ALKMAARSCHE COURANT
\'o. 22,
Eenenzeventigste J aar gang.
Zondag
30 Mei.
9 lm
fv'S
©fficiccl C5cbcc!tc.
A propos van de verkiezingen.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per jaar f 3,40
franco per post f 4,
Brieven franco aan de Uitgevers
HERM". COSTEli ZOON.
IR i A
De Advertentiën kosten van 1—5 regels f 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 uur; ingezonden berichten een dag
vroeger.
Bij deze Courant behoort een Bijblad.
MINISTERIE VAN JUSTITIE.
PROVINCIE NOORDHOLLAND.
AANBESTEDING.
Op Donderdag den 10dm Junij 1869, des namiddags ten
hall' drie ure, zal onder nadere goedkeuring, aan hel lokaal
van het Provinciaal bestuur te Haarlem, door den Commis
saris des Konings in de provincie Aoordhollandof bij zijne
afwezigheid door een der leden van de Gedeputeerde Staten,
en in bijzijn van den Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat
in het 9e district, worden aanbesteed:
Het bouwen van eene sehool met buiten, por
taal en van eene woning voor dan onderwijzer
bij het Huis van verbetering en opvoeding voo
jongens te Alkmaar.
Deze aanbesteding zal plaats hebben bij enkele inschrijving
ingevolge art. 24 van het bestek.
Het bestek ligt ter lezing aan het lokaal van het Dep.
van Justitie en in het gebouw der Afsehaffings-inrigting, 1"
Wagenstraat S. No. 82, te 's Gravenhage, aan het lokaal
van het Provinciaal bestuur van Noordholland te Haarlem
en op alle verdere plaatsen waar de bestekken van openbare
bestedingen ter lezing gelegd worden.
Gegadigden worden er aan herinnerd dat de biljetten van
inschrijving des middags ten 12 ure vóór den dag der besteding
in de bus moeten gestoken zijn, zooals art. 63 434 der alge
meene voorschriften bepaalt.
Aanwijzing in loco zal gedaan worden op Zaturdag vóór
den dag der besteding, terwijl voor zooveel noodig inlichtingen
kunnen verkregen worden bij den Hoofd-Ingenieur van den
Waterstaat Jhr. J. R. T. Ortt te Haarlem, alsmede bij den
Ingenieur van den Waterstaat J. M. F. II ellan te Alkmaar.
Provinciale Waterstaat van Noord-Holland.
AANBESTEDING.
Op Donderdag den !0den Junij 1869, des namiddags ten
half drie ure, zal aan het lokaal van het provinciaal bestuur
van Noordholland te Haarlem, bij enkele inschrijving worden
aanbesteed
Het leveren van brik, zet- en storisteen en
het bestorten der Heldersche zeewering, in
twee perceelen.
De bestekken zijn, tegen betaling van 10 cents per exem
plaar, te verkrijgen aan bet lokaal van het provinciaal bestuur
voornoemdaan bet bureau voor buitenlandscke paspoorten
op den Dam te Amsterdam en bij den Opzigter van den
provincialen Waterstaat C. van der Sterr te Helder.
Inlichtingen zijn te verkrijgen bij den Hoofd-Ingenieur van
den Waterstaat te Haarlem, bij den Ingenieur J. Mi F. Wellan
te Alkmaar en bij den Opzigter C. van der Sterr te Helder.
De COMMISSARIS des KONINGS in de provincie
Noordholland brengt ter kennis van belanghebbenden
dat, door de uitvoering van werken aan de schutsluis Wil-
lem III aan het Noordhollandsch kanaal, de groote of bui
tenlandscke vaart gedurende eenige dagen aan genoemde
sluis oponthoud zal kunnen ondervinden.
Tevens worden belanghebbenden herinnerd dat, daar de
voorhaven van de schutsluis Willem I nog niet op de volle
diepte is gebragt, geene groote schepen of zeestoombooten
door laatstgenoemde sluis geschut kunnen worden.
Haarlem De Commissaris des Konings voornoemd,
28 Mei 1809. R e l l.
TAPPERS-PATENTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van belanghebbenden
Dat de patenten tot uitoefening van het beroep van
kroeghouder, tapper, slijter, koffijhuishouder en
koffljschenker, over de dienst van 18dd, gedurende 14
dagen na heden, van 's morgens 9 tot 2 ure, ter gemeente
secretarie kunnen worden afgehaald, mits de halve aanslag
voldaan zijwaarvan liet bewijs ter secretarie moet worden
vertoond. Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
28 Mei 1869. De Secretaris
SPANJAARD!1.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat bèt le sup-
pletoire kohier der hondenbelasting, dienst 1869, den 26
Mei 1869 door den gemeenteraad vastgesteld, op lieden ter
invordering aan den gemeente-ontvanger is uitgereikt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
27 Mei 1869. De Secretaris,
SPANJAARD T.
NATIONALE MILITIE
OPROEPING VERLOFGANGERS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
Ontvangen hebbende eene beschikking van den-Heer Com
missaris des Konings in deze provincie van 15 Mei 1869
n". M./S., 4e afdeeJing, (verz. n°. 35).
Roepen mits deze op de verlofgangers van de militie ie land,
behoorende tot de liglingen 18 5, 1866, 1867 en 1868, voor
zooverre zij voor den 1 April 1869#in het genot van onbe
paald verlof waren gesteld, en in deze gemeente verblijf
houdenom zich op Donderdag den f7 Junij dezes jaars,
des voormiddags ten 8 ure te falen vinden vóór het Raadhuis
derzelve gemeente, om aldaar door of van wege den Heer
Militie-Commissaris te worden onderzochtgekleed in uniform
en voorzien van al de door hen van het korps medegebragte
kleeding- equipementstukken, benevens zakboekje en verlofpas.
Burgemeester en Wethouders herinneren overigens de be
langhebbenden aan de navolgende in de wet op de nationale
militie van 19 Augustus 1861 (staatsblad n°. 72) gemaakte
bepalingen, als:
Art. 150. Het Crimineel W etboek en het Reglement van
krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op de manschap
pen der militie te landdie zich onder de wapenen bevinden,
van toepassing, en met opzigt tot de verschillende gevallen
van desertie, op al de bij de militie te land ingelijfden.
Die manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn:
1». zoolang zij zich bij bun corps bevinden;
2». gedurende den tijd, dien het in art. 138 bedoeld onder
zoek duurt;
3°. in bet algemeen, wanneer zij in uniform zijn gekleed.
Art. 140. De verlofganger verschijnt bij liet onderzoek in
uniform gekleed, en voorzien van de kleeding- en uitrusting
stukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van
zijn zakboekje en van zijn verlofpas.
Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan een arrest
van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen
provoost of het naastbij zijnde huis van arrest, door den
militie-commissaris worden opgelegd aan den verlofganger
1°. die zonder geldige redenen niet bij het onderzoek verschijnt;
2». die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden, niet
voorzien is van de in bet voorgaandartikel vermelde
voorwerpen;
3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij bet onderzoek niet
in voldoenden staat worden bevonden;
4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander behoo
rende, als de zijne vertoont.
Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens bet voorgaand
artikel arrest is opgelegd, bij het onderzoek tegenwoordig,
dan kan hij dadelijk onder verzekerd geleide in arrest worden
gebragt.
Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan
de hem opgelegde straf, dan wordt hijop schriftelijke aan
vrage van den militiecommissaris, te rigten aan den burge
meester der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden
en onder verzekerd geleide naar de naastbij gelegen provoost
of liet naastbij zijnde buis van bewaring of arrest overgebragt.
Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 vermeld, is
de verlofganger verpligt, op den daartoe door den militie
commissaris te bepalen tijd en plaats, en op de in art. 140
voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen om te worden
onderzocht.
Art. 144. De verlofganger, die zich bij herhaling schuldig
maakt aan het feit, sub. 4». van art. 141 bedoeld, of niet
overeenkomstig art. 14.5 voor den militie-commissaris ver
schijnt, of, aldaar verschenen zijnde, in het geval verkeert
sub. 2°. en 3°. van art. 141 vermeldwordt onder de wapenen
geroepen en van drie tot zes maanden gehouden.
Art. 145. De verlofganger der militie, die niet voldoet aan
eene oproeping voor de werkelijke dienstwordt als deserteur
behandeld. Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
29 Mei 1869. J)e Secretaris
SPANJAARD!.
POSTKANTOO R.
Lijst van brievenwaarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 2C helft der maand April 1869:
H. de HAAN, J. J. GREETER, Alkmaar; J. STAM;
JOH«- van DENNEB ROEK, Mej. SCHUURMAN, G E
SCIILUTERREMMERS of LEMMERS, J. OUDE,
Amsterdam; M. HOGER, Bergen; S. NIJMAN, Leiden;
AALTJE BUIJS, Nieuwediep, C. TUINMAN, Oudesluis,
B. de LEEUW, Petten.
Van het hulpkantoor Burqervlothrnq .-
J. de KOSTER, Blaaawkapel.
Van liet hulpkantoor Woqnum:
JAN de WINTERA Gravezande.
Nog in de maand Maart verzonden geweest naar Belqie-
GERR1T BEST, Luik.
Op de Zaturdagsche veemarkt te Alkmaar van 8 Mei 1869
is een door een bekenden dader, vermoedelijk ter hoogte van
de Paardensteeggestolen lam verkocht gewordenwaarvan
ue eigenaar onbekend is.
Namens den heer Officier van Justitie bij de A rr. Regt-
bank noodigt de 1°. Commissaris van Politie te Alkmaar hem,
die op dien dag een mm vermist beeftuit zich ten spoedig
ste aan het Politiebureau aantemelden.
Alkmaar, f)e Commissaris van Politie,
28 Mei 1869. NUHOUT van dek VEEN.
De Nieuwe Alkmaarsche Courant wil //uit wellevendheid
't was anders niet eens noodig //ditmaal" wel //niet een
enkel woord antwoorden op //liet geschrijf van bare oudere
zuster." Die oudere zuster is haar zeer verplicht voor haar
beleefdheid. Doch ter zake. Waarin bestaat het antwoord
der Nieuwe Alkm. Ct.? Hierindat de //oudere zuster" een
onware voorstelling heeft gegeven van de houding der con
servatieve partij en van den heer van Foreest ten opzichte
van de onderwijskwestie.
//Is het niet van algemeene bekendheid, vraagt zij welke
//pogingen men ook aanwende om het anders voor te stellen, dat
//hij nog zeer onlangsbij liet bespreken der onderwijsquaestie,
//zich geheel op het standpunt der Conservatieven heeft ge-
//plaatstwier beginselen medebrengen om de grondwettige
//regten en de werkelijke vrijheid van allen, tegen de open-
lijke of bedekte aanvallen van hendie zicli de liberalen
//noemen, te verdedigen? En welken grond hebt gij dan om
//te hopen dat er in bet district Alkmaar één enkele conser-
//vatief zal worden gevonden ounoozel genoeg om zich in
//uwe zoo duidelijk zigtbare strikken te laten vangen Zie
•'het verwondert ons waarlijk niet dat de Kiezersvereeiiiging
Vaderland en Koning den haar toegeworpen handschoen lig-
//gen laat en liet onnoodig acht om in ons blad te betoogen
//wat aan ieder in dit district bekend is, en wat de Alk-
nmaarsche Courant zelve even goed weet als wijdat de heer
/'van Foreest zich, ook wat betreft de seboolquaestiegeheel
//op het terrein der conservatieven beweegt."
De Alkmaarsche Courant antwoordt daaropNeendat is
niet van algemeene bekendheid; dat is niet aan ieder in het
district bekend. Juist bet tegendeel is van algemeene be
kendheid. De conservatieven verkondigen gewoonlijk omtrent
de openbare school een geheel andere leer" dan de heer van
Foreest. Zij staan in dit opzicht lijnrecht tegen elkander
over. In bet distriet Alkmaar echter zwijgen de conserva
tieven over dit lastige puilt, trachten de aandacht er van af
te leiden, en roepen uit: het is immers niet de eenige kwes
tiewaarop bij de verkiezingen gelet moet worden! -Neen.
met de eenigemaar wel de belangrijkstewant zij betreft
het VOLKSONDERWIJS.
De Nieuwe Alkm. Ct. zal bewijzen, dat de heer van Foreest
en de conservatieven zich op hetzelfde standpunt hebben ge
plaatst en zich ook wat betreft de schoolquaestie op het-
zeltde terrein bewegen. Hoe bewijst zij dit Zeer eenvou
dig //met een enkel woord." //Het is van algemeene be
kendheid^zegt zij; 't is onnoodig te betoogen wat aan ieder
in het district bekend is en wat de Alkmaarsche Courant
zelve even goed weet als wij." Ziedaar inderdaad een
weinig vermoeiende manier om iets te bewijzen. Ondanks
dit schitterend bewijs blijven wij bet tegendeel bewerenen
wij blijven ons daarbij beroepen niet op onze voorstelling der
zakenmaar op liet openlijk den volke verkondigde program
ma van de conservatieve Algemeene Kiesoereeniging voor Ne
derland, op de eigen woorden van den heer van Foreest,
in liet Bijblad van de Staats-Courant te vindenen op de
getuigenis van den heer Groen van Prxnsterer, van wien men
kan verwachten dat hij met voldoende nauwkeurigheid de
gevoelens der leden van de Staten-Generaal omtrent de school
wet nagaat.
De conservatieve Algemeene Kiesoereeniging wil //handhaving
der neutrale openbare school." De heer van Foreest noemt
de gemengde sehool een //noodzakelijk kwaadwaarvan hij
hoopt dat bet Nederlandsche volk weldra door grondwets
herziening zal verlost worden. Misschien is de natie er nu
reeds //rijp" voor, maar dit weet hij nog niet zeker. Den
1 ld™ December 1868 zeide hij in de Tweede Kamer: //Voor
grondwetsherziening meende ik (in 1857) was de natie nog
met rijp. Of zij er thans rijp voor iszou ik niet durven
beslissen."
De rijpheid van de natie voor grondwetsherziening neemt
alzoo naar het oordeel van den heer van Foreest toe. Als
de verkiezingen tegen de schoolwet uitvallen, zal de rijpheid
waarschijnlijk volkomen zijn.
De heer Groen van Prinsterer eindelijk noemt in een dezer
dagen verschenen vlugschrift //Bij de stembus" den heer van
Foreest //den lofredenaar der schoolwet-agitatie," zijn //voor-
treffelijken geestverwant."
Nu moge het gezond verstand der kiezers beslissen of de
conservatieven en de heer van Foreest ten opzichte van de
onderwijskwestie zich //op hetzelfde standpunt" hebben ge
plaatst en zich //op hetzelfde terrein" bewegen.
In een ingezonden stuk in de Nieuwe Noord-Hollander,
geteekend Benige Katholieke Kiezerswordt erkend, dat de
heer van Foreest iu de schoolwetkwestie verder gaat dan zij.
Zij voegen er tot geruststelling bijdat hij verklaard zou
hebben dat bet Nederlandsche Volk niet rijp is om zijn ide
aal te verwezenlijken. Dit is blijkens het bovenstaande on
juist. Zoo dacht bij in 1857. Thans durft hij niet beslissen
of de natie er rijp voor is.
Let nu wel or. De lijd van 25 Mei 1.1. herinnert dat
zes Katholieke leden der Tweede Kamer den 1 October van
het vorige jaar hebben gestemd tegen het amendement van
den heer Wvan Golsteinwaarvan dit blad schoolwetsher
ziening verwachtte. De Tijd betreurt het natuurlijk zeer
dat die Katholieke leden alzoo de bestaande schoolwet hebben
verdedigden zegt daarover het volgende:
//Let nu wel op, dat, als die zes leden voor het amen-
dement hadden gestemdde uitslag der stemming dan eene
//meerderheid van twee stemmen daaraan zou hebben gege-
//ven. Dan hadden immers 35 tegen37 vóór gestemd. In
//DAT GEVAL WAKE DE REGERING GEDWONGEN GEWEEST OM
//TE GEMOET TE KOMEN AAN DE ZWARE GRIEVEN, DIE WIJ,
//Katholieken met vele Protestanten tegen het
//ONDERWIJS HEBBEN."
Zou er nu gevaar voor de schoolwet bestaan of niet? Laat
u dus niet in slaap sussenvoorstanders onzer gemengde
openbare sehool, en geeft tocli niet uit beleefdheid of^uit
gewoonte uw stem aan een tegenstander, hoeveel achting
hij overigens moge verdienen, "t Verkiezingswerk is geen
beleefdheidsvisite, 't Geldt onze volksschool. Let nu wel op.
Wij Katholieken, zegt de Tijcl in het hierboven aange
haalde artikel. Ondertusschen blijkt uit datzelfde artikel zoo
duidelijk mogelijk, dat lang niet alle Katholieken het in de
onderwijskwestie met de Tijd eens zijn. Zes Katholieke leden
der Iweede Kamer (de heeren Kerheijen, Holtingerus Pij
pers van der Maesen de Sombreff, CornelisGuljé en de
Bieberstein) vereenigden zich niet met den wensch, //dat de
Regeering het uitzicht zou openen op een wensehelijke te
gemoetkoming aan billijke bezwaren voortvloeiende uit de
bestaande wetgeving regelende het lager onderwijs." Weder
om zes Katholieke leden (dezelfde heerenbehalve den heer
F erhejenin wiens plaats thans de heer Kerstens tegenstem
de) deelden niet in het verlangen//dat de bezwaren van
velen tegen ons lager onderwijs door de Regeering met
ernst en belangstelling zouden overwogen worden."
Als nu vier volksvertegenwoordigersgekozen in de distric
ten BredaMaastricht en Roermond, zulke trouwe verdedi
gers van de schoolwet zijn, en twee andere vertegenwoordi
gers gekozen iu de districten Boxmeer en Tilburgeen min
of meer weifelende houding aannemendoor slechts voor één
der beide amendementen en tegen het andere te stemmen,
dan blijkt niet alleen duidelijk dat deze Katholieke verte
genwoordigers het niet met de Tijd eens zijn, maar dan ontstaat
tevens het zeer gegrond vermoeden, dat de Katholieke Neder
landers die deze vertegenwoordigers naar de Kamer zonden,
het evenmin met de Tijd eens zijn omtrent onze schoolwet.'
Maar dan heeft ook de Tijd niet het recht om voor alle
Katholieken het woord te nomen en te zeggen: //wij Katho
lieken." In 't godsdienstige zijn alle Katholieken één,
maar zij verschillen in zienswijze omtrent hetgeen zij in
staats- provinciaal of gemeentebestuur wenschelijk achten.
Ons land alleen is voldoende ora dit te bewijzenen wii
men daarbuiten bewijzen zoekenmen behoeft niet alleen
naar Spanje, Italië of Frankrijk te zien, België, Oostenrijk
en zelfs Beieren zijn daartoe voldoende. De Tijd zal mis
schien zeggenja, maar dat zijn geen goede, geen oprechte
Katholiekendie erkennen wij nietmaar met deze be
wering zal bij toch voorzichtig moeten zijn, want daarmee
zou hij het aantal Katholieken iu Europa ontzaglijk ver
minderen. Of zou hij willen beweren, dat bij voorbeeld de
helft der kiezers in BelgiëOostenrijk en Beieren geen Ka
tholieken althans geen goedeoprechte Katholieken zijn
Geen courant, die zich op politiek terrein beweegt, is