Tweeenzeventigsle J aar gang. 1870. No. 35. ZONDAG 28 AUGÜSTÜ S. #fftciccl (Bcbccltc. W. J. 14 ft II II I». Aan de kiezers in het district Alkmaar Politiek ©ucrstdtt. ÖClcfcclijfcecltc ficcichtcti. Belgie. Beieren. Ilostcnrijk-Ilongarjjc. Italië. l'rankrjjk. Groot IKrittanjc en Ierland. ALKMAA Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal O, 65, franco per post f O, SO, afzonderlijke nonimers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HE11M1. COSTEtt ZOON. c A A T. De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij (leze Courant behoort een Bijblad. Aan de openbare BURGERSCHOOL voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs te Alkmaar wordt gevraagd een HULPONDERWIJZER, speciaal voor het. gewoon lager onderwijs, op eene jaarwedde van f 360. Sollicitatiestukken franco intezenden aan den Burgemeester vóór 10 September 1870. Zij, die in aanmerking willen komen voor de betrekking van HELPSTER bij het onderwijs iu de vrouwelijke hand werken aan de openbare ARMENSCHOOL te Alkmaar, aan welke betrekking eene jaarwedde van f 30 is verbondeu worden verzocht hare sollicitatiestukken zoo spoedig mogelijk ter gemeente-secretarie inteleveren. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen in herinnering, dat bij art. 1 der verordening van politie op het begraven en vervoeren van lijken. 27 October en 1 December 1869 (gembl. n°. 69) door den Gemeenteraad vastgesteld de gewone tijd van begraven van 1 September tot 1 April is gesteld van des morgens 8— 9 ure en van des namiddags 25 ure. Burgemeester en Wethouders voornoemd AlkmaarA. MACLAINE PONT. 24 Aug. 1870. Be Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de ingezetenendat de gemeente- bcgrooting voor 1871 en eene 1". suppletoire-begrooting voor 1870, op heden door hen aan den Gemeenteraad aan geboden, van af 25 Augustus 1870, gedurende 14 dagen ter lezing ter gemeente-secretarie zijn nedergelegd en in af schrift tegen betaling der kosten verkrijgbaar zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 24 Aug. 1870. Be Secretaris, NUHOUT van der VEEN KENNISGEVING. Het HOOED van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt, ten gevolge van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der gemeente, dat het patentkohier over de dienst 1870/71 No. 1, alsmede het voljaarsch kohier No. 3 en het voljaarsch le. kwartaalskohier No. 2, voor de belasting op het Personeel, dienst 1870/71, op den 20 en 22 Augustus 1870, door den Heer Provincialen Inspecteur in de provincie Noord-Hol land executoir verklaardop heden aan den Heer Ont vanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter in vordering zijn overgegeven. Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te ge ven, ten einde alle gcregtelijke vervolgingen, welke uit na latigheid zouden voortvloeijente voorkomen. Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn., den 20 Aug. 1870. A. MACLAINE PONT. Dc KAMER van KOOPHANDEL en EABRIEKEN te ALKMAAR maakt bekend, dat van Maandag 29 Au gustus tot Zaturdag 3 September e.k., van 's voorraiddags 10 tot's namiddags 2 ure, in haar gewoon lokaal op het Stadhuis, ter lezing zullen liggen: 1. Statistiek van het Koningrijk der Nederlandenbehelzende de staten van in-, uit- en doorgevoerde voornaamste han delsartikelen gedurende de maand Junij 1870. 2. Verzameling van consulaire eu andere berigten en verslagen over nijverheid, handel en scheepvaart, 1870 1, 3 en 4. Het rapport van den Kapiteju-Luitepant ter zee Botvier kommanderoudo z. M- stoomschip Curagaobehelzende voor den handel allerbelangrijkste bijzonderheden, betref fende den handel en de soheepvaart van de door hem met genoemden bodem, in de Roode zee en dePersische golf bezochte plaatsen, zijnde Djedda, Suez, Aden. Mas- cate, Bushir, Basrah, Koweit en Bander-Abbas. 4. Question Ouvrière. Patrons et ouvriess. Participation aux bénélices. Be Kamer van Koophandel en Fabrieken voornoemd, Alkmaar, E. M. AGHINA, Voorzitter. 27Augustus 1870. J'. P. KRAAKMAN, Secretaris. Hijijt vftp brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gadprenfje de 'Je. helft der maand Julij 1870, li. ELAMANS, H. KLEIN, Wedf. M van SOLT J. M. BROM, Wed'. WIJNANDS, EBKELSTRAT THU- MER, Amsterdam; J. de LANGE, Bobbeldijk; H. de JONG, KralingenSCHEEVERS, Leersum G. STRAATMAN PannerdenD. van den BRINK, Rijzenburg; TRIJNTJE KOK, Schagen; H. E. BECK, Sliedrecht; A. WASZINK, Velsen. Van de hulpkantoren Burgervlotbrug: D. BROUWER, Velsen. HeerhugowaardT. CORTER; Zaandijk. Heilo: Mej. C. H. SCHA 111'', Amsterdam, Sehoorldam: J. de JONG, Tilburg; Jb. BLAAUWBOER, Winkel. Spanbroek: T. van TALGERS, Alkmaar. Wognum: P. de VRIES, Vries. dubbel onverschoonbaar. Op dan allen. Toont u een levend, zich zelf bewast Volk; bewijst dat ge prijs stelt op uwe rechten als stemhebbende Burgersvervult uw plicht als Kiezers! De waarde van elke stem is onberekenbaar. Wij hebben het gezien, van ééne stem kan de uitslag afhangen. Wien zult gij kiezen? Hem die in het vorige jaar reeds voor vier jaren werd benoemd. Laat men ons niet van wispelturigheid kunnen beschuldigen. Zorgt door trouwe opkomstdat thans niet de man verworpen wordtdien wij in het vorige jaar met 1212 stemmen hebben gekozen. Om zijn land te dienen bij het leger, moest hij tijdelijk de volmacht nederleggeu die gij hem hadt geschonken. Gij alleen kunt hem die volmacht teruggeven Doet dat, doet het met groote meerderheid. Brengt daardoor hulde aan zijn vaderlandlievend gedrag. Toont, dat gij zijne handelwijze, in het belang van de ver deding onzer rechten als vrij en zelfstandig volk, weet te waarderen. Schenkt den man, dien het vertrouwen des Ivonings tot een zoo belangrijke post riep, ook uw vertrouwen. Ver sterkt den band. tusschen het leger en de natieen kiest den Generaal tot Volksvertegenwoordiger! Men zal u misschien zeggen, dat hij niet verkiesbaar is. Dat is ONWAAR. Men zal u misschien zeggendat hij thansals Generaal, in het leger dient te blijven. Weest er zeker van, hij zal zijn post niet verlatenhij zal de betrekkingwaarom hij vrijwillig de Tweede Kamer ver liet en voor zijn lidmaatschap bedankte, niet nederleggen, vóór het gevaar geheel is geweken. Stelt hem alleen in de gelegenheiddan terstond naar de plaats terug te keeren waartoe gij hem verleden jaar hebt gcroepeu. Kiest den Ge neraal W. J. KNOOP. Geen ander iu zijne plaats. Waartoe een ander, wanneer gij hem zeiven kunt kiezen? Ook geen tijdelijk plaatsvervanger. Wilt gij na een paar maanden weer naar de stembns worden geroepen In geen geval kan de heer van Eoreest, zijn vroegere t e g e n s t a n d e rthans zijn plaatsvervanger zijn. Zoo gij den heer van Foreest kiest, zal hij bedanken, zoodra de omstandigheden den Generaal Knoop zullen veroor loven de actieve dienst te verlatenmaar zich weder tegenover hem candidaat laten stellen. Toen de Nieuwe Rotterdamsche Courant schreef, dat wij den heer van Eoreest wel als tijdelijk plaatsvervanger zou den kunnen kiezen, meende zij, dat hij zich later niet weer verkiesbaar zou stellen. Nu dit anders blijkt, is haar raad vervallen. Kiest dus den Generaal Hel bestuur der Centrale Kiesvereeniging W. van der KAAY, te Alkmaar, Voorzitter. K. BREEBAART, te Winkel. S. KEIJZER Sz.. op Texel. J. L. T. GRONEMAN te Wieringerwaard. C' van VEEN, te Helder. Ph. HULSTte Zuidscharwoude. A. T. van AKENte Alkmaar. J. C. de LEEUW, te Anna Paulowna, Secretaris. Tot wakkerheid en ernstige plichtsbetrachting roept ons de vreeselijke oorlog, die in onze nabijheid woedt, en die ook Nederland dwingt zijn zonen onder de wapenen te bren gen tot bewaking zijner grenzen. Onverschilligheid is thans Een oorlog in 1870, met naaldgeweren, chassepofs en mitrailleuses, met spoorwegen tot vervoer van troepen en oorlogstuig, met legers die bij honderdduizenden geteld worden, dat moet iets zijn, waar een volbloed oorlogs man liet hart van open gaat. Dat is het spel der wapenen spelen op groote schaal. Van zulk een oorlog mocht ver wacht wordendat hij alle vorige in grootschheid van plan breedheid van opvatting en onbekrompenheid van uitvoering aahter zioh zou laten. En in dia opzichten heeft de tegen woordige oorlog niet alleen aan de verwachting voldaan, maar reeds de stoutste overtroffen. Zich te wagen aan een bere kening van het aantal gesneuvelden en gekwetsten, is zeker voor alsnog ongeradenof men zou vertrouwen moeten stellen in de meest onbetrouwbare opgaven. Het Eransche blad le Volontaire bij voorbeeld berekent het aantal gesneuvelden gekwetsten, vermisten en gevangenen onder de Pruisen alleen op ruim 186,000 man; maar dat is een Eransche berekening, waarmee de Franschen elkander mogen troosten en bemoe digen doch die voor ons alle waarde mist. Afgescheiden echter van elke opzettelijke overdrijving of onnauwkeurige opgave, moet het aantal slachtoffers van dezen oorlog aan heide jijden reeds ontzettend zijnen nog is het einde niet daar. Men vraagt elkander af, wat het zijn zal; en ofschoon het niet meer twjjfelaohtig schijnt, welke partij het overwicht zal behoudon, begrijpt men niet, hoe bij zooveel verbittering en wraakzucht een vrede gesloten zal kunnen worden, die toch voor de onderliggende partij vernederend moet zijn. Duitschbind, de aangevallen en tot nog toe zegevierende partijzal van zijn buitengewone krachtsinspanning en onge hoorde offers vruchten willen plukken; zooveel bloed zal het niet tevergeefs vergoten willen hebben, Terwijl zijn zonen bij gansche rijen worden weggemaaidterwijl de bloem des volks uit aUe standen dei' samenleving, van den koogsten tot den laagstenin het vreemde land bij duizenden de gapende kui len vult, vraagt de rouwende bevolking zich af: wat zal het loon zijn voor zooveel opoffering? Eu zij eischt te recht een waarborg voor de toekomstdat zij niet weer tot zulk een strijd zal worden genoodzaakt. Frankrijkde overmoedige aanvaller, die oorlog voert uit ellendige jaloerschheid, uit eerzucht, uit schandelijken dorst naar roem, om de eerste genoemd te worden onder de Staten van Europa, ziet zijn grondgebied van Duitschers overstroomd, zijn legerscharen teruggedrongeneen deel des lands in het bezit des vijands. Hoe zal dit overprikkelde volk er toe kun nen besluiteneen nadeeligenen bij gevolgomdat het de aanvaller wasvernederende vrede aan te nementerwijl de vijand nog in liet hart des lands huist? Maar deze oorlog was immers onvermijdelijkzegt men. Ja, waarom? Omdat in Erankrijk het Cesarisme op den troon zit; omdat er een regeering aan het hoofd staat, die haar steunpunt zoekt in wapenroem en gezag in Europa. Het Napoleontisch Keizerrijk kan alleen bestaan door den volkswaan te voedendat de Eransehen het eerste volk der wereld zijn en moeten blijven, dat zij de richting moeten aangeven in Europa, dat alle andere volken minder verlicht, minder ontwikkeld, minder dapper zijn, en dat Erankrijk bij gevolg geroepenen zelfs min of meer verplicht is zich met de zaken van andere volken te bemoeienen er des noods de beschaving met be hulp van bajonetten en mitrailleuses over te brengen. Het Eransche volk is er toe gebracht, dat het oorlog wil voeren voor een ideeen zich op dien waanzinnigen oorlogslust beroemt. Het verklaart met ophef: wij zijn het eenige volk dat voor een denkbeeld vecht. Een volk dat voor zijn plei- zier Ten oorlog trektdat zich geroepen waant om overal de- zaken van anderen te regelennu in Italiëdan in Rome heden in Mexico, morgen in Spanje en in Duit.schland, zulk een volk is van nature de rustverstoorder van Europa. Het kan niet nalaten, nu hier dan ginds het kanon te laten spreken. Maar zal men zeggen von Bismarck had toch Bene- detti bedrogen, den Eransehen Keizer zeiven misleid en aan de praat gehouden en met beloften gepaaiddie hij niet voor nemens was te vervullen en ook niet vervuld heeft. En als dit nu al eens onomstootelijk bewezen waszou het eeniger- rnato den oorlog rechtvaardigen? Als een diplomaat meteen ander diplomaat een nieuwe kaart van Europa teekent, plan nen beraamten vooruitzichten opentwaardoor de ander bewogen wordt hem in de volvoering van zijn plannen niet te storen, is dat een aanleiding tot een oorlog? Aangeno men, dat von Bismarclc de Eransche diplomatie, den Eransehen Keizer zeiven heeft misleid, en daardoor Frankrijk bewogen heeft in den strijd tusschen Pruisen en Oostenrijk, waar het trouwens niets mee te maken had, onzijdig te blijvenrecht vaardigt zoo iets een oorlog? Erankrijk beweert zelfs niet,, dat de Pruisische regeering iets van die fraaie plannen heeft goedgekeurd, eenige van die beloften of geopende vooruit zichten heeft bekrachtigd. Wat moest het doel zijn van de zen oorlog? Erankrijk heeft zelfs geen doel kunnen opgeven. Het gevoelde zich gekreukt, ziedaar alles. Het wilde Pruisen straffen voor zijn gebrek aan onderdanigheidhet wilde Pruisen weer klein makenomdat het niet dulden kan dat er een staat aan zijn grenzen ligt, die niet verplicht is zieh naar zijn wenken te schikkendie onafhankelijk en inderdaad zelfstan dig is. Een oppervlakkige kennis van de geschiedenis der laatste halve eeuw is voldoende om te begrijpen, dat in 1866 einde lijk de eeuwenoude Duitsche kwestie is beslisten de gren slagen zijn gelegd voor die door vele geslachten gedroomde, afgebedenin verrukking bezongen Duitsche eenheiddie niet kon steunen op twee elkander naijverige machten op Pruisen en Oostenrijk te zameu maar op één van die beide. Van die kwestie schijnt de Eransche regeering niets begre pen te hebben; in elk geval had zij er niets mee te maken, in 1866 evenmin als in 1870. Misschien heeft men het noodig geoordeeld, dat een handig diplomaat door in de diplomatie gebruikelijke middelen Erankrijk van een onge paste tusschenkomst terughield. Een tractaat werd trouwens niet gesloten; gesprekken tusschen von Bismarck enBenedelti hadden plaatszelfs werd er een plannetje gemaakt op het papier, waar later in werd veranderd en bijgevoegd. Ziedaar alles. En nu zou de Eransche regeering zoo onnoozel zijn van niet begrepen te hebben, dat beide partijen vrij bleven Begreep zij dan nietdat men het loon bedingt bij de aan- hieding van zijn diensten, en niet later? Juist dat het tractaat niet gesloten werdbewijst dat beide partijen vrij blevenErankrijk om tusschen beide te komen wanneer liet verkoosen Pruisen om Erankrijk niets toe te staan. Denkt men misschien, dat Keizer Napoleon een kind is en de Eransche diplomaten argelooze duifjes, dat zij geloofd zouden hebben dat Pruisen Erankrijk zou beloouen, als het zijn onzijdigheid niet meer noodig had? Dat er geen tractaat gesloten is, be wees duidelijk voor Erankrijks regeering toen reeds duide lijk dat Pruisen voor Erankrijks onzijdigheid niets over had. Wat van Frankrijk vóór den oorlog van 1866 verzocht zou zijnzou alleen hierin hebben bestaan dat het Pruisen niet zou tegenwerken. Pruisen heeft zich echter tot niets ver bonden als loon voor die dienst van onthouding en stilzit ten. En de Eransche regeering zou lichtgeloovig genoeg geweest zijn om te meenendat Pruisen laterals het Erankrijks onthouding niet meer uoodig hadtoch wel iets zou willen afstaan! Dit komt mij zoo ondenkbaar voor, zoo ten eenen male onaannemelijk, dat ik er mij over verwonder hoe zoo'n verhaal nog eenigen ingang heeft kunnen vinden. Als Pruisen had te kennen gegevendat het Erankrijks on zijdigheid noodig had dan had Frankrijk wel van de gele genheid gebruik gemaakt om zijn loon vooraf te bepalen in den stevigen vorm van een overeenkomst. Al mocht de Eransche regeering nu later begrijpen: ik ben dwaas geweest dat ik mij voor mijn onzijdigheid in 1866 niet heb laten betalen, en Pruisen kon nu wel zoo edelmoedig zijn van mij toch iets te geven, al bespeurde zij duidelijk, dat Pruisen haar vergauwd had eu nu geen open oor heeft voor eenige belooningnog eenswettigt zoo iets in de verste verte een oorlog Zij moest begrijpen, dat zij met de Duitsche kwestie van 1866 niets te maken had zooals zij trouwens zelve in dat jaar zeer te recht en op goede gronden in hei Wetgevend Lichaam uiteenzette. Waarom Erankrijk in 1866 onzijdig bleef, is natuurlijk niet met zekerheid te zeggen. Zeker niet om de praatjes tusschen von Bismarck en Benedetti. Misschien omdat de Keizer verwachtte dat Oostenrijk en Pruisen elkander zouden vernielen eii onmachtig maken, en dat hij zelf mogelijk nog zou geroepen worden om als scheidsman op te treden en zoo ook iets voor zieh zeiven te bedingen. Dit viel echter anders uit. Pruisen had de Pransche bemiddeling niet noodig. EYankrijk stond eens klaps voor Sadowa, even verrast als het overige Europa. Het had niets aan te bieden, geen hulp, geen tusschenkomst, en dus ook geen loon te bedingen. Het zag eensklaps aan zijn grenzen een machtigen Duitschen staat verrijzen, waar het op dat oogenblik stellig niet tegen opgewassen was. Eerst daarna ging het chassepofs aanschaffen en zijn leger hervormen. En wat zou het thans met den tegenwoordigen oorlog willen Heeft Pruisen zich een slecht nabuur getoond Heeft het Erankrijk benadeeld Had Erankrijk eenig ge schil met Pruisen? Niets van dat alles. Er had zich geen geschil opgedaan, dan dat Pruisen niet begreep waarom het Duitsch grondgebied aan Erankrijk zou afstaan, en ook niet wilde dulden dat anderen het aan Erankrijk verkochten. Pruisen was geen Italië, dat zich Savoye en Nizza liet ont nemen trouwens voor werkelijk verleenden en hoog noodigen bijstand. Als eerste Duitsche staat, begreep het zijn verplich ting, de bewaking en verdediging van den Duitschen grond. Overigens leefden de beide volken in vredeen handelden als goede buren. Maar het Cesarisme kan geen nabuur dulden, die niet voor hem buigt of niet althans zijii overwicht en voorrang erkent. Er was voor Rome en Karthago beide geen plaats. Dat Karthago bestondwas genoeg om het te gaan verwoesten. Zoo kan het Napoleontisch Cesarisme het bestaan van Pruisen niet dulden. In het Wetgevend Lichaam verweet de oppositie aan den Keizer, dat hij Erankrijks eereplaats onder de volken van Europa niet naar behooren handhaafde. Thiers, op wien het onafwisbaar verwijt blijft kleven, dat hij steeds de oorlogskoorts bij de Eransehen heeft gevoedduwde hem toe, dat hij de vergrooting van Pruisen niet had mogen toelaten. Opgewonden soldaten in het kamp van Chalons riepen hem toe: naar den Rijn, naar den Rijn! Wat kon de Cesar anders doen dan die roepstem volgen, ofeen anderen steun zoeken dan de volksvooroordeelen en den wapenglans Hij koos het eerste. W at moest deze oorlog uitwerken Duitschlands eenheid, die eenmaal toeh tot stand moet komenweer gedeeltelijk vernietigen Haar wording belemmerentegengaanen daardoor nieuwe oorlogen doen ontstaan omdat de Duitschers zeiven die eenheid zoeken Die dit laatste nog mochten betwijfelenzullen thans wel overtuigd wordennu zij die eenheid in al haar kracht aanschouwen tegenover den vreem deling. En die eenheiddat werk van eeuwendie dure vrucht van zooveel lijdenzoeken tasten en strijden dacht Erankrijk te vernietigenom weer alleen te staan in den eersten rang, als het Rome der oudheid, met zijn Cesar aan het hoofd. W. v. d. K. Den 20 heeft de regeering bij de Kamer een wetsontwerp ingediend, tot het waarborgen, aan eene tusschen Antwerpen en Nieuw-York opterichten stoompakketvaart, van een mini mum van opbrengsten van 300000 fr. 's jaars. De blokkade der Oostzeehavens maakt het tijdstip voor zoodanige onder neming gunstig. De schepen dezer nieuwe dienst zullen een inhoud moeten hebben van 3000 tonnen (Sedert 1853 be staat reeds eene maandelijksche pakketvaart met schepen van 1200 tonnen tusschen beide plaatsen, waaraan het gouverne ment eene subsidie van 1200 fr. voor elke heen- en terugreis verstrekt). De minister van eeredienst heeft de bisschoppen doen weten, dat de besluiten van het concilie, en met name het dogma van 's Pausen persoonlijke onfeilbaarheid, niet ten uitvoer gelegd, afgekondigd of in de officiëele organen der geeste lijkheid opgenomen mogen worden, voor zoo ver zij daartoe het Placetum Regium niet verkregen hebben. De regeering heeft aan de theologische en juridische facul teiten te Munchen 11 vragen ter beantwoording voorgelegd betreffende het concilie en de gevolgen van de door het concilie genomen besluiten. De Koning heeft, uit aanmerking der in denjongsten tijd betoonde veelvuldige blijken van gehechtheid aan troon en vaderland, eene amnestie verleend aan alle veroordeelden wegens majesteitschennis, beleediging der leden van het Kon. Huis, drukpers-delicten en overtredingen der wet op het recht van vereeniging en vergadering. OOSTENRIJK. Bij keizerlijke boodschap aan de Land dagen worden deze vergaderingen aangezien het in de te genwoordige omstandigheden noodig is de Vertegenwoordi gers der monarchie te doen bijeenkomen, uitgenoodigd, zich onverwijld met de verkiezingen voor den Rijksraad bezig te houden. De regeering heeft de wenschen van den gali- schen Landdag in rijpe overweging genomen en zal aan den Rijksraad voorstellen doen om binnen de grenzen der Rijks eenheid en met inachtneming der politieke omstandigheden, daaraan zooveel mogelijk gevolg te geven. De Senaat heeftmet 47 tegen 36 st., goedgekeurd de door de regeering voorgestelde en door de Kamer van Af gevaardigden aangenomen maatregelenwelke strekken moe ten om 's lands financiën op een geregelden voet te brengen. Bij decreet van den 23 is het ministerie voor de letteren, wetenschappen en schoone kunsten opgeheven. De transatlantische kabel van 1866. eenigen tijd geleden niet ver van New-Eoundland op 2 plaatsen gebroken, is volkomen hersteld. Den 19 heeft in een steenkolenmijn bij "Wigan eene ont ploffing plaats gehadwaarbij 20 personen zijn omgekomen. KoioNiëN. De hertog v. Edinburgh, tweede zoon der Koningin, heeft den 11 Juli de in de Tafelbaai bij de Kaapstad aangelegde nieuwe dokken ingewijd, en is den 14 met zijn schip Galatea naar Nieuw-Zeelana vertrokken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1870 | | pagina 1