1870.
No. 27.
Tweeenzeven I igste J aargang.
ZONDAG
3 JULI.
#ffictccl (Scbccltc.
Nabetrachting bij een zeldzame
gebeurtenis.
ckclijkschc Berichten.
Belgie.
Oostcnrjjk-llongai*|jc.
Italië.
Kerkelijke Slaat.
Spanje.
A L k M A A
CUE C 0
AN
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal 0,65, franco per post f 0,8 O,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers 11E li M1 COST li li. ZOON.
R, I A\
De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
noodigen bij deze ouders en voogden uit, die hunne kinde
ren of pupillen met 1 Julij aanstaande op eeno der openbare
scholen wenschen geplaatst te zien, zich daartoe vóór 15 Julij
1870 aantemelden bij den hoofdonderwijzer of de hoofdon
derwijzeres aan de door ben verlangde schoolvoorzien van
de bewijzen van geboorte en inenting of natuurlijke pokziekte
der kinderen.
Burgemeester en Wethouders occrr.cemd.
AlkmaarA. MA CL A INE PONT.
29 Jmij 1870. l)e Secretaris,
NUHOUT van dee VEEN.
S C II U T T E R IJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbendendat het onder
zoek der ligchaamsgebreken c. s. van de ingeschrevenen voor
de Schutterij voor dit jaar, gehouden zal worden ten raadhuize
dezer gemeente op Donderdagden 14 Julij aanstaande
's namiddags ten 6 ure.
Werkelijk dienstdoende schutters, die, wegens ligchaamsge
breken, ontslag uit de dienst verlangen, kunnen hunne reclames
tevens doen onderzoeken.
Aan de belanghebbenden wordt herinnerddat alleen bij
persoonlijke opkomst vrijstelling van dienst mag verleend worden,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
AlkmaarA MACLAINE PONT.
3 Julij 1870. Be Secretaris,
NUHOUT van dek VEEN.
Het GEMEENTEBESTUUR van ALKMAAR vraagt
tegen 1°. September e.k.. een geëxamineerd APOTHEKER,
geschikt en bekwaam om aan liet hoofd der stads-apotheek
te staan. Jaarwedde 800 met vrije woning in de apotheek.
Sollicitatiën. onder overlegging van bewijzen van bekwaam
heid en goed gedrag, vóór 15 Julij 1870 intezenden aan den
Burgemeester van Alkmaar.
POLITIE.
Ter terugbekoming is aan het commissariaat van politie
voorhanden het navolgende gevondene, als: een ladder, een
duimstok, een zilveren sigarenpijpjeeen schippershaakvier
zakken met tarwe en drie ledige graanzakken, een groen glacé
handschoen, een vrouwen corset.
oWanneer het Ministerie van Justitie thans krachtig de
hand aan het werk slaat, wanneer het afdoende maatregelen
ingrijpende vereenvoudigingen voordraagt, vindt het wellicht
juist nu den tijd geschikt om «ijn voorstellen aangenomen
te zien. Vooral op de Tweede Kamer rust thans de ver
plichting de bewijzen te leveren, dat zij niet alleen kan
afbreken, maar ook opbouwenniet alleen kan verwerpen
maar er ook iets beters voor in de plaats kan geven."
Zoo luidde het slot der beschouwing over de wetdoodende
Tweede Kamer in het vorig nummer. Dat was de troost bij
het //zeker hoogst zeldzame schouwspel van de herroeping eener
wetdie voor negen jaren door 's Konings Ministers voor
gedragen door de beide Kamers aangenomen, door den Ko
ning afgekondigd is, en die toch nooit in werking is getre
den." Dat schouwspel is inderdaad en gelukkig zoo
zeldzaam, dat men er wel eenige oogenblikken bij stil
staan en er een poosje over nadenken mag.
Die weinig ingenomen was met de wet van 1861, zal zich
over hare terzijdestelling gemakkelijk troosten. Immers de
invoering van een nieuwe rechterlijke inrichting, die gepaard
gaat met een nieuwe indeeling van Kantons en Arrondisse
menten, met de opheffing van zes der bestaande Gerechts
hoven en de handhaving en hervorming der vijf andere
met een aantal op-nonactiviteit-stellingen en nieuwe benoe
mingen van rechterlijke ambtenaren, met herziening van onze
burgerlijke rechtsvordering en strafvordering, - de invoering
van zulk een nieuwe rechterlijke inrichting is een zoo belangrijke
en veelomvattende zaak, dat er zeer, zeer zelden, alleen
bij onvermijdelijke noodzakelijkheid toe wordt overgegaan.
Heeft die invoering werkelijk plaats, dan zullen tientallen
van jaren elkander opvolgen, dan zullen menschengeslachten
voorbijgaan, eer men er weer aan zal gaan denken de nieuwe
organisatie te herzien en haar gebreken te verbeteren. Zal
men alzoo licht medewerken tot de invoering eener organi
satie, die men nu reeds hoogst gebrekkig vindt, waarmee
men in 't geheel niet instemt Hier had men te doen met
een wet die reeds negen jaren oud was, en waarlegen de
bezwaren in die negen jaren aanmerkelijk waren toegenomen.
Zou men gelooven, dat men in het algemeen een wet onge
straft negen jaren kan laten liggen zonder haar uit te voe
ren? Neen, die wet zal inderdaad in vele gevallen verou
derd zijn. Ware zij in werking gebracht, men zou er in
berusten, meii zou vooralsnog niet denken aan hare herzie
ning, men zou niet op nieuw verandering willen brengen
in den bestaanden toestand. Maar als zij nog maar alleen op
het pajiier bestaat, al heet dat papier ook Staatsblad van
het Koningrijk der Nederlanden, dan oordeelt men anders,
dan heeft men niet te doen met een fait accomplidan staat
men nog vóór de invoering eener nieuwe organisatie, en
men zegt: neen, als wij inderdaad overgaan tot een nieuwe
regeling, niet op het papier maar in werkelijkheid, dan wil
ik niet invoeren wat voor negen jaren is aangenomen en
waar ik geen vrede mee heb, dan wil ik niet medewerken
om een toestand in het leven te roepen die niet beter is
dan de bestaande, en zoo doende het vooruitzicht op een
bevredigende regeling, op vereenvoudiging en hervorming
voor vele jaren vernietigen.
Zoo zal ieder kunnen spreken die niet ingenomen is met
de wet van 1861zoo heeft de meerderheid der Tweede
Kamer geoordeeld en zoo wordt ook het „zeldzame schouw
spel" zeer verklaarbaar. De afkeuring der wet van 1861,
de weigering om tot hare uitvoering mede te werken is het
schier noodzakelijk gevolg van dien negenjarigen sluimer.
Zulk een onnatuurlijk lange slaap wordt niet gevolgd door
een blij ontwaken maar gaat langzamerhand over in den
slaap des doods. Men neme een voorbeeld uit een anderen kring.
Welke gemeenteraad zal een verordening maken, haar negen
jaren laten liggen en haar dan invoeren zonder 'naar eerst
te herzien en misschien geheel te veranderen? Welk colle
ge zal ooit een reglement invoeren dat reeds negen jaren
in de kast gereed heeft gelegenzonder het eerst te her
zien en in vele gevallen aanmerkelijk te wijzigen Iemand
heeft een plan om een nieuw huis te bouwen of zijn oud
huis te verbouwenmaar bijzondere omstandighedeneen
zekere leegte in zijn kas bij voorbeold, beletten hem dit werk
uit te voeren. Hij legt zijn plan ter zijde, en denkt er niet
meer aan tot negen jaren later de belemmerende omstan
digheden niet meer bestaaneen bijzonder fortuintje bij
voorbeeld heeft zijn kas gevuld en het oude plan wordt
weer voor den dag gehaald, Om het uit te voeren? Vol
strekt niet. Iu negen van de tien gevallen zal de bouwlus-
tige een geheel nieuw plan maken. Hoort toch wat schier
allen zeggen die iets hebben tot stand gebracht. Als ik het
nog doen moestzou ik het toch alweer anders doen. Als
ik nog moest bouwenzou ik weer heel anders bouwen.
Dergelijke uitdrukkingen zijn inderdaad versleten door het
veelvuldig gebruik. En waarom zou het zoo niet gaan
in een Tweede Kamer, die daarenboven voor een groot gedeelte
uit andere personen bestaat dan negen jaar geleden Wat
bestaat, blijft dikwijls lang bestaan alleen omdat het bostaat
niet omdat het zoo goed is en men er mee tevreden is. Het
voldongen feit, het fait accompli, heeft een groote, een ver
lammende kracht, al zij het ook een dommekracht. Wat
geschreven staat, staat geschreven. Maar plannen, vastge
stelde plannen, al zijn zij ook bij de wet vastgesteld, staan
voortdurend aan wijziging, aan verandering, aan vernieti
ging bloot, zoolaug men de hand nog niet heeft gelagen aan
de uitvoering.
Het besluit der Tweede Kamer omtrent de wet van 1861,
haar weigering om tot de uitvoering dier wet mede te werken
isvan een algemeen mensohelijk standpunt beschouwd en
de Kamerleden zijn ook menschen zoo verklaarbaar, dat
het zeer vreemde schouwspel ons nauwelijks verbaast. Toch
hebben wij hier, wanneer wij de zaken in verband beschouwen,
met een zeer bedenkelijk verschijnsel te doen. Het doet twij
fel ontstaan, of onze Wetgevende Macht inderdaad wel in
staat isons de algemeen verlangde hervorming van onze rech
terlijke inrichting te schenken. Sedert twintig jaren is men
er mee bezig, sedert twintig jaren maakt men ontwerpen,
brengt men ontwerpen in de Kamer, men slaagt er in '/na
twaalf jaar tobbens", gelijk de Minister van Justitie zich uit
drukte, een ontwerp tot wet te doen verheffenen na twintig
jaren staan wij nog precies op dezelfde hoogte, of liever in de
zelfde diepte, vóór den berg der bezwarendie intusschen steeds
hoogerschier onoverkomelijk schijnt te worden. Dat is een be
denkelijk, een bedroevendeen noodlottig verschijnsel. Is onze
parlementaire regeering, is onze Wetgevende Macht onver
mogend op dit gebied iets tot stand te brengen? Men zou
het bijua gaan gelooven. Wij hebben het halve-eeuwfeest
onzer nationale onafhankelijkheid gevierd onder een Napoleon
tisch strafwetboekwij hebben een weelderige rechterlijke in
richting van Kantongerechten, Rechtbanken, Hoven en een
Hoogeu Raaden bij die weelderigheid der inrichting een el
lendige bezoldiging van de rechterlijke ambtenareneen om
slachtige en dure rechtsbedoeling enz. Algemeen wordt erkend
dat alleen de armen en de rijken kunnen proeedeerenomdat
de eersten het kosteloos kunnen doen, en de laatsten alleen het
kunnen betalen. Toch blijft alles bij het oude. Mag dit langer
zoo? Zijn Regeering en Vertegenwoordiging het niet aan
eigen eer verschuldigd, alle krachten in te spannen om ons in
plaats van de afgekeurde wet van 1861 een betere rechterlijke
inrichting te geven?
De daad van de meerderheid der Tweede Kamer, en even
zeer de geheel onverschillige houding van den Minister van
Justitie, is alleen verklaarbaar en zelfs gerechtvaardigd wan
neer bij die mannen het vaste voornemen bestaatzonder
verwijl de hand aan het werk te slaan om iets beters tot
stand te brengen. Een Minister kan alleen een bestaande
wet zoo prijs gevenwanneer hij reeds een plan bezit van
een andere wetdie hij beter en met het oog op de min of
meer bekende zienswijze der meerderheid aannemelijk acht.
Er zal aan het Ministerie van Justitie na twintig jaren ar-
beids ongetwijfeld een ruime voorraad bestaan van'geheel of
gedeeltelijk uitgewerkte ontwerpen in verschillende richting,
op verschillenden grondslagnaar verschillende stelsels.
Toen de Minister voorzag, na het uitbrengen van hetVoor-
loopigiVerslagdat de meerderheid zich tegen de uitvoering
der wet van 1861 zou verklaren, en dit moest hij voor
zie11 heeft hij ongetwijfeld zijn plan reeds beraamd, den
weg afgebakend dien hij in dat zeer waarschijnlijke geval zou
gaan. Toen hij de hand niet uitstak ter bescherming van
de aangevallen wetmoet hij reeds het oog gehad hebben
op een ander ontwerp, dat binnen korten tijd kon worden
ingediend. Zoo alleen toch is die houding verklaarbaar. Van
den Minister mag dan ook bij de opening der volgende
zitting een wetsontwerp verwacht worden dat een andere
rechterlijke inrichting bevat onmiddellijk gevolgd door
ontwerpen van indeeling enz. van burgerlijke rechtsvordering
en strafvordering.
De Tweede Kamer is aan haar goeden naam verschuldigd
de Regeering bij dit werk te steunendes noods aan te
sporen en voort te drijven. Zij behoort tijd te hebben om
aan de in te zenden ontwerpen onverwijld hare aandacht
te schenken. Zij bedenke toch, dat er zeker mistrouwen be
staat of het haar wel ernst is met de begeerte om spoedig
en ijverig mede te werken tot, het tot stand brengen van iets
anders en beters. Juist met betrekking tot de rechterlijke
inrichtingde indeeling des lands in arrondissementen en kan
tons, de kwestie der gerechtshoven enz. zijn er meeningen in
omlooji, die voor de leden der Kamer niet vleiend zijn. Men
fluistert, dat niet het algemeen rijksbelang, maar het belang
van provincie en gemeente overwegend is bij de behandeling
der vragen, of er gerechtshoven zullen zijn, hoeveel en waar
en welke rechtbanken en kantons zullen worden opgeheven of
gehandhaafd. Men voegt er bij, dat sommige leden der Ka
mer zieh niet zoozeer aan het Nederlandsche volk in het
algemeen verantwoordelijk achten wegens hun spreken en stem
men maar meer bepaald aan dat deel des volks dat bestaat
uit de kiezers die hen naar den Haag hebben afgevaardigd.
Er zijn er die beweren, dat de toeleg van velen niet anders
is dan alles te laten blijven zooals het isdat aan die geheime
bedoeling van velen de afkeuring der wet van 1861 te wijten
is, en dat zij er niet aan denken spoedig en ernstig mede te
werken aan een nieuwe en betere wet. Dat zijn booze ge
ruchten en leelijke verdenkingen. Moge de Kamer weldra
door daden toonen dat het haar ernst is met de zaak, en
moge het dan overtuigend blijken, dat de leden zijn volks-
veetegenwoordigers, en niet behartigers van de belangen
van sommige provinciën, distrieten of gemeenten.
W. v. d. K.
De burggraaf de Laguéronniere is den 27 naar Parijs te
ruggekeerd. De Koning heeft hem bij het overhandigen zijner
terugroepings-brieven het grootkruis der Leopolds-orde ge
schonken en zijnen ijver, om in moeilijke omstandigheden de
goede betrekkingen tusschen Frankrijk en Belgie te bewaren,
zeer geroemd.
In de tweede bijeenkomst der Conservatieve Vereeniging,
den 25 te Brussel gehouden, is besloten om het voordeel, den
14 bij de stembus betaald, te bevestigen, door het vormen
eener algemeene federatie tusschen de verschillende conserva
tieve vereenigingen des lands en door het benoemen eener
commissie voor het leiden der verkiezing te Brusselwaar de
catholieke partij sedert geruimen tijd den strijd nagenoeg
geheel had opgegeventer vervulling der vacature door den
dood van heer Watteeu in de Kamer van Vertegenwoordi
gers ontstaan. De conservatieve associatie te Namen en
Le Bien Public, het orgaan van den bisschop van Gent,
verklaren zich tegen het programma der vereeniging, de
eerste omdat aan de Kamer en aan bet nieuwe kabinet
alle vrijheid behoort gelaten te worden, het laatste omdat
de herziening der kieswet eene verloochening is van het ou
de catholieke programma, met het doel om bondgenooten
te werven.
De Koning heeft den baron d'Anethan met de vorming
van een nieuw ministerie belast.
De Koning heeft te Cassel de nijverheidstentoonstelling
bezocht en zich van daar naar Ems begevenwaar hij den
20 aangekomen en met veel geestdrift ontvangen is.
Na het verwerpen van het tractaat betreffende de visscherij
iu den Rijn door de nederlandsche Staten-Generaalhadden
de overige Rijnoever-Staten besloten, onderling een tractaat
te sluitenwaartoe den 20 Mei eene conferentie zou geopend
zijn. Op verzoek der pruisische regeering is de bijeenkomst
echter uitgesteld, ten einde omtrent sommige punten nadere
inlichtingen intewinnen. De duitsche Vereeniging voor de
visscherij heeft den minister van landbouw bij adres verzocht
te willen bewerkendat de gezamenlijke oeverstaten de
nederlandsche regeering uitnoodigen omdoor het invoeren
van ecnen verbodstijd voor het visschen en door beperking
van het visschen met de zegen, tegen de vernietiging der
zalmvissoherijen te willen waken.
OOSTENRIJK. Bij de op den 21 te Bencovac, in Dalmatie,
gehouden gemeenteraadsverkiezing, heeft de bevolking de gens-
darmerie met steenen geworpen zoodat deze genoodzaakt was
van hare wapenen gebruik te maken. 2 Boeren werden doodge
schoten en verscheidene gekwetst. De bevolking heeft zich
daarop gewapend en men heeft uit Zara militaire versterking
moeten zenden.
Van de 23 te platten lande gekozen Afgevaardigden voor
den stiermarkschen Landdagbehooren 6 tot de liberale
12 tot de clerikale en 5 tot slavisch-gezinde partij. Onder
de geslagenen behoort dr. v. Kaiserfëldden voorzitter van
het ontbonden Huis der Afgevaardigden; in 2 steden is hij
echter gekozenhebbende de verfassungspartij in de steden
gezegevierd, even als in de plattelands-districten van Karinthie.
In de steden van Beneden-Oostenrijk heeft de verfassungs
partij bij de verkiezingen voor den Landdag de overwinning
behaald. Te Weencn, waar ditmaal ruim 50 pet. der kie
zers opkwamen (vroeger 35 a 40 pet.) zijn gekozen de hee-
ren Brest elGiskraKuranda Glaser, prof. Suesz, dr. Will-
tier en dr. Felder.
In de plattelands-districten van Boven-Oostenrijkdie
voorheen onder 19 Afgevaardigden slechts één erkenden cle-
rikaal telden, zijn thans 19 clerikale eandidaten benoemd.
In de steden van Moravie beeft de duitsche partij tegen
over de czechische slechts één zetel in den Landdag ver
loren.
Er is vergunning verleend tot het opnemen der turksche
loten in de noteering der beurs te Weenen.
De schouwburg te Brunn, de hoofdstad van Moravie, is
den 23, kort vóór den aanvang der voorstelling, afgebrand.
HONGARIJE. Volkshuis. Bij de benoeming van eenen
candidaat, voor de betrekking van voorzitter der rekenkamer,
is met 194 tegen 157 st. een anderen dan de door graaf
Beak, den aanvoerder der regeeringspartijaanbevolen per
soon gekozen.
Den 24, den elfden verjaardag van den slag van Solferino,
zijn de grafkapellen op de slagvelden van San Martino en
Solferino, met het houden van lijkredenen en het uitvoeren
van treurmuziek, ingewijd, in tegenwoordigheid van den
Kroonprins, den prins v Carignan, de ministers, deputation
uit de beide Kamers, militaire vertegenwoordigers van Frank
rijk en Oostenrijk en 400(10 uit geheel noordelijk Italië bij-
eengevloeide toeschouwers. Onder de kapellen zijn de been
deren der verslagenen in uitgestrekte gewelven geborgen.
De kapel van S. Martino staat op een met cipressen begroei
den heuveldie van Solferino is de door den veldslag schier
vernieldenmaar thans herstelden Pieterskerk. In beide heeft
de nationale garde van Milaan eene prachtige driekleurige
banier, met een gulden opschrift, geplant, 's Avonds is te
Verona een groot banket gegeven, waarbij de oostenrijksche
gemachtigde een toast heeft ingesteld op de volledige en
hartelijke verzoening tusschen Oostenrijk en Italië en prins
Humbert een op de 3 legersdie in de vlakte van Solferino
in heldenmoed met elkander gewedijverd hadden.
Kamer van Afgevaardigden. Den 24 is overgegaan
tot de orde van den dag omtrent het voorstel van den heer
Mellana tot bepaling der belasting op de rente op 20 pet.,
hetwelk door den minister Lama bestreden was. Meer dan
100 Afgevaardigden hebben de interpellatie van den heer
Bertanibetreffende den spoorweg over den S. Gothard
onderteekend.
Den 28 isbij de behandeling der flnaneiëele wetten
met 165 tegen 91 st. aangenomen de bepaling, waarbij de
belasting op de roerende goederen wordt vastgesteld op 12
pet. en aan de gemeenten de bevoegdheid wordt ontnomen
om opcenten te heffen. De minister Sella heeftvan de ge
maal-belasting gewagende, gezegd, datten gevolge van de
veranderde wijze van inningde opbrengst over het loopende
jaar 50 pet. meer zal bedragen dan over het vorige.
De kardinaal Guidiaartsbisschop van Bolognaheeft eene
rede tegen de definitie van het onfeilbaarheids-leerstuk uit
gesproken welke groote opschudding heeft verwektdewijl
zoodanige tegenstand van de zijde van een romeinschen kar
dinaal niet verwacht werd. Er wordt verzekerddat hij
zijne redevoering in overleg met 15 bisschoppen der domi
nicanen-orde waartoe hij behoortheeft opgesteld.
De bisschop van Mainz, msgr. v Ketteler, verwerpt, blij
kens zijne den 25 gehouden rede, de onfeilbaarheid niet,
maar hij wil haar aan voorwaarden verbinden en met waar
borgen omringen, welke de meerderheid niet behagen.
De Paus heeft den 16, op deu 24"™ verjaardag zijner
verkiezing, tot zijne eerewacht gezegd, zich zoo wel en krach
tig te gevoelendat hij nog verscheidene malen den jaar-
lijkschen zegen over haar hoopt uittespreken.
In het regeeringsblad zijn de wetten openbaar gemaakt,
waarbij de met Italië OostenrijkZwitserland Perzie en
Belgie gesloten handelsverdragen worden goedgekeurd.