Frankrijk. C^root-Brittanje en Ierland. Turkije. %'ereenigde Staten. Binnenland. Jan Pietersz. Coen. het ministerie zijn ontslag ingediend. Reeds hadden, wegens de ongunstige kansen der candidatuur van den hertog, 32 leden der radicale partij hunne adhaesie teruggenomen. De republikeinsche generaal Pierrad is, na 3 maanden in de gevangenis te hebben doorgebrachtuit kracht van een vonnis der rechtbank van Tarragonaop vrije voeten gesteld Den 4 zijn 2 pistoolschoten gelost op den Regent. Cortes. In het rapport over het budjet voor 1870 wordt geconstateerd, dat, door het overdreven stelsel van bevor dering bij het leger, op elk zevental, en bij de speciale wapenen zelfs op elk vijftal soldaten, één officier wordt aangetroffen. De zitting is den 4ter zake der ministeriëele crisis, ver daagd hetgeen eene groote beweging onder de leden heeft veroorzaakt. Te Saintes (Beneden-Charente) heeft den 18 en 19 eene in drukwekkende manifestatie ten gnnste der vrijhandelsbegrippen plaats gehad. De in zeer liberalen geest vervatte en onder de levendigste toejuiching genomen besluiten tellen ongeveer 60000 adhscsiën. De meeste leden van het rechter-centrum, die de bijeen komst bijwoonden, waarin de heer Ollivier mededeeling van den brief des Keizers heeft gedaan, hebben ten teeken hunner erkentelijkheid voor de ruiterlijke wijzewaarop de Souverein den parlementairen weg inslaatonverwijld hunne namen in het op de Tuilerien voorhanden register ingeschreven. Traupmann is den 30, 's avonds te 10 uren. door de jury schuldig verklaard zijndeter dood veroordeeld. Deze uit spraak verwekte toejuichingen, die echter dadelijk onderdrukt werden. De veroordeelde toonde geene ontroering; hij zweeg en groette toen hij werd weggeleid. Hij heeft zich tegen het vonnis in cassatie voorzien. De advocaat Lachaud had hem verdedigd op grond van ontoerekenbaarheid wegens ver standsverbijstering. In den nacht van 3031 Dec. is overleden de hertog v. Trevisogrootofficier van het Legioen van Eer, lid van den Senaat. De strike der bedienden in de magasins de nouveautés heeft eenige verbetering in hun lot teweeggebracht, maar hunne poging om eigen magazijnen opterichten is niet ten volle geslaagd, zijnde in plaats der gehoopte 5 miljoen slechts 200,000 fr. ingeschreven, waarvan 75000 onmiddelijk zijn gestort, Het nieuwe kabinet is samengesteld als volgtEm. Olli vier, justitie en eeredienst, ldaru buitenl. zakenChevandrier de Valdróme binn. zaken Bu Pet financiënLeboeuf oorlog Rigault de Genouilly marine. Segris openbaar onderwijs, de Talhouet openbare werkenLouvet handel en landbouw, Vail- lant Huis des KeizersMaurice Richard schoone kunsten. De heer de Parieu is tot voorzitter van den Staatsraadde aftredende minister van justitie Duvergier tot lid van den Senaat benoemd. De heeren Leboeuf, Rigault en Vaillant waren reeds leden van het vorige kabinet, waarin laatstgenoemde tegelijk minis ter voor het Huis des Keizers en voor de schoone kunsten wasde heeren Buffet en ldaru behooren tot de ondertee kenaars van het manifest der linkerzijde en de 6 overigen tot de onderteekenaars van dat van het rechter-centrum. De heeren JDaru, Louvet en Buffet zijn tegenstanders van het vrijhandelsstelsel en in dit opzicht niet homogeen met de overige ministers. De toetreding der leden van het lin ker-centrum is te danken aan den oud-minister Magne, die in de eerste combinatie van den heer Ollivier begrepen was, maar op 1 Jan. aan dezen voorgesteld had, eene laatste poging tot eene toenadering der beide centrums te beproeven, in welk geval hij bereid was zich terugtetrekken. Op voor waarde, dat geen andere ministers van het vorige kabinet, behalve die van oorlog en van marine, in het nieuwe zitting zoude nemen, kwam de gewenschte fusie denzelfden dag tot stand, waarmede de heer Magne volkomen genoegen nam. Het Journal Officiel behelst een afkeurend artikel over de pogingen der radicale en revolutionaire bladenomsedert de Keizer in zijne troonrede verklaard heeft »dat hij voor het behoud der orde instond," door aanvallen op de militaire overhedenongunstig op de stemming van leger en vloot te werken. Op Corsica worden gelden bijeengebracht tot het uit Londen overbrengen van het stoffelijk overschot van den vermaarden bevrijder en regent Pascal Puolien tot het oprichten van een standbeeld te zijner eere. Op voordracht van den ministerraad heeft de Keizer den heer Haussmann ontslag verleend als prefect van hetdepb der Seineen hem vervangen door den heer Chevreauprefect te Lyon. Het Journal Officiel bericht, dat 92411 personen genot hebben gehad van het amnestie-besluit van 14 Aug. '69. Senaat. Den 28 Dec. is, nagenoeg met eenparigheid van stemmenovergegaan tot de orde van den dag ten aanzien van eene petitie, waarbij voorgesteld werd de doodstraf niet meer in het openbaar, maar in de gevangenissen, ten over staan eener commissie, te voltrekken. De heer Mentque ver dedigde als rapporteur, dit verzoekhetwelk door den gewezen minister Baroche en den regeerings-commissaris Migneret bestreden werd. Den 5 Jan. heeft de heer de Maupas eene aanvraag tot interpellatie omtrent de binnenlandsche staatkunde van het gouvernement ingediend. Wetgevend Lichaam. De verkiezing van den heer Isaac Pereire (Aiyle), waarvan de commissie met 15 tegen 4 st. de goedkeuring had voorgesteld, is bestreden door de heeren Favre, Quesni en Gcnton, leden van de 3 voornaamste fraction der Kamer, en vernietigd met 130 tegen 31 st. De bezwaren waren omkooping der kiezers door geld en feeste lijk onthaal, geholpen door een vrederechter, en laakbare manoeuvres tegen de medecandidaat van den heer Pereire. De heer I'aure heeft 3 wetsontwerpen ingediendtot op heffing van art. 75 der constitutie van jaar VIIItot in trekking van art. 291 van het Code-penal, betreffende de as sociatie en tot benoeming der maires door de gemeenteraden. De heer Steenackers heeft het intrekken der wetten op de openbare veiligheid voorgesteld, de heer Eaentjens het ver anderen van het recht van invoer op de wijnen in eene pro- portioneele belasting. Engeland. De graaf v. Portsmouth is onlangs door den heer Gladstone voorgedragen voor het ontvangen der ridder orde van den Kousenband, ter zake van het uitstekend stelsel van beheer op zijne goederen in Ierland, maar hij heeft dit eerbetoon afgewezen, omdat dit stelsel niet door hem maar door zijnen agent is uitgedacht en reeds vóór zijne meerder jarigheid werkte. Ten gevolge van het in werking treden der wet tot op heffing der gevangenschap voor schuldenzijn den 1 Jan. 94 schuldenaars uit de Wluteerossstreet-gevangenis te Londen ontslagen. Een hunner was reeds sedert 7 April 1843 daarin gegijzeld. Ierland. Den 24 is te Ballycastle, graafschap Mayo, een schot gelost op miss Harriette Gardiner, eene dame die uitgestrekte landerijen bezit en kort geleden aan eenige barer pachters de pacht had opgezegd. Zij is ernstig, schoon niet doodelijk, getroffen. Een aanzienlijk grondbezitter in het graafschap Antrim heeft zijnen agent gelast om aan zijne pachters hunne hoeven voor den tijd van 21 jaren te verpachten. Die pachters zijn daarmede zeer ingenomen en beweren, dat, indien dit voor beeld algemeen gevolgd werd, eene wetgeving op het stuk der pachten onnoodig wezen zou. Den 26 en 27, 's avonds, hebben te Kilkenny ongeregeld heden tusschen de militairen en de burgers plaats gehad. De troepen werden met steenen aangevallen en hebben, na het opdagen van hulp uit de kazerne, het gepeupel met de bajonet verdreven. Den 31 is te Askeaton op 2 policie-beambten geschoten, met het gevolg, dat de een doodelijk in de long en de ander in den arm is gewond. Denzeifden avond is in eene andere stad van hetzelfde graafschap, n. 1. in Shanagolden, insgelijks een policie-agent door een pistoolschot in den arm gewond. Den 1 Januari is nabij Tuam, graafschap Mayo, gevuurd op een winkelier, die ten gevolge daarvan in zorgelijken toestand verkeert, en denzelfden dag een moordaanslag ge daan op een van de markt te Westport terugkeerend land bouwer, die echter geen ernstige wond heeft bekomen. Te Longford hebben op 31 Dec. zeer onrustige tooneelen plaats gehadbij gelegenheid der voorloopige verkiezing van een Parlementslidwaartoe voorgesteld werden kapitein Greville Nugent, een door de geestelijkheid ondersteund lid der nationale partij, en een naar Noord-America geweken, vroeger wegens een staats vergrijp veroordeelden fenian John Martin. Een escadron huzaren, 2 compagniën infanterie en eenige honderden policie-beambten waren op de been, om de tierende menigte in bedwang te houden. In het stads huis heerschte een geweldig rumoer en geraakten de pleiters voor de beide candidaten handgemeen. Het opsteken der handen viel ten gunste van den heer Nugent uit, maar zijne tegenstanders namen daar geen genoegen mede en verlangden eene hoofdelijke stemming, 's Avonds was de opgewonden heid zoo groot, dat de overheid de oproerwet deed afkon digen en de menigte door de troepen deed uiteenjagen. De uitslag van de den 5 gehouden stemming is geweestdat de heer Nugent gekozen is met 1487 st.tegen 440 op den fenian Martin. KoLONiëN. De opstandelingen van het Wiunipeg-gebied aan de Hudson-baaihebben gecapituleerd. De regeering heeft, vooreerst nog slechts langs officieusen weg, verklaard, dat er geen spraak kan zijn van eene onzij digverklaring van het Suez-kanaal, 't welk uitsluitend door egyptisch, dat wil zeggen door turksch, gebied loopt/ Ove rigens is de Porie bereid om al het mogelijke te doen, ten einde het gebruik van het kanaal voor den wereldhandel blijvend dienstbaar te maken. Donau-Vorstendommen. Ds diplomatieke agent van Oostenrijk heeft aan de regeering medegedeeld, dat deze mogendheid aan de Porie heeft voorgesteld om de verande ring van den naam Donau-Vorstendommen" in dien van "Roumanie" goedtekeuren. In de Kamer heeft eene interpellatie betreffende de ver houding der israölieten aanleiding tot stormachtige debatten gegeven. De regcering weigerde om maatregelen tegen het overwicht der israëlieten voortestellen en liet zulks aan de Kamer over. Een voorstel van een der ledenom eene com missie te benoemen voor het ontwerpen eener wet tot pegeling van den toestand der israëlietenis naar de afdeelingen ver zonden. De Kamer is daarop, een votum van vertrouwen in de regeering uitsprekende, tot de orde van den da; overgegaan. De President heeft de suprematie van het militaire- gezag in den Staat Georgia hersteld en den genl. Terry tot mili tairen commandant van dien Staat aangesteld. Tot dus ver zijn tot een bedrag van 210.000 d. vervalschte bonds van den Staat Nieuw-York ontdekt, welker cijfer be- dnegelijk van 1000 in 10.000 d. is veranderd. De vrijlating der vroeger in beslag genomen 30 spaansche kanonneerbootenheeft de vrienden van den opstand op Cuba zoozeer ontmoedigd, dat de prijs van de bonds der //Cubasche Republiek" thans even laag is als die van de Eenian-Republiek en van de voormalige Geconfedereerde Staten. De minister van financiën heeft bepaald, om in Januari voor 4 miljoen aan goud te verkoopen en voor 6 miljoen aan bonds intekoopen. De staatsschuld bedroeg op 1 Janu ari 2658 milj. d. Staten-Generaal. Het eindcijfer van de raming der uitgaven op de staatsbegrooting voor 1870, zooals zij door de 2e. Kamer is vastgesteld, bedraagtf 95,864,785,31 J, zijnde f 130,100 minder dan de oorspronkelijke voordracht. Belastingen. Ongeveer 1200 ingezetenen van den Hel der hebben een adres van adhaesie geteekend aan de be sluiten van den gemeenteraad, waarbij de bezwaren tegen de geheele opheffing der accijnsen aan den minister van finan ciën worden ontvouwd. Postwezen. De kamer van koophandel te Zaandam heeft een adres aan de minister van financiën gezonden, tot aan drang der invoering van een uniform briefport van 5 cents. Volks-weerbaarheid. Te Dalfsen wordt eene vereeni- niging tot oefening in den wapenhandel opgericht. Scheepvaart. In 1869 zijn te Amsterdam aangekomen 1231 schepen, waarvan 120 van Java, 102 van Bremen, 91 van Riga, 76 van Huil, 65 van Petersburg, 63 van Ham burg. 61 van Londen, 42 van Dantzig enz., en van daar vertrokken 1106 schepen. In 1869 zijn voor de eerste maal zeebrieven uitgereikt aan 62 binnen- en 14 buitenlands gebouwde schepen, metende te zamen 11319 lasten, tegen 70 binnen- en 14 buitenlands gebouwde van 10591 lasten in 1868. Veeteelt. In den laatsten tijd hebben zich in de om streken van Leiden weder onderscheidene gevallen van long ziekte met doodelijken afloop onder het rundvee voorgedaan. Kerkelijke zaken. De Synodale Commissie en andere hoogere en lagere coflegiën der herv. kerk hebben, bij adressen aan de 1". Kamer, de verwerping verzocht der begrooting voor herv. eeredienst voor 1870, ter zake van het door 2». Kamer aangenomen amendement van den heer v. Lijnden, waarbij dc toelaag voor de provinciale collegiëu van toezicht op de kerkelijke administratiën a 6800 geweigerd is. Aanbestedingen. Den 27, te Heer Hugo Waarddooi de commissie tot stichting eener herv. gemeentehet bouwen van eene kerk met toren en consistorie en vrij staande pas torie, aan P. Ruiter aldaar, voor 26695 (minste inschr. A. Singers te Heyloovoor f 24,548). Den 29, te Middelburg, de gedeeltelijke ontmanteling der vesting Vlissingen, n.l. het vervangen van 2 houten bruggen over de grachten door aarden dammen, aan A. Rinders te Brcskens, voor f 7700. Den 30 Dec., te 's Gravenhage, het maken van de beide landhoofden der spoorwegbrug over het Hollandsche-diep, minste inschr. ld. Folker te Dordrecht en A. Volker Lz. te Sliedrecht, voor f 768,000; door het prov. bestuur van Noordholland, het onderhoud van het Groot Noordh. Kanaal in 1870, 71 en 72, minste inschr. perceelen 1 en 2 77. 72. Bennink te Vreeswijkvoor T 137.910, perceel 3 J. Schalk te Buiksloot, voor f 30,900, perceelen 4, 5 en 6 72. Kroon te Buiksloot, voor f 98,150 en perceel 7 J Swets le Nieu- wediep voor f 66400. Den 31te Haarlemmermeer, het bonwen van de school No. 7, aan J. v. Beek te Lisse, voor 7244 het bouwen van de school No. 8 met onderwijzerswoning aan A. v. d. IFilk te Warmond, voor f 10527. Don 6 Jan., te 's Gravenhage, het maken van de pijlers en het linkerlandhoofd voor de brug over dc Nieuwe Maas te Rotterdamminste inschr. J. Verwaaijen te Arnhem en J. Koog te Amsterdamvoor f 871.000. Gieten. Gedurende 1869 heeft liet Ned. Zendeling-ge nootschap aan giften en legaten ontvangen f 46,137,121. Aan het hulpfonds voor weduwen en weezen van predi kanten van de classis Heerenveen zijn door een onbekende geschonken 2 certificaten W. S., rentende 21 p.ct., elk groot 1000. Door wijlen dr. v. Outeren te Leiden is vermaakt aan de herv. diaconie aldaar f 10000, aan het herv. weeshuis 6000, aan het luth. wees- en diaconiehuis f 3000, voorts legaten aan het r. c. wees- en oudenliedenhuis, de diaconie der chr. afgesch. gemeente aldaar, aan de inrichtingen voor blinden en voor doofstommen, en aan het fonds voor Katwijksche visschersweduwen f 4000. De collecte op den jaarlijkschen dankdag voor de visscherij, gehouden in de christ. geref. kerk te Urk^, ten behoeve dei- weduwen te KatwijkNoordwijk Scheveningen Vlaardin- genZwartewaalTerschelling, Enkhuizen en Urk, die in de jongste stormen hare maunen hebben verloren, heeft f 138,33 opgebracht. Sterke drank. Jeneverrampen in 1869: 66 gevallen van gevangennemingen veroordeeling. 12 van moord en doodslag, 52 van verwonding en mishandeling, 4-7 zelfmoorden. Rampen. In den nacht van 6-7 Jan. is het koopvaardij schip Maria Regina liggende bij den Kadijk te Amsterdam omgeslagen terwijl de kapitein en de stuurman met hunne vrouwen en 7 kinderen zich aan boord bevonden. Op hun hulpgeroep spoedden de nachtwachts zich met eene boot ter hulpen hadden zij het geluk alle drenkelingen te redden. Den 7 Is te Nieuwediep tegen den Razenden Bol een schip gestrandvermoedelijk eene onder engclsche vlag varende barkomstreeks 10 uren is de reddingboot tot assistentie gezonden, doch te laat; sommigen meenen het volk op de groote ra te hebben gezien, anderen vermoeden, dat het 's nachts verlaten is, doch in beide gevallen heeft de beman ning hoogst waarschijnlijk den dood in de golven gevonden. Misdrijven. Den 2 's avonds heeft een artillerist een revolver afgeschoten door de ramen bij den fortwachter in het fort //de Vossegat" bij Utrechtwaardoor die man en 2 bij hem aanwezige nabestaanden lichtelijk werden gekwetst. De dader maakte zich aanstonds uit de voetenmaar den 3 is een gepasporteerd militair in hechtenis genomenwaarin men den schuldige meent te herkennen. Een steeuenzoeker heeft in den grootsten steen van het schilderachtige hunnebcd te Valthe een gat geboord en dien door kruit doen springen. De Commissaris des Kouings in Drenthe heeft zich deze zaak aangetrokken en de justitie een onderzoek ingesteld. Rechtszaken. De H. Raad heeft den 4 verworpen het beroep in cassatie van Walraven te Medemblik, tegen het arrest van het hot van Noordholland waarbij hij, wegens poging tot moord op zijn zoontje, veroordeeld is tot 20 jaren tuchthuisstraf. Overleden, den 2, te Utrecht, de gepensioneerde majoor P. W. dAuzon de Boisminart. Geboren in 1770, trad hij op 1 2jarigen leeftijd in dc krijgsdienst en bleef hij daarin tot 1824 toen hij commandant van het invaliedenhuis te Leiden werd welke betrekking hij ongeveer 20 jaren vervulde. Hij schreef verscheidene werken, o. a. een verhaal van den tocht naar Rusland in 1812, waaraan hij had deelgenomen. Landaanwinning. Van wege de gemeente Groningen worden onderzoekingen gedaan in verband met eene moge lijke bedijking van 300 bunders kwelderland, gelegen achter den Stads-Nieuwen-Polder. 271" Staats-loterij. Trekking der 3'. klasse. No. 10386 f 25000, No. 13715 f 5000, No. 3042 2000, No. 1349 en 16622 f 1500, No. 1866, 2225, 5002, 9170 en 13880/1000. Zuidscharmude 30 December. Heden zijn alhier uit deze en uit de drie aangrenzende plaatsen Noordscharwoude, Oud- karspel en Broek op Langedijk eenige belangstellende ingeze tenen te samen gekomen tot het oprichten van een "School verbond," met dit gunstig gevolg, dat aanvankelijk een zestigtal personen tot. dat Verbond als leden zijn toegetreden. Later zal worden beslist, of men zich al dan niet aan het te Utrecht gehouden Centraal-verbond zal aansluiten. Ook te Zijpe en Haringcarspel worden pogingen aangewend om een afdeeling van het "School-verbond" opterichten. Nu op 29 Mei 1.1. te Batavia de eerste steen ii gelegd van het voetstuk voor een standbeeld van den grondlegger onzer heerschappij in Indië, nu er een beroep wordt ge daan op de Nederlanders in Indië en in Europa om gelden bijeen te brengenopdat het voetstuk niet te lang op het beeld moge wachtenbehoort de aandacht gevestigd te worden op alles wat over den persoon cn het werk van onzen eersten Gouverneur-Generaal licht kan verspreiden. Dc lezers van de Alkmaarsche Courant zullen waarschijnlijk van het onderstaande niet ongaarne kennis nemen, dat overgedrukt is uit de Economist van December 1869 Onder den titel: 1de opkomst van het Nederlandscli gezag in Oost Indie. Verzameling van onuitgegeven stukken uit het oud-koloniaal archief uitgegeven en bewerkt door Jhr. Mr. J. K. J. de Jonge, Adjunct Rijks-Archivaris, liggen ons nu reeds een viertal belangrijke bundels voor. We herinneren dat de heer de J onge de door hem uitgegeven stukken steeds vooraf doet gaan door eene inleiding of een historisch over- zigt van het tijdvak waarover die stukken handelen, geheel op die stukken berustende en waarin hij de dikwerf verras sende uitkomsten opteekent, door de thans voor het eerst aan het licht gebrachte stukken verkregenen die sommige lang voor ontwijfelbaar zeker gehouden historische feiten tot het rijk der mythen verbannen, andere onder een geheel nieuw licht leereu beschouwen. De drie eerste doelen, waarvan het eerste in 1862, het derde in 1865 het licht zag, vormen een min of meer op zich zelve staande reeks van oorkondenwelke betrekking hebben tot het tijdvak, dat besloten ligt tusschen het ont staan van de groote vaart in Nederland en dc instelling van het Gouverneur-Generaalschap in Indie, 1595—1610. In dat eerste tijdvak moest de Nederlandsche zeeman en handelaar overal worden gevolgd, omdat in dien tijd het Nederlandscli gezag zich nog nergens in Indie bepaald had nedergezet. In de voorrede van het eerste deel werd echter reeds het voornemen tc kennen gegeven, om, als dat tijdvak zou zijn afgewerkt, bij voorkeur over te gaan tot het leveren van die gedenkstukken, waardoor de geschiedenis van het Nederlandscli gezag in de afzonderlijke gewesten van den Indischen archipel wordt toegelicht. In de voorrede van het thans voor ons liggend vierde deel, waarmede een nieuwe reeks wordt geopend, met den tweeden of onder-titel"De opkomst van het Nederlandsche gezag over Java," geeft de heer de Jon»a de reden op waarom hij thans, na dc uitgifte der gedenk stukken betrekkelijk de opkomst van Neerlands" gezag in Indie in het algemeenin de eerste plaats de geschiedenis van de vestiging en uitbreiding van ons gezag dp Java in behandeling neemt. Die geschiedenis is door Valentijn ge brekkig geleverd. Geschiedschrijvers van latcren tijd waren of met in dc gelegenheid om de oorspronkelijke bronnen voor de geschiedenis van Neerlands gezag over Java te raad plegen of ljeten die ongebruikt, Daarbij komt dat Java ónze belangrijkste bezitting in Indie is. Redenen genoen- om in de eerste plaats de stukken uit tc geven welke betrekking hebben tot de opkomst cn uitbreiding van Neerlands geza" over Java. Dit deel. dat zich aansluit aan het derde deel der eerste volgreeks, brengt ons van 1610 tot 1623. Men zou het gevoeglijk kunnen noemen: geschiedenis van liet eerste gouverneur-generaalschap van Jan Pietersz. Coen Wel is er eerst sprake van het gebeurde onder de drie eerste gouverneurs-generaal, P. Both, 1610—1614 G Bevnst 1614-I615 Dr. L. Reael, 1616-1618; rnaór vooraf 11)14 at is de invloed die //directeur-generaal van alle kan- toren in Indie en president van die te Bantam en Jakatra J. Pz. Coen, als zoodanig zitting hebbende in den Raad van Indie, op de gebeurtenissen had, zoo groot en vormen de uit zijne krasse pen gevloeide brieven aan heeren bewind hebberen in Nederland, zoo verreweg het meerendeel en liet belangrijkst doel der door den heer de Jonge uitgegeven stukken, dat een en ander Coen verreweg de uitstekendste persoonlijkheid van dit tijdvak doet zijn. Het zou een aanlokkende taak zijn, hetzij uit de 153 blad zijden waarin de heer de Jonge de geschiedenis van het thans door hem behandelde tijdvak schetst, althans de uit komsten opteekent, waartoe het onderzoek der door hem publiek gemaakte stukken hem leidde, op enkele punten meer bepaald de aandacht te vestigen, hetzij enkele gedeelten der zoo flmke brieven van Coen terug te geven. Vooral het laatste zouden we gaarnp doen om ware het: noodte het bewijs te leveren dat men zich van de lezing van die,'voor twee en een halve eeuw geschreven brieven niet behoeft, te laten terughouden door de vrees dat zij in taal en stijl „ungenieszbar" zouden zijn of geschreven in een vervelenden oiidcrdanigen kanselarijstijl, die van de lezing ligt zou af- schrikken. Maar in ons vluchtig overzicht der koloniale litteratuur is voor eene eenigzins breedvoerige bespreking van een cn ander geen plaats. De lezer, die tot nu toe geen kennis maakte met dezen laatsten door den heer d=> Jon»e uitgegeven Inradelwelligt uit beduchtheid dat zulkÓ oude stukken eene vervelende lectuur aanbieden, gelieve onze verzekering aan te nemen dat hij inde zoo flinke, krachtige heldere brieven van Coen, waarin hij zoo telkens kras voor zijn meeiuug uitkwam, een inderdaad onderhoudende lectuur zal vinden. Kunnen we den belangrijken inhoud van dit deel niet uit voerig besprekenenkele punten willeu we toch even aau- sl ïppen. Coens brieven doen hem kennen als een man van buiten gewone geestkrachtvan een zeer helder inzigtaltijd naar de begrippen dier dagen van monopoliegeest en exclusivisme, in hetgeen liet belang der Oost-Indische compagnie eisclite. en aLs bcgaatd met. den volhardenden moed om zijne meening daaromtrent jaren lang onverdroten en in de meest krachtbe termen aan zijne meesters, heeren bewindhebberen ia Neder land voor te houden. Schering en inslag zijner brieven vormen vooral deze drie punten: zijn voortdurende, inde meest krasse bewoordingen volgehouden aandrang om tocli meer kapitalen en schepen en manschappen naar Indie te zenden ten einde te spoediger aan de compagnie het mono polie van den handel in Indie te verzekeren en door het aanwenden van groote kapitalen te eerder de gelegenheid te hebben zeer groote winsten te behalenzijn aaiÓdrang om voor een europesche kolonisatie in Indie te zorgen ten einde daardoor voortbrengers en verdedigers van de belangen der compagnie te verkrijgen; zijn haat tegen de Engelschen, die zijns inziens ons overal trachtten te dwarsboomen en de in landers tegen ons opruiden, zijnde hij dan ook van oordeel dat hun toelating in den Indischen archipel tegen onze be- langeii streeden dat bewindliebberen geheel verkeerd hadden gehandeld door er toe mede te werken of in toe te stemmen dat zij tegelijk met ons handel dreven. Bewijzen die brieven voor Coen, zij bewijzen in zekeren zin ook voor bewindliebberen. Want niettegenstaande Coen jaren lang en op een toon zoo krachtig als maar zelden door een ondergeschikte jegens zijne chefs zal zijn aangeslagen, reeds als directeur-generaal aan bewindhebberen hunne te kortkomingen verweet en wat hij meende te zijn zijne billijke eischen in het waarachtig belang der compagnie aandrong, zoo benoemden zij hem toch tot gouverneur-generaal en boden lang wederstand aan zijn verlangen om naar het vaderland terug te keeren. Wel een bewijs dat die "heeren zeventienen," we ke teKortkomingcn Coen hun ook verweet, grootheid van ziel genoeg hadden om te beseffen dat geen ander gevoel de kiasse pen van hun ondergeschikte bestuurdedan de innige overtuiging dat het waarachtig belang van de Oost- ïndische compagnie en van Nederland, zoo als hij dat inzag, volstiekt eisclite het onophoudelijk aandringen op de ver wezenlijking der denkbeelden en plannen die hij eerlijk voor de beste hield. J J Zou het niet voor het heil van Ned.-Indie, waar ook thans (vicleatur 111 voce Voorloopig verslag en Memorie van ant woord Indische begrooting 1870) zoo verbazend veel te regelen en te hervormen valt, niet te wenschen zijn dat het koloniaal opperbestuur van onze dagen in de gelegenheid mogt ziju te toonen gelijke zielsgroothcid te bezitten tegen over een Gouverneur-Generaal behebt met den krachtigen en doortastenden geest, de eerlijkheid, den moed, de energie van een Coen? Coenhet is teregt ook reeds door andere beoordeelaren van het werk van den heer de Jonge opgemerktheeft veel gewonnen door de wijze waarop wij hem hier in zijn me nigvuldige brieven, over een tiental jaren loopendeleereu kennen. Maar men moet zijn figuur plaatsen in de lijst van zijn tijd en niet al zyne daden beoordeelen naar de zachtere ze den onzer dagen. De koelbloedige wijze waarop hij o. a. van het uitmoorden van Banda s bevolking melding maakttoont dat, al keurt liij^ het af, blz. 183, dat de Indische Vorsten hun "on- dersaten beschouwen als lijfeigenenover welke hij even zeer de volstrekte beschikking heeft als een heer in Neder land over zijn "onredelijcke vee," hij met de "ondersaten" der Compagnie niet heel veel meer "Umstande" maakte, wanneer zij zich anders gedroegen dan hij meende dat zij in 's Com pagnie s belang behoorden te doen. En in den zoo belang rijken briet van 5 Augustus 1616, waarin hij verslag geelt van de gebeurtenissen sedert hij in Januari Jakatra verliet om versterking uit de Molukken te halen en van dé verovering van Jakatraziet men dat hij het zoo naauw niet nam met de Jonge Uit zeer velen een enkel staaltje ten bewijze. In zijn brief aan bewind hebberen van 13 Januari 1619 schrijft Coen o. a. (zie de Jonge blz. 133): "lek sweer U hij den Aller- hoochstendat de Generale Cump. geeu vijanden heeftdie haer meer hinder en schade doendan d'onwetendheid en onbedachtheyt (hout het mij ten beste) die onder UEd. regneert en de verstandigen oversterapt."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1870 | | pagina 2