Tweeenzeventigsle
J aar gang.
1870.
No. 35.
ZONDAG
28 AUGÜSTÜ S.
#fftciccl (Bcbccltc.
W. J. 14 ft II II I».
Aan de kiezers in het district Alkmaar
Politiek ©ucrstdtt.
ÖClcfcclijfcecltc ficcichtcti.
Belgie.
Beieren.
Ilostcnrijk-Ilongarjjc.
Italië.
l'rankrjjk.
Groot IKrittanjc en Ierland.
ALKMAA
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal O, 65, franco per post f O, SO,
afzonderlijke nonimers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HE11M1. COSTEtt ZOON.
c
A A T.
De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij (leze Courant behoort een Bijblad.
Aan de openbare BURGERSCHOOL voor gewoon en
meer uitgebreid lager onderwijs te Alkmaar wordt gevraagd
een HULPONDERWIJZER, speciaal voor het. gewoon lager
onderwijs, op eene jaarwedde van f 360. Sollicitatiestukken
franco intezenden aan den Burgemeester vóór 10 September 1870.
Zij, die in aanmerking willen komen voor de betrekking
van HELPSTER bij het onderwijs iu de vrouwelijke hand
werken aan de openbare ARMENSCHOOL te Alkmaar, aan
welke betrekking eene jaarwedde van f 30 is verbondeu
worden verzocht hare sollicitatiestukken zoo spoedig mogelijk
ter gemeente-secretarie inteleveren.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen in herinnering, dat bij art. 1 der verordening van
politie op het begraven en vervoeren van lijken. 27 October
en 1 December 1869 (gembl. n°. 69) door den Gemeenteraad
vastgesteld de gewone tijd van begraven van 1 September
tot 1 April is gesteld van des morgens 8— 9 ure en van des
namiddags 25 ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
24 Aug. 1870. Be Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de ingezetenendat de gemeente-
bcgrooting voor 1871 en eene 1". suppletoire-begrooting
voor 1870, op heden door hen aan den Gemeenteraad aan
geboden, van af 25 Augustus 1870, gedurende 14 dagen
ter lezing ter gemeente-secretarie zijn nedergelegd en in af
schrift tegen betaling der kosten verkrijgbaar zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
24 Aug. 1870. Be Secretaris,
NUHOUT van der VEEN
KENNISGEVING.
Het HOOED van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengt, ten gevolge van art. 1 der wet van 22 Mei 1845
(Staatsblad No. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen
der gemeente, dat het patentkohier over de dienst 1870/71
No. 1, alsmede het voljaarsch kohier No. 3 en het voljaarsch
le. kwartaalskohier No. 2, voor de belasting op het Personeel,
dienst 1870/71, op den 20 en 22 Augustus 1870, door den
Heer Provincialen Inspecteur in de provincie Noord-Hol
land executoir verklaardop heden aan den Heer Ont
vanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter in
vordering zijn overgegeven.
Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te ge
ven, ten einde alle gcregtelijke vervolgingen, welke uit na
latigheid zouden voortvloeijente voorkomen.
Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn.,
den 20 Aug. 1870. A. MACLAINE PONT.
Dc KAMER van KOOPHANDEL en EABRIEKEN te
ALKMAAR maakt bekend, dat van Maandag 29 Au
gustus tot Zaturdag 3 September e.k., van 's voorraiddags
10 tot's namiddags 2 ure, in haar gewoon lokaal op het
Stadhuis, ter lezing zullen liggen:
1. Statistiek van het Koningrijk der Nederlandenbehelzende
de staten van in-, uit- en doorgevoerde voornaamste han
delsartikelen gedurende de maand Junij 1870.
2. Verzameling van consulaire eu andere berigten en verslagen
over nijverheid, handel en scheepvaart, 1870 1, 3 en 4.
Het rapport van den Kapiteju-Luitepant ter zee Botvier
kommanderoudo z. M- stoomschip Curagaobehelzende
voor den handel allerbelangrijkste bijzonderheden, betref
fende den handel en de soheepvaart van de door hem
met genoemden bodem, in de Roode zee en dePersische
golf bezochte plaatsen, zijnde Djedda, Suez, Aden. Mas-
cate, Bushir, Basrah, Koweit en Bander-Abbas.
4. Question Ouvrière. Patrons et ouvriess. Participation
aux bénélices.
Be Kamer van Koophandel en Fabrieken voornoemd,
Alkmaar, E. M. AGHINA, Voorzitter.
27Augustus 1870. J'. P. KRAAKMAN, Secretaris.
Hijijt vftp brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gadprenfje de 'Je. helft der maand Julij 1870,
li. ELAMANS, H. KLEIN, Wedf. M van SOLT
J. M. BROM, Wed'. WIJNANDS, EBKELSTRAT THU-
MER, Amsterdam; J. de LANGE, Bobbeldijk; H. de JONG,
KralingenSCHEEVERS, Leersum G. STRAATMAN
PannerdenD. van den BRINK, Rijzenburg; TRIJNTJE
KOK, Schagen; H. E. BECK, Sliedrecht; A. WASZINK,
Velsen.
Van de hulpkantoren
Burgervlotbrug: D. BROUWER, Velsen.
HeerhugowaardT. CORTER; Zaandijk.
Heilo: Mej. C. H. SCHA 111'', Amsterdam,
Sehoorldam: J. de JONG, Tilburg; Jb. BLAAUWBOER,
Winkel.
Spanbroek: T. van TALGERS, Alkmaar.
Wognum: P. de VRIES, Vries.
dubbel onverschoonbaar. Op dan allen. Toont u een levend,
zich zelf bewast Volk; bewijst dat ge prijs stelt op uwe
rechten als stemhebbende Burgersvervult uw plicht als
Kiezers! De waarde van elke stem is onberekenbaar. Wij
hebben het gezien, van ééne stem kan de uitslag afhangen.
Wien zult gij kiezen?
Hem die in het vorige jaar reeds voor vier jaren werd
benoemd. Laat men ons niet van wispelturigheid kunnen
beschuldigen. Zorgt door trouwe opkomstdat thans niet
de man verworpen wordtdien wij in het vorige jaar met
1212 stemmen hebben gekozen.
Om zijn land te dienen bij het leger, moest hij tijdelijk
de volmacht nederleggeu die gij hem hadt geschonken. Gij
alleen kunt hem die volmacht teruggeven Doet dat, doet
het met groote meerderheid.
Brengt daardoor hulde aan zijn vaderlandlievend gedrag.
Toont, dat gij zijne handelwijze, in het belang van de ver
deding onzer rechten als vrij en zelfstandig volk, weet te
waarderen.
Schenkt den man, dien het vertrouwen des Ivonings tot
een zoo belangrijke post riep, ook uw vertrouwen. Ver
sterkt den band. tusschen het leger en de natieen kiest den
Generaal tot Volksvertegenwoordiger!
Men zal u misschien zeggen, dat hij niet verkiesbaar is.
Dat is ONWAAR.
Men zal u misschien zeggendat hij thansals Generaal,
in het leger dient te blijven.
Weest er zeker van, hij zal zijn post niet verlatenhij zal
de betrekkingwaarom hij vrijwillig de Tweede Kamer ver
liet en voor zijn lidmaatschap bedankte, niet nederleggen,
vóór het gevaar geheel is geweken. Stelt hem alleen in de
gelegenheiddan terstond naar de plaats terug te keeren
waartoe gij hem verleden jaar hebt gcroepeu. Kiest den Ge
neraal W. J. KNOOP.
Geen ander iu zijne plaats.
Waartoe een ander, wanneer gij hem zeiven kunt kiezen?
Ook geen tijdelijk plaatsvervanger. Wilt gij na een paar
maanden weer naar de stembns worden geroepen
In geen geval kan de heer van Eoreest, zijn vroegere
t e g e n s t a n d e rthans zijn plaatsvervanger zijn.
Zoo gij den heer van Foreest kiest, zal hij bedanken,
zoodra de omstandigheden den Generaal Knoop zullen veroor
loven de actieve dienst te verlatenmaar zich weder
tegenover hem candidaat laten stellen.
Toen de Nieuwe Rotterdamsche Courant schreef, dat wij
den heer van Eoreest wel als tijdelijk plaatsvervanger zou
den kunnen kiezen, meende zij, dat hij zich later niet weer
verkiesbaar zou stellen. Nu dit anders blijkt, is haar raad
vervallen.
Kiest dus den Generaal
Hel bestuur der Centrale Kiesvereeniging
W. van der KAAY, te Alkmaar, Voorzitter.
K. BREEBAART, te Winkel.
S. KEIJZER Sz.. op Texel.
J. L. T. GRONEMAN te Wieringerwaard.
C' van VEEN, te Helder.
Ph. HULSTte Zuidscharwoude.
A. T. van AKENte Alkmaar.
J. C. de LEEUW, te Anna Paulowna, Secretaris.
Tot wakkerheid en ernstige plichtsbetrachting roept ons
de vreeselijke oorlog, die in onze nabijheid woedt, en die
ook Nederland dwingt zijn zonen onder de wapenen te bren
gen tot bewaking zijner grenzen. Onverschilligheid is thans
Een oorlog in 1870, met naaldgeweren, chassepofs en
mitrailleuses, met spoorwegen tot vervoer van troepen en
oorlogstuig, met legers die bij honderdduizenden geteld
worden, dat moet iets zijn, waar een volbloed oorlogs
man liet hart van open gaat. Dat is het spel der wapenen
spelen op groote schaal. Van zulk een oorlog mocht ver
wacht wordendat hij alle vorige in grootschheid van plan
breedheid van opvatting en onbekrompenheid van uitvoering
aahter zioh zou laten. En in dia opzichten heeft de tegen
woordige oorlog niet alleen aan de verwachting voldaan, maar
reeds de stoutste overtroffen. Zich te wagen aan een bere
kening van het aantal gesneuvelden en gekwetsten, is zeker
voor alsnog ongeradenof men zou vertrouwen moeten stellen
in de meest onbetrouwbare opgaven. Het Eransche blad le
Volontaire bij voorbeeld berekent het aantal gesneuvelden
gekwetsten, vermisten en gevangenen onder de Pruisen alleen
op ruim 186,000 man; maar dat is een Eransche berekening,
waarmee de Franschen elkander mogen troosten en bemoe
digen doch die voor ons alle waarde mist. Afgescheiden
echter van elke opzettelijke overdrijving of onnauwkeurige
opgave, moet het aantal slachtoffers van dezen oorlog aan
heide jijden reeds ontzettend zijnen nog is het einde niet
daar. Men vraagt elkander af, wat het zijn zal; en ofschoon
het niet meer twjjfelaohtig schijnt, welke partij het overwicht
zal behoudon, begrijpt men niet, hoe bij zooveel verbittering
en wraakzucht een vrede gesloten zal kunnen worden, die
toch voor de onderliggende partij vernederend moet zijn.
Duitschbind, de aangevallen en tot nog toe zegevierende
partijzal van zijn buitengewone krachtsinspanning en onge
hoorde offers vruchten willen plukken; zooveel bloed zal het
niet tevergeefs vergoten willen hebben, Terwijl zijn zonen bij
gansche rijen worden weggemaaidterwijl de bloem des volks
uit aUe standen dei' samenleving, van den koogsten tot den
laagstenin het vreemde land bij duizenden de gapende kui
len vult, vraagt de rouwende bevolking zich af: wat zal het
loon zijn voor zooveel opoffering? Eu zij eischt te recht een
waarborg voor de toekomstdat zij niet weer tot zulk een
strijd zal worden genoodzaakt.
Frankrijkde overmoedige aanvaller, die oorlog voert uit
ellendige jaloerschheid, uit eerzucht, uit schandelijken dorst
naar roem, om de eerste genoemd te worden onder de Staten
van Europa, ziet zijn grondgebied van Duitschers overstroomd,
zijn legerscharen teruggedrongeneen deel des lands in het
bezit des vijands. Hoe zal dit overprikkelde volk er toe kun
nen besluiteneen nadeeligenen bij gevolgomdat het de
aanvaller wasvernederende vrede aan te nementerwijl de
vijand nog in liet hart des lands huist?
Maar deze oorlog was immers onvermijdelijkzegt men.
Ja, waarom? Omdat in Erankrijk het Cesarisme op den troon
zit; omdat er een regeering aan het hoofd staat, die haar
steunpunt zoekt in wapenroem en gezag in Europa. Het
Napoleontisch Keizerrijk kan alleen bestaan door den volkswaan
te voedendat de Eransehen het eerste volk der wereld zijn en
moeten blijven, dat zij de richting moeten aangeven in Europa,
dat alle andere volken minder verlicht, minder ontwikkeld,
minder dapper zijn, en dat Erankrijk bij gevolg geroepenen
zelfs min of meer verplicht is zich met de zaken van andere
volken te bemoeienen er des noods de beschaving met be
hulp van bajonetten en mitrailleuses over te brengen. Het
Eransche volk is er toe gebracht, dat het oorlog wil voeren
voor een ideeen zich op dien waanzinnigen oorlogslust
beroemt. Het verklaart met ophef: wij zijn het eenige volk
dat voor een denkbeeld vecht. Een volk dat voor zijn plei-
zier Ten oorlog trektdat zich geroepen waant om overal de-
zaken van anderen te regelennu in Italiëdan in Rome
heden in Mexico, morgen in Spanje en in Duit.schland, zulk
een volk is van nature de rustverstoorder van Europa. Het
kan niet nalaten, nu hier dan ginds het kanon te laten spreken.
Maar zal men zeggen von Bismarck had toch Bene-
detti bedrogen, den Eransehen Keizer zeiven misleid en aan
de praat gehouden en met beloften gepaaiddie hij niet voor
nemens was te vervullen en ook niet vervuld heeft. En als
dit nu al eens onomstootelijk bewezen waszou het eeniger-
rnato den oorlog rechtvaardigen? Als een diplomaat meteen
ander diplomaat een nieuwe kaart van Europa teekent, plan
nen beraamten vooruitzichten opentwaardoor de ander
bewogen wordt hem in de volvoering van zijn plannen niet
te storen, is dat een aanleiding tot een oorlog? Aangeno
men, dat von Bismarclc de Eransche diplomatie, den Eransehen
Keizer zeiven heeft misleid, en daardoor Frankrijk bewogen
heeft in den strijd tusschen Pruisen en Oostenrijk, waar het
trouwens niets mee te maken had, onzijdig te blijvenrecht
vaardigt zoo iets een oorlog? Erankrijk beweert zelfs niet,,
dat de Pruisische regeering iets van die fraaie plannen heeft
goedgekeurd, eenige van die beloften of geopende vooruit
zichten heeft bekrachtigd. Wat moest het doel zijn van de
zen oorlog? Erankrijk heeft zelfs geen doel kunnen opgeven.
Het gevoelde zich gekreukt, ziedaar alles. Het wilde Pruisen
straffen voor zijn gebrek aan onderdanigheidhet wilde Pruisen
weer klein makenomdat het niet dulden kan dat er een
staat aan zijn grenzen ligt, die niet verplicht is zieh naar zijn
wenken te schikkendie onafhankelijk en inderdaad zelfstan
dig is.
Een oppervlakkige kennis van de geschiedenis der laatste
halve eeuw is voldoende om te begrijpen, dat in 1866 einde
lijk de eeuwenoude Duitsche kwestie is beslisten de gren
slagen zijn gelegd voor die door vele geslachten gedroomde,
afgebedenin verrukking bezongen Duitsche eenheiddie
niet kon steunen op twee elkander naijverige machten op
Pruisen en Oostenrijk te zameu maar op één van die beide.
Van die kwestie schijnt de Eransche regeering niets begre
pen te hebben; in elk geval had zij er niets mee te maken,
in 1866 evenmin als in 1870. Misschien heeft men het
noodig geoordeeld, dat een handig diplomaat door in de
diplomatie gebruikelijke middelen Erankrijk van een onge
paste tusschenkomst terughield. Een tractaat werd trouwens
niet gesloten; gesprekken tusschen von Bismarck enBenedelti
hadden plaatszelfs werd er een plannetje gemaakt op het
papier, waar later in werd veranderd en bijgevoegd. Ziedaar
alles. En nu zou de Eransche regeering zoo onnoozel zijn
van niet begrepen te hebben, dat beide partijen vrij bleven
Begreep zij dan nietdat men het loon bedingt bij de aan-
hieding van zijn diensten, en niet later? Juist dat het
tractaat niet gesloten werdbewijst dat beide partijen vrij
blevenErankrijk om tusschen beide te komen wanneer liet
verkoosen Pruisen om Erankrijk niets toe te staan. Denkt
men misschien, dat Keizer Napoleon een kind is en de Eransche
diplomaten argelooze duifjes, dat zij geloofd zouden hebben
dat Pruisen Erankrijk zou beloouen, als het zijn onzijdigheid
niet meer noodig had? Dat er geen tractaat gesloten is, be
wees duidelijk voor Erankrijks regeering toen reeds duide
lijk dat Pruisen voor Erankrijks onzijdigheid niets over had.
Wat van Frankrijk vóór den oorlog van 1866 verzocht zou
zijnzou alleen hierin hebben bestaan dat het Pruisen niet
zou tegenwerken. Pruisen heeft zich echter tot niets ver
bonden als loon voor die dienst van onthouding en stilzit
ten. En de Eransche regeering zou lichtgeloovig genoeg
geweest zijn om te meenendat Pruisen laterals het
Erankrijks onthouding niet meer uoodig hadtoch wel iets
zou willen afstaan! Dit komt mij zoo ondenkbaar voor, zoo
ten eenen male onaannemelijk, dat ik er mij over verwonder
hoe zoo'n verhaal nog eenigen ingang heeft kunnen vinden.
Als Pruisen had te kennen gegevendat het Erankrijks on
zijdigheid noodig had dan had Frankrijk wel van de gele
genheid gebruik gemaakt om zijn loon vooraf te bepalen
in den stevigen vorm van een overeenkomst.
Al mocht de Eransche regeering nu later begrijpen: ik ben
dwaas geweest dat ik mij voor mijn onzijdigheid in 1866 niet
heb laten betalen, en Pruisen kon nu wel zoo edelmoedig
zijn van mij toch iets te geven, al bespeurde zij duidelijk,
dat Pruisen haar vergauwd had eu nu geen open oor heeft
voor eenige belooningnog eenswettigt zoo iets in de
verste verte een oorlog Zij moest begrijpen, dat zij met de
Duitsche kwestie van 1866 niets te maken had zooals zij
trouwens zelve in dat jaar zeer te recht en op goede gronden
in hei Wetgevend Lichaam uiteenzette. Waarom Erankrijk
in 1866 onzijdig bleef, is natuurlijk niet met zekerheid te
zeggen. Zeker niet om de praatjes tusschen von Bismarck
en Benedetti. Misschien omdat de Keizer verwachtte dat
Oostenrijk en Pruisen elkander zouden vernielen eii onmachtig
maken, en dat hij zelf mogelijk nog zou geroepen worden
om als scheidsman op te treden en zoo ook iets voor zieh
zeiven te bedingen. Dit viel echter anders uit. Pruisen had
de Pransche bemiddeling niet noodig. EYankrijk stond eens
klaps voor Sadowa, even verrast als het overige Europa. Het
had niets aan te bieden, geen hulp, geen tusschenkomst, en
dus ook geen loon te bedingen. Het zag eensklaps aan zijn
grenzen een machtigen Duitschen staat verrijzen, waar het
op dat oogenblik stellig niet tegen opgewassen was. Eerst
daarna ging het chassepofs aanschaffen en zijn leger hervormen.
En wat zou het thans met den tegenwoordigen oorlog
willen Heeft Pruisen zich een slecht nabuur getoond
Heeft het Erankrijk benadeeld Had Erankrijk eenig ge
schil met Pruisen? Niets van dat alles. Er had zich geen
geschil opgedaan, dan dat Pruisen niet begreep waarom het
Duitsch grondgebied aan Erankrijk zou afstaan, en ook niet
wilde dulden dat anderen het aan Erankrijk verkochten.
Pruisen was geen Italië, dat zich Savoye en Nizza liet ont
nemen trouwens voor werkelijk verleenden en hoog noodigen
bijstand. Als eerste Duitsche staat, begreep het zijn verplich
ting, de bewaking en verdediging van den Duitschen grond.
Overigens leefden de beide volken in vredeen handelden
als goede buren. Maar het Cesarisme kan geen nabuur
dulden, die niet voor hem buigt of niet althans zijii overwicht
en voorrang erkent. Er was voor Rome en Karthago beide
geen plaats. Dat Karthago bestondwas genoeg om het
te gaan verwoesten. Zoo kan het Napoleontisch Cesarisme het
bestaan van Pruisen niet dulden. In het Wetgevend Lichaam
verweet de oppositie aan den Keizer, dat hij Erankrijks
eereplaats onder de volken van Europa niet naar behooren
handhaafde. Thiers, op wien het onafwisbaar verwijt blijft
kleven, dat hij steeds de oorlogskoorts bij de Eransehen heeft
gevoedduwde hem toe, dat hij de vergrooting van Pruisen
niet had mogen toelaten. Opgewonden soldaten in het kamp
van Chalons riepen hem toe: naar den Rijn, naar den Rijn!
Wat kon de Cesar anders doen dan die roepstem volgen,
ofeen anderen steun zoeken dan de volksvooroordeelen en
den wapenglans Hij koos het eerste.
W at moest deze oorlog uitwerken Duitschlands eenheid,
die eenmaal toeh tot stand moet komenweer gedeeltelijk
vernietigen Haar wording belemmerentegengaanen
daardoor nieuwe oorlogen doen ontstaan omdat de Duitschers
zeiven die eenheid zoeken Die dit laatste nog mochten
betwijfelenzullen thans wel overtuigd wordennu zij die
eenheid in al haar kracht aanschouwen tegenover den vreem
deling. En die eenheiddat werk van eeuwendie dure
vrucht van zooveel lijdenzoeken tasten en strijden dacht
Erankrijk te vernietigenom weer alleen te staan in den
eersten rang, als het Rome der oudheid, met zijn Cesar aan
het hoofd. W. v. d. K.
Den 20 heeft de regeering bij de Kamer een wetsontwerp
ingediend, tot het waarborgen, aan eene tusschen Antwerpen
en Nieuw-York opterichten stoompakketvaart, van een mini
mum van opbrengsten van 300000 fr. 's jaars. De blokkade
der Oostzeehavens maakt het tijdstip voor zoodanige onder
neming gunstig. De schepen dezer nieuwe dienst zullen een
inhoud moeten hebben van 3000 tonnen (Sedert 1853 be
staat reeds eene maandelijksche pakketvaart met schepen van
1200 tonnen tusschen beide plaatsen, waaraan het gouverne
ment eene subsidie van 1200 fr. voor elke heen- en terugreis
verstrekt).
De minister van eeredienst heeft de bisschoppen doen weten,
dat de besluiten van het concilie, en met name het dogma
van 's Pausen persoonlijke onfeilbaarheid, niet ten uitvoer
gelegd, afgekondigd of in de officiëele organen der geeste
lijkheid opgenomen mogen worden, voor zoo ver zij daartoe
het Placetum Regium niet verkregen hebben.
De regeering heeft aan de theologische en juridische facul
teiten te Munchen 11 vragen ter beantwoording voorgelegd
betreffende het concilie en de gevolgen van de door het
concilie genomen besluiten.
De Koning heeft, uit aanmerking der in denjongsten tijd
betoonde veelvuldige blijken van gehechtheid aan troon en
vaderland, eene amnestie verleend aan alle veroordeelden
wegens majesteitschennis, beleediging der leden van het Kon.
Huis, drukpers-delicten en overtredingen der wet op het
recht van vereeniging en vergadering.
OOSTENRIJK. Bij keizerlijke boodschap aan de Land
dagen worden deze vergaderingen aangezien het in de te
genwoordige omstandigheden noodig is de Vertegenwoordi
gers der monarchie te doen bijeenkomen, uitgenoodigd, zich
onverwijld met de verkiezingen voor den Rijksraad bezig
te houden. De regeering heeft de wenschen van den gali-
schen Landdag in rijpe overweging genomen en zal aan den
Rijksraad voorstellen doen om binnen de grenzen der Rijks
eenheid en met inachtneming der politieke omstandigheden,
daaraan zooveel mogelijk gevolg te geven.
De Senaat heeftmet 47 tegen 36 st., goedgekeurd de
door de regeering voorgestelde en door de Kamer van Af
gevaardigden aangenomen maatregelenwelke strekken moe
ten om 's lands financiën op een geregelden voet te brengen.
Bij decreet van den 23 is het ministerie voor de letteren,
wetenschappen en schoone kunsten opgeheven.
De transatlantische kabel van 1866. eenigen tijd geleden
niet ver van New-Eoundland op 2 plaatsen gebroken, is
volkomen hersteld.
Den 19 heeft in een steenkolenmijn bij "Wigan eene ont
ploffing plaats gehadwaarbij 20 personen zijn omgekomen.
KoioNiëN. De hertog v. Edinburgh, tweede zoon der
Koningin, heeft den 11 Juli de in de Tafelbaai bij de Kaapstad
aangelegde nieuwe dokken ingewijd, en is den 14 met zijn
schip Galatea naar Nieuw-Zeelana vertrokken.