GEMEENTERAAD.
financiën gemachtigd wordt voor 1200 miljoen d. aan in
specie betaalbare en belastingvrije bonds uittegeven, voor
rentende 5 p.ct., aflosbaar over 10 tot 40 jaren, inwisselbaar
a pari tegen niet betaalde bonds, voor J- rentende 4 j
p.ct., aflosbaar over 15 tot 40 jaren, en inwisselbaar a pari
tegen alle niet afgeloste obligatiënwelke een hoogeren interest
in specie dragen, en voor j. rentende 4 p.ct., aflosbaar over
20 tot 40 jaren, en inwisselbaar, niet beneden pari, tegen
alle niet betaalde bonds der Unie; met machtiging van den
minister om die bonds a pari tegen goud te verkoopen en
de opbrengst aantewenden tot delging a pari van alle niet
betaalde bonds, welke door de houders niet ter inwisseling
zullen worden aangeboden.
De commissie voor den buitenl. aangelegenbeden heeft zich
tegen bet verdrag ter zake der annexatie van S. Domingo
verklaard.
Huis der Vertegenwoordigers. Het weder-opnemen
van Texas in de Unie is goedgekeurd.
Ten gevolge der beslissing van het hooggerechtshof, dat
contracten, vóór 1862 gesloten, desgevorderd in specie moeten
worden betaaldisin bet belang der schuldenaarseene wet
aanbangig gemaakt, welke voor schulden, vóór 11 Juli van
dat jaar aangegaan, uitstel van betaling van 1 tot 4 jaren
verleent, voor bet geval dat de schuldeischer geen genoegen
neemt met de betaling in papieren-geld.
Zitting van den 16 Maart 1870. No. 4.
Voorzitter de Burgemeester A. Madame Pont.
Tegenwoordig 9 leden. Afwezig de Heeren P. A. van
der Drift en Dr. L. de SonnaviUe, als zitting hebbende in
den militieraad, de beeren van den Berg, Jb. Helling en
T. L. Koorn wegens uitstedigheid en de beer S. Blom Hz.
De vergadering geopend zijndeworden
1. De notulen der vorige vergadering gelezen en goed
gekeurd.
2. Deelt de Voorzitter den afloop der op 8 Maart 1870
gehouden aanbesteding der gemeentewerken mede, welke zijn
aangenomen voor f 22208,3846,beneden de raming.
Daarna zijn medegedeeld
3. Kennisgeving door den Commissaris des Konings van
de herbenoeming van den heer A. Madaine Pont tot Burge
meester dezer gemeente, bij Kon. besluit van 26 Januarij 1870,
No. 18, en van zijne beëediging op 12 Eebruarij d.a.
Voor kennisgeving aangenomen nadat, de Voorzitter zich bij
voortduring bad aanbevolen in de welwillendheid van de leden
van den Raad, onder dankzegging voor de gedurende 12 jaren
reeds ontvangen bewijzen van medewerkingten einde hem
in zijn streven, om bevorderlijk te zijn aan den bloei der
gemeente Alkmaar, te steunen.
4. Brief van Gedep. Staten van Noord-Holland, ten ge
leide van het goedgekeurde raadsbesluit tot onderhandschen
verkoop van de scheepstimmerwerven Nicolaas Witsen en bet
Hondsbosch.
5. Brief van dezelfdeten geleide der goedgekeurde ver
ordening tot heffing van regt, voor bet gebruik van openbare
gemeenteeigendommen, intevorderen overeenkomstig de daar
voor vastgestelde verordening.
No. 4 en 5 voor kennisgeving aangenomen.
6. Brief van den Voorzitter van Gedep. Staten van Noord-
Holland, ten geleide van het volgende Kon. besluit:
Wij WILLEM IIIbij de gratie Gods, Koning
der Nederlanden Prins van Oranje-Nassau,
Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
Beschikkende op bet beroep van den gemeenteraad
van Alkmaar van een besluit van Gedeputeerde Staten
van Noordbolland dd. 15 December 1869 n<\ 68, waarbij
de goedkeuring is onthouden aan de begrooting dier
gemeente voor 1870.
Den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van
bestuur gehoord advies van 23 Februarij 1870 n°. 6;
Op de voord ragt van Onzen Minister var, Binnenlandsche
Zaken van den 1 Maart 1870 n°. 150, 2« afdeeling.
Overwegende
dat in de begrooting van inkomsten en uitgaven van
de gemeente Alkmaar voor de dienst van 1870, onder
de afdeeling »Baten en inkomsten spruitende uit ge
meente-eigendommen en bezittingen" is uitgetrokken eene
som voor regt van de waagterwijl onder de afdeeling
«voor opbrengst van wik- en weeg- meet- en keurloo-
nen" geene som als inkomst is gebragt
dat Gedeputeerde Staten die begrooting niet voor goed
keuring vatbaar hebben geachtop grond dat welke ook
de oorsprong moge zijn van de beffing van waaggelden
ten behoeve der gemeente Alkmaar, en welke ook de
aard dezer regten en de wijze van heffing moge wezen,
bet na de wet van 10 April 1866 (Staatsblad no. 51) eene
uitgemaakte zaak is dat die regten behooren tot de in
art. 238 der gemeentewet bedoelde wik- en weegloonen,
dat dus hunne heffing niet kan plaats hebben dan met
opvolging der voorschriften in de artt. 232235 dier
wet gegeven
dat de goedkeuring door Ons op de heffing der waag
gelden slechts is verleend tot 30 April 1870 en dat de
waaggelden dus na dien tijd niet meer kunnen geïnd
wordenzoo niet eene nieuwe goedkeuring is verleend
dat de gemeenteraad daartegen beeft aangevoerd dat
het regt van de waag aan Alkmaar is verleend niet al
leen als belooning voor diensten aan 's lands zaak be
wezen maar ook als betaling voor leveringen van pro
viand en oorlogsbehoeften en andere voorschotten ten
algemeenen nutte gedaan, zoodat Alkmaar dat regt heeft
verkregen onder bezwarenden titelen bet bezit jure
privato-, dat het vrije genot van de vruchten dezer ge
meente-bezitting niet mag belemmerd worden zonder
voldoende schadeloosstelling, dat de wet van 10 April
1866, Staatsblad n°. 51, alleen vrijheid gegeven heeft
om ook wik- en weegloonen als plaatselijke belasting te
heffen maar niet heeft beslist dat de regten die aan
de waag te Alkmaar geheven worden, tot de in art. 238 der
gemeentewet genoemde wik- en weegloonen behooren
dat uit de geschiedenis blijkt dat Prins Willem van
Oranje en de Staten van Hollandbij oorkonde van
13 Julij 1581, als erkenning en vergelding van de goede
getrouwicheid en de vromicheijt bij die van Alckmaer
bewesen," aan Alkmaar hebben afgestaan de waag en
alle profijten daarvan komende sulcx ende in der vouge
die van wege de Grave van Hollant als sijn doineijnen,
daar affgegeven ende genoten sijn geweest" tegen eene
recognitie van zeven ponden 's jaars;
dat het regt van de waag nooit is geweest een pri
vaat domaniale eigendom van den Souvereiu maar dat
het behoorde tot de regeringsregten en door de Gra
felijkheid geheven werd ter bestrijding van de gemeene
uitgaven
dat dus Alkmaar de waag nooit kan hebben bezeten
als burgerregtelijk eigendom;
dat het uitsluitend regt van waaggelden te heffen ten
gevolge van de veranderde begrippen en staatsinstellin
gen is komen te vervallen
dat thans iedere gemeente eene waag mag oprigten
maar wat de helling der waaggelden betreft onderwor
pen is aan de bepalingen van het gemeeue regtdie
dit onderwerp beheersehen
dat de omstandigheid dat het gebruik van de waag,
niet verpligteud is gesteld aan die inrigting niet kan
ontnemen het karakter eener openbare gemeente-inrig-
tingdat toch dezelfde omstandigheid zich voordoet bij
openbare scholen die nooit zijn ontkend onder de voor
de publieke dienst bestemde inrigtingen te behooren
dat de wet van 10 April 1866 (Staatsblad n°. 51)
blijken? hare geschiedenis en de bewoordingen waarin
zij is vervatniet anders kan op het oog gehad hebben,
dan om gebruik makende van de gelegenheid in art.
255 der gemeentewet opengesteld, aan Alkmaar te ver
gunnen de rekten harer waag tijdelijk te blijven heffen
tot een hooger bedrag dan anders, volgens art. 254 der
gemeentewetgeoorloofd zou zijn geweest
dat dus Gedeputeerde Staten wel en teregt hebben
begrepen dat de begrooting zooals die door den ge
meenteraad van Alkmaar is vastgesteld niet vatbaar is
voor goedkeuring.
Gezien de wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n .85)
en de wet van 10 April 1866 (Staatsblad n°. 51).
Hebben goedgevonden en verstaan
Het bovenvermeld besluit van Gedeputeerde Staten
van Noordholland te handhaven en het daartegen in
gesteld beroep ongegrond te verklaren.
Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast
met de uitvoering van dit besluit, waarvan afschrift zal
worden gezonden aan den Raad van State afdeeling
voor de geschillen van bestuur.
's Gravenhage den 4 Maart 1870.
(get.) WILLEM.
De Minister van Binnenland
sche Zaken
(get.) FOCK. Accordeert met het origineel,
De Secretaris Generaal bij het Ministerie
van Binnenlandsche Zaken
(get) HUBRECHT.
De Voorzitter stelt voor dit besluit voor kennisgeving aan-
tenemen en hem te magtigen aan Gedep. Statennamens den
Raad, te verzoeken, eene beschikking van Z. M. te bevor
deren op het 2e gedeelte van het besluit van 29 Deecmber,
waarbij is verzocht den termijn tot heffing van wik- en weeg
loonen te verlengen tot uit". December 1871, krachtens de wet
van 10 April 1866 (Staatsblad No. 51), ten einde de Raad
de gelegenheid hebbe de betrekkelijke belastingverordeningen
met de memorie van toelichting vasttestelienaangezien dit
werk geruimen tijd zal vorderen om het bewijs te kunnen
leverendat de heffing voldoet aan de eischenvoorgeschreven
bij art. 240 der gemeentewetmet het ontwerpen waarvan
Burg. en Weth. zich echter reeds onledig houden.
De heer van der Kaag is van oordeel dat die magtiging
niet kan worden verleendzonder dat de daartoe betrekkelijke
verordeningen worden ingezonden.
Na eenige bespreking wordt het voorstel van den Voor
zitter, met bijvoeging om de verordeningen intezendenaan
genomen in afwachting van de definitieve regeling dezer zaak.
De heer Vonk vraagt het woord en zegtdatmoge ook
de afloop dezer zaak niet overeenkomstig den wensch van het
gemeentebestuur zijn geweest, die treurige afloop zeker i iet
te wijten is aan de uitstekende wijzewaarop door den heer
Mr. IV. van der Kaag de belangen der gemeente bij den
Raad van State zijn waargenomen, waarom hij voorstelt dien
heer daarvoor den dank der vergadering te betuigenwelk
voorstel met acclamatie wordt aangenomen.
De volgende van de Commissie van Financiën ter lezing
gelegen hebbende rapporten:
7. Rapport op de rekening van commissarissen der stads
bank van leening, dienst 1869. De ontvang heeft bedragen
f 99410.06, de uitgaaf f 97491.90, alzoo op 31 December
een bedrag in kas van f 1918,16. De op 2 Januarij 1870
opgemaakte balans had een credit van 27582,76 en een debet
van f 27164,57: winst over 1869 418,19, waarvan de helft
in de gemeentekas komt.
Beleend werden 28306 panden niet eene beleensom van
85774,50, gelost 29697 met eene beleensom van 88593,25.
Sedert 1841 was het aantal lossingen en beleeningen zoo
laag niet geweest.
Overeenkomstig de conclusie met algemeene stemmen goed
gekeurd.
De heer van Leeuwen, als commissaris der bank van lee
ning mede-rendant van rekening, werkte niet mede tot het
nemen van dit besluit.
8. Rapport op de door Burg. en Weth. voorgestelde re
geling van eenige uitgaven op de gemeeutebegrooting van 1869,
door middel van af- en overschrijving van sommige posten.
Overeenkomstig de conclusie tot. de voorgestelde regeling
beslotenbehoudens goedkeuring van Gedep. Statenvoor
zooveel die gevorderd wordt.
9. Rapport op het ter vorige vergadering ingekomen
voorstel van Burg. en Weth. betreffende den afkoop der
recognitie van 600,jaarlijks door den Staat betaald
wordende voor den afkoop der tolhuizen te Koedijk en
Sckooridam. De commissie kan zich niet vereenigen met het
voorstel om medetedeelendat die afkoop niet anders ver
langd en ingewilligd wordt dan tegen betaling eener som
waarvan de renten jaarlijks zuiver aan de gemeente f 600,—
zouden afwerpen. Er kunnen zich omstandigheden voordoen,
waarin het voor de gemeente zeer wenschelijk is te kunnen
beschikken over het kapitaal dier uitkeering. Die beschik
king kan de gemeente verkrijgen wanneer het Rijk uitkeert
f 13500,—berekend tegeu 55 "/o, is eene som van f 13200.
benoodigd om een kapitaal 2(N.W.S. aantekoopenwaarvan
de renten 600,afwerpen bij welke som echter een be
drag van f 300,moet worden gevoegdzoo voor kosten
van aankoop als voor de gekapitaliseerde jaarlijksche kosten
van incasseren der renten. Zij stelt alzoo voor Burg. en
Weth. te magtigen den Ontvanger der Registratie en Do
meinen alhier in antwoord op zijne aanvrage medetedeelen
dat, hoewel die afkoop volstrekt niet verlangd wordt, de
Gemeenteraad echter bereid isbehoudens goedkeuring van
Gedep. Staten van Noord-Holland, dien afkoop intewilligen
wanneer binnen 3 maanden na de dagteekening van het raads
besluit door den Staat zuiver aan de gemeente worde uitge
keerd f 13500,welke bereidverklaringna verloop van dien
tijd, vervalt. Die tijdsbepaling is bijgevoegd, omdat door
veranderde tijdsomstandigheden die afkoop steeds zoodanig
zoude kunnen geschiedenhetgeen soms voor de gemeente
minder voordeelig kon zjjnwanneer een minder wenschelijk
kapitaal daarvoor werd bestemdal werd zuiver 600,
rente 's jaars verkregen.
Overeenkomstig dat voorstel, met algemeene stemmen besloten.
10. Rapport op de rekening der kamer van koophandel
en fabrieken alhier over 1869, sluitende in ontvang en uit
gaaf tot een bedrag van f 100,
Overeenkomstig de conclusie van het rapport, goedgekeurd.
11. Beredeneerd verslag omtrent den toestand van het
lager onderwijs in deze gemeente over 1869 ingediend door
de plaatselijke schoolcommissie.
Ter lezing voor de leden op de secretarie nedergelegd.
12. Kennisgeving van den heer Dr. L. de SonnaviUe, dat
hij, uithoofde van zijne hooge jaren, zijn ontslag neemt als
lid van den Gemeenteraad, eene betrekking gedurende bijna
33 jaren door hem vervuld.
1 oor kennisgeving aangenomen.
13. Verzoek van G. Borneman1" helpster in de vrou
welijke handwerken aan de openbare armenschoolom eervol
ontslag uit deze betrekking met 1 Mèi a.s.
Met algemeene stemmen verleend.
14. Verzoek van A. E. Bakker, 2e helpster in de vrou
welijke handwerken aan de openbare armenschool; en
15. Idem van P. Balder, modemaakster, om benoemd te
worden tot 1' helpster in de vrouwelijke handwerken aan
genoemde school.
Gerenvoijeerd aan Burg. en Weth., om hij het maken van
eene voordragt daaropzoo noodig, regard te slaan.
Van Burg. en Weth. .-
16. Voorstel om liet door de slooping der woningen aan
het Texelsche hek opengevallen terrein te beplanten volgens
overgelegd plan, waarvan de kosten op f 105,geraamd zijn.
De heer Vonk verklaart zich tegen dit voorstelals hoogst
waarschijnlijk eene nuttelooze uitgave, daar bij verandering
van het daarbij gelegen Muuniken bolwerk en demping van
het aldaar aanwezige water, ook in deze beplanting wijziging
zoude komendie bovendien veel te lijden zal hebben van
de gasfabriek.
Nadat hiertegen was aangevoerd, dat die verandering kon
gesehiedeu zonder dat de tegenwoordige aanleg weder weg
genomen moest worden en dat tocli een der hoofdtoegangen
tot deze gemeente niet in den tegenwoordigen staat kon
blijven, Wordt het voorstel met S stemmen, tegen eene stem
van den heer Vonk, aangenomen.
17. Voorstel om aan den heer Dr. J. J. de Gelder, als
biijk van erkenning der dienstenaan de gemeente bewezen
zoowel door de beschrijving en rangschikking der boeken en
handschriften, behoorende tot de oude boekerij dezer gemeente,
als door het gehouden toezigt op het drukken van de inven
taris van het gemeente-archief, beschreven door den lieer
Dr. P. Scheltema eene gratificatie te verleenen vau f 150,
onder dankbetuiging voor de betoonde belangstelling in die
boekerijdoor zijnen beschikbaren tijd daaraan te besteden
b. aan den ambtenaar ter gemeente-secretarie G. J. de Vries,
eene gratificatie van f 25,te verleenen voor de in buiten
gewonen tijd (op Zondag) bewezen diensten aan den heer
Scheltematijdens de inventarisatie van liet archief.
Dat bedrag van f 175,kan vereffend worden op den post
druk- en bindwerk der begrooting voor 1869, waarop 800,
is uitgetrokken voor kosten van het drukken van de inventaris
en catalogus, aangezien die kosten 426,51 bedragen.
Met algemeene stemmen aangenomen.
18. Brief, waarbij des Raads beslissing wordt gevraagd
omtrent de door het Rijk voorgenomen afschutting van het
terrein, aan het Rijk ten vorigen jare kosteloos afgestaan
voor de uitbreiding der gebouwen van het huis van verbe
tering en opvoeding voor jongens alhier, waartegen door Burg.
en Weth. bezwaren zijn ingebragt, met het oog op de aan
dien afstand bij de overeenkomst verbonden voorwaarden.
Na eenige bespreking over de vraag of het Rijk bevoegd
is dat terrein aftesluitenwordt besloten in overweging te
geven, behalve de oostelijke afschutting, bij de afschutting
van dat terrein aan de westzijde van het te vernieuwen ge
bouw, de schutting te stellen aan den zuidwesthoek langs de
asoh- en vuilnisbak naar het water, waardoor, zoolang de
verbouwing niet verder wordt voortgezet, daarvan nog ge
bruik kan worden gemaakt.
19. Voorstel om naar aanleiding van de ongegrond ver
klaring van het ingestelde beroep tegen het besluit van Gedep.
Statenwaarbij de goedkeuring aan de begrooting dezer ge
meente voor 1870 werd onthouden, in die begrooting volgn.
14, art. 13, hoofdstuk II, liegt van de Waag f 33000,- te
roijeren en eenen nieuwen post uittetrekken onder volgn.
19cr. art. 3, afdeeling IV, hoofdstuk II, opbrengst der wik-,
weeg-, meet- en keurloonen 33000,de memorie van
toelichting dienovereenkomstig te wijzigen en de aldus ge
wijzigde begrooting ter goedkeuring aan Gedep. Staten
intezenden.
Met algemeene stemmen aangenomen.
20. Is behandeld het ter vorige vergadering ingekomen
advies van Burg. en Weth., op de door den heer de Gelder
gestelde vraagpunten omtrent liet gemeente-archief.
a. Een alsnog ontdekt handschrift bij de overige beschreven
handschriften te voegen wordt aangenomen.
b. Te besluiten het gemeente-archief voor het publiek op
bepaalde tijden vooralsnog niet opentestellen, maar afte-
wachten of daaraan behoefte zal blijken te bestaan, in welk
geval Burg. en Weth. een voorstel zullen doen, wordt
door den heer v. d Kaag bestreden. Wordt de toegang
tot het gemeente-archief bemoeijelijkt, dan is de uitgave
der inventaris eene nuttelooze zaak geweest. De inventaris
op zich zelve beschouwd beteekent tot nog toe niets, zij
is slechts een wegwijzer, eene opgave van de voorhanden
stukkenmaar thans moet de lust opgewekt worden opdat
de inhoud der beschreven stukken hekend worde, en het
doel bereikt worde dat men zich van eene inventarisatie
heeft voorgesteld. Wordt daartoe de gelegenheid aan
geboden, dan zal daarvan wel gebruik gemaakt worden,
te meer, nu iemand zich beschikbaar stelt om buiten be
zwaar der gemeente den bezoeker de behulpzame hand te
bieden. Hij stelt alzoo voor, het aanbod van den heer
de Gelder we! aantenemen en den toegang tot het archief
opentestellen.
De Voorzitter merkt den heer van der Kaag op. dat
Burg. en Weth. veel verder willen gaan. Zij willen niet
op een bepaalden tijd daartoe de gelegenheid aanbieden
voor een paar urenmaar alle dagen iedereendie zich
aanmeldtden toegang verleenen zooals thans reeds plaats
heeft. Wordt daar nu zooveel gebruik van gemaaktdat
het noodzakelijk wordt, het archief op bepaalde tijden
opentestellen, dan zullen Burg. en Weth. onmiddellijk
voorstellen in dien geest indienen. Doch om thans uit
gaven te dQpn voor kosten, die daarvan het gevolg wor
denals bijv. verwarming van een lokaal, zonder dat men
verzekerd is dat iemand zich aanmeldt., achten zij geheel
onnoodig.
De heer van der Kaag bestrijdt dat gevoelende uit
gaven die het gevolg van die openstelling zullen zijn
moet men zich getroosten en blijkt het later dat er geen'
lust bestaatom van den inhoud der stukken kennis te
nemenwelnu dan schaffe men dien maatregel weder af,
Men moet echter de gelegenheid daartoe openstellen en
hij twijfelt niet, of daarvan zal gebruik gemaakt worden.
Daardoor zal de lust opgewekt worden om van de stuk
ken kennis te nemen en eerst voordeel van de inventari
satie van het gemeente-archief getrokken worden.
De heer Verhoeff deelt niet het gevoelen van den heer
van der Kaag. Het voordeel van de inventaris is dat de
gemeente zelve met het archief bekend is en zeer gemak
kelijk kan raadplegen hetgeen zij noodig heeft.
Bovendien moet niet uit het oog verloren worden, dat
niet altijd hier iemand zal gevonden worde», bereid en
geschikt om buiten bezwaar der gemeente den bezoekers de
behulpzame hand te bieden bij het raadplegen van stukken,
dat in andere plaatsen als bijv. Leiden wel het geval zal
zijn, en dat iedere aanvrage om inzage met de meeste
welwillendheid steeds wordt toegestaan, waardoor eene be
paalde openstelling onnoodig is.
De heer van der haag merkt den vorigen spreker op
dat men den inhoud der stukken moet leeren kennen,
dien men thans niet kent en dat dat doel niet bereikt
wordt, wanneer men het archief niet openstelt.
De heer van Leeuwen vraagt of er eenig bezwaar tegen
zoude bestaan om bij wijze van proef gedurende den aan
staanden zomer het archief opentestellen op de voorge
stelde wijze, om dan later na de uitkomst daarvan voor
het vervolg eene beslissing te nemen.
Daar door geen der leden hiertegen eenig bezwaar wordt
ingebragt, worden op voorstel van den voorzitter Burg.
en Weth. gemngtigd met den heer de Gelder daaromtrent
in overleg te treden.
c. Geene stukkeu of boeken nit het gemeente-archief uitte
leenen.
De heer van der Kaag ziet juist in het uitleenen van
boekenmits tegen repu en voor eenen bepaalden tijd
het middel om het gemeente-archief bij elkander 1e houden.
Bestaat er geen geoorloofde weg om de stukken te ver
krijgen dan wordt een ongeoorloofde gevolgd en dat is
veel nadeeliger in de gevolgen. Spreker wijst op deLeid-
sehe bibliotheekalwaar met goed succes reeds jaren lang
altijd uitgeleend wordt op de daarvoor gemaakte bepalin
gen. Bovendien baat het iemand in den regel weinig of
hij voor een oogenblik inzage van eenig stuk krijgt; om
met den inhoud daarvan bekend te worden wordt meer
tijd gevorderd.
De Voorzitter voert daartegen aan, dat bij eene be-
hoorljjke sluiting, zooals thans hier gevolgd wordt, niet
langs eenen ongeoorloofden weg kan verkregen worden
wat langs eenen geoorloofden weg niet te verkrijgen is.
Ook te Amsterdam wordt niet aan iedereendie daartoe
aanvrage doet, eenig stuk uitgeleend. Het gemeente-ar
chief alhier, waarvan in vroegere tijden zooveel is wegge
raakt zal nog meerdere stukken verliezenwant welken
waarborg heeft mendatal wordt re<;u afgegevenhet
stuk niet verloren gaat of beschadigd wordt bij hemdie
aangevraagd heeft?
Nadat de heer van der Kaag nog gezegd had dat het
ook niet de bedoeling was aan iedereen stukken uittelee
nen maar alleen aan hendie als soliede bekend staan
en de heer van Leeuwen er op gewezen had dat te Len
den ook een amanuensis aanwezig isdie zich met ae
bibliotheek bepaald onledig houdttot welke uitgaaf hier
toch wel niet zal worden overgegaanwordt het beginsel om
nooit stukken of hoeken uitteleenen, aangenomen met 5 tegeu
4 stemmen van de heeren van der Kaag, Bruinvis de Lange,
Vonk en Verschuir.
d. Geene gelden jaarlijks beschikbaar te stellen voor den aan
koop van buit.enlandsche technische of landbouwkundige
journalen.
Dit punt kan jaarlijks bij de behandeling van de ge
meeutebegrooting ter sprake gebragt worden.
e. Van de nieuwe boeken steeds een geschreven catalogus op
losse vellen in een doos bijtehouden.
Hieraan wordt reeds voldaan.
21. Alvorens tot de benoemingen overtegaan, merkt de
heer Verschuir op, dat voor een Regent van het Burgerwees
huis in de plaats vau den heer van der Drift, geen enkel
katholiek lid wordt aanbevolen, zoodat in dat collegie,
wordt een der aanbevolen heeren benoemd geen katholiek
zitting zal hebben hetgeen hij minder wenschelijk acht voor
eene gemeente-instelling, strekkende tot verpleging van wee
zen zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid.
Nadat de Voorziter.hierop Rad geantwoorddat de aan
bevelingslijst was opgemaakt overeenkomstig de voorschriften
der verordeningdat de katholieke Regenten bedankten
en dat zulks evenzeer had plaats gehad bij de benoeming
van katli. Regentessenwordt overgegaan tot de benoeming
van 2 Regenten van het Burgerweeshuis.
a. In de plaats van den heer van der Drift. Aanbevolen zijn
de heeren C. IVBruinvis P.H. VreedeH. van den Berg
en JHelling.
Met 5 stemmen wordt benoemd de heer C. W. Bruin
vis. De heer J. Helling bekwam 1 stem en de heer J. C.
Koorn 2 stemmen terwijl een blanco billet werd gevonden.
b. In de plaats van den heer Dr. J. van Leeuwen. Aanbe
volen zijn de heeren W. Helling, P. Rentmeester, J. van
der Sluijs Veer en L. Rietberg.
1". Vrije stemming. De heeren IP. Helling 3, G. J. van
Leeuwen 2, J. van der Sluijs Veer 2, P: Rentmeester 1 st.
2*. Vrije stemming. De heeren W. Helling 3, G. J. van
Leeuwen 3, J. van der Sluijs Veer 3 stemmen.
3». Stemming tussschen de heeren die 3 stemmen bekwamen
IPHelling 4, G. J. van Leeuwen 3, J. van der Sluijs
Veer 2 stemmen.
Herstemming tusschen de heeren IV. Helling en Gi J.
van Leeuwenlaatstgenoemde 5eerstgen. 4 stemmen.
Alzoo benoemd de heer G. J. van Leeuwen.
22. Overgegaan tot de benoeming van eenen Commissaris
der Stads-apotheek in plaats van wijlen den heer Dr. Jvan
Leeuwen.
Aanbevolen de heeren Dr. D. HulstDr. P. Schut en
Dr. A. R. Mulder.
Met 8 stemmen benoemd de heer Hulstde heer Mulder
bekwam eene stem.
23. Gaat de vergadering in eene met gesloten deuren
over, na heropening wnaryan de openbare vergadering wordt
gesloten.
Te Alkmaar bij HERM'. COSTElt ZOON.