Tweeenzeventigste J aargang.
1870.
No. 30.
ZONDAG
24 JULI.
^3 3%
'iïfWi'i vl
©fftciccl @5cbccltc.
De Burgemeester van Alkmaar
b rengt ter kennis van de ingezetenen
d.at hij bereid is gelden te ontvangen en
t e verantwoordendie men verlangt al-
t.ezonderen, ten behoeve der vrouwen en
kinderen, van Miliciens die naar hunne;;1'1
Fulfjiischc Kcliool (e Alkmaar
Politiek ©omzicht.
S^LlckcIijkscftc Berichten.
Belgie.
Ooslenr{jk-Hongar|je.
Italic.
Kerkelijke Staat.
Spanje.
Frankrijk.
a i. k n 1 i is s i u i: I i it I.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal 0,65, franco per post f O,SO,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers 11 liR Mv COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 1—5 regels f 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nomraer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Ouders of Voogden, die hunne zonen of pupillen met aan
vang van den nieuwen Cursus, Maandag 5 September 1870,
het onderwijs op de Latijnsche School wenschen te doen
volgen, worden uilgenoodigd naam en ouderdom hunner jon
gelieden. uiterlijk vóór den 10 Augustus 1870, aan den oir
dcrgetcekendcn op te geven. Aan lien, die noch een bewijs
van vroegere toelating op eenig Nederlandseh Gymnasium
of Latijnsche school, noch een getuigschrift kunnen overleggen,
zij ten minste het onderwijs op de laagste klasse eener
(Openbare Hoogere Burgerschool met voldoend gevolg hebben
militaire standplaatsen zijn vertrokken, nfgeloopen zal de dag van het toelatings-exawen ten
Alkmaar,
23 Juli) 1870.
De Burgemeester voornoemd,
A. MACLAINE PONT.
spoe.
digste worden medegedeeld.
De Reutor der Latijnsche School
Dr. J. J. de GELDER.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt
ter algemeene kennis, dat het gedeelte van de Harddravers-
laan alwaar het materieel voor de veldartillerie is geplaatst,
voor het publiek niet toegankelijk is.
Alkmaar De Burgemeester voornoemd,
23 Julij 1870. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALK MA AR jj
Gezien art. 219 der gemeentewet;
Brengen ter kennis der ingezetenen, dat de gemeentere-j
keni.ng over 1869, op heden aan den gemeenteraad aange
boden, ter gemeente-secretarie gedurende 11 dagen, aan
vangende 18 Julij e.k., ter inzage is nedergelegd en tegen
betaling der kosten in afschrift verkrijgbaar is.
Burgemeester en Wethouders vccruemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
13 Julij 1870. De Secretaris
NU HO UT van dek VEEN.
BU RGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, naar aanleiding van het, raads
besluit van 16 Maart .1870, dat voorloopig bij wijze van
proef eiken Maandagtusschen 12 ure des middags en 2 ure
des namiddags, aantevangen Maandag 25 Julij a.s., gelegen
heid bestaat kennis te nemen van de in de oude boekerij
dezer gemeente voorhanden stukken in een der lokalen van
het Raadhuiszullende de heer Dr. J. Jde Gelder, die zich
daartoe welwillend heeft aangebodenaldaar tegenwoordig
zijn tot het geven van inlichtingen.
Tegen betaling van 0,10 is ter gemeente-secretarie ver
krijgbaar de catalogus der oude bibliotheek.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
19Afe'1870. De Secretaris,
NUHOUT van dek VEEN.
POLITIE.
Aan commissariaat van politie is ter terugbekoming voor
handen het navolgende gevondeneeen kurkentrekker, een
lombardbriefje, een bloedkoralen ketting]e met slotje, een sleutel
een portemomaie met geld, alsook inhoudende eene kwitantie.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat bij Koninklijk besluit van
3 Julij 1870, No. 25is bepaalddat het maximum van het
handgeld, hetwelk aan ieder rekruut, die zich voor niet
minder dan G jaren verbindt voor de militaire dienst in de
koloniën en bezittingen van het Rijk in andere werelddeelen,
kan worden uitbetaald zal bedragen 150,— wanneer hij
Nederlander en f 120,wanneer hij vreemdeling is.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
19 Julij 1870. 1de Secretaris,
NUHOUT van dek VEEN.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR gelast
bij deze, krachtens ontvangen kennisgeving van den Heer
Commissaris des Konings in deze provincie, de miliciens
verlofgangers van de zeemilitie van de ligling 1869, zich
vóór of uiterlijk 25 Julij eerstkomende, voorzien van zakboekj
en verlofpas, aantemelden bij den kommandant der drijvende
batterij Neptunus te Willemsoord, gemeente Helder, om in
werkelijke dienst te gaan.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
21 Julij 1870. J. G. A. VERHOEEF, l. B
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen, op verzoek van deu Heer Commissaris des Konings
in deze provincieter algemeene kennis de navolgende dooi
den Minister van Oorlog in de Staats-Courant van 20 Julij
1870 geplaatste aankondiging
De Minister van Oorlog;
Gezien hebbende Zijner Majesteits besluit van den 18dfn
dezer, n°. 9, houdende onder anderen de bepaling, dat mannen
van 17- tot 50jarigen leeftijd tot eene vrijwillige verbintenis
voor onbepaalde tijd,doeb minstens zoo lang de militie bui
tengewoon onder de wapenen wordt gehouden, worden toe
gelatenen wel bij Zoodanig corps van het leger, waarop
zij hunne keus vestigen en waarvoor zij geschikt worden be
vonden
Brengt zulk mits deze ter algemeene kennisonder ver
dere mededeeling dat zijdie als onderofficier of korporaal
bij bet corps mariniersde landmagt of de koloniale troepen
gediend en de dienst op eervolle wijze verlaten hebben da
delijk in hunnen vorigen graad en voor onbepaalden tijd kun
nen worden aangenomen.
De Minister acht het met het oog op de tegenwoordige
tijdsomstandigheden overbodig hier iets bijtevoegen daar hij
zich overtuigd houdt, dat met geestdrift gebruik zal worden
gemaakt van de door den Koning aangeboden gelegenheid
om op eene practische en doeltreffende wijze te voldoen aan
art. 177 der Grondwet, volgens hetwelk liet, dragen der wa
penen tot handhaving van de onafhankelijkheid van den Staat
en tot beveiliging van zijn grondgebied, een der eerste plig-
ten blijft van alle ingezetenen.
's Gravenhage,den 19 Julij 1870. J. J. VAN MULKEN.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
21 Julij 1870. Be Secretaris,
NUHOUT van dek VEEN.
De staatkunde van den Keizer Napoleon 1) bestond in
het stichten eener hechte Europeesehe associatie, welker stelsel
op volkomene nationaliteiten en op bevredigde algemeene
belangen zou rasten. Indien de fortuin hem niet den rug
had toegekeerdzou hij al de middelen in handen hebben
gehad om Europa behoorlijk in te kiciiten." Zoo be
schreef eenmaal de tegenwoordige Fransche Keizer de plannen
van den grooten oom, wiens onvoltooid werk hij zich ge
roepen achtte te voleinden. '/Om de Europeesehe associatie
hecht en sterk te maken aldus vervolgde hij zou de^neer de vreemdeling den gemeenschappelijken vaderlandsclicn
keizer, volgens zijn eigen woordenccn Europeesch wetboek'Lodein bedreigt. Binnenlandsche geschillen hoe hevig
en een Europeesch hof van cassatie hebben doen aannemen ,?0ok onze eigene vaderlandsohe geschiedenis kan het getuigen
dat voor allen de dwalingen zou herstellen, zooals het hof'brengen niet mee dat deze of gene partij zich in de ure des
van cassatie in Frankrijk de dwalingen der Fransche recht-jgevaars schuldig maakt aan landverraad. Integendeelde
banken herstelt. Hij zou een Europeesch instituut bebbenjversebillende partijen, de tegenstanders, de vijanden' van
gesticht, om al de geleerde maatschappijenen genootschappenfgisteren zullen een edelen wedstrijd voeren, wie zich den
te bezielente leidente ordenen. De eenheid van munten Awarmsten vaderlander toont.
gewichten en maten, de eenheid van wetgeving zouden door] Dat schouwspel biedt thans Duitschland ons aan. De
zijn veelvermogende tusschenkomst verkregen zijn geworden."|bewoners van Noord-Sleeswijk zonderen wij nit, want zij
Inderdaad, een begeerlijke toestand! Welkeen orde, welkfzijn geen Duitscbers, ze zijn Denen. In Hannover mogen
een eenheidwelk een gemak in handel en verkeerZoo zoujsommige aanhangers van bet verdreven Koningshuis bun
de oorlog een onmogelijkheid zijn geworden, zoo zou hetlwrevel blijven voeden en heimelijke wenschen koesteren, zij
Keizerrijk, bet Napoleontische Keizerrijk werkelijk de vredeizullen zich tweemaal bedenken, eer zij zich daarom voor'den
zijnJa indien allen zich wilden onderwerpen aan den wiljvreemdeling verklaren die liet Duitsche grondgebied aan-
des Keizersindien allen de regeling wilden aannemen die'randt. Wat regeering en volksvertegenwoordiging in Beieren,
hij voorschreef. Alles moest van Frankrijk uitgaan, Parijs''Wurtemberg en Baden besloten hebben, wat het volk daar
1CA r,i-~A ,.r T?A 11„ T?,„„h„ 1 11 11 1 V
Tegenover Frankrijk staat Pruisen, neen staat Duitschland
Uf Frankrijk daarop gerekend had!' 't Is niet waarschijnlijk.
Men mag eerder aannemen, dat de Fransche regeering, dat'
de Fransche oorlogspartij eenigermate gerekend had op den
anti-Pruisischen geest in de Zuid-Duitschc staten en op den
wrevel in de laatstelijk hij Pruisen ingelijfde landen. Was het'
niet te wachten, dat HannoverKeur-HessenNassau, Hol-]
stein en Sleeswijk van deze gelegenheid zonden gebruik maken'
om zich 1e bevrijden vau de overheersching der Pruisen Dat
de Zuid-Duitsche staten zieh zouden onttrekken aan de ver
dragen van bondgenootschap, hun door Pruisen opgelegd?
Zoo die verwachting bestónd, heeft Frankrijk zich misrekend,
en daardoor getoond geen begrip te hebben van den aard der,
gebeurtenissen van 18G6. De oorlog van dat jaar was een'
geheel Duitsche oorlog, de beslechting van een huishoudelijk
geschil onder de üuitschers zeivende oplossing van de Duit
sche kwestie, die sedert 1815 hangende was. Er bestond een'
verbrokkeld Duitschland en een verbrokkeld Italië., maar'
er bestond in beide groote landenonder beide groote nationa
liteiten een krachtig streven naar eenbeid, een streven dat
reeds in 1849 de Nationale Vergadering te Franfort bewoog,'
de Duitscbe Keizerskroon aan den Pruisischen Koning Fre-1
derik Wilhelm IV op te dragen. De wijze waarop de vereeni-'
ging plaats bad was in Italië zoowel als in Duitschland in'
strijd met de wenschen en verwachtingen van velen. De mid
delen die er gebruikt zijn, blijven ter verantwoording van die
ze beraamden en uitvoerden. Het geweld, de oorlog heeft
beslist, door bloed en ijver is de eenheid tot stand gebracht.
Vol bitterheid moet het hart zijn geweest van de overwon
nenen. Maar wat beden geschiedt bewijst zonneklaardat
Hessen en Nassauers, Hannoveranen en Beieren, Baden en
Wurtembergers zieh vóór alles Duitscliers gevoelen, zonen
van één vaderland. De oorlog van 1866 was een Duitsche
burgeroorlog; en welke smartelijke wonden zulk een OQjJog
'ook moge nalaten, noch de oorlog zelfnoch zijn gevolgen De
letten dat men zich schaart onder hetzelfde vaandel, w^n
moest de hoofdstad worden van Europa. Alle Europeesehe doet, is niet het werk van tegenstrevende bondgenooten die
'zich niet kunnen onttrekken aan een hatelijk verdrag, maar
de uiting van den Duitschen geest, die, alle partijschap, alle
verdeeldheid, alle geleden leed vergetende, zich opmaakt tot
den heiligen strijd voor het groote Duitscbe vaderland. De
geest van 1813 is daar ontwaakt, en de jubelkreet van de
Kölnische Zeitung is volkomen gerechtvaardigd//De hoop
des vijands op onze oneenigheid is te schande gemaakt. Voor
de eerste maal staat de Duitsche natie op als één man tot
het voeren van een nationalen oorlog."
In zulk een strijd moet de schok hevig zijn, en elk der
partijen zal den kamp tot het laatste toe volhouden. Welke
wending, welke onverwachte oplossing onvoorziene gebeur
tenissen of de bemoeiingen der andere mogendheden aan den
loop der zaken kunnen geven valt buiten elke berekening.
Voor schending van de onzijdigheid van aangrenzende landen,
van België, van Nederland, schijnt vooralsnog geen gegronde
vrees te bestaan. Elk der partijen beeft aan baar tegenstander
genoeg. Waarom zou Frankrijk, waarom zou Pruisen een
onzijdigen nabuur, al is bet, dan ook een kleine staat, zich
tot een vijand maken, en daardoor geheel het overig onzijdig
Europa tegen zich innemen? Een schending van onze onzij
digheid zou dan te vreezen zijn, als het bleek dat zij schier
zonder tegenstand kon plaats hebben. Wanneer echter een
klein volk toont dat het hem ernst is met de handhaving
zijner onzijdigheid, wanneer bet gewapend staat om haar met
alle kracht te verdedigendan zal ook de groote mogendheid,
die, zoo als thansal hare krachten moet vereenigen tegen den
grooten vijand, zich wel wachten daarenboven zieh nog een
kleinen vijand op den hals te halen. Daarom juichen wij
dan ook allen de doortastende maatregelen onzer regeering
toe, die onze strijdkrachten op alle punten gereed houdt, en
ons in staat van verdediging stelt. Daarom zien wij de toe
komst met vertrouwen te gemoet, en vereenigen wij ons met
elke aansporing tot algemeene wapenoefening. J uist thans
luist bij ons geldt meer dan ooit: zoo gij den vrede wilt
lekouden, bereid u tot den oorlog, wapen u.
Die wapeningenoefeningen en voorzorgen hebben echter
geen ander doel dan de verhooging van ons weerstandsver-
m. Zij moeten de overtuiging geven dat bet ons ernst is
met ouzo onzijdigheiddat wij gereed zijn haar te doen eer
biedigen, de onschendbaarheid van ons grondgebied met alle
kracht te verdedigen. Elke vijandige bedoeling tegen eene
der partijen moet daaraan uit den aard der zaak vreemd
blijven elke daadelk woord ten gunste van de eene of
de andere oorlogvoerende mogendheid, elk blijk van vriend
schap of vijandschap behoort daarvan ten eenen male te wor
den buitengesloten. Het is ons alleen om de eerbiediging
van ons eigen land te doen. Wij willen buiten den strijd
blijvenen daarom wapenen wij ons. Zulk een wapening
geschiedt zonder rumoer, zonder gejaagdheid, zonder uittar
ting zonder beleedigingmaar ernstig en vastberaden. Zij
brengt geen ontsteltenis te weeg onder den landgenoot, zij
verontrust de gemoederen nietmaar schenkt kalmte en
vertrouwen. Zóó is Nederland thans bezig zich in staat
van verdediging te stellenzóó ga het voort.
W. v. d. K.
Volken zouden vrienden en bondgenooten moeten
ij n van de Eransckenin den zin waarin eenmaal de volken
dor toen bekende wereld vrienden en bondgenooten der Ro
meinen waren. Met andere woordenFrankrijk moest alles
overlieerscken, geheel Europa moest cijnsbaar zijn aan Frank
rijk. Zoo heeft de eerste Keizer getoond zijn theorie in
iraktijk te willen brengen. Daarom roofde bijom één voor-
leeld te noemende kunstschatten van geheel Europa en
bracht ze samen in Parijs. De Napoleontische politiek wordt
door den Keizer zeiven geschetst als een politiek //die vrij
moedig het bondgenootschap van Frankrijk aanbiedt aan alle
regeeringen, die met dezen staat samen willen gaan ter bevor
dering van de gemeenschappelijke belangen." Samengaan
met Frank rij k kan niet anders beteekenen dan den wegvolgen
dien Frankrijk aanwijst,. Met deze politiek, verklaart de Keizer
dan ook, bestaat //geen vrede zonder eer." Geen vrede
zonder eer. Alzoo verbiedt de eer aan Frankrijk in vrede
te leven met een staat die niet met Frankrijk wil samengaan,
die niet den weg wil gaan dien Frankrijk aanwijst.
Deze Napoleontische politiek is door den tegenwoordigen
Fransehen Keizer steeds getrouwelijk verkondigd met een
ernst en een geestdrift die aan dweepzucht deden denken.
Hij beeft zich tot haar profeet gemaakten zij heeft hem op
den troon van Frankrijk gebracht. Steeds sprak hij van den
toestand van vernedering, waarin Frankrijk na den
val des eersten Keizers verkeerde. Geen groote overwin
ningen behalen op het slagveldniet aan Europa de wet
voorschrijven ziedaar wat hij een toestand van vernedering
noemde. //Mijn oom de Keizer riep bij uit, toen bij na
den mislukten aanslag te Boulogne als beschuldigde van hoo^
verraad voor de Kamer der Pairs te recht stond Mijn
oom de Keizer deed liever afstand van den troon dan door
tractaten Frankrijk binnen die grenzen te beperken welke het
aan do verachting en de bedreigingen prijs geven die het
buitenland zich tegenwoordig jegens ons veroorlooft."
Met deze politiek heeft hij Frankrijk dronken gemaakt. Op
dit zoogenaamde punt van eer zijn de Fransclien letterlijk
overprikkeld. Hun dwaze gevoeligheid maakt hen in dit
opzicht ongeschikt voor eenig kalm overlegmaakt hen tot
een werktuig in de band eener handige regeering, die om het
•eheele land n&ar de wapenen te doen grijpen niet anders
heeft te doen dan uit te roepen: Frankrijks eer is beleedigd.
Deze politiek maakte een groot en schitterend leger onmis
baar, en een groot en schitterend leger mag niet lang onge
bruikt blijven. Deze politiek maakt ook den tegenwoordigen
oorlog met Pruisen verklaarbaar. De overwinningen van
Pruisen in 1866 hadden de Franseben jaloerseb gemaakt.
Evenals er onder de Engelsche boksers slechts één is die
den eeregordel kan dragenen deze verplicht is te kampen
met ieder die hem dien gordel wil betwisten, evenzoo
mag onder de volken van F~ropa Frankrijk alleen de
'militaire cerekroon dragen. Het jaar 1866 heeft dit uitslui
tend bezit twijfelachtig gemaakt, heeft aan Pruisen een
lauwerkrans gegeven zoo schoon en zoo frischdat Frankrijk'
bevreesd is geworden dat men vergelijkingen mocht maken.
Een vergelijking nu is voor Frankrijk reeds een beleediging.
Het orekest van den heer Stumpjf van Amsterdam heeft
den 19, in den zoölogiscben tuin te Brussel een uitmuntend
geslaagd concert gegeven hetwelk door deu Koning en de
Koningin is bijgewoond. De uitvoering der belgische en
nederlandsehe volksliederen (het laatste op verlangen des
Konings) werd uitbundig toegejuicht.
OOSTENRIJK. De verkiezingen voor den Landdag in
Tyrol zijn bijna uitsluitend ten gunste der nationale en cle-
rikale partijen, die voor den Landdag in Vorarlberg zonder
uitzondering ten voordeele der clerikalen uitgevallen.
De uitvoer van paarden over de grenzen van liet gebeele
oostenrijksck-hongaarsclie tolgebied is verboden.
De gemeenteraad van Weenen heeft een besluit genomen,
waarin de verwachting wordt uitgesproken, dat de regeering
onmiddelijk maatregelen zal nemen om de burgers van den
Staat tegen de overmacht der Kerk en van hare organen te
beveiligen.
Kamer dek Afgevaardigden. Onder de goedgekeurde
linanoiëele wetten is er eenewaarhij de pastorie-goederen en
■die grondenaan de kerkfabrieken toebehoorendemet het
staatsdomein vereenigd worden verklaard. De 48 leden die
er tegen stemdenwaren enkele leden der linkerzijde en
voorts clerikalen.
Het concilie heeft, op voorstel van den kardinaal-president,
zijne afkeuring uitgesproken over de schotschriften en dag
bladen, die de vergadering gelasterd hebben.
Bij eene pauselijke constitutie zijn de zittingen van het
concilie tot deu 11 Nov. geschorst.
Den 18 is de plechtige stemming over het dogma der on
feilbaarheid gehouden533 prelaten verklaarden zich er voor,
er tegen. Bij de eerste stemming hadden zich 81 van dé
stemming onthouden, makende met de 88 tegenstemmers en
de 62 voorwaardelijke voorstemmers, 231 heele en halve
tegenstanders.
In de laatste dagen zijn overleden de bisschop vnnWurz-
burg,^ de generaal der ongeschoeide carmelietende minister
van financiën msgr. Ferrari en de geheime kamerheer msgr.
Stella.
De voorzitter der Cortes heeftin overleg met de regee
ring en met de permanente commissie, aan de Afgevaardigden
iloen, weten, dat de bijeenroeping tegen den 20'wordt inge
trokken daar het onderwerp der vergadering niet langer
aan de orde van den dag is.
De greve te Mnlhausen neemt een gunstigen keer. Een
groot gedeelte der werklieden heeft den arbeid hervat. In
de naburige fabriekdistricten is de greve daarentegen nog
pas in bare ontwikkeling.
De minister van landbouw en handel heeft een prijs van
2Ü000 fr. uitgeloofd voor de aanwijzing van een afdoend
middel tot uitroeiing der nieuwe ziektewaardoor de wijn
gaarden sedert 1868 zijn aangetast.
Aan don Carlos is bet verblijf op franseb grondgebied ont
zegd hij heeft zich daarop naar Genève begeven.
In eene kleine havenstad der Pyreneeën is beslag gelegd
opeen met700, voor de carlisten bestemde, geweren geladen
vaartuig.
Den 18 is te Blois de jury van den Hoogen Raad van
Justitie geconstitueerd. De afwezigheid der gezworenen uit
de grensgewesten is als eene wettige verhindering beschouwd.
De baron Alph. de Rothschild is wegens afwezigheid tot eene
boete van 5000 fr. veroordeeld. Den 19 hebben onder de
gezworenen manifestatiën tegen de toepassing der wetten van
September plaats gehaden de advocaten gedreigd zieh aan
liet, debat te zullen onttrekken.
De prins de Latour d' Auvergne is benoemd tot ambassadeur
te Weenen.
De officiëele russiscbe Regeeringsbode van 15 Juli bevestigt
het bericht van het ombrengen van fransche missionarissen
in China. De moord heeft echter te Tientsin en niet te Pe-
kiu plaats gehad en onder de gevallenen bevindt zich niet
de fansche gezant, maar de fransche consnl. De aanleiding
tot het oproer was het voorwendsel, dat er kinderen in de
gestichten der missionarissen vermoord waren.
Senaat. Den 14 heeft de baron Haussmann verslag uit
gebracht over de wet omtrent de Algemeene- en Arrondis-
sements-Raden. Hij stelde de verwerping voor van al de door
de andere Kamer in het ontwerp gebrachte liberale bepalingen.
Aan de orde was het ontwerp tot intrekking der veiligheids-
en buitengewone wetten van 8 Dec. '51 en 27 Febr. '58. De
graaf de Ségur vroeg de verwerping dezer voordracht, op grond
der jongste woelingen te Parijswaaraan geen gevolg is ge
geven maar een amendement van den heer Barocheom
enkele bepalingen der intetrekken wetten te behouden, werd,
hoezeer door den rapporteur en door den regeerings-commis-
saris bestreden naar de afdeelingen verzonden.
Bij een nader verslag omtrent het ontwerp op de Al-
gem. en Arrond. Raden, heeft de commissie medegedeeld,
dat zij met de regeering overeengekomen was om de voor
name punten van verschil tusschen den Senaat en het Wetg.
Lichaam de openbaarheid der zittingen, het uiten van
staatkundige wenschenenz. voor het oogenblik te laten
rusten en enkel omtrent de overige bepalingen eene beslissing
te nemen. In dien zin is de wet den 18 met alg. st. aan
genomen. Omtrent het voorstel -Baroche, tot gedemtelijk be-
ïoud der veiligheidswet, is besloten de discussie tot kalmer
tijden uittestellen.