Tweeenzeventigste J aargang. 1870. No. Vó. ZONDAG 10 A PUIL. #fftciccl ©cbccltc fjolitick ÖDocvsichL S2itcfcclijfi0eïtc Berichten. Pruisen. Beicreu. «>ostonr(jk-ll»iigai'ije. Zwitserland. KerkelUke Staat. Spanje. Frankrijk. L K II A A Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Trijs per kwartaal «,ö5, franco per post f ,8 O, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM1. COSTER ZOON. O O I II A N T De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. PROVINCIE NOORD-HOLLAND. AANBESTEDING. Pp Dingsdag den 12 April 1870, des namiddags ten half drie urezal, onder nadere goedkeuring, aan het lokaal van het provinciaal bestuur te Haarlemnamens en voor rekening van het gemeentebestuur van Akerslootworden overgegaan tot de aanbesteding van Het maken van een grindweg van het tolhek op den Uitgeester straatweg naar het Akerslooter pontveer over het Noordhollandsch Kanaal, met een zijtak naar hel dorp Akersloot. De aanbesteding zal plaats hebben bij enkele inschrijvingin gevolge art. 12 van bet bestek. Het bestek is, tegen betaling van 25 cents per exemplaar, te verkrijgen aan het lokaal van het provinciaal bestuur voor noemd en aan de gemeente-secretarie van Akersloot. Gegadigden worden er aan herinnerd, dat de biljetten van inschrijving des middags ten twaalf ure vóór den dag der be steding in de bus moeten gestoken zijn, zoo als art. G3 434 der algemeene voorschriften bepaalt. Na dere inlichtingen zijn te bekomen bij den burgemeester der gemeente Akersloot en bij den ontwerper van bet bestek, den heer F. J. Krieger, opzigter van den provincialen wa terstaat te Alkmaar. De COMMISSARIS des KONING in de provincie NOORDHOLLAND Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de scheepvaart door de schutsluis in het Nieuwewerk te Nieuwediep, wegens daaraan uit te voeren belangrijke herstellingen, ingaande met Maandag 11 April aanstaande tot nadere aankondiging zal zijn gestremd. Gedurende dien tijd zal de scheepvaart door de Koopvaar dersschutsluis plaats hebben. HaarlemDe Commissaris des Konings voornoemd 6 April 1870. RÓELL. ERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR, op Woensdag, den 13 April 1870, des namiddags ten 1 uur. Namens den k oorzitter van den Raad. NUHOUT van der VEEN. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 1' helft der maand Maart 1870. WILLEMS, G. II. GORTER, PATTAAR, B. HOO- GENBOOM, F. van GEENHUIJSEN, Amsterdam; L. BAKKER, Bennenbroek; S. ABENGA, Groningen; G. II. GORTER, Purmerend; W. HOEP, 't Zand; W. SWAAN, Wed. 1'. TUINMAN, niet vermeld. Van het hulpkantoor te Oudkarspel: J. KOIJ, Velsen. Toen in dit overzicht het eerst werd gewag gemaakt van de groote omkeering in de binnenlandsche politiek van het Fransche Keizerrijk door de indiening van het belangrijk ont werp tot wijziging der grondwet in den Senaatwerd reeds gewezen op de zeer vreemde voorstelling, dat de aangegeven veranderingen in overeenstemming zouden zijn met de volks stemming van 1852, een uitvloeisel en nadere ontwikkeling van bet toen aangenomen beginsel. Toen reeds werd te ken nen gegevendat er waarschijnlijk wel niet velen gevonden zouden worden die deze voorstelling zonder bedenking zou den aannemen. Tevens werd aangewezen, welk belang er bij die bewering bestond. Immers de Keizer en de Senaat zijn volgens de beslaande grondwet samen bevoegd die grondwet zelve le veranderen; maar wanneer de veranderingen strijden met de beginselen in de proclamatie van 2 December 1851 ontwikkeld en door liet Fransche volk aangenomen, moeten zij onderworpen worden aan bet algemeen stemrecht. De te genwoordige Regeering schijnt aanvankelijk geen behagen gehad te hebben in een nieuwe volksstemming; vandaar de vreemde bewering, dat de voorgestelde veranderingen in de grondwet in overeenstemming waren met de bedoelde begin selen, en dus alleen de goedkeuring van den Senaat behoef den. Inmiddels heeft de Regeering het onhoudbare van hare bewering reeds ingezien, en openlijk in bet Wetgevend Lichaam verklaard dat zij tot de overtuiging is gekomen dat de reeds tot stand gebrachte en de thans voorgestelde hervormingen de grondslagen raken van het volksbesluit, waarop de be staande grondwet rust. Daarom is het noodig, het Senaats- l'c-luit dat die hervormingen bepaalt, aan de goedkeuring des volks te onderwerpen. Evenals het volk vroeger zijn regel heelt gehecht aan de constitutie des gezags, behoort thans zijn bekrachtiging gevraagd te worden voor de liberale con stitutie, zeide de Minister Ollioier. De volksstemming zou zichvolgens den Constitutionnelbe palen tot de ministeriëele verantwoordelijkheid en liet stelsel van twee wetgevende Kamers. Dit schijnt inderdaad noodig, tv ant de grondbeginselen door de vroegere volksstemming aange nomen kennen slechts ministers alleen van bet Uitvoerend Bewind afhankelijk, een Wetgevend Lichaam om over de wet ten te beraadslagen en te stemmen, en een Senaat om de grondwet en de openbare vrijheden te bewaken. Een inter pellatie in bet Wetgevend Lichaam omtrent de noodzakelijk heid der volksstemming, is geëindigd met een betuiging van vertrouwen in de gehechtheid van bet Ministerie aan de kei zerlijke en parlementaire reegeringwaartoe met 227 tegen 43 stemmen werd besloten. Sommige liberale bladen zijn echter met die yolksstemming volstrekt niet ingenomen. Er wordt gewe zen op de veranderlijkheid der Regeering, die bezwaar maakt in een herziening der kieswet, omdat die een ontbinding der Kamer ten gevolge zou moeten hebben en het land daardoor in een te groote spanning zou geraken, doch geen be zwaar ziet in de zeker veel grooter spanning die van een volksstemming over de staatsregeling onafscheidelijk is. Het Journal des Débat» merkt op, dat de ministcrieele verant woordelijkheid in Frankrijk reeds feitelijk bestaat ten gevolge van de optreding van liet tegenwoordig Ministerie op 2 Ja nuari, dat weer zijn ontstaan verschuldigd is aan de houding van de Kamer na de verkiezingen in Mei van het vorige jaar. Zal men nu van de zoo gelukkig tot stand gekomen en le vendig toegejuichte herstelling der parlementaire regeering op nieuw een kwestie maken? vraagt dit blad. Toch schijnt het antwoord op die vraag niet moeilijk. Inderdaad kan men zeggen, dat door de houding die Ministerie en Kamer in den laatsten tijd tegenover elkander aannamende parlementaire regeering feitelijk bestond. Maar zij bestond in spijt van de staatsregeling. De praktijk was in lijnrechten strijd met de grondwet. Die toestand was toch onhoudbaar, herziening van de grondwet noodzakelijk, zelfs met afwijking van de door de volksstemming bekrachtigde beginselen, en daartoe wordt volgens de grondwet zelve een andere volksstemming vereischt. Wil men dus geen revolutionaire, geen onregel matige, maar een wettige hervorming, dan is de volksstem ming onvermijdelijk. Een grooter bezwaar is de handhaving dezer volksstemming in de nieuwe grondwet. Ook na de invoering van het par lementaire stelsel, ua de toekenning aller rechtmatige bevoegd heden aan de vertegenwoordiging, na de vaststelling der mi nisteriëele verantwoordelijkheid zal de Keizer nog steeds een rechtstreeksch beroep op liet volk kunnen doen tot wijziging van de grondwet. Dit gevaarlijk middel tot omverwerping van den bestaanden toestanddie gebaande weg voor een revolutie die openstaande deur voor een staatsgreep is zeer zeker niet wel vereenigbaar met bet zuiver parlementaire stelsel. De handhaving dezer bepaling in de grondwet is liet behoud van den band tusschen den persoon van Napoleon III en de de mocratie buiten de vertegenwoordiging omvan de brug die dezen modernen Augustus tot de alleenheerschappij en tot den troon bracht. Bij de invoering van bet parlementaire regee- ringsstelselbij de hervorming der grondwet van bet gezag tot een liberale staatsregeling behoorde ook die heillooze band vernietigd, die gevaarlijke brug afgebroken te worden. Gewichtige gebeurtenissen hebben in Oostenrijk plaats ge- bad en gewichtiger gebeurtenissen zullen er waarschijnlijk nog plaats hebben. Dat het stelsei van bet tweevoudig rijk houdbaar zou bevonden worden, was eigenlijk ondenkbaar, locli heeft de Duitsche partij het niet willen opgeven, tot dat het eindelijk feitelijk onmogelijk is geworden er langer mee te regeeren. De eenheid der Oostenrijksche Monarchie was vroeger het groote beginsel waaraan alles ondergeschikt moest zijn. Het Oostenrijksche Keizerrijk moest een mach tige staat, een groote mogendheid wezen, en daartoe was volstrekte eenheid noodig, samentrekking van alle macht in één persoon of één lichaam, beschikking over alle krachten en hulpbronnen van land en volk door één uitvoerend bewind. Weenen moest de hoofdstad der monarchie zijn en de zetel der regeering. Daarbij kwamen de oude overleveringen van bet Duitsche Keizerschapen ofschoon geen Duitsche Keizers meer, waren toch de Keizers van Oostenrijk voorzitters van bet Duitsck Yerbond, bleef Oostenrijk een Duitsche staat, die een roeping in Duitsckland had te vervullen, en zoo bleef het overwicht in den staat steeds bij de Duitschers. Na den oorlog van I860, die alle betrekkingen tusschen Oostenrijk en de Duitsche staten verbrak, kwam in dien toestand een groote verandering. Oostenrijk scheen zijn roeping in Duitschland te vergeten, zijn Europeeschen in vloed. als groote mogendheid op den achtergrond te schuiven en zich meer met zich zeiven te gaan bemoeien. De ver schillende volken van ouderscheiden stam, taal, zedeu, ge bruiken^ beschaving en ontwikkeling, waaruit de groote monarchie is samengesteld, begonnen krachtiger te beweren, dat de Regeeriug in de eerste plaats geroepen was op hunne belangen te letten, en beantwoorden moest aan hunne uiteen- loopende behoeften. De Hongaren verklaarden, dat zij den Keizer van Oostenrijk gaarne als hun Koning erkenden en hem trouw wilden blijven, maar dat zij niet begrepen, met welk recht het Koninkrijk Hongarije, het grootste der ver schillende Kroonlanden, uit Weenen moest geregeerd worden, en zich moest voegen naar de eischen, behoeften, wenschen, grillen en droombeelden der andere landen, die in den loop der tijden door allerlei politieke gebeurtenissen en aanhuwe- lijking van vorstelijke personen er toe gekomen waren, denzelf den persoon die ook Koning van Hongarije was, als hun Yorst te huldigen. Dat hun Koning ook den naam van Keizer droeg en tevens Koning van Boheme, van Dalmatië, van Kroatië en Slavonic, Hertog van Salzburg, Stiermarken en Karinthië, Graaf van Tirol enz. enz. wasgat tochmeenden zijgeen reeht om hun land bij^ die andere landen in te lijven of er mee samen te smelten tot éen groot rijk; omdat de vorsten trouwen, trouwen de volken nog niet. En de Hongaren kregen ge hoor, omdat zij de tairijksten en de machtigsten waren. Omdat de Bohemers, de Polen van Galicië, de Croaten etc. dit met waren, kregen zij ook aanvankelijk geen gehoor. Het groote rijk werd in tweeën verdeeld, en kreeg den naam van "Oostenrijksch-Hongaarsclie Monarchie." Meii splitste de Kroonlanden in landen aan deze en aan gene zijde van de Leithaelk met een afzonderlijk ministerie en een afzonder lijke vertegenwoordiging. En zóó, meenden sommige staats lieden, zou het goed gaan. Aoó ging het echter niet goed. En dat is waarlijk zoo vreemd niet. Men kati een regeering hebbendie ijvert voor een groot centraal gezag en daaraan de behoeften en wenschen des volks ondergeschikt maakt, die alleen uitwendige grootheid, glans en macht naar buiten beoogt, een roeping te vervullen meent te hebben op het wereldtooneeleen overwegende stem verlangt in den Europeeschen raadaan- zitting of wel voorzitting begeert onder de groote mogend heden en dan kan men van de volken eischen dat zij zich «uit vaderlandsliefde" naar dit ideaal schikkendan kan men hun zeggen dat zij geen recht hebben om mede te spreken, en dat de regeerders alleen weten wat voor de «hooge staats belangen noodig is, waarde gewone burgers toch niets van begrijpen Maar wanneer men eenmaal aan het volk zelf stem geeft in de behandeling zijner eigene aangelegenheden, tian kan men niet ten halve blijven stilstaan, dan kan men tegen stribbelen vertragen en ophoudenmaar men moet eindigen met aan die stem gehoor te geven of aan het volk zijn stem weer te ontnemen. Er is geen middenweg. Men kan niet zeggeiizoo ver wil ik gaan en niet verder. Dit schij nen vele regeerders en vele staatslieden nog altijd maarniet te kunnen begrijpen. Het laatste Oostenrijksche Ministerie voor de landen aan deze zijde van de Leitha wilde het ook niet begrijpen. De Regeering had reeds genoeg ingewilligd, meende het, en er moest aan die concessies een einde komen. Concessie aan de wenschen des volkswat is het anders dan een moderne naam voor de middeleeuwsche uitdrukking pri vilegieDaaraan ligt nog altijd het denkbeeld van gunsten ten grondslag die een regeering uit de volheid barer macht verleent; een denkbeeld alleen passend in het stelsel dat het volk ter wille van de regeering bestaatdoch onzin waar men aanneemt dat de regeering om het volk is. De Bohemers, Polen enz. hebben natuurlijk van de Duit schers, die aan deze zijde van de Leitha het overwicht wilden behouden, dezelfde zelfstandigheid geëischt die aan de Hon garen was verleenden toen aan dien eisch geen gehoor werd gegeven, toen er zelfs wetsontwerpen werden ingediend om tot meerdere staatkundige eenheid te gerakenhebben hunne afgevaardigden eenvoudig den Rijksraad verlaten, en daardoor de regeering feitelijk onmogelijk gemaakt. Het Ministerie heelt daarop zijn ontslag gevraagd en ontvangen, en naar men bericht is graaf Potocki reeds belast met de samenstelling van een nieuw Ministerie, dat tot beginsel zal aannemen de bevrediging der verschillende nationaliteiten. Merkwaardig is het, dat de Minister-President van hetzelfde Hongarije dat zoolang voor zijn zelfstandigheid geijverd en die eindelijk verworven heeft, de voorstanders van het een heidsbeginsel krachtig ondersteund schijnt te hebben. Hoe is dat mogelijk vraagt men. Omdat de Hongaren even gaarne aan de overzijde van de Leitha de overheerschende volks stam blijven, als de Duitschers aan deze zijde. Omdat de Slaven en Croaten in den Hongaarsclien Rijksraad dezelfde eischen doen in het belang van eigen beheer en zelfstandig bestuur, als de Bohemers, Polen ete. in den Oostenrijkschen Rijksraad deden gelden, en ook reeds voornemens schijnen de vei gadering te verlaten. Hebben dan niet deze kleinere Kroonlanden dezelfde rechten als Hongarije? Ja maar de grootheid de roem van het Hongaarsehe Koninkrijk W. v. d. K. Noordduitsche Rijksdag. Met 117 tegen 73 st. is aan genomen het voorstel der heeren Laslcer, v. Bernuth c. s., om bij den Bondskanselier aantedringen op de spoedige voor- dracht van een ontwerp betreffende de herziening der militaire strafwetgevingalsmede op de hervorming der militaire straf vordering, gelijktijdig met de invoering van liet nieuwe wet boek van strafvordering, waarbij de bevoegdheid van den militairen rechter in vredestijd tot dienstovertredingen zou moeten worden beperkt. Den 2 zijn in tweede lezing alle amendementen verworpen die bij de eerste lezing van het ontwerp betreffende de con solidatie der Bondsschuld waren voorgesteld en ten doel hadden om het bedrag der schuld, 't welk jaarlijks zou moeten worden afgelost, bij de wet vasttestellen. Vervolgens zijn de 3 afdeelingen van het ontwerp-strafwetboekhande lende over muntdelicten, meineed en valsche beschuldiging, overeenkomstig het voorstel der commissie aangenomen, met verwerping van al de door den heer Lasker voorgestelde amendementen. De Tweede Kamer heeft met bijna alg. st. de voorstellen der commissie betreffende het buitengewoon budjet van oor log aangenomen. De liberale leden hebben ook voorgestemd en het schrappen van onderscheidene posten voorgesteld, gedeeltelijk met het doel om te bezuinigen, maar voor het meerendeel uit overwegingen van formeelen aard, onder voorbehoud om hunne stem over de zaak zelve uittebrengen bij de beraadslagingen over het gewone budjet van oorlog. OOSTENRIJK. De bisschop van Brunu, insgr. Schaff- tsch, is overleden. Na afloop der op 31 Maart gehouden zitting der Kameris de ministerraad bijeengeroepenten einde over den staat van zaken, door het uittreden der poolsche en sloveensche Afge vaardigden in het leven geroepen, te beraadslagen. Met alg. st. werd besloten 1" den Keizer machtiging te verzoeken om die Landdagen, waarvan de afgevaardigden hnn mandaat als leden van den Rijksraad nederleggen, te ontbinden, en 2» van de beslissing omtrent dit verzoek eene kabinets-kwestie te maken. Ten gevolge van 's Keizers weigering, om die Landdagen te ontbinden, hebben de leden van het kabinet gezamenlijk hun ontslag ingediend. Graaf Potocki, minister van land bouw in liet ministerie Taajfeeen der 3 daarvan in bet beton dezes jaars afgetreden ledenis belast met de samen stelling van een nieuw kabinet. ie Lemberg zijn de teruggekeerde poolsche afgevaardigden feestelijk ontvangen. De beide clubs der linkerzijde en de uiterste linkerzijde van den Rijksraad hebben beslotenvóór de sluiting van dat lichaam een adres tot den Keizer te richten. Te Swarow, in Tannwald, is eene ernstige beweging onder de arbeidersbevolking ontstaan, vooral bevorderd door liet sluiten van een dar grootste fabrieken. De uit voorzorg gezonden troepen werden beleedigd, met steenen geworpen en uit een der huizen beschoten, waarop zij de menigte met geweld uiteendreven, 1 man gedood en 3 gewond zijn. Van de militairen zijn 2 man ligt gekwetst. Huis der Afgevaardigden. De commissie voor het ontwerp betreffende de voorloopige reclitstreeksche verkie zingen, heeft het goedgekeurd. Den 31 heeft ae voorzitter verklaringen voorgelezen van 41 poolsche, sloveensche en istrische Afgevaardigdenwaarbij zij hun mandaat nederleggen, ter zake van den uitslag der be raadslagingen over de galicische resolutie (de verwerping van het voorstel-iWmo, 't welk ten doel had om ook aan anderè landen dm Galicie eene meer uitgebreide autonomie toete- kennen) en het indienen van het ontwerp betreffende de voorloopige directe verkiezingen. liet memorandum Van de meerderheid der ministers en de discussiën over het adres van antwoord hadden hun reeds duidelijk getoond, dat xle oogingen ter uitbreiding der autonomie van Galicie vruchte loos zouden zijn, maar zij waren in het belang van den Staat aan de beraadslagingen over de legerwet en over het budget blijven deelnemen. De voornaamste reden der aftreding van zoo vele leden schijnt te zijn het verwerpen dér gali cische resolutie door de daarvoor benoemde commissie, nadat zij daarover eenige maanden beraadslaagd en reeds verschil lende eischen der polen toegewezen had; met 9 tegen 6 st. heeft zij n. 1. aangenomen eene motie van den heer Schindler „dat eene uitbreiding van de autonomie der landen alleen zou kunnen worden toegelaten na de hervorming der kieswet waarvan men eene versterking van het centrale bewind zou mogen verwachten." HONGARIJE. Dc minister van openbare werken Miko heeft zijn ontslag genomen. Men verzekert, dat de minister van financiën v. Lonyay Rijks-minister van financiën zal worden. Ten gevolge eener door het Bondsbestuur bevolen enquête, heeft de Bondsraad de kantons Zug, Uri, Appenzeil en Schafi- hausen uitgenoodigd om onverwijld maatregelen te nemen tot afschaffing van de aldaar tot dus ver iu stand gehouden pijnbank. Deweinige maanden geleden geborendochter van Koning trans II van Napels is den 29 Maart overleden. De zending van msgr. Pluym naar Konstantin opel is mis lukt. Hoewel de aan de dissidenten toegestane termijn verloopen is, heeft hij den kerkdijken ban nog niet uitge sproken, in de hoop van een gedeelte der afvalligen lot inkeer te brengen. Volgens de Civilta Cattolica is het voor den Paus, om tot de definitie van een dogma overtegaan, niet noodig, dat er ten aanzien van dat dogma eene zedelijke eenstemmigheid bestaatmaar is de goedkeuring eener eenvoudige meerder heid voldoende. Bij beraadslaging over het tweede hoofdstuk van het her ziene schema de Fide heeft o. a. de bisschop van Suramsgr. Mar et het woord gevoerd en daarbij warme betuigingen van eerbied en genegenheid jegens den H. Stoel afgelegd^ maar zijn bekend werk tegen het geestelijk gezag van den Paus met herroepen. Den 29 Maart is het proemium van het schema de Jide met alg. st. aangenomen, nadat daags te voren het beginsel was toegegeven, waarvoor de bisschoppen MeignanStrosz- mager en 11 helan gestreden hadden11. I. de handhaving van het oude recht van definitie der bisschoppen. Den 1 April is over het eerste hoofdstuk van genoemd schema en over de daarbij behoorende canones definitief gestemd en de aan neming met nagenoeg eenparige stemmen geschied De minister van koloniën, de heer Becerraheeft zijn ontslag genomen en is opgevolgd door den heer Mor et. Eerstgenoemde hadbij eene beraadslaging in de Cortes over eene motie van den heer Robledo, om de behandeling der staatsregeling voor Porto-Rico te verdagen, dien heer ten onrechte beschuldigd van omkooping in zijne vorige be trekking van secretaris-generaal bij het ministerie van kolóniën, en daardoor zoo groot misnoegen opgewekt, dat zelfs de ministeriëele bladen op zijne verwijdering hadden aangedrongen. lot dus ver hebben bij gelegenheid der loting geene ernstige ongeregeldheden plaats gehad. Een 60tal inwoners van Bejar hebben echter na den afloop der lotingdie stad onder protest verlaten. De ministeriëele crisis is afgeloopen, zullende de heer Echegarag de portefeuille van onderwijs, koophandelenopen- bare werken behouden. Den 4 zijn te Barcelona en in het naburige Garcia bar ricaden opgericht, maar door de troepen spoedig vernield. Den 6 hebben te Sabadellnabij Barcelonade monarchaal- gezinde vrijwilligers een aanval van de insurgenten teruggeslaa-en. De gewezen Afgevaardigde Sanger g Capdevülana de bewegihg in Catalonie naar Frankrijk gevlucht en ter dood veroordeeld, heeft zich den 2 onverwacht in de Cortes ver toond, waar zijne verschijning veel opschudding teweegbracht. Nadat hij, op aandrang zijner republikeinsche vrienden, de zaal verlaten had, is hij op de straat in hechtenis genomen. De hertog v. Montpensier bevindt zich nog ongemoeid te Madrid, terwijl de militaire en civiele rechtbanken het niet eens zijn over de vraag, voor wie de zaak van het duel aan hangig moet worden gemaakt. Cortes. De wet, houdende bepalingen tot verzekering der openbare orde, is aangenomen. Den 2 April is, op voorstel van den heer Bugalle, met 78 tegen 75 st., eene motie aangenomen, strekkende tot af keuring van het plan van den minister van onderwijs, den heer Echegarag, om namelijk het godsdienstonderwijs op de scholen afteschaffen. Den 5 is een voorstel van den heer Figuerasstrekkende om inlichtingen te vragen omtrent de ministeriëele crisis met 162 tegen 41 st. verworpen. De ministers Rtvero en Sagasta hebben gezegddat er geen ministeriëele -crisis bestaat Den 6 is een voorlezing gedaan van eene depêche van Caballeros Rodas, meldende, dat hij dan opstand op Cuba als geëindigd beschouwt; talrijke opstandelingen haddeu zich onderworpen en Jordan had het eiland verlaten. De minister Segris heeft een wetsontwerp aan den Raad van State voorgelegdstrekkende tot het benoemt van de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1870 | | pagina 1