Eenenzeveitligsle J aar gang. 1869. l\o, 45, Z O N I) G 7 NOVEMBER. rt Onze rijks-inkomsten. LÏÏlckclijkscïic Berichte». Pruisen. Baden. 6o$tcnr|(k-iüung;ai'jjc. Italië. Spanje. Frankrijk. A L k A A C A T. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,65, franco per post f O, SO, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers ILERM". COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK' MAAR, op Woensdag, den 10 November 1869des mid dags ten 1 uur. Namens den L oorzitter van den Raad. SPANJAARDT. POLITIE. In een' winkel te Alkmaar op Maandag morgen den 1 November gevonden een zilveren lucifersdoosjede daarop regthebbende kan hetzelve terugbekomen aan het bureau van politie aldaar. Ondanks alle verschil van staatkundige inzichten en gevoe lens kunnen alle Nederlanders het hieromtrent eens zijn dat onze inkomsten niet meer voldoende zijn om onze uit gaven te dekken. Maar verder dan dit punt strekt zich de eenstemmigheid ook niet uit. Geldt het de vraag, hoe het evenwicht tnsschen inkomsten en uitgaven hersteld behoort te worden, dan openbaart zieh weer allerlei verschil. Drie middelen kunnen daartoe in aanmerking komen 1». bezuiniging, '2°. leening, 3° verhooging van bestaande of invoering van nieuwe belastingen. Is er nog geen andere uitweg vraagt wellicht iemand. Kan de mildvloeiende bron van inkomsten op Java niet weer wat meer worden afgeleid naar het behoeftige moederland? Er schijnt niet aan gedacht te kunnen wordenalthans noch de Minister van Financiën in zijn rede bij de indiening der staatsbegrootingnoch de algemeene beschouwingen in het Voorloopig Verslag van de overweging der begrooting in de afdeelingen der Tweede Kamer durven dit uitzicht openen. De Indische begrooting vraagt steeds meer uitgaven in het belang vanlndië zelf, en het noodzakelijk gevolg daarvan is, dat er minder voorde behoeftige moeder overblijft. Dat er in Indië inder daad in dringende behoeften voorzien moet worden en de hoogere uitgaven werkelijk noodig zijnwordt ook bijna niet meer betwist. Wel is er geen eenstemmigheid omtrent de vragen of Indië voortaan een vaste bijdrage zal moeten le veren voor onze uitgaventot welk bedrag of voor welk aandeel het zal behooren te dragen in de algemeene uit gaven waarbij het zelf belang heeftmaar dat er in de eerste jaren op geen grootere bijdrage uit Indië te rekenen vait, schijnt vrij algemeen erkend te worden. Het Ministerie en de meerderheid der Vertegenwoordigers be grijpen daarenboven, dat Nederland niet langer geheel afhan kelijk mag blijven van de altijd wisselvallige koloniale baten. Onze inkomsten moeten zeker zijn, en daarom mag uit Indië op niets meer gerekend worden dan op een vaste bijdrage. Geen enkel overschot van een vroegere dienst is meer aanwezig om het jaar 1870 te hulp te komen. Het moet geheel alleen in zijn behoeften voorzien. Hoe dit te doen nu de begrooting een tekort aanwijst van f 11,372,000? Door een leeningstelt de Minister van Financiën voor. Bij den eersten aanblik is dat cijfer van ruim elf millioen zeker wel in staat, oin den belasting betalenden Nederlander met schrik te vervullen. En dan in dat tekort eenvoudig te voorzien door een leeningIs dat niet de breede weg die ten verderve leidt Het hellend vlak dat naar den af grond voert Ja maar er is toch nog een belangrijke lichtzijdezóó belangrijk zelfsdat het sombere beeld van dien gapenden afgrond ons vooralsnog niet behoeft te ver schrikken. Wanneer in de gewone behoeften niet kan voor zien worden dan met, behulp van geleend gelddan behoeft men inderdaad niet bijzonder zwaartillend te zijn om de toe komst met zorg te gemoet te zienmaar //liet sluiten van een leehing kan in aanmerking komen zeide onze Minis ter van Financiën te recht - wanneer het geldt den aanleg van werken die, gelijk de spoorwegen, zei ven productief zijn, of diegelijk kanalenwegen droogmakerijen de al gemeene welvaart bevorderen en daardoor indirect de in komsten van den Staat helpen vermeerderen." En zoo is het met de bcgrooting van J 87U. Voor den aanleg van staatsspoorwegen is noodig 10 millioenvoor de werken aan de drie groote waterwegen, de droogmaking in Schieland en het kanaal in Staats-Vlaanderen f 1,390,000. Vandaar is er een tekort van bijna een gelijk bedrag, van 11,372,000. «Deze uitgaven zegt de Minister --- kunnen worden ge rangschikt onder diegenen welke door middel eener leening bestreden mogen worden." Met het sluiten der leening zou overigens geen haast gemaakt behoeven te worden; want troostrijk klinkt het pietmaar 't is toch zeer begrijpelijk in de eerstvolgende jaren zal er voor soortgelijke buitengewone uitgaven weer geld noodig zijn, en dan is het beter een grootere som in eens te leenen op het daartoe meest geschikte oogenblik. Door de uitgifte van schatkistbiljetten kan inmiddels in de behoefte aan een betaalmiddel worden voorzien. "Er waren leden zegt het Voorloopig Verslag die, ofschoon de noodzakelijkheid betreurende dat men tot dit hulpmiddel toevlucht moest nemen, in het sluiten eener leening, enkel en alleen om daarvoor groote openbare werken tot stand te helpen brengen, niets abnormaals zagen. Sedert lang wist men, dat om ons kostbaar spoorwegnet te vol tooien een geldleening noodig zou zijn." Zij wezen er echter ophoe onder de middelen reeds voorkomt 600,000 van verkochte domeinen, uitdrukkelijk bestemd voor den aanleg der staatsspoorwegen, zoodat er van de leening niet 10 millioen, maar eigenlijk slechts ƒ9,700,000 voor de buiten gewone uitgaven tot aanleg der spoorwegen besteed zal worden, en er althans zes tonnen gouds zullen worden geleend or bestrijding van de gewone uitgaven. Bovendien werd ge raagd, of uitgaven als die voor het kanaal van St-aats- laanderen inderdaad wel buitengewone uitgaven genoemd logen worden, daar er toch elk jaar dergelijke uitgaven kullen voorkomen. De Minister acht alzoo de lecning ten behoeve der bc grooting van 1870 volkomen gerechtvaardigd, en meent op dien grond, dat de vraag of reeds nu verhooging van belas- I tingen noodig isvoor een ontkennende beantwoording j vatbaar is. Aan vermindering is natuurlijk nog veel minder te i denkenen daarom heeft de regeering haar reeds gereed gemaakte voordracht tot invoering van een algemeen briefport van 5 centen ook maar achtergehouden. Doch al zijn voor het oogenblik de bestaande belastingen nog toereikend, de regeering acht zich toch verplicht reeds nu te onderzoeken wat kan geschieden tot verbei ering dezer belastingen. Nu, daarmee schijnt de meerderheid der Kamer het geheel eens te zijn. B-'halve de opmerking dat reeds nu de gewone in- komsten niet icreikcnd zijn voor de gewone uitgaven, daar toch zes tonnen gouds van de leening voor gewone uitgaven moeten dienen, en dat sommige buitengewoon genoemde uit gaven veel van haar buitengewoonheid verliezen, als men bedenkt dat zij jaarlijks geregeld onder verschillenden vorm terugkomen, wordt in het Voorloopig Verslag liet verblijdend vooruitzicht geopend dat de uitgaven in 1S70 wel iets meer zullen be dragen dan het cijfer waarop zij begroot zijn. Immers de \i inistcr heeft- uitdrukkelijk gewag gemaakt van uitga1 -n voor de voltooiing van ons vestingstelsel en het verstrekken van nieuwe wapenen aan de infanterie van de kosten die een her ziening der armenwet ten gevolge zal hebben, en van hetgeen noodig zal zijn voor het noodzakelijk herstel van landsge- bouwen in den Haag en ter bevordering der landverhuizing naar Suriname. Al mogen deze uitgaven ook op de begroo- tmg van een volgend jaar worden gebracht, zij staan toch voor de deur, en doen zich aan de oogen der Staten-Gene- raal voor als zoovele donkere stippen, die den gezichteinder donkerder maken dan de Minister hem teekent. Kan er dan niet bezuinigd worden De vraag is in het Voorloopig Verslag gedaanmaar vond er geen bevredigend antwoord. Wij lezen daar, hoe de leden aanvankelijk over dit punt, onderling strijd hebben gevoerd maar het ten slotte in hoofdzaak tamelijk wel eens zijn ge worden. Er werd op gewezen, hoe onze uitgaven voor Oorlog en Marine sedert 1866 zijn gestegen. Van onze gewone inkomsten worden thans 30 ten honderd voor onze verdediging besteed. Voeg daarbij 37 ten honderd voor rentebetaling onzer staatsschuld, en er blijft van elke honderd gulden die wij ontvangen, niet meer dan f 33 over voor al het overige. Inderdaad zulk een toestand is bedroevend en toont duidelijk genoeg aan, dat het voortdurend ooNogs- gevaar de kanker is die aan de welvaart der volken knaagt. Wel moet er bepaalde noodzakelijkheid bestaan om er in °te berusten. Er is op de begrooting van Oorlog en Marine voor 1870 elf tonnen gouds minder uitgetrokken dan op de vonge begrooting, maar dat was velen niet genoeg. Er moest meer bezuinigd worden, beweerden zij. Immers de toe stand van Europa is geheel anders dan voor twee en drie jaren, alles neigt tot vrede, er wordt van een algemeene ontwapening gesproken, kan Nederland niet voorgaan, en behoeft het af te wachten wat grootere mogendheden doen Neen hebben anderen geantwoord wij mogen van geen ontwapening spreken, er moet gezorgd worden voor °vol- doende verdedigingsmiddelen tot handhaving onzer onafhan kelijkheid, onzer neutraliteit onder alle omstandigheden. En moet men den verdedigers onzer uitgaven voor Oorlog en Marine geen gelijk geven? Is de vrede zoo zeker, da" zelfs kleine staten, die toch altijd meer op hun hoede moeten zijn voor onaangename verrassingen dan de grootetot een begin van ontwapening zouden kunnen overgaan? Zijn er dan geen wolven meer, dat de schapen zonder zorg kunnen zijn? In dit blad is nooit de alarmklok geluid. Het heeft zich nooit schuldig gemaakt aan het roepen van „brand" zonder rook te zien. Nooit is het gevaar van inslikking door Pruisen er in voorgesteld als dreigend, als aanstaande, als waarschijnlijk, ijf licht gebeurlijk, zelts. Maar aan den anderen kant heeft het steeds de stelling verdedigd, dat wijniet boven. onze krachten, maar toch overeenkomstig ons vermogen, ja zelfs met inspanning van onze krachten, behooren te zorgen voor voldoende verdedigingsmiddelen. Ontwapening is een heerlijk denkbeeld, een blijde hoep, die niet behoeft te worden opgegeven, ook al zien wij nog weinig dat tot haar vervulling kan leiden; maar zij kan niet uitgaan van de kleine staten. Immers zij dreigen niet, maar worden bedreigd. En zou men nu eischendat de bedreigdede zwakke van wieu nie mand gevaar vrees!maar die zich tegen de aanvallen van anderen tracht te dekken met een sterk schilddat schild zal wegwerpen, terwijl de hem bedreigende sterkedie van niemand gevaar behoeft te vreezen, het zwaard nog opgeheven in de hand houdt? Maar zoo wij ons al die opofferingen voor leger en vloot getroosten - hebben sommige leden gevraagd zijn wij dan veilig Kan van den tegen woordigen toestand onzer verdedigingsmiddelen een voldoende getuigenis worden afge legd Van den tegenwoordigen toestand waarschijnlijk nog nietmaar laat ons hopendat de Regeering een be vredigend, een voor onze Vertegenwoordigers, voor deskun digen en bevoegde beoordeelaars bevredigend antwoord mag geven omtrent den toestand, waarin wij met al onze opoffe" ïingen binnen een niet te langen tijd onze verdedigingsmid delen gebracht zullen hebben. Maar wat is dan eindelijk de slotsom waartoe onze verte genwoordigers zijn gekomen, omtrent de vraag of bezuiniging het evenwicht tusschen onze uitgaven en ontvangsten kan herstellen? Het Voorloopig Verslag geeft ze in de volgende woorden «Enkel door middel van inkrimping van uitgaven even- weldaarover was men het eens, kon wel niet op den duur "in den geschokten toestand van ons hnantiewezen worden ./voorzien. Gestadig rijzen nieuwe behoeften opwaaraan "vroeger niet of naauwelijks was gedacht. Heeft men bijv. //niet in den allerlaatsten tijd van krachtdadige ondersteu- "ning van Staatswege eener stoompacketvaart naar Amerika, «als van eene in aanmerking komende zaakgewaagd Er "zijnzulke zeer problematieke uitgaven ter zijde gelaten, "takken der Staatsdienstwaarvoor toenemende uitgaven //worden vereisckt. Zoo zijn de blijvende uitgaven voor het //middelbaar onderwijs, nu reeds naar sommiger oordeel te "hoog, op de thans voorgestelde begrooting weder uitgezet. //Wilde men zich op den duur van alle nieuwe opoffering tot «verbetering van den intellectuelen of materielen toestand «des lands onthoudenNederland zou weldra bij de omrin- «gende Staten verre achterstaan. Uit dat oogpunt had het «een pijnlijken indruk gemaakt, den Minister van Finan ciën te hooren zeggendat de Regeringtot haar leed- wezen, uit vrees voor verlies van inkomsten inden eersten "tijdeene reeds gemaakte voordragt tot invoering van uni- «formbriefport moest achterhouden. Waar eene zoo nood- "zakelijke verbetering op grond van den finantielen toe- «stand uitgesteld moet wordenis die toestand dan toch «wel bepaald ongunstig te noemen. Zelfs de gewone amor- «t-isatie van staatsschuld kan in het belang van het staats- «crediet niet voortdurend binnen al te naauwe perken be- «grensd blijven. Nu reeds isblijkens den beursprijs der «schuldbrieven, het staatscredietvan Belgie grooter dan dat «van Nederland. Vooral is het, om dikwijls aangevoerde «redenen, dringend noodzakelijk, dat het streven naar min- «dere afhankelijkheid van de koloniale baten niet worde «gestaakt. Er ligt een scherp verwijt in het vernederend "feitdat de Nederlandsche Staat, in weerwil van sterk toe- «genomen welvaart en bloei, sedert 1811 nimmer ten volle «uit eigen middelen in zijne gewone behoeften heeft voor- «zien. Wilde men een beteren staat van zaken voorbereiden «en de toekomst onzer finantien verzekerenniets anders «schoot over dan het scheppen van nieuwe hulpbronnen. «Zoo ooit behoorde thans de impopulariteitaltijd eeniger- «mate aan het opleggen van nieuwe lasten verbondente «worden getrotseerd." {Slot volgt.) W. v. d. K. De aftreding van den heer v. d. Heijdt als minister van financiën wordt toegeschreven aan de afkeuring zijner linan- ciëele plannen door den Landdag en aan het jongste voor stel der conservatieve partij't welk eene verwerping van de verhoogingen der belastingen op het oog had. De Koning heeft tegen den 10, den geboortedag van Lu ther, een algemeenen bededag uitgeschreventer zake der tegenwoordige groote beweging op godsdienstig gebied. *De deputatie welke in last had den Koning het adres uit Noord-Sleeswijk aantebieden, is niet bij Z. M. toegelaten en heeft het den minister van binn. zaken overhandigd. Iu het gebied van den Nederrijn en de Eifel zijn in de laatste dagen herhaaldelijk schokken van aardbeving gevoeld, vooral den 3 te Frankfort en elders zoo hevig, dat zij de inwoners met onrust vervulden. Huis ber Apgevaarbigben. Den 29 zijn de voorloopige beraadslagingen voortgezet over het voorstel van d'. Eberty, betreffende de uitbreiding der rechtspraak door gezworenen bij staatkundige en drukpers-delicten, en is het wetontwerp aangenomen met 169 tegen 143 st. De nieuwe minister van financiën hield zijne eerste rede voering. Hij zou zijne denkbeelden over de middelen tot dekking van het tekort later ontwikkelenmaar wilde niet verzwijgen, dat, naar zijn oordeel, de toestand der financiën lang met ongunstig was, want al sloot het budjet met een deficit van bijna 5^ miljoen th„ daartegenover stonddat op datzelfde budjet ruim 8J miljoen tot schulddelging was uitgetrokken. **Bij het voorloopig onderzoek der staatsbegrooting heeft de minister van financiën aangekondigddat de regeering het voorstel tot verhooging van sommige belastingen met 25 p. ct. zsu intrekken indien het Huis kon goedkeuren een voorstel tot vrijwillige conversie, tegen genot eener pre mie, van al de in de oude deelen des lands bestaande 4) en 4 pot. staatsschuld in eene 4j pets. schuld, die de Staat niet verplicht zou zijn aftelossen. De nationaal-liberale fractie heeft, bij monde van den heer Lashervoorgesteld om ten aanzien van het ontwapenings voorstel van üen heer Virchow tot de gemotiveerde orde van den dag overtegaanop grond, dat de militaire uitgaven voor het Noordduitsch-Verbond tot het einde van 1871 door de Bonds-staatsregeling zijn vastgesteld. De 2= Kamer heeft met groote meerderheid van stemmen verworpen (jet voorstel van den heer Kief er, strekkende tot invoering van algemeene, directe en geheime verkiezingen, en daarentegen aangenomen het ontwerp der regeering volgens 't welk de Afgevaardigden verkozen zullen worden door kiescollegiënbij algemeene en geheime stemming sa mengesteld. OOSTENRIJK. De opstand in Dalmatie door gestadigen toevoer uit Montenegro en de Herzogewina meer en meer versterkt zijndeheeft de regeering de machtiging der Porte verzocht, om tot verhindering daarvan de turksche grenzen te mogen oterschrijden. Die machtiging is verleend met uitdrukkelijke vermelding dat, krachtens de suzereiniteits- rechten van den Sultan, het gebied van Montenegro met dat van Turkije wordt gelijkgesteld. De keizerlijke troepen hadden met 1 Nov. op onderscheidene punten gunstige stellingen ingenomen, met het gevolg, dat eene deputatie van 30 personen uit de landstreek Zuppa reeds aangeboden had om zich te onderwerpen. Zij verklaartdat niet de kwestie van de landweer, doch servisch-slavische op- stokerij den opstand heeft doen ontstaan. Agitatiën van grieksehe geestelijken en van anderen hadden het volk op gewonden, ouder toezegging van hulp van vreemde mogend heden.Aan eene kolonne is het gelukt om, ten koste van 21 dooden en 67 gekwetsten, het aan de grenzen van Mon tenegro gelegen fort Dragalj van proviand en munitie te voorzien. De tocht duurde 2 dagen, over een zeer ongunstig terrein, onder voortdurenden regen en te midden van vijandem Den 2 Nov. hebben de troepen de insurgenten na een gevecht van 3 uren teruggedreven eu zijuzij, zonder verderen tegenstand te ontmoetenvoortgerukt tot Poberdje. De boheemsche Landdag is den 30 Oct. gesloten. Van 82 czechische Afgevaardigdendie niet verschenen waren is het mandaat vervallen verklaard (ten vorigen jare 71). Dc Landdag heeft zich in beginsel ten gunste der directe verkiezingen voor den Rijksraad verklaard. De Kamer van koophandel te Weenen zal door haren af gevaardigde op het te Cairo te houden internationaal han delscongres o. a. voorstellendat de betrokken regeeringen uitgenoodigd worden om het Kanaal van Suez onzijdig te verklaren. HONGARIJE. De fiscaal bij het gerechtshof te Pesth heeft tegen Vorst Karageorgevich als tegen den moreelen hoofdaanlegger van den servischen vorstenmoordde dood straf en tegen zijne 2 medeplichtigen tuchthuisstraf van 15 en 20 jaren geëischt. Prins en prinses Hendrik der Nederlanden zijn den 29 Oct. te Turijn aangekomen en den 2 Nov. van' Brindisi naar Konstantinopel vertrokken. Volgens rapport van den minister van oorlog zijn bij den republikeinscheu opstand p.m. 40000 gewapende insur°-enten op de been geweest, 1300 hunner gevangen genomen" van het leger gesneuveld 4 generaals, 15 officieren en 91 soldaten en gekwetst 9 generaals, 61 officieren en 440 soldaten. Den 27 is in de straten van Madrid verspreid en dadelijk in beslag' genomen een manifest, waarin het volk werd aan gespoord om den maarschalk Prim tot Koning uitteroepen onder den titel van „Don Juan I, den hersteller van Spanje. Het deficit der loopende dienst zal tegen het einde des jaars bedragen 520 miljoen realen. Den 28 Oct. is eene bijeenkomst gehouden van de progres- sistische en democratische leden der Cortes. De ministers Silvela, Ardanaz en Topete en anderen protesteerden tegen het- voortduren van den voorloopigen toestand. De leden der radicale partij vereenigden zich met de candidatuur van den hertog v. Genua. Nadat de minister Prim de verschillende redevoeringen geresumeerd had, werd er gestemd en verkreeg de hertog v. Genua 110, de hertog v. Montpensier 2 stemmen. Den 30 werd eene vergadering gehouden van de gansche meerderheid der Cortesdus van de bovengenoemde leden en die der Liberale Unie (unionisten), welke 6 uren duurde en 's nachts te 3 uren gesloten werdbij de stemming ver klaarden zich 128 stemmen voor en 52 tegen den hertog v. Genua, welke cijfers den 1 Nov. tot 134 en 65 geklom men waren. De voorstanders van Montpensier zijn ongeneigd gebleven om hunnen candidaat optegevenen de ministers Silvela, Ardanaz en Topete, tot die partij behoorende, heb ben wegens den uitslag der stemming hun ontslag genomen. De beide eerstgenoemden zijn vervangen door de heeren Martos (buitenl. zaken) en Figuerola (financiën), maar het driemalen verlangde ontslag van Topete is hangende gebleven door de ongeneigdheid van den Regent om het te verleenen en op de bedreiging van Prim, van eveneens zijn ontslag te zullen nemen. Cortes. Met 87 tegen 14 st. is eene wet aangenomen, waarbij de uitbetaling geregeld wordt der soldij aan de offi cieren, die in Januari '66 en in Augustus '67 in opstand gekomen en geëmigreerd zijn. Den 30 heeft de minister van financiën de begrooting voor 1870 ingediend, in ontvang656,824,499, in uitgaaf656,966,085fr. bedragende; de inkomsten zijn alzoo vermeerderd met 127 en de uitgaven verlaagd met bijna 89 miljoen. De octrooien zullen afgeschaft blijven, van de tractementen der geestelijken zal 30 p.ct., van alle andere tractementen en pensioenen 20 p.et. belasting geheven worden, alsmede 20 p.ct. van de renten van aaudeelen in binnen- en buitenlandsche staats schulden. De minister stelt voor om de sterkt-e van het leger te bepalen op 70000 man, en de eigendommen der Kroon en der natie te verkoopen. De minister Prirn heeft den 30in antwoord op eene interpellatie, gezegd, dat de regeering den staat- van' beleg spoedig hoopt te kunnen opheffen, maar daartoe nog niet kon overgaan, omdat nog 3 benden opstandelingen bestonden en de krijgsraden nog uitspraak moesten doen in verscheidene aanhangige gedingen. De spoorwegwet werd definitief aangenomen. De onlangs te Parijs overleden voorstander der schoone kunsten Louis Lacaze heeft zijne uit 600 vlaamsoheneder landsche, italiaansche en fransche meesterstukken bestaande schilderijen - verzameling aan het muzeüm van de Louvre vermaaktom daarvan eene afzonderlijke galerij te vormen. Bovendien heeft hij 3 tweejarige prijzen, elk vau 10000 fr. ingesteld, voor de beste werken over natuurkunde, physiolo- gie eii chemie door franschen of buitenlanders geschreven. Aan het onderzoek van den Raad van State zijn wet-s- voordrackten onderworpen op de wijze van benoeming der mairesomtrent het geven van kosteloos lager onderwijs en tot bepaling welke betrekkingen met het mandaat van Afge vaardigde vereenigbaar zijn (ministers, divisie-generaals, vice- admiraals, hoogleerarcn enz.) De kiezers in 4 districten van het dep', van de Seine en in 1 district der dep". Vende"p en Vienne zijn tegen 22 Nov. opgeroepen om leden voor het Wetg. Lichaam te kiezenin de beide laatste districten ter vervanging der tot ministers benoemde Afgevaardigden Alfred Leroux en Bourbeau. Den 29 Oct.. is te Rouaan eene vergadering gehouden van 2000 personen, waarin de Afgevaardigden Estancelin, Corxeille, 'iuesnéBuisson en lfesseaux hebben verklaard dat zij in het Wetg. Lichaam de afschaffing van alle handektraetaten zouden vragende heer Pouyer Quertier eene zeer toege juichte redevoering heeft gehouden, en besloten is het rou- aansche comité permanent te verklaren, met opdracht om de vestiging van een comité-generaal te Parijs te bewerken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1869 | | pagina 1