming van het wetsontwerp tot afschaffing van het dagbladzegel en de beraadslagingen daarover in de Tweede Kamer richt de Tijd een verwijt tot de liberalen. Gij liberalen zijt al zeer inconsequent zegt hij gij weet niet wat logica is, althans gij wilt er in onze wetgeving niet van weten, gij meet met twee maten en weegt met"twee gewichten. Gij zegt: het woord moet vrij zijn in Nederland de uiting der gedachten mag niet belast zijn de verspreiding van denkbeelden niet belemmerd worden in het vaderland van Laurens Coster, onder het volk dat in de eerste gelederen heeft gestreden voor de vrijheid van gewe ten, op den grond waar sinds eeuwen werd gedrukt en ver spreid wat in andere landen geen drukker en uitgever vinden kon. Maar als dit inderdaad uw overtuiging is, waarom maakt ge dan ook het onderwijs niet geheel vrij? Waarom eischt gij een acte van bekwaamheid van den onderwijzer? Waarom onderwerpt gij hem aan een examen? Als het woord vrij moet zijnlaat het dan ook geheel vrijlaat dan ook ieder onderwijs geven die wil. Als rijp en groen in de cou ranten mag schrijven wat hij goed vindtzonder examen zonder acte van bekwaamheidlaat dan ook elk die er lust toe heeft aan de kinderen vertellen wat hij goed vindt, laat hem optreden waar hij verkiest en leeraren wat hij wil. Wij voor ons zegt de Tijd hebben andere beginselenwij zijn niet voor al die vrijheid dat weet gij wel. Maar gij, die er voor zijt als het de dagbladen geldtbehoort, er ook voor te zijn als er sprake is van het onderwijs. Anders han delt gij onlogischmeet gij met twee maten en weegt gij met twee gewichten. De Tijd is blijkbaar met dit gewrocht zijner scherpzinnig heid zeer ingenomen. Daar heb ik u nu, roept hij uit, daar zit ge va,st tusschen de afschaffing der zegelbelasting en de handhaving der schoolwet. Gij zit in de klem en ik laat u niet los^ maar stel u dus aan het geheele volk ten toon, opdat elk zich overtuige van uw onlogische redenecringen en uw dubbelhartig gedrag. De liberale partij staat aan de kaak. Hoezeetriumf! Hoe zal die partij zich kunnen bevrijden van zulk een verpletterende beschuldiging? Door de eenvoudigeop merking, dat er een onderscheid is tusschen meerderjarigen en minderjarigentusschen mondigen en onmondigen. Dit onderscheid kent de Tijd niet. Wij voor ons hebben andere beginselen dan eij zegt de Tijd wij zijn niet voor dat vrije woord. Nu, dat weten we wel. Maar als gij den liberalen verwijt, dat zij niet altijd en overal voor de zelfde mate van vrijheid zijn en een onderscheid maken tus schen de dagbladpers en de schooldan is het antwoord gereedvoor mondigen en onmondigen past niet dezelfde mate van vrijheid. Het ideaal van de Tijd isde Staat on der voogdij van de Kerk, de koningen en vorsten onderge schikt aan de rechtsmacht der Kerk een kerkelijke recht bank voor burgerlijke en strafzaken de school onder toe zicht van de Kerkgeen vrijheid van openbare eeredienst voor andersdenkendengeen vrijheid voor allen om hunne denkbeelden en gevoelens openlijk te uiten. Inderdaad in zulk een staat blijft er niet veel vrijheid over, en is er zeker voor het //vrije woord" geen plaatsde burger leeft er on der voogdij van de wieg tot het graf. Zij die door de Tijd worden bestreden zijn daarentegen voorstanders van de vrij heid maar voor de meerdeijarigen, niet voor de minder jarigen. De liberalen zijn van meening, dat de staat zich het lot der kinderen, der onmondigen, als toekomstige staatsburgers, moet aantrekken, en dat hij omtrent hen die nog niet tot de jaren des onderscheids zijn gekomen het beginsel der vrijheid niet mag toepassen. Daarom onderwerpt hij de kin deren aan de ouderlijke macht maar zelfs de ouders laat hij niet geheel vrijhet zou immers kunnen gebeurenen het gebeurt soms inderdaad, dat ouders hun plicht verzui men in dat geval is de staat verplicht die kinderen te be schermen en voor hen te waken. Aan de ouders is daarom voorgeschreven dat zij hunne kinderen moeten onderhouden en opvoeden. Tot de opvoeding behoort ook bet onderwijs; om de ouders in staat te stellen hunne verplichting behoor lijk te vervullenzorgt de staat dat er overal vol doende scholen aanwezig zijnen omdat hei bier kinderen geldtdie het voor en tegen niet kunnen onderzoeken die nog geen zelfstandig oordeel hebben, maar aannemen wat de onderwijzer hun zegtbehoort de staat ook te onderzoe ken, of hij die tot het onderwijs geroepen wordt, daartoe be kwaam en geschikt isof hij weet wat. hij anderen moet leerenen in staat is zijn eigen wetenschap voor anderen duidelijk te maken. Het kind leert op de lagere school niets anders dan zaken waarover geen verschil van gevoelen kan bestaan, zaken die hij moet kennen, wil hij eenmaal een geschikt burger worden cn in staat zijn voor zich en de zijnen te zorgen. Zou het nu niet een kolossale dwaas heid zijn wanneer de staat aldus redeneerde ik wil het kind in de gelegenheid stellen lezenschrijvenrekenen zingen, penige beginselen van vormleervan taalaardrijkskunde geschiedenis en natuurkennis te leerenmaar het is mij on verschillig of de onderwijzer zelf wel kan lezenschrijven rekenen en zingen, of hij zelf iets van vormleer, gesohiede- denistaalaardrijkskunde en natuurkennis weet Tot zulk een dwaasheid zou volgens de Tijd de staat gedwongen wor den door het beginsel der vrijheidMaar de vrijheid heeft, hier mets mee te makenhier is geen sprake van het //vrije woord," van het recht om zijn meeningen en denkbeelden vrijelijk te openbaren en mede te deelenwij hebben hier te doen met de staatszorg voor het openbaar onderwijsmet een zekere voogdij die de staat uitoefent over onmondigen over kinderenen waarbij de staat de noodige maatregelen neemt om te voorkomen dat het onderwijs door onkundigen wordt gegeven. Zoo zorgt ook de staat, dat mindeqarigen die hunne ouders missen onder voogdij van anderen komen; de staat geeft hun geen vrijheid om over hun eigen opvoe ding en onderwijs, en evenmin om over hun geld en goed te beschikkenzelfs de voogd is in zijn handelingen niet vrij maar staat onder toezicht van den staaten heeft in vele gevallen de toestemming der rechterlijke macht noodig. Waar het alzoo onmondigen geldt, behoort de staat naar de meening der liberalen geen volkomen vrijheid te geven, maar te zorgen dat hun onderwijs niet wordt opgedragen aan onbekwamen, en dat hunne bezittingen zooveel mogelijk bewaard blijvenen om geen andere rodendan dat deze personen nog niet tot de jaren des onderscheids zijn geko men omdat zij nog niet geacht kunnen worden in staat te zijn zeiven te oordeelen en voor hun eigen belangen behoor lijk te zorgen. Diezelfde waakzaamheid van den staat strekt zich daarom ook uit tot het Middelbaar onderwijsen ge deeltelijk doch in veel mindere matetot liet Hooger on derwijs. Het laatstgenoemde onderwijs wordt toch gegeven aan jongelieden die reeds zeiven moeien wikken en wegen, zeiven liet voor en tegen in de weegschaal leggenzeiven oordeelen en beslissen. Hier is geen sprake meer van lee ren. maar van studeeren. Voogdij en toezicht voor de onmondigenmaar vrijheid voor dc mondigen. Ziedaar het stelsel der liberalen, dat zeker niet onlogisch, inconsequent, noch met zich zelf in te genspraak is. Hoe beter nu voor de onmondigen wordt ge zorgd, hoe beter hun opvoeding en onderwijs zijnzooveel te veiliger kan hun later geheele vrijheid worden gegeven. Hierin bestaat nu het groote verschil tusschen het stelsel der liberalen en dat van de Tijddat de voogdij volgens het eerste met. de onmondigheid moet eindigendoch volgens het laatste altijd moet voortduren. Volgens de liberalen moet de mcnsch opgeleid worden tot een zelfstandig wezen met eigen oordeel, eigen denkbeelden, eigen keuze. Hij is niet bestemd om altijd onder voogdijaltijd onder toezicht te leven. De staat heeft geen recht hem iets van zijn vrij heid te onthoudenvoor zoover hij daarvan geen misbruik maakt ten nadeele van anderen, zoodra hij tot de jaren des onderscheids is gekomen. Dan moet hij uit eigen oogen zien, zelf oordeelenzelf handelen. Hij kan zich natuurlijk uit eigen vrijen wil aan regel, zelfs aan tucht en toezicht van ande ren bij voorbeeld aan een of ander kerkgenootschap onder werpenmaar dat doet hij vrijwillig; geen dwang mag lan ger op hem uitgeoefend worden, 't moet eigen vrije keuze blijven. Als hij een verstandig man iszal hij in vele za ken raad en voorlichting vragen van anderen in wier kun de wijsheid en eerlijkheid hij vertrouwen steltmaar daarin handelt hij alweer uit eigen beweging. Geen dwanggeen voogdij langer. Voor den mondige geldt het recht van het //vrije woord," vrijheid van denken niet alleenmaar ook vrijheid van spre ken en, wat hetzelfde is, vrijheid van schrijven en drukken. Boeken, tijdschriften en couranten worden voor volwassenen geschrevenniet voor kinderen. Redevoeringen worden voor mondigen gehouden, niet voor onmondigen. En al is soms het een en ander voor kinderen bestemd, de ouders en voog den hebben immers de macht het lezen of hooren te weigeren. Wie zou het recht hebben hier uit temaken, wie mag spre ken en schrijven, en wie niet? Wie zou moeten beslissen, wat gesproken en gedrukt mag wordenen wat niet De regeering, de Koning, de Ministers, de Staten-Generaal, de gemeenteraden, de rechtbankenof misschien een afzonderlijk corps ambtenaren van zedemeesters en drukpersbcteugelaars? Wie zou onder zulk een tyrannie willen leven? Laat ieder die wat te zeggen heeft spreken of schrijven voor zijn eigen verantwoording. Men is vrij om naar hem te hooren of niet te hoorenom te lezen of niet te lezenom hem gelijk te geven of hem tegen te spreken, leder blijft vrij om aan te nemen of te verwerpenvrij in zijn oordeel. Ieder blijft vrij om raad en voorlichting te vragen bij anderen, vrij om des ver kiezende geheel zelfstandig overeenkomstig eigen onderzoek en eigen meening te oordeelen en te handelen of zich te gedragen overeenkomstig da meening van anderenovereen komstig de uitspraak der Kerk die hij uit eigen overtuiging heeft aangenomenovereenkomstig de voorlichting van per sonen aan wier woorden hij gezag toekent, of in wier oordeel hij volkomen vertrouwen stelt. Slechts geen dwang, geen voogdij. Die op deze wijze toezicht en voogdij eischt voor de kin deren voor de onmondigenmaar evenzeer onbelemmerde vrijheid vordert voor de volwassenen, voor de mondigen, is noch onlogisch, noch inconsequent, noch met zich zeiven in tegenspraakmeet niet met tweeërlei maat, noch weegt niet tweeërlei gewicht. Een andere maatstaf past voor het kind, een andere voor den man. W. v. d. K. Da financiële commissie van den noordduitschen Bonds raad heeft haar rapport uitgebracht over de begrooting van het ministerie van buitenl. zaken. Wegens het voortduren der bevoegdheid van dë Bondsstaten om afzonderlijke gezan ten aantestellenkunnen hunne vertegenwoordigers een aan tal zaken waarnemenwelker behartiging anders tot de taak der Bonds-gezanten zou behooren. De commissie stelt daarom voor, het personeel der Bonds-gezantschappen te verminderen cn de helft der uitgetrokken som voor de gemeenschappelijke vertegenwoordiging over de Staten omteslaan. Alom in de Rijnstreken worden gelden ingezameld voor het feest van het 50jarig priesterschap van den Paus. Hier en daar maakt men aanstalten tot illuminatiën en optochten met fakkels. Hertog Christiaan v. Sleeswijk-Holstein-Augustenburg is den 11, op een zijner kasteelen in Silezie, in den ouderdom van 71 jaren overleden. De Rijksdag heeft den 13 de postverdragen met Italië, Zweden en Nederland bij eerste en tweede lezing en de consulaire conventie met Italië definitief goedgekeurd. Door den heer Twesten werdnamens de .nationaal-liberale partij, een voorstel ingediend om voor het Noordduitsch-Verbond verantwoordelijke ministers van buitenl. zakenoorlogma rine en handel en nijverheid aantestellen. Den 16 is het voorstel van de* heer Lasker, tot het toekennen van vrijheid van spreken aan de leden van de Landdagen der Bondsstaten, met 140 tegen 51 st. aangenomenofschoon het door den heer v. Bismarck voor ontijdig was verklaard. In den laatsten tijd zijn niet minder dan 33 vlugschriften verschenen, welke het opwekken van agitatiën in Hannover en Hessen, ten voordeele der onttroonde Vorsten, ten doel hebben en welke door hunne agenten bij balen zijn ingevoerd. Oostenrijk. Te Weenen is eene vergadering van cis- leithaansche bisschoppen gehouden, om te beraadslagen over de geschillen met de regeering betreffende het burgerlijk hu welijk enz. De betrekkingen met Italië zijn tegenwoordig van bijzonder vriendschappelijken aard als bewijs daarvan kan dienen dat de Aartshertogen ErnstWillem en Lodewijk Victor, en de ministers Taajfe en Giskra den 14 het feest hebben bijgewoond, dat door den italiaanschen gezant, op den naamdag van zijnen Koning, is gegeven. De Keizer heeft den Koning door zijnen gezant doen gelukwenschen. Het Huis der Afgevaardigden heeft den 15 de beraadsla gingen over de wet op de landweer aangevangen, en den 16 met 81 tegen 59 st. verworpen het voorstel van de minder heid der commissie, strekkende tot eene verdeeling des Rijks in landweer-districten, overeenkomstig de Kroonlanden. Daar entegen werd het regeerings-voorstel aangenomenom het bevel over de landweer aan den opperbevelhebber van het leger optedragen en alzoo een nauw verband tusschen leger en landweer tot stand te brengen. Den 17 is de wet, in haar geheel, bij derde lezing aangenomen. Het Heerenhuis heeft den 16 de postovereenkomst met de Donau-Vorstendommen en de wet omtrent de organisatie van den Rijksraad goedgekeurd. Volgens eene door den procureur-generaal bij het napelsche hof van cassatie openbaar gemaakte statistieknemenin weerwil van de afneming der struikrooverij en de verbete ring van den stoffelijken toestand, de misdrijven, voor een groot deel moorden en manslagen, in de napelsche gewesten op verontrustende wijze toe, zoodat er in 1868, in verhou ding tot de bevolking, 14 maal meer misdrijven dan in Fran krijk zijn gepleegd. De minister van financiën heeft den 12 bij de Cortes een wetsontwerp ingediendstrekkende om de regeering te mach tigen eene leening te sluiten van 1 milliard realen. De Afgevaardigde Garrido heeft in eene levendige redevoering zijn voorstel verdedigd tot schorsing der voorloopige werk zaamheden der conscriptie. De genl. Prim heeft de nood zakelijkheid van een staand leger betoogden het voorstel is verworpen met 112 tegen 69 st. Den 8 heeft de heer Caroeen republikeinde regeering geïnterpelleerd over het behoud door n Antonie v. Bourbon" van den rang van kapitein-generaal bij het leger; de revolu tie had de verwijdering der bourbons beoogdde minister van oorlog had verklaarddat zij nimmer zouden terugkee- renen een der voornaamste leden van dat geslacht behield niettemin zijne betrekking. De heer Castelar noemde zijne handhaving eene ingewikkelde erkenning der gevallen dynas tie, en meende, dat de hertog v. Montpensier niets gedaan had dat hem zulk een rang waardig maaktehij verklaarde zich ook nadrukkelijk tegen zijne verheffing tot Souverein hetgeen een halve restauratie zou zijn. De genl. Prim gaf ten antwoorddat de hertog verbannen was om redenen die het bewind noopten zijnen titel en rang te eerbiedigen en dieindien zij algemeen bekend warenzeker zijne te genstanders zouden ontwapenen. De adml. Topete verklaar de dat hij zich liever voor den hertog dan voor de repu bliek zou verklaren. De heer Figueras beweerdedat het gouvernement zich van den beginne af een plan voor Span- je's toekomst had gevormd, dat niet het plan der natie was. De maarschalk Serrano verzekerde, dat het bewind den volks wil zou eerbiedigenonverschillig of deze zich voor de re publiek of voor de monarchie verklaardeen dat hij zou wenschen om Spanje na de aanneming der constitutie weder voor alle Spanjaarden opeutestellen. '/En indien de Cortes besloten om Isabella v. Bourbon weder op den troon te plaatsen?" vroeg de heer Figueras. //Ik ontzeg U het recht om een zelfmoord te plegen," antwoordde de maarschalk. (De hertog v. Montpensier moet verklaard hebben, dat hij geene pogingen zal aanwenden tot verkrijging der Kroon, en dat hij haar niet zal aanvaarden dan wanneer zij hem door eene aanzienlijke meerderheid der bevolking wordt aangebo den daar hij niet wildat zijne verkiezing het voorwendsel tot een burgeroorlog levere.) De republikeinsche bladen laten zich hevig uit tegen de candidatuur van den hertog, zelfs heeft het door den genl. Pier- rad bestuurde orgaan el Pueblo Reg gezegd, dat indien don Antonie v. Orleans mocht opdagen, hij een anderen Merino (den priester die een aanslag tegen het leven van Isabella II heeft gepleegd) op zijnen weg zou vindenen dat die nieuwe Merino als de eerbiedwaardigste van alle Spanjaarden zou worden beschouwd. Maar dit artikel heeft tot een bijna algemeen protest der dagbladpers aanleiding gegeven. In eene den 12 gehouden bijeenkomst vau de meerderheid der Cortes is besloten om voor het laatst eene ligting van 25000 mantot het completeeren van het contingenttoe- testaanen om voor het vervolg het beginsel van werving van vrijwilligers intevocren. Den 14 is te Madrid, ingevolge de oproeping der heeren

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1869 | | pagina 1