Tweeenzeventigste J aargang.
1870.
No. Vó.
ZONDAG
10 A PUIL.
#fftciccl ©cbccltc
fjolitick ÖDocvsichL
S2itcfcclijfi0eïtc Berichten.
Pruisen.
Beicreu.
«>ostonr(jk-ll»iigai'ije.
Zwitserland.
KerkelUke Staat.
Spanje.
Frankrijk.
L K II A A
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Trijs per kwartaal «,ö5, franco per post f ,8 O,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM1. COSTER ZOON.
O
O I II A N T
De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
PROVINCIE NOORD-HOLLAND.
AANBESTEDING.
Pp Dingsdag den 12 April 1870, des namiddags ten half
drie urezal, onder nadere goedkeuring, aan het lokaal van
het provinciaal bestuur te Haarlemnamens en voor rekening
van het gemeentebestuur van Akerslootworden overgegaan
tot de aanbesteding van
Het maken van een grindweg van het tolhek op den
Uitgeester straatweg naar het Akerslooter pontveer
over het Noordhollandsch Kanaal, met een zijtak naar
hel dorp Akersloot.
De aanbesteding zal plaats hebben bij enkele inschrijvingin
gevolge art. 12 van bet bestek.
Het bestek is, tegen betaling van 25 cents per exemplaar,
te verkrijgen aan het lokaal van het provinciaal bestuur voor
noemd en aan de gemeente-secretarie van Akersloot.
Gegadigden worden er aan herinnerd, dat de biljetten van
inschrijving des middags ten twaalf ure vóór den dag der be
steding in de bus moeten gestoken zijn, zoo als art. G3 434
der algemeene voorschriften bepaalt.
Na dere inlichtingen zijn te bekomen bij den burgemeester
der gemeente Akersloot en bij den ontwerper van bet bestek,
den heer F. J. Krieger, opzigter van den provincialen wa
terstaat te Alkmaar.
De COMMISSARIS des KONING in de provincie
NOORDHOLLAND
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de scheepvaart
door de schutsluis in het Nieuwewerk te Nieuwediep, wegens
daaraan uit te voeren belangrijke herstellingen, ingaande met
Maandag 11 April aanstaande tot nadere aankondiging zal
zijn gestremd.
Gedurende dien tijd zal de scheepvaart door de Koopvaar
dersschutsluis plaats hebben.
HaarlemDe Commissaris des Konings voornoemd
6 April 1870. RÓELL.
ERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, den 13 April 1870, des namiddags
ten 1 uur. Namens den k oorzitter van den Raad.
NUHOUT van der VEEN.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 1' helft der maand Maart 1870.
WILLEMS, G. II. GORTER, PATTAAR, B. HOO-
GENBOOM, F. van GEENHUIJSEN, Amsterdam; L.
BAKKER, Bennenbroek; S. ABENGA, Groningen; G. II.
GORTER, Purmerend; W. HOEP, 't Zand; W. SWAAN,
Wed. 1'. TUINMAN, niet vermeld.
Van het hulpkantoor te Oudkarspel:
J. KOIJ, Velsen.
Toen in dit overzicht het eerst werd gewag gemaakt van
de groote omkeering in de binnenlandsche politiek van het
Fransche Keizerrijk door de indiening van het belangrijk ont
werp tot wijziging der grondwet in den Senaatwerd reeds
gewezen op de zeer vreemde voorstelling, dat de aangegeven
veranderingen in overeenstemming zouden zijn met de volks
stemming van 1852, een uitvloeisel en nadere ontwikkeling
van bet toen aangenomen beginsel. Toen reeds werd te ken
nen gegevendat er waarschijnlijk wel niet velen gevonden
zouden worden die deze voorstelling zonder bedenking zou
den aannemen. Tevens werd aangewezen, welk belang er bij
die bewering bestond. Immers de Keizer en de Senaat zijn
volgens de beslaande grondwet samen bevoegd die grondwet
zelve le veranderen; maar wanneer de veranderingen strijden
met de beginselen in de proclamatie van 2 December 1851
ontwikkeld en door liet Fransche volk aangenomen, moeten
zij onderworpen worden aan bet algemeen stemrecht. De te
genwoordige Regeering schijnt aanvankelijk geen behagen
gehad te hebben in een nieuwe volksstemming; vandaar de
vreemde bewering, dat de voorgestelde veranderingen in de
grondwet in overeenstemming waren met de bedoelde begin
selen, en dus alleen de goedkeuring van den Senaat behoef
den. Inmiddels heeft de Regeering het onhoudbare van hare
bewering reeds ingezien, en openlijk in bet Wetgevend Lichaam
verklaard dat zij tot de overtuiging is gekomen dat de reeds
tot stand gebrachte en de thans voorgestelde hervormingen
de grondslagen raken van het volksbesluit, waarop de be
staande grondwet rust. Daarom is het noodig, het Senaats-
l'c-luit dat die hervormingen bepaalt, aan de goedkeuring des
volks te onderwerpen. Evenals het volk vroeger zijn regel
heelt gehecht aan de constitutie des gezags, behoort thans
zijn bekrachtiging gevraagd te worden voor de liberale con
stitutie, zeide de Minister Ollioier.
De volksstemming zou zichvolgens den Constitutionnelbe
palen tot de ministeriëele verantwoordelijkheid en liet stelsel
van twee wetgevende Kamers. Dit schijnt inderdaad noodig,
tv ant de grondbeginselen door de vroegere volksstemming aange
nomen kennen slechts ministers alleen van bet Uitvoerend
Bewind afhankelijk, een Wetgevend Lichaam om over de wet
ten te beraadslagen en te stemmen, en een Senaat om de
grondwet en de openbare vrijheden te bewaken. Een inter
pellatie in bet Wetgevend Lichaam omtrent de noodzakelijk
heid der volksstemming, is geëindigd met een betuiging van
vertrouwen in de gehechtheid van bet Ministerie aan de kei
zerlijke en parlementaire reegeringwaartoe met 227 tegen 43
stemmen werd besloten. Sommige liberale bladen zijn echter met
die yolksstemming volstrekt niet ingenomen. Er wordt gewe
zen op de veranderlijkheid der Regeering, die bezwaar maakt
in een herziening der kieswet, omdat die een ontbinding der
Kamer ten gevolge zou moeten hebben en het land daardoor
in een te groote spanning zou geraken, doch geen be
zwaar ziet in de zeker veel grooter spanning die van een
volksstemming over de staatsregeling onafscheidelijk is. Het
Journal des Débat» merkt op, dat de ministcrieele verant
woordelijkheid in Frankrijk reeds feitelijk bestaat ten gevolge
van de optreding van liet tegenwoordig Ministerie op 2 Ja
nuari, dat weer zijn ontstaan verschuldigd is aan de houding
van de Kamer na de verkiezingen in Mei van het vorige jaar.
Zal men nu van de zoo gelukkig tot stand gekomen en le
vendig toegejuichte herstelling der parlementaire regeering op
nieuw een kwestie maken? vraagt dit blad. Toch schijnt het
antwoord op die vraag niet moeilijk. Inderdaad kan men
zeggen, dat door de houding die Ministerie en Kamer in den
laatsten tijd tegenover elkander aannamende parlementaire
regeering feitelijk bestond. Maar zij bestond in spijt van
de staatsregeling. De praktijk was in lijnrechten strijd met
de grondwet. Die toestand was toch onhoudbaar, herziening
van de grondwet noodzakelijk, zelfs met afwijking van de
door de volksstemming bekrachtigde beginselen, en daartoe
wordt volgens de grondwet zelve een andere volksstemming
vereischt. Wil men dus geen revolutionaire, geen onregel
matige, maar een wettige hervorming, dan is de volksstem
ming onvermijdelijk.
Een grooter bezwaar is de handhaving dezer volksstemming
in de nieuwe grondwet. Ook na de invoering van het par
lementaire stelsel, ua de toekenning aller rechtmatige bevoegd
heden aan de vertegenwoordiging, na de vaststelling der mi
nisteriëele verantwoordelijkheid zal de Keizer nog steeds een
rechtstreeksch beroep op liet volk kunnen doen tot wijziging
van de grondwet. Dit gevaarlijk middel tot omverwerping van
den bestaanden toestanddie gebaande weg voor een revolutie
die openstaande deur voor een staatsgreep is zeer zeker niet
wel vereenigbaar met bet zuiver parlementaire stelsel. De
handhaving dezer bepaling in de grondwet is liet behoud van
den band tusschen den persoon van Napoleon III en de de
mocratie buiten de vertegenwoordiging omvan de brug die
dezen modernen Augustus tot de alleenheerschappij en tot den
troon bracht. Bij de invoering van bet parlementaire regee-
ringsstelselbij de hervorming der grondwet van bet gezag
tot een liberale staatsregeling behoorde ook die heillooze band
vernietigd, die gevaarlijke brug afgebroken te worden.
Gewichtige gebeurtenissen hebben in Oostenrijk plaats ge-
bad en gewichtiger gebeurtenissen zullen er waarschijnlijk
nog plaats hebben. Dat het stelsei van bet tweevoudig rijk
houdbaar zou bevonden worden, was eigenlijk ondenkbaar,
locli heeft de Duitsche partij het niet willen opgeven, tot
dat het eindelijk feitelijk onmogelijk is geworden er langer
mee te regeeren. De eenheid der Oostenrijksche Monarchie
was vroeger het groote beginsel waaraan alles ondergeschikt
moest zijn. Het Oostenrijksche Keizerrijk moest een mach
tige staat, een groote mogendheid wezen, en daartoe was
volstrekte eenheid noodig, samentrekking van alle macht in
één persoon of één lichaam, beschikking over alle krachten
en hulpbronnen van land en volk door één uitvoerend bewind.
Weenen moest de hoofdstad der monarchie zijn en de zetel
der regeering. Daarbij kwamen de oude overleveringen van
bet Duitsche Keizerschapen ofschoon geen Duitsche Keizers
meer, waren toch de Keizers van Oostenrijk voorzitters van
bet Duitsck Yerbond, bleef Oostenrijk een Duitsche staat,
die een roeping in Duitsckland had te vervullen, en zoo
bleef het overwicht in den staat steeds bij de Duitschers.
Na den oorlog van I860, die alle betrekkingen tusschen
Oostenrijk en de Duitsche staten verbrak, kwam in dien
toestand een groote verandering. Oostenrijk scheen zijn
roeping in Duitschland te vergeten, zijn Europeeschen in
vloed. als groote mogendheid op den achtergrond te schuiven
en zich meer met zich zeiven te gaan bemoeien. De ver
schillende volken van ouderscheiden stam, taal, zedeu, ge
bruiken^ beschaving en ontwikkeling, waaruit de groote
monarchie is samengesteld, begonnen krachtiger te beweren,
dat de Regeeriug in de eerste plaats geroepen was op hunne
belangen te letten, en beantwoorden moest aan hunne uiteen-
loopende behoeften. De Hongaren verklaarden, dat zij den
Keizer van Oostenrijk gaarne als hun Koning erkenden en
hem trouw wilden blijven, maar dat zij niet begrepen, met
welk recht het Koninkrijk Hongarije, het grootste der ver
schillende Kroonlanden, uit Weenen moest geregeerd worden,
en zich moest voegen naar de eischen, behoeften, wenschen,
grillen en droombeelden der andere landen, die in den loop
der tijden door allerlei politieke gebeurtenissen en aanhuwe-
lijking van vorstelijke personen er toe gekomen waren, denzelf
den persoon die ook Koning van Hongarije was, als hun Yorst
te huldigen. Dat hun Koning ook den naam van Keizer droeg
en tevens Koning van Boheme, van Dalmatië, van Kroatië en
Slavonic, Hertog van Salzburg, Stiermarken en Karinthië,
Graaf van Tirol enz. enz. wasgat tochmeenden zijgeen reeht
om hun land bij^ die andere landen in te lijven of er mee samen
te smelten tot éen groot rijk; omdat de vorsten trouwen,
trouwen de volken nog niet. En de Hongaren kregen ge
hoor, omdat zij de tairijksten en de machtigsten waren. Omdat
de Bohemers, de Polen van Galicië, de Croaten etc. dit
met waren, kregen zij ook aanvankelijk geen gehoor. Het
groote rijk werd in tweeën verdeeld, en kreeg den naam van
"Oostenrijksch-Hongaarsclie Monarchie." Meii splitste de
Kroonlanden in landen aan deze en aan gene zijde van de
Leithaelk met een afzonderlijk ministerie en een afzonder
lijke vertegenwoordiging. En zóó, meenden sommige staats
lieden, zou het goed gaan.
Aoó ging het echter niet goed. En dat is waarlijk zoo
vreemd niet. Men kati een regeering hebbendie ijvert
voor een groot centraal gezag en daaraan de behoeften en
wenschen des volks ondergeschikt maakt, die alleen uitwendige
grootheid, glans en macht naar buiten beoogt, een roeping
te vervullen meent te hebben op het wereldtooneeleen
overwegende stem verlangt in den Europeeschen raadaan-
zitting of wel voorzitting begeert onder de groote mogend
heden en dan kan men van de volken eischen dat zij zich
«uit vaderlandsliefde" naar dit ideaal schikkendan kan men
hun zeggen dat zij geen recht hebben om mede te spreken,
en dat de regeerders alleen weten wat voor de «hooge staats
belangen noodig is, waarde gewone burgers toch niets van
begrijpen Maar wanneer men eenmaal aan het volk zelf
stem geeft in de behandeling zijner eigene aangelegenheden,
tian kan men niet ten halve blijven stilstaan, dan kan men tegen
stribbelen vertragen en ophoudenmaar men moet eindigen
met aan die stem gehoor te geven of aan het volk zijn
stem weer te ontnemen. Er is geen middenweg. Men kan
niet zeggeiizoo ver wil ik gaan en niet verder. Dit schij
nen vele regeerders en vele staatslieden nog altijd maarniet
te kunnen begrijpen. Het laatste Oostenrijksche Ministerie
voor de landen aan deze zijde van de Leitha wilde het ook
niet begrijpen. De Regeering had reeds genoeg ingewilligd,
meende het, en er moest aan die concessies een einde komen.
Concessie aan de wenschen des volkswat is het anders dan
een moderne naam voor de middeleeuwsche uitdrukking pri
vilegieDaaraan ligt nog altijd het denkbeeld van gunsten
ten grondslag die een regeering uit de volheid barer macht
verleent; een denkbeeld alleen passend in het stelsel dat het
volk ter wille van de regeering bestaatdoch onzin waar
men aanneemt dat de regeering om het volk is.
De Bohemers, Polen enz. hebben natuurlijk van de Duit
schers, die aan deze zijde van de Leitha het overwicht wilden
behouden, dezelfde zelfstandigheid geëischt die aan de Hon
garen was verleenden toen aan dien eisch geen gehoor
werd gegeven, toen er zelfs wetsontwerpen werden ingediend
om tot meerdere staatkundige eenheid te gerakenhebben
hunne afgevaardigden eenvoudig den Rijksraad verlaten, en
daardoor de regeering feitelijk onmogelijk gemaakt. Het
Ministerie heelt daarop zijn ontslag gevraagd en ontvangen,
en naar men bericht is graaf Potocki reeds belast met de
samenstelling van een nieuw Ministerie, dat tot beginsel zal
aannemen de bevrediging der verschillende nationaliteiten.
Merkwaardig is het, dat de Minister-President van hetzelfde
Hongarije dat zoolang voor zijn zelfstandigheid geijverd en
die eindelijk verworven heeft, de voorstanders van het een
heidsbeginsel krachtig ondersteund schijnt te hebben. Hoe
is dat mogelijk vraagt men. Omdat de Hongaren even gaarne
aan de overzijde van de Leitha de overheerschende volks
stam blijven, als de Duitschers aan deze zijde. Omdat de
Slaven en Croaten in den Hongaarsclien Rijksraad dezelfde
eischen doen in het belang van eigen beheer en zelfstandig
bestuur, als de Bohemers, Polen ete. in den Oostenrijkschen
Rijksraad deden gelden, en ook reeds voornemens schijnen de
vei gadering te verlaten. Hebben dan niet deze kleinere
Kroonlanden dezelfde rechten als Hongarije? Ja maar de
grootheid de roem van het Hongaarsehe Koninkrijk
W. v. d. K.
Noordduitsche Rijksdag. Met 117 tegen 73 st. is aan
genomen het voorstel der heeren Laslcer, v. Bernuth c. s.,
om bij den Bondskanselier aantedringen op de spoedige voor-
dracht van een ontwerp betreffende de herziening der militaire
strafwetgevingalsmede op de hervorming der militaire straf
vordering, gelijktijdig met de invoering van liet nieuwe wet
boek van strafvordering, waarbij de bevoegdheid van den
militairen rechter in vredestijd tot dienstovertredingen zou
moeten worden beperkt.
Den 2 zijn in tweede lezing alle amendementen verworpen
die bij de eerste lezing van het ontwerp betreffende de con
solidatie der Bondsschuld waren voorgesteld en ten doel
hadden om het bedrag der schuld, 't welk jaarlijks zou
moeten worden afgelost, bij de wet vasttestellen. Vervolgens
zijn de 3 afdeelingen van het ontwerp-strafwetboekhande
lende over muntdelicten, meineed en valsche beschuldiging,
overeenkomstig het voorstel der commissie aangenomen, met
verwerping van al de door den heer Lasker voorgestelde
amendementen.
De Tweede Kamer heeft met bijna alg. st. de voorstellen
der commissie betreffende het buitengewoon budjet van oor
log aangenomen. De liberale leden hebben ook voorgestemd
en het schrappen van onderscheidene posten voorgesteld,
gedeeltelijk met het doel om te bezuinigen, maar voor het
meerendeel uit overwegingen van formeelen aard, onder
voorbehoud om hunne stem over de zaak zelve uittebrengen
bij de beraadslagingen over het gewone budjet van oorlog.
OOSTENRIJK. De bisschop van Brunu, insgr. Schaff-
tsch, is overleden.
Na afloop der op 31 Maart gehouden zitting der Kameris
de ministerraad bijeengeroepenten einde over den staat van
zaken, door het uittreden der poolsche en sloveensche Afge
vaardigden in het leven geroepen, te beraadslagen. Met alg.
st. werd besloten 1" den Keizer machtiging te verzoeken om
die Landdagen, waarvan de afgevaardigden hnn mandaat als
leden van den Rijksraad nederleggen, te ontbinden, en 2»
van de beslissing omtrent dit verzoek eene kabinets-kwestie
te maken.
Ten gevolge van 's Keizers weigering, om die Landdagen
te ontbinden, hebben de leden van het kabinet gezamenlijk
hun ontslag ingediend. Graaf Potocki, minister van land
bouw in liet ministerie Taajfeeen der 3 daarvan in bet
beton dezes jaars afgetreden ledenis belast met de samen
stelling van een nieuw kabinet.
ie Lemberg zijn de teruggekeerde poolsche afgevaardigden
feestelijk ontvangen.
De beide clubs der linkerzijde en de uiterste linkerzijde
van den Rijksraad hebben beslotenvóór de sluiting van dat
lichaam een adres tot den Keizer te richten.
Te Swarow, in Tannwald, is eene ernstige beweging onder
de arbeidersbevolking ontstaan, vooral bevorderd door liet
sluiten van een dar grootste fabrieken. De uit voorzorg
gezonden troepen werden beleedigd, met steenen geworpen
en uit een der huizen beschoten, waarop zij de menigte met
geweld uiteendreven, 1 man gedood en 3 gewond zijn. Van
de militairen zijn 2 man ligt gekwetst.
Huis der Afgevaardigden. De commissie voor het
ontwerp betreffende de voorloopige reclitstreeksche verkie
zingen, heeft het goedgekeurd.
Den 31 heeft ae voorzitter verklaringen voorgelezen van
41 poolsche, sloveensche en istrische Afgevaardigdenwaarbij
zij hun mandaat nederleggen, ter zake van den uitslag der be
raadslagingen over de galicische resolutie (de verwerping van
het voorstel-iWmo, 't welk ten doel had om ook aan anderè
landen dm Galicie eene meer uitgebreide autonomie toete-
kennen) en het indienen van het ontwerp betreffende de
voorloopige directe verkiezingen. liet memorandum Van de
meerderheid der ministers en de discussiën over het adres
van antwoord hadden hun reeds duidelijk getoond, dat xle
oogingen ter uitbreiding der autonomie van Galicie vruchte
loos zouden zijn, maar zij waren in het belang van den Staat
aan de beraadslagingen over de legerwet en over het budget
blijven deelnemen. De voornaamste reden der aftreding
van zoo vele leden schijnt te zijn het verwerpen dér gali
cische resolutie door de daarvoor benoemde commissie, nadat
zij daarover eenige maanden beraadslaagd en reeds verschil
lende eischen der polen toegewezen had; met 9 tegen 6 st.
heeft zij n. 1. aangenomen eene motie van den heer Schindler
„dat eene uitbreiding van de autonomie der landen alleen zou
kunnen worden toegelaten na de hervorming der kieswet
waarvan men eene versterking van het centrale bewind zou
mogen verwachten."
HONGARIJE. Dc minister van openbare werken Miko
heeft zijn ontslag genomen. Men verzekert, dat de minister
van financiën v. Lonyay Rijks-minister van financiën zal worden.
Ten gevolge eener door het Bondsbestuur bevolen enquête,
heeft de Bondsraad de kantons Zug, Uri, Appenzeil en Schafi-
hausen uitgenoodigd om onverwijld maatregelen te nemen
tot afschaffing van de aldaar tot dus ver iu stand gehouden
pijnbank.
Deweinige maanden geleden geborendochter van Koning
trans II van Napels is den 29 Maart overleden.
De zending van msgr. Pluym naar Konstantin opel is mis
lukt. Hoewel de aan de dissidenten toegestane termijn
verloopen is, heeft hij den kerkdijken ban nog niet uitge
sproken, in de hoop van een gedeelte der afvalligen lot
inkeer te brengen.
Volgens de Civilta Cattolica is het voor den Paus, om
tot de definitie van een dogma overtegaan, niet noodig, dat
er ten aanzien van dat dogma eene zedelijke eenstemmigheid
bestaatmaar is de goedkeuring eener eenvoudige meerder
heid voldoende.
Bij beraadslaging over het tweede hoofdstuk van het her
ziene schema de Fide heeft o. a. de bisschop van Suramsgr.
Mar et het woord gevoerd en daarbij warme betuigingen van
eerbied en genegenheid jegens den H. Stoel afgelegd^ maar
zijn bekend werk tegen het geestelijk gezag van den Paus
met herroepen.
Den 29 Maart is het proemium van het schema de Jide
met alg. st. aangenomen, nadat daags te voren het beginsel
was toegegeven, waarvoor de bisschoppen MeignanStrosz-
mager en 11 helan gestreden hadden11. I. de handhaving van
het oude recht van definitie der bisschoppen. Den 1 April
is over het eerste hoofdstuk van genoemd schema en over
de daarbij behoorende canones definitief gestemd en de aan
neming met nagenoeg eenparige stemmen geschied
De minister van koloniën, de heer Becerraheeft zijn
ontslag genomen en is opgevolgd door den heer Mor et.
Eerstgenoemde hadbij eene beraadslaging in de Cortes
over eene motie van den heer Robledo, om de behandeling
der staatsregeling voor Porto-Rico te verdagen, dien heer
ten onrechte beschuldigd van omkooping in zijne vorige be
trekking van secretaris-generaal bij het ministerie van kolóniën,
en daardoor zoo groot misnoegen opgewekt, dat zelfs de
ministeriëele bladen op zijne verwijdering hadden aangedrongen.
lot dus ver hebben bij gelegenheid der loting geene ernstige
ongeregeldheden plaats gehad. Een 60tal inwoners van Bejar
hebben echter na den afloop der lotingdie stad onder protest
verlaten.
De ministeriëele crisis is afgeloopen, zullende de heer
Echegarag de portefeuille van onderwijs, koophandelenopen-
bare werken behouden.
Den 4 zijn te Barcelona en in het naburige Garcia bar
ricaden opgericht, maar door de troepen spoedig vernield.
Den 6 hebben te Sabadellnabij Barcelonade monarchaal-
gezinde vrijwilligers een aanval van de insurgenten teruggeslaa-en.
De gewezen Afgevaardigde Sanger g Capdevülana de
bewegihg in Catalonie naar Frankrijk gevlucht en ter dood
veroordeeld, heeft zich den 2 onverwacht in de Cortes ver
toond, waar zijne verschijning veel opschudding teweegbracht.
Nadat hij, op aandrang zijner republikeinsche vrienden, de
zaal verlaten had, is hij op de straat in hechtenis genomen.
De hertog v. Montpensier bevindt zich nog ongemoeid te
Madrid, terwijl de militaire en civiele rechtbanken het niet
eens zijn over de vraag, voor wie de zaak van het duel aan
hangig moet worden gemaakt.
Cortes. De wet, houdende bepalingen tot verzekering
der openbare orde, is aangenomen.
Den 2 April is, op voorstel van den heer Bugalle, met
78 tegen 75 st., eene motie aangenomen, strekkende tot af
keuring van het plan van den minister van onderwijs, den
heer Echegarag, om namelijk het godsdienstonderwijs op de
scholen afteschaffen.
Den 5 is een voorstel van den heer Figuerasstrekkende
om inlichtingen te vragen omtrent de ministeriëele crisis
met 162 tegen 41 st. verworpen. De ministers Rtvero en
Sagasta hebben gezegddat er geen ministeriëele -crisis
bestaat
Den 6 is een voorlezing gedaan van eene depêche van
Caballeros Rodas, meldende, dat hij dan opstand op Cuba
als geëindigd beschouwt; talrijke opstandelingen haddeu zich
onderworpen en Jordan had het eiland verlaten.
De minister Segris heeft een wetsontwerp aan den Raad
van State voorgelegdstrekkende tot het benoemt van de