ALKMAARSCHE COURANT No. 16. Eenenzeventigste J aar gang. Zondag 18 April. Geschiedenis van het verhandelde in den Gemeenteraad van Alkmaar over den aanleg van een schietbaan. u llckclijkechc Berichten. Belgie. Pruisen. Oostenrijk-llongartfc. krrkt'iliUe Staal. talie. Spa nj e. Frankrijk. '.U y Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per jaar f 3,40 franco per post f 4, Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 uur; ingezonden berichten een dag vroeger. Te Alkmaar maakt de vraagof er van wege bet gemeen tebestuur een schietbaan zal worden aangelegd, reeds gedu rende opmerkelijk langen tijd een punt van overweging uit. De geschiedenis dezer zaak is merkwaardig als een voor beeld van echt Hollandsche bezadigdheidvan grondig en geduldig onderzoek en misschien van nog iets anders. Den 24 December 1866 berichtten Burgemeester en "Wet houders aan den gemeenteraad, dat zij bij missive van den Commissaris des Konings in de provincie, naar aanleiding eener aanschrijving van den Minister van Binnenlandsche Zakenwaren uitgenoodigd tot het aanleggen van een schiet baan voor de oefeningen der schutterij in het schieten naar de schijf, dat zij daarop hadden geantwoord dat er in deze gemeente geen geschikt terrein voor een schietbaan bestaat, dat de Minister van Oorlog een officier had gezonden om een onderzoek in te stellenen dat die officier had gemeend dat het eenige terrein dat daarvoor kon worden ingericht was de strook grond tussehen de stadsgracht en de lijnbaan van den heer Jantjes. Burgemeester en Weihouders vonden dit terrein ongeschiktvreesden voor de veiligheid van "eene der meest bezochte wandelplaatsen" (het plantsoen aan de overzijde) en van de daaraan grenzende "bevolkte buurten." Zij stelden voor, dat de gemeenteraad hen zou machtigen om zich niet alleen sterk te verzetten tegen het aanleggen van een schietbaan op het voorgestelde terrein, maar om tevens den Commissaris des Konings te berichten dat er zich binnen de gemeente Alkmaar in 't geheel geen geschikt terrein voor een schietbaan bevindt. Den 16 Januari 1867 besloot de gemeenteraad alle stukken omtrent deze zaak te stellen in handen van den Majoor-Commandant, der dienstdoende schut terij met verzoek om advies. Den 15 Mei 1867 bracht de Majoor zijn rapport uit in overleg met al de officieren der schutterij. Daarbij werd als een geschikter terrein voorgesteld de oostelijke laan langs het exercitieveld aan het uiteinde van den houtnoordwaarts doorgetrokken-tot een lengte van 340 pas, met den kogelvan ger tegen het dijkje van de Israëlitische begraafplaats. De scherpschuttersvereeniging verzocht terzelfder tijd ook van hare zijde het aanleggen van een schietbaan. De raad ver klaarde den 22 Mei het terrein langs de lijnbaan van den heer Jantjes ongeschikt, en stelde liet, voorstel van den Majoor in handen van Burgemeester en Wethouders met verzoek om te dienen van bericht en- raad. Den 25 Juni brachten Burgemeester en WTethouders hun verslag uitgaven daarbij als hunne meening te kennen dat ook het door den Majoor voorgestelde terrein- met het. oog op de openbare veiligheid ongeschikt is, en verzochten alweder machtiging om namens den gemeenteraad aan den Commissaris des Konings te verklarendat er zich binnen de gemeente Alkmaar geen geschikt terrein bevindt. Nadat dit, rapport den 10 Juli in behandeling genomen, doch tot een volgende vergadering uitgesteld waswerd den 7 Augustus de zaak op nieuw behandeld. Verschillende ter reinen werden toen aangewezendie in aanmerking zouden kunnen komen. De Voorzitter gaf te kennen, dat Burgemeester en Wethouders geen bezwaar zagen in de kosten, maar dat zij tegen den aanleg van een schietbaan waren in het belang der publieke veiligheid. "Besluit de raad nu tot de oprich ting -zeide hij dan is de verantwoordelijkheid van hen op den raad overgegaan, en hebben zij daartegen geen bezwaar." Een der Wethouders meende, «dat een ieder doordrongen is van het nut eener schietbaan, maar dat Alkmaar geen gelegenheid daarvoor aanbiedt." "De kosten zeide hij zijn bij Burgemeester en Wethouders buiten aanmerking geblevende publieke veiligheid alleen is hun bezwaar." Daarop werd, na nog eenige bespreking tussehen een drietal leden met den Voorzitter over de geschiktheid van sommige ter reinen voor een schietbaandoor den Voorzitter in hoofdelijke stemming gebracht het beginsel, of de raadmet het oog op de publieke veiligheidgenegen is tot de oprichting eener schiet baan binnen de gemeente. Bij stemming werd met 11 tegen 2 stemmen dit beginsel in bevestigenden zin aan genomen, leest men in de gedrukte notulen, en verder werd op voorstel van den Voorzitter besloten, Burgemeester en Wethouders op te dragen aan den raad een voordracht in te dienen omtrent een geschikt terrein en de vereisohte kosten. Djt verhalen ons de gedrukte notulen, in de vergadering van 14 Augustus, dus acht dagen later, goedgekeurd. Het beknopt verslag in de Alkmaarsche Co.urant zegt woordelijk hetzelfde. Zoowel in de notulen als in de courant staat de inhoud van het besluit cursief gedrukt. Niemand is er ooit tegen opgekomenofschoon het vooral voor Burge meester en Wethouders een zeer belangrijk besluit was, daar zij uit, het oogpunt der publieke veiligheid steeds het aanleggen van een schietbaan hadden bestreden; in 1869 evenwel hebben een paar leden van den raad betwijfeldof de notulen wel juist waren, en of er inderdaad welbesloten was wat, die notulen ons melden. Is dat niet wat heel sterk Is het besluit niet geheel een uitvloeisel van de voorafgegane beraadslagingen? Staat het daarmee niet in onmiskenbaar verhand? Immers de geheele beraadslaging liep over de openbare veiligheid. Burgemeester en Wethouders ver klaarden, dat zij in de kosten geen bezwaar vonden, maar zich niot verantwoord rekendenomdat zij vooral geroepen waren om voor de openbare veiligheid te waken. De Voor zitter voegde er bij, dat, als de raad tot den aanleg van een schietbaan besloot, de verantwoordelijkheid van Burge meester en Weihouders op den raad overging, en zij er verder geen bezwaar tegen hadden. Hij stelde eindelijk zelf voor dit in beginsel uit te maken, en de raad maakte die vraag in beginsel uit. Als er niet besloten is wat de notulen ons verhalen, wat kan er dan toch wel besloten zijn? De raad heeft toen toch een beginsel uitgemaakt; wat mag dat beginsel dan wel zijn, als het niet is wat de notulen melden, en dat zoo geheel in verband staat met de beraadslagingen die vooraf gingen? Dit is zeker, dat, nadat den 22 October 1867 door Burg. en Weth. een enkel terrein was aangewezenonder de op merking dat ook dit terrein gevaarlijk was, de zaak bij den raad bleef rusten tot in 1869. Toen werd op verschil lende plaatsen in den hout het terrein voor een schietbaan met paaltjes afgezet. Die paaltjes hebben ongetwijfeld velen beminnaren van onzen hout de haren doen te berge rijzen. De meeste dienden dan ook blijkbaar om aan te toonen waar een schietbaan niet zou kunnen worden aangelegd. Eén terrein kwam dan ook slechts in den raad ter sprake de oostelijke laan langs het exercitieveld aan het uiteinde van den hout, noordwaarts nog dertig schreden verlengd door het hakhoutzonder met een enkelen weg of een enkel pad in aanraking te komen. Met 7 tegen 6 stem men is ook dit terrein afgekeurd in het belang der open bare veiligheid door een paar leden naar het schijnt ook uit vrees voor onhandigheid bij de schutters, die natuurlijk niet afhangt van het terrein. Geen der leden van den raad had daarna den moed een ander terrein voor te stellen. Nu dit terrein is afgekeurd, bestaat er zeker niet veel kans om er één te vinden dat beter bevalt. Maar hoe zal de gemeen teraad het dan maken met het in 1867 uitgemaakte beginsel? Over beginselen kan men toch maar zoo ruiterlijk niet heen stappen. En wat moet er eindelijk aan den Commissaris des Konings geantwoord worden? Toch niet, dat de raad in een doolhof is geraakt, waar hij niet uit kan komen? W. v. d. K. Eene deputatie uit Luik is naar Rome vertrokken, tot aan bieding van een aantal fraai bewerkte karabijnenbestemd tot wapening der pauselijke adelgarde. Het sierlijke kanten misgewaad voor den Pauswaarvan onlangs melding werd gemaaktis niet uit eene algemeene inschrijving bekostigd maar eene gift van de overbrengster zelve. In vele steden is op 's Pausen feestdag geïllumineerd en Leuven had zulk een feestelijk aanzien als bij het eerste be zoek van Leopold I. De inschrijving bij het Jotirnal de Bruxelles heeft 50000 fr. opgeleverd. Den 15 en 3 volgende dagen, des avonds, hebben in eene der afdeelingen van de fabrieken der firma Cockerill te Seraing, wegens ontevredenheid over gemaakte schikkingen omtrent den arbeid en wegens wrevel tegen een der opzichterssa menscholingen plaats gehaddie de tussehenkomst der gens- darmes en van troepen uit Luik noodig maakten. Den 18 is het tot eene botsing gekomenwaarbij verscheidene per sonen gekwetst zijn. 6000 Werklieden hebben den arbeid gestaakt. Uit al de duitsche bisdommen zijn naar Franfort gezonden de prachtig versierde portefeuillesbevattende de ondertee- keningen voor het adres van gelukwensching der duitsche eatholieken aan den Paus. Het telt meer dan een miljoen handteekeningen waaronder 13 van Vorsten, en vormt een sierlijk en kunstrijk geheel. Aan liefdegiften zullen naar Rome gezonden worden door de bisdommen Munster 24000Breslau 20000, Paderborn 19000 th. enz. *Het jubelfeest van den Paus is overal in de Rijnprovin ciën met groote plechtigheid gevierd. Te Keulen waren de openbare en de meeste particuliere gebouwen en kerken met groen versierd en 's avonds op verschillende plaatsen illurni- natiën aangebracht. Die van de zuidzijde van den Dom was bijzonder prachtig. Noordbottsche Rijksbag. De begrooting voor 1870 is ingediend, in ontvang en uitgaaf 74,958,495 th., en alzoo lj miljoen minder dan die van het vorige jaar, bedragende. Voor leger en marine zijn uitgetrokken 73,711,165 th. Door de verschillende Staten moet, naar gelang hunner bevolking, tot aanvulling der Bonds-inkomsten worden opgebracht 25,754,723 th. OOSTENRIJK. Te Jaroslau in Galicie heeft het gepeu pel in de Paaschweek vele winkels van joden geplunderd en de eigenaars mishandeld. Reeds op Goeden Vrijdag waren vechtpartijen tussehen de christenen en de joden aangevan gen, naar aanleiding van den jaarlijkschen optocht, waarbij een pop. Judas voorstellendewerd geëxecuteerd. De aartsbisschop van Olmutz verbiedt, in eene ter zake van het schooltoezicht uitgevaardigde instructie, zijne geestelijken niet om deeltenemen aan het toezicht over het wereldlijk onderwijsmaar gelast hun alleentot lid van den school raad verkozen wordendezijne toestemming te vragen. De regeering heeft aan de graven v. Lutzow en v. Spiegel en aan de. firma's Lippmann-Rosenthal en Lie. en Kaufmann en Zonen voorloopige vergunning verleend voor het oprichten eener Austro-uederlandsche Bank. De senaat, der hoogeschool tc Praag heeftin weerwil van de daartegen ingediende protestengevolg gegeven aan zijn voornemen om een adres van gelukwensching tot den Paus te richten. Het hoofd van het gewestelijk bestuur te Linz heeft de schoolmeesters in zijn district aangeschreven om nimmer adres sen en dus ook niet aan den Pausin de schoollocalen ter onderteekening te leggen en om de schoolkinderen niet opte- wekken tot het teekenen van bescheiden, waarvan zij inhoud en strekking onmogelijk kunnen beoordeelen. *De baron Kiibeck is belast met het overbrengen van het grootkruis der Stefanus-orde aan Koning Victor Emmanuel en van de orde van het Gulden-Vlies aan prins Humbert. De Paus heeft, ter gelegenheid van zijn 50jarig priesterschap, eene amnestie uitgevaardigddie zich ook tot de staatkundige veroordeelden heeft uitgestrekt. Na het vieren eener stille mis in de S. Pieterskerk, heeft Z. H., van de trappen van het altaar, den zegen over de menigte uitgesproken, en ver volgens, met de grootwaardigheidsbekleeders van zijn Hof en de leden van het corps-diplomatiquedeelgenomen aan een door het kapittel van S. Pieter aangericht dejeuner. *Onder de door den Paus ontvangen geschenken vindt men vermeld: 250000 fr. in goud van de Associatie der italiaansche catholieke jongelingschapeen gelijk bedrag van prins Tor- loniaeen schotel met gouden napoleons van de vrouwelijke leden van den romeinscken adel, 30000 fr. in goud van het H. Collegievan zijne ministers een kostbaar kruis ter waarde van 30000 fr., van de stad Monte-Rotondo een ver guld en niet zilveren hoepels voorzien vat met 100 kan ouden wijn, van Albano en Erascati uitgelezen vruchten, olie en honig, van eene vereeniging van pachters 100 koppels ossen, enz. enz. Yele van de giften in natura heeft Z. H. naar liefda dige gestichten doen brengen. De oostenrijksche generaal Maring is te Florence met veel onderscheiding ontvangen. De Koning heeft hem het groot kruis der orde van S.S. Mauritius en Lazarus, benevens een fraai paard geschonken en den 3 heeft de president-minister een feestmaal ter eere van den generaal gegeven. **De directeur der Bank te Florence heeft den 14 aan den raad van beheer voorgesteld om het kapitaal van 100 op 200 miljoen te brengen, en om aan de regeering, in loopende rekening, tegen 5 p. ct„ 100 miljoen fr. te verschaffen, ten einde haar in staat te stellen, den gedwongen koers afte- schaffen. Kamer van Afgevaarbigben. De commissie van on derzoek der begrooting voor 1869 heeft, blijkens haar ver slag, al de berekeningen van den minister van financiën niet durven vertrouwen en verschillende posten aanmerkelijk ver minderd de opbrengst der gemaalbelasting van 55 op 30 der kerkelijke goederen van 154 op 67 het geheel van 999j tot 914j- miljoen. Uit de hoofdkerk van Toledo zijn een aantal kostbaarhe den, ter waarde van 14 miljoen realen ontvreemd, zonder dat eenige braak heeft plaats gehad. De regeering heeft des wegens eene enquête ingesteld. De portugesche gezant heeft officiëel aan de regeering bericht, dat don Fernando niet slechts de Kroon van Spanje weigert, maar evenzeer om de commissie te ontvangen die naar Lissabon zou vertrekken. De maarschalk Serrano heeft geantwoord dat er nog geen sprake bij de regeering is van de aanbieding der Kroon, omdat de Cortes zelfs nog niets omtrent den toekomstigen regeeringsvorm hebben vastgesteld. Eene bende carlisten heeft getracht het garnizoen van Seu de Urgel te overrompelenmaar is met groot verlies afge slagen. In Grenada is eene carlistische samenzwering ont dekt hetgeen tot verscheidene gevangennemingen geleid heeft. **Eene deputatie uit Barcelona heeft een adres aan de Cortes overgebracht van de catalaansche fabriekarbeiders. Het draagt 100000 onderteekeningen en dringt aan op bescher ming der nijverheid. CoNSTiTUëEUENBE Cortes. Aan den genl. Prim is gevraagd of het bewind voornemens was een soldaat diewegens het ver moorden van een sergeant, door den krijgsraad van Grenada ver oordeeld was, het leven te laten. De minister antwoordde daarop, dat de moord onder zulke verzwarende omstandigheden be dreven wasdat het bewind geene vrijheid vond om genade te verleenenmaar dat de souvereine Cortes zeiven daartoe konden besluiten. Onmiddelijk is een voorstel in dien zin gedaanmet alg. st. aangenomen en naar Grenada geseind om de uitvoering van het vonnis te schorsenwelke tijding door een adres van dankzegging is beantwoord. De maarschalk Serrano heeftin antwoord op eene inter pellatie medegedeelddat de stand van zaken op Cuba blijkens eene officiëele depêcheverergerd is. **Den 6 heeft de bisschop van Jaen, uit naam der catho lieke Associatie, eene petitie ten gunste der catholieke eenheid ingediend, welke bijna 3 miljoen onderteekeningen telde en door eene in 5 galakoetsen gezeten deputatie naar het paleis der Cortes was overgebracht. Met 142 tegen 5 st. werd besloten een door den heer Moya ingediend voorstel tot afschaffing der doodstraf voor alle misdrijven in overweging te nemen; bij de stemming verlieten ae geestelijke leden der vergadering de zaal. Op den verjaardag van 's Pausen priesterwijding heeft de nuncius in deS.Sulpicius-kerk teParijs, die in- en uitwendig met de pauselijke kleuren getooid wasde mis gevierd. Bij zijne aankomst hief de in den omtrek der kerk vereenigde talrijke menigte de kreten aan: "leve Pius IX! leve de Paus!" In vele steden is geïllumineerd en in eenige hebben plech tige omgangen plaats gehad. Door de departementale dag bladen is ongeveer 400000 fr. voor den Paus verzameld, door V TJnivers reeds 166.000 fr. De Keizer heeft den minister Rouher opgedragen om eene wetsvoordracht intedienen tot het toeleggen van een pensioen van 250 fr. aan de 40000 nog in leven zijnde veteranen van de republiek en het eerste keizerrijk, aantevangen op 15 Aug. a.s., zijnde 100 jaren na de geboorte van Napoleon I. De uit de kas van het Legioen-van-Eer verstrekte 2.700.000 was niet genoegzaam om de pensioenen op bedoeld cijfer te brengen. Senaat. Het rapport van den heer Delanale omtrent de wetsvoordracht tot bekrachtiging der overeenkomst tussehen de stad Parijs en het Crédit-Foncier, is eene lofrede op de grootsche herschepping dier stad en met toejuiching aange hoord. Indien het gemeentebestuur in misrekeningen was ver vallen dan moest men de oorzaak vooral zoeken in de rijzing van de waarde der terreinen, en in de buitensporig hooge schadevergoedingen, door de jury van onteigening toegekend. De aangegane geldelijke verplichtingen gingen echter de financiëele krachten der stad niet te boven. Den 14 is, na eene zeer toegejuichte redevoering van den heer Hamsmam, genoemde overeenkomst goedgekeurd, met 116 tegen 1 st. Den 9 is met alg, st. aangenomen het voorstel om het contingent op 100000 man te bepalen. Wetgevenb Lichaam. Den 7 is een amendement van den, heer Clary tot verhooging met 250,000 fr. van den post voor onderwijzers-pensioenen, ten einde die minstens op 500 fr. te brengen, door de regeering bestreden, op grond dat andere beambten evenveel recht op verhooging van pensioen hebben en zulks de schatkist te zeer zou bewaren, en door staking der stemmen (90 tegen 90) verworpen. Den 8 is eene levendige discussie gevoerd over een voor stel van den tiers-parti, tot afschaffing van het zegel van de dagbladen en tijdschriften, waarbij inzonderheid geklaagd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1869 | | pagina 1