Tweeenzeventigste J aargang. 1870. No. 30. ZONDAG 24 JULI. ^3 3% 'iïfWi'i vl ©fftciccl @5cbccltc. De Burgemeester van Alkmaar b rengt ter kennis van de ingezetenen d.at hij bereid is gelden te ontvangen en t e verantwoordendie men verlangt al- t.ezonderen, ten behoeve der vrouwen en kinderen, van Miliciens die naar hunne;;1'1 Fulfjiischc Kcliool (e Alkmaar Politiek ©omzicht. S^LlckcIijkscftc Berichten. Belgie. Ooslenr{jk-Hongar|je. Italic. Kerkelijke Staat. Spanje. Frankrijk. a i. k n 1 i is s i u i: I i it I. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal 0,65, franco per post f O,SO, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers 11 liR Mv COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 1—5 regels f 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nomraer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Ouders of Voogden, die hunne zonen of pupillen met aan vang van den nieuwen Cursus, Maandag 5 September 1870, het onderwijs op de Latijnsche School wenschen te doen volgen, worden uilgenoodigd naam en ouderdom hunner jon gelieden. uiterlijk vóór den 10 Augustus 1870, aan den oir dcrgetcekendcn op te geven. Aan lien, die noch een bewijs van vroegere toelating op eenig Nederlandseh Gymnasium of Latijnsche school, noch een getuigschrift kunnen overleggen, zij ten minste het onderwijs op de laagste klasse eener (Openbare Hoogere Burgerschool met voldoend gevolg hebben militaire standplaatsen zijn vertrokken, nfgeloopen zal de dag van het toelatings-exawen ten Alkmaar, 23 Juli) 1870. De Burgemeester voornoemd, A. MACLAINE PONT. spoe. digste worden medegedeeld. De Reutor der Latijnsche School Dr. J. J. de GELDER. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter algemeene kennis, dat het gedeelte van de Harddravers- laan alwaar het materieel voor de veldartillerie is geplaatst, voor het publiek niet toegankelijk is. Alkmaar De Burgemeester voornoemd, 23 Julij 1870. A. MACLAINE PONT. BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALK MA AR jj Gezien art. 219 der gemeentewet; Brengen ter kennis der ingezetenen, dat de gemeentere-j keni.ng over 1869, op heden aan den gemeenteraad aange boden, ter gemeente-secretarie gedurende 11 dagen, aan vangende 18 Julij e.k., ter inzage is nedergelegd en tegen betaling der kosten in afschrift verkrijgbaar is. Burgemeester en Wethouders vccruemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 13 Julij 1870. De Secretaris NU HO UT van dek VEEN. BU RGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, naar aanleiding van het, raads besluit van 16 Maart .1870, dat voorloopig bij wijze van proef eiken Maandagtusschen 12 ure des middags en 2 ure des namiddags, aantevangen Maandag 25 Julij a.s., gelegen heid bestaat kennis te nemen van de in de oude boekerij dezer gemeente voorhanden stukken in een der lokalen van het Raadhuiszullende de heer Dr. J. Jde Gelder, die zich daartoe welwillend heeft aangebodenaldaar tegenwoordig zijn tot het geven van inlichtingen. Tegen betaling van 0,10 is ter gemeente-secretarie ver krijgbaar de catalogus der oude bibliotheek. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 19Afe'1870. De Secretaris, NUHOUT van dek VEEN. POLITIE. Aan commissariaat van politie is ter terugbekoming voor handen het navolgende gevondeneeen kurkentrekker, een lombardbriefje, een bloedkoralen ketting]e met slotje, een sleutel een portemomaie met geld, alsook inhoudende eene kwitantie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat bij Koninklijk besluit van 3 Julij 1870, No. 25is bepaalddat het maximum van het handgeld, hetwelk aan ieder rekruut, die zich voor niet minder dan G jaren verbindt voor de militaire dienst in de koloniën en bezittingen van het Rijk in andere werelddeelen, kan worden uitbetaald zal bedragen 150,— wanneer hij Nederlander en f 120,wanneer hij vreemdeling is. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 19 Julij 1870. 1de Secretaris, NUHOUT van dek VEEN. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR gelast bij deze, krachtens ontvangen kennisgeving van den Heer Commissaris des Konings in deze provincie, de miliciens verlofgangers van de zeemilitie van de ligling 1869, zich vóór of uiterlijk 25 Julij eerstkomende, voorzien van zakboekj en verlofpas, aantemelden bij den kommandant der drijvende batterij Neptunus te Willemsoord, gemeente Helder, om in werkelijke dienst te gaan. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd, 21 Julij 1870. J. G. A. VERHOEEF, l. B BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen, op verzoek van deu Heer Commissaris des Konings in deze provincieter algemeene kennis de navolgende dooi den Minister van Oorlog in de Staats-Courant van 20 Julij 1870 geplaatste aankondiging De Minister van Oorlog; Gezien hebbende Zijner Majesteits besluit van den 18dfn dezer, n°. 9, houdende onder anderen de bepaling, dat mannen van 17- tot 50jarigen leeftijd tot eene vrijwillige verbintenis voor onbepaalde tijd,doeb minstens zoo lang de militie bui tengewoon onder de wapenen wordt gehouden, worden toe gelatenen wel bij Zoodanig corps van het leger, waarop zij hunne keus vestigen en waarvoor zij geschikt worden be vonden Brengt zulk mits deze ter algemeene kennisonder ver dere mededeeling dat zijdie als onderofficier of korporaal bij bet corps mariniersde landmagt of de koloniale troepen gediend en de dienst op eervolle wijze verlaten hebben da delijk in hunnen vorigen graad en voor onbepaalden tijd kun nen worden aangenomen. De Minister acht het met het oog op de tegenwoordige tijdsomstandigheden overbodig hier iets bijtevoegen daar hij zich overtuigd houdt, dat met geestdrift gebruik zal worden gemaakt van de door den Koning aangeboden gelegenheid om op eene practische en doeltreffende wijze te voldoen aan art. 177 der Grondwet, volgens hetwelk liet, dragen der wa penen tot handhaving van de onafhankelijkheid van den Staat en tot beveiliging van zijn grondgebied, een der eerste plig- ten blijft van alle ingezetenen. 's Gravenhage,den 19 Julij 1870. J. J. VAN MULKEN. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 21 Julij 1870. Be Secretaris, NUHOUT van dek VEEN. De staatkunde van den Keizer Napoleon 1) bestond in het stichten eener hechte Europeesehe associatie, welker stelsel op volkomene nationaliteiten en op bevredigde algemeene belangen zou rasten. Indien de fortuin hem niet den rug had toegekeerdzou hij al de middelen in handen hebben gehad om Europa behoorlijk in te kiciiten." Zoo be schreef eenmaal de tegenwoordige Fransche Keizer de plannen van den grooten oom, wiens onvoltooid werk hij zich ge roepen achtte te voleinden. '/Om de Europeesehe associatie hecht en sterk te maken aldus vervolgde hij zou de^neer de vreemdeling den gemeenschappelijken vaderlandsclicn keizer, volgens zijn eigen woordenccn Europeesch wetboek'Lodein bedreigt. Binnenlandsche geschillen hoe hevig en een Europeesch hof van cassatie hebben doen aannemen ,?0ok onze eigene vaderlandsohe geschiedenis kan het getuigen dat voor allen de dwalingen zou herstellen, zooals het hof'brengen niet mee dat deze of gene partij zich in de ure des van cassatie in Frankrijk de dwalingen der Fransche recht-jgevaars schuldig maakt aan landverraad. Integendeelde banken herstelt. Hij zou een Europeesch instituut bebbenjversebillende partijen, de tegenstanders, de vijanden' van gesticht, om al de geleerde maatschappijenen genootschappenfgisteren zullen een edelen wedstrijd voeren, wie zich den te bezielente leidente ordenen. De eenheid van munten Awarmsten vaderlander toont. gewichten en maten, de eenheid van wetgeving zouden door] Dat schouwspel biedt thans Duitschland ons aan. De zijn veelvermogende tusschenkomst verkregen zijn geworden."|bewoners van Noord-Sleeswijk zonderen wij nit, want zij Inderdaad, een begeerlijke toestand! Welkeen orde, welkfzijn geen Duitscbers, ze zijn Denen. In Hannover mogen een eenheidwelk een gemak in handel en verkeerZoo zoujsommige aanhangers van bet verdreven Koningshuis bun de oorlog een onmogelijkheid zijn geworden, zoo zou hetlwrevel blijven voeden en heimelijke wenschen koesteren, zij Keizerrijk, bet Napoleontische Keizerrijk werkelijk de vredeizullen zich tweemaal bedenken, eer zij zich daarom voor'den zijnJa indien allen zich wilden onderwerpen aan den wiljvreemdeling verklaren die liet Duitsche grondgebied aan- des Keizersindien allen de regeling wilden aannemen die'randt. Wat regeering en volksvertegenwoordiging in Beieren, hij voorschreef. Alles moest van Frankrijk uitgaan, Parijs''Wurtemberg en Baden besloten hebben, wat het volk daar 1CA r,i-~A ,.r T?A 11„ T?,„„h„ 1 11 11 1 V Tegenover Frankrijk staat Pruisen, neen staat Duitschland Uf Frankrijk daarop gerekend had!' 't Is niet waarschijnlijk. Men mag eerder aannemen, dat de Fransche regeering, dat' de Fransche oorlogspartij eenigermate gerekend had op den anti-Pruisischen geest in de Zuid-Duitschc staten en op den wrevel in de laatstelijk hij Pruisen ingelijfde landen. Was het' niet te wachten, dat HannoverKeur-HessenNassau, Hol-] stein en Sleeswijk van deze gelegenheid zonden gebruik maken' om zich 1e bevrijden vau de overheersching der Pruisen Dat de Zuid-Duitsche staten zieh zouden onttrekken aan de ver dragen van bondgenootschap, hun door Pruisen opgelegd? Zoo die verwachting bestónd, heeft Frankrijk zich misrekend, en daardoor getoond geen begrip te hebben van den aard der, gebeurtenissen van 18G6. De oorlog van dat jaar was een' geheel Duitsche oorlog, de beslechting van een huishoudelijk geschil onder de üuitschers zeivende oplossing van de Duit sche kwestie, die sedert 1815 hangende was. Er bestond een' verbrokkeld Duitschland en een verbrokkeld Italië., maar' er bestond in beide groote landenonder beide groote nationa liteiten een krachtig streven naar eenbeid, een streven dat reeds in 1849 de Nationale Vergadering te Franfort bewoog,' de Duitscbe Keizerskroon aan den Pruisischen Koning Fre-1 derik Wilhelm IV op te dragen. De wijze waarop de vereeni-' ging plaats bad was in Italië zoowel als in Duitschland in' strijd met de wenschen en verwachtingen van velen. De mid delen die er gebruikt zijn, blijven ter verantwoording van die ze beraamden en uitvoerden. Het geweld, de oorlog heeft beslist, door bloed en ijver is de eenheid tot stand gebracht. Vol bitterheid moet het hart zijn geweest van de overwon nenen. Maar wat beden geschiedt bewijst zonneklaardat Hessen en Nassauers, Hannoveranen en Beieren, Baden en Wurtembergers zieh vóór alles Duitscliers gevoelen, zonen van één vaderland. De oorlog van 1866 was een Duitsche burgeroorlog; en welke smartelijke wonden zulk een OQjJog 'ook moge nalaten, noch de oorlog zelfnoch zijn gevolgen De letten dat men zich schaart onder hetzelfde vaandel, w^n moest de hoofdstad worden van Europa. Alle Europeesehe doet, is niet het werk van tegenstrevende bondgenooten die 'zich niet kunnen onttrekken aan een hatelijk verdrag, maar de uiting van den Duitschen geest, die, alle partijschap, alle verdeeldheid, alle geleden leed vergetende, zich opmaakt tot den heiligen strijd voor het groote Duitscbe vaderland. De geest van 1813 is daar ontwaakt, en de jubelkreet van de Kölnische Zeitung is volkomen gerechtvaardigd//De hoop des vijands op onze oneenigheid is te schande gemaakt. Voor de eerste maal staat de Duitsche natie op als één man tot het voeren van een nationalen oorlog." In zulk een strijd moet de schok hevig zijn, en elk der partijen zal den kamp tot het laatste toe volhouden. Welke wending, welke onverwachte oplossing onvoorziene gebeur tenissen of de bemoeiingen der andere mogendheden aan den loop der zaken kunnen geven valt buiten elke berekening. Voor schending van de onzijdigheid van aangrenzende landen, van België, van Nederland, schijnt vooralsnog geen gegronde vrees te bestaan. Elk der partijen beeft aan baar tegenstander genoeg. Waarom zou Frankrijk, waarom zou Pruisen een onzijdigen nabuur, al is bet, dan ook een kleine staat, zich tot een vijand maken, en daardoor geheel het overig onzijdig Europa tegen zich innemen? Een schending van onze onzij digheid zou dan te vreezen zijn, als het bleek dat zij schier zonder tegenstand kon plaats hebben. Wanneer echter een klein volk toont dat het hem ernst is met de handhaving zijner onzijdigheid, wanneer bet gewapend staat om haar met alle kracht te verdedigendan zal ook de groote mogendheid, die, zoo als thansal hare krachten moet vereenigen tegen den grooten vijand, zich wel wachten daarenboven zieh nog een kleinen vijand op den hals te halen. Daarom juichen wij dan ook allen de doortastende maatregelen onzer regeering toe, die onze strijdkrachten op alle punten gereed houdt, en ons in staat van verdediging stelt. Daarom zien wij de toe komst met vertrouwen te gemoet, en vereenigen wij ons met elke aansporing tot algemeene wapenoefening. J uist thans luist bij ons geldt meer dan ooit: zoo gij den vrede wilt lekouden, bereid u tot den oorlog, wapen u. Die wapeningenoefeningen en voorzorgen hebben echter geen ander doel dan de verhooging van ons weerstandsver- m. Zij moeten de overtuiging geven dat bet ons ernst is met ouzo onzijdigheiddat wij gereed zijn haar te doen eer biedigen, de onschendbaarheid van ons grondgebied met alle kracht te verdedigen. Elke vijandige bedoeling tegen eene der partijen moet daaraan uit den aard der zaak vreemd blijven elke daadelk woord ten gunste van de eene of de andere oorlogvoerende mogendheid, elk blijk van vriend schap of vijandschap behoort daarvan ten eenen male te wor den buitengesloten. Het is ons alleen om de eerbiediging van ons eigen land te doen. Wij willen buiten den strijd blijvenen daarom wapenen wij ons. Zulk een wapening geschiedt zonder rumoer, zonder gejaagdheid, zonder uittar ting zonder beleedigingmaar ernstig en vastberaden. Zij brengt geen ontsteltenis te weeg onder den landgenoot, zij verontrust de gemoederen nietmaar schenkt kalmte en vertrouwen. Zóó is Nederland thans bezig zich in staat van verdediging te stellenzóó ga het voort. W. v. d. K. Volken zouden vrienden en bondgenooten moeten ij n van de Eransckenin den zin waarin eenmaal de volken dor toen bekende wereld vrienden en bondgenooten der Ro meinen waren. Met andere woordenFrankrijk moest alles overlieerscken, geheel Europa moest cijnsbaar zijn aan Frank rijk. Zoo heeft de eerste Keizer getoond zijn theorie in iraktijk te willen brengen. Daarom roofde bijom één voor- leeld te noemende kunstschatten van geheel Europa en bracht ze samen in Parijs. De Napoleontische politiek wordt door den Keizer zeiven geschetst als een politiek //die vrij moedig het bondgenootschap van Frankrijk aanbiedt aan alle regeeringen, die met dezen staat samen willen gaan ter bevor dering van de gemeenschappelijke belangen." Samengaan met Frank rij k kan niet anders beteekenen dan den wegvolgen dien Frankrijk aanwijst,. Met deze politiek, verklaart de Keizer dan ook, bestaat //geen vrede zonder eer." Geen vrede zonder eer. Alzoo verbiedt de eer aan Frankrijk in vrede te leven met een staat die niet met Frankrijk wil samengaan, die niet den weg wil gaan dien Frankrijk aanwijst. Deze Napoleontische politiek is door den tegenwoordigen Fransehen Keizer steeds getrouwelijk verkondigd met een ernst en een geestdrift die aan dweepzucht deden denken. Hij beeft zich tot haar profeet gemaakten zij heeft hem op den troon van Frankrijk gebracht. Steeds sprak hij van den toestand van vernedering, waarin Frankrijk na den val des eersten Keizers verkeerde. Geen groote overwin ningen behalen op het slagveldniet aan Europa de wet voorschrijven ziedaar wat hij een toestand van vernedering noemde. //Mijn oom de Keizer riep bij uit, toen bij na den mislukten aanslag te Boulogne als beschuldigde van hoo^ verraad voor de Kamer der Pairs te recht stond Mijn oom de Keizer deed liever afstand van den troon dan door tractaten Frankrijk binnen die grenzen te beperken welke het aan do verachting en de bedreigingen prijs geven die het buitenland zich tegenwoordig jegens ons veroorlooft." Met deze politiek heeft hij Frankrijk dronken gemaakt. Op dit zoogenaamde punt van eer zijn de Fransclien letterlijk overprikkeld. Hun dwaze gevoeligheid maakt hen in dit opzicht ongeschikt voor eenig kalm overlegmaakt hen tot een werktuig in de band eener handige regeering, die om het •eheele land n&ar de wapenen te doen grijpen niet anders heeft te doen dan uit te roepen: Frankrijks eer is beleedigd. Deze politiek maakte een groot en schitterend leger onmis baar, en een groot en schitterend leger mag niet lang onge bruikt blijven. Deze politiek maakt ook den tegenwoordigen oorlog met Pruisen verklaarbaar. De overwinningen van Pruisen in 1866 hadden de Franseben jaloerseb gemaakt. Evenals er onder de Engelsche boksers slechts één is die den eeregordel kan dragenen deze verplicht is te kampen met ieder die hem dien gordel wil betwisten, evenzoo mag onder de volken van F~ropa Frankrijk alleen de 'militaire cerekroon dragen. Het jaar 1866 heeft dit uitslui tend bezit twijfelachtig gemaakt, heeft aan Pruisen een lauwerkrans gegeven zoo schoon en zoo frischdat Frankrijk' bevreesd is geworden dat men vergelijkingen mocht maken. Een vergelijking nu is voor Frankrijk reeds een beleediging. Het orekest van den heer Stumpjf van Amsterdam heeft den 19, in den zoölogiscben tuin te Brussel een uitmuntend geslaagd concert gegeven hetwelk door deu Koning en de Koningin is bijgewoond. De uitvoering der belgische en nederlandsehe volksliederen (het laatste op verlangen des Konings) werd uitbundig toegejuicht. OOSTENRIJK. De verkiezingen voor den Landdag in Tyrol zijn bijna uitsluitend ten gunste der nationale en cle- rikale partijen, die voor den Landdag in Vorarlberg zonder uitzondering ten voordeele der clerikalen uitgevallen. De uitvoer van paarden over de grenzen van liet gebeele oostenrijksck-hongaarsclie tolgebied is verboden. De gemeenteraad van Weenen heeft een besluit genomen, waarin de verwachting wordt uitgesproken, dat de regeering onmiddelijk maatregelen zal nemen om de burgers van den Staat tegen de overmacht der Kerk en van hare organen te beveiligen. Kamer dek Afgevaardigden. Onder de goedgekeurde linanoiëele wetten is er eenewaarhij de pastorie-goederen en ■die grondenaan de kerkfabrieken toebehoorendemet het staatsdomein vereenigd worden verklaard. De 48 leden die er tegen stemdenwaren enkele leden der linkerzijde en voorts clerikalen. Het concilie heeft, op voorstel van den kardinaal-president, zijne afkeuring uitgesproken over de schotschriften en dag bladen, die de vergadering gelasterd hebben. Bij eene pauselijke constitutie zijn de zittingen van het concilie tot deu 11 Nov. geschorst. Den 18 is de plechtige stemming over het dogma der on feilbaarheid gehouden533 prelaten verklaarden zich er voor, er tegen. Bij de eerste stemming hadden zich 81 van dé stemming onthouden, makende met de 88 tegenstemmers en de 62 voorwaardelijke voorstemmers, 231 heele en halve tegenstanders. In de laatste dagen zijn overleden de bisschop vnnWurz- burg,^ de generaal der ongeschoeide carmelietende minister van financiën msgr. Ferrari en de geheime kamerheer msgr. Stella. De voorzitter der Cortes heeftin overleg met de regee ring en met de permanente commissie, aan de Afgevaardigden iloen, weten, dat de bijeenroeping tegen den 20'wordt inge trokken daar het onderwerp der vergadering niet langer aan de orde van den dag is. De greve te Mnlhausen neemt een gunstigen keer. Een groot gedeelte der werklieden heeft den arbeid hervat. In de naburige fabriekdistricten is de greve daarentegen nog pas in bare ontwikkeling. De minister van landbouw en handel heeft een prijs van 2Ü000 fr. uitgeloofd voor de aanwijzing van een afdoend middel tot uitroeiing der nieuwe ziektewaardoor de wijn gaarden sedert 1868 zijn aangetast. Aan don Carlos is bet verblijf op franseb grondgebied ont zegd hij heeft zich daarop naar Genève begeven. In eene kleine havenstad der Pyreneeën is beslag gelegd opeen met700, voor de carlisten bestemde, geweren geladen vaartuig. Den 18 is te Blois de jury van den Hoogen Raad van Justitie geconstitueerd. De afwezigheid der gezworenen uit de grensgewesten is als eene wettige verhindering beschouwd. De baron Alph. de Rothschild is wegens afwezigheid tot eene boete van 5000 fr. veroordeeld. Den 19 hebben onder de gezworenen manifestatiën tegen de toepassing der wetten van September plaats gehaden de advocaten gedreigd zieh aan liet, debat te zullen onttrekken. De prins de Latour d' Auvergne is benoemd tot ambassadeur te Weenen. De officiëele russiscbe Regeeringsbode van 15 Juli bevestigt het bericht van het ombrengen van fransche missionarissen in China. De moord heeft echter te Tientsin en niet te Pe- kiu plaats gehad en onder de gevallenen bevindt zich niet de fansche gezant, maar de fransche consnl. De aanleiding tot het oproer was het voorwendsel, dat er kinderen in de gestichten der missionarissen vermoord waren. Senaat. Den 14 heeft de baron Haussmann verslag uit gebracht over de wet omtrent de Algemeene- en Arrondis- sements-Raden. Hij stelde de verwerping voor van al de door de andere Kamer in het ontwerp gebrachte liberale bepalingen. Aan de orde was het ontwerp tot intrekking der veiligheids- en buitengewone wetten van 8 Dec. '51 en 27 Febr. '58. De graaf de Ségur vroeg de verwerping dezer voordracht, op grond der jongste woelingen te Parijswaaraan geen gevolg is ge geven maar een amendement van den heer Barocheom enkele bepalingen der intetrekken wetten te behouden, werd, hoezeer door den rapporteur en door den regeerings-commis- saris bestreden naar de afdeelingen verzonden. Bij een nader verslag omtrent het ontwerp op de Al- gem. en Arrond. Raden, heeft de commissie medegedeeld, dat zij met de regeering overeengekomen was om de voor name punten van verschil tusschen den Senaat en het Wetg. Lichaam de openbaarheid der zittingen, het uiten van staatkundige wenschenenz. voor het oogenblik te laten rusten en enkel omtrent de overige bepalingen eene beslissing te nemen. In dien zin is de wet den 18 met alg. st. aan genomen. Omtrent het voorstel -Baroche, tot gedemtelijk be- ïoud der veiligheidswet, is besloten de discussie tot kalmer tijden uittestellen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1870 | | pagina 1