Tweeenzeven t igste J aargang 1870 No. 42, ZONDAG 16 OCTOBER. #fficiccl Ocbccltc IJolittcfi (Ducrzicht. Sölckclijkschc Öci*ichtcu. Dclgie. Pruisen. ÜWurtenihcrg. Hosten rij k-llongni'i je. Italic. A L A A Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal 0,G5, franco per post f O,SO, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM*. COSTER ZOOR. C H I I. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een Bijblad. PROVINCIALE WATERSTA AT vanNOORDHOLLAND AANBESTEDING. Op Donderdag den October 1870. des namiddagsten half drie ure, zal aan het locaal van het provinciaal bestuur van Noordholland te Haarlem, bij enkele inschrijving worden aanbesteed Het driejarig onderhoud van den provincialen grindweg van den Huigendijk naar Ursem, uitmakende een gedeelte van den grooten weg der 2e klasse van Alkmaar naar Hoorn. gedurende 1871, 1872 eu 1878. De bestekken zijntegen betaling van 20 cents per exem plaar, verkrijgbaar aan het lokaal van het provinciaal bestuur voornoemd en aan het bureau voor buitenlandsche paspoorten op het Stadhuis te Amsterdam. Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij den Hoofdingenieur van den Waterstaat te Haarlem en bij den Ingenieur J. M. E. WELLAN te Alkmaar. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen, naar aanleiding van art. 11 van het reglement betref fende de Kamer van Koophandel en Fabrieken vastgesteld bij K.K. besluit van 9 November 1851 (Stbl. No. 112) ter kennis van de belanghebbenden Dat op Donderdag 17 November 1870, des morgens van 10 tot 1 ure, ten raadhuize der gemeente, do verkiezing zal plaats hebben van vier leden voor de Kamer van Koophan del en Fabrieken alhier, in vervanging van de heeren H. S. BlokT. I. Koorn en F. M Aghinadie als zoodanig met uit". December e.k. moeten aftreden, en van wijlen den heer D. de Wit Jz. die almede had moeten aftreden. Liggende de vastgestelde lijst, van kiesgeregtigden van at heden ter gemeente-secretarievan des morgens 9 tot 2 uur, ter inzage voor de belanghebbenden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 1-2 Oct. 1870. He Secretaris, NUHOUT van der VEEN Zijdie in aanmerking willen komen voor de betrekking van leeraar in de eerste gronden der Staatshuishoudkunde en van het Nederlandsche Staatsregt aan de Burgeravond school te Alkmaar, aan welke betrekking eene.jaarwedde van 100, verbonden is, worden verzocht zich vóór 1 Novem ber a.'s. aantemelden, onder overlegging van stukken, tot den Burgemeester dier gemeente. Onderwijs in die vakken wordt gedurende 1 a 2 uren 's weeks des avonds gegevenvan den tweeden Maandag in September tot den laatsten Vrijdag in Aprilterwijl er va- cantie is gedurende 10 dagen omstreeks Kersmis en 10 dagen omstreeks Paschen. De KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN te ALKMAAR maakt bekend, dat van Maandag 17 tot Zaturdag 22 October e.k., van 's voormiddags 10 tot's na middags 2 urein haar gewoon lokaal op het Stadhuister lezing zullen liggen: 1. Statistiek van den handel en de scheepvaart van het Ko ningrijk der Nederlanden over het jaar 1869, uitgegeven door l^t departement van finantiën. 2® gedeelte. 2. Verslag van den staat der Nederlandsche zeevisscherijen over 1869. 3. Verzameling van consulaire en andere bengten en verslagen over nijverheid, handel en scheepvaart 1870 I, 7 en 8. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voornoemd, Alkmaar, F. M. AGHINA, Voorzitter. 15 OctoberWli). J. P- KRAAKMAN, Secretaris. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de maand Julij 1870. Verzonden geweest naar: DuitschlandMev. van de VELDE, den BERGER, Bad Ems. Frankrijk: W. A. DOLFF, Parijs. POLITIE. Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voorhanden het navolgende gevondenealseen fluwelen ceintuur en een bril. Wat zal men schrijven over den ontzettenden oorlog, die nog steeds voortwoedt en waarvan men elkander met bezorgdheid afvraagtniet alleenwanneer zal hij eindigen? maar: hoe is het mogelijk hem te doen eindigen Met, wien. met welke regeering zal Pruisen kunnen onderhandelen en vrede sluiten? Wat zal er nog moeten gebeuren om de Franschen te leeren rede te verstaan Wanneer zullen zij zich plaatsen op het gewone standpunt van twee oorlogvoe rende volken waarvan het eene de aangevallen partijze geviert en het andere de aanvallerde nederlaag lijdt Welke nieuwe beschouwingen zal de schrijver van dit overzichtdie zich reeds meermalen over dezen oorlog met zijn lezers onderhield hun nu nog ten beste geven Hij wil liever hunne aandacht vestigen op een paar geschrif ten die onlangs het, licht zagen en ongetwijfeld aller ken nisneming verdienen: "Frankrijk's onrecht in den oorlog van 1870," door Mr. C. W. Opzoomer. en "De Oorlog van 187o! Frankrijk eu Duitschland. Onze verhouding tot bei den" door P. van Bemmelen. Frankrijk's onrecht. Wij hebben noodig ons dit te her inneren, nu wij zijn velden verwoest, zijn steden gebombar deerd zijn dorpen verbrand zijn kinderen gedood, verminkt en gevangen, of, van alles beroofd, in armoede en ellende zien rondzwerven en vluchten tot buiten zijn grenzen Nu wij het land overstroomd zien door vreemde legerbenden die zelfs zijn hoofdstad omsingelen. Parijs, het onvergelij- liggen kelijke, prachtige, smaakvolle, nauwelijks voltooide, nieuw gebouwde Parijs wie die het eenmaal heeft gezienja zelfs die het nooit heeft gezienmaar er immers toch zoo dikwijls van heeft gehoord denkt niet met weemoed, met innig smart gevoel aan die heerlijke bosschen, die reeds verbrand aan die lachende parken, die reeds verwoest zijn, aan die ruime, vroolijke straten en pleinenwaarop thans de burgers zoo goed mogelijk tot soldaten worden afgericht, aan die prachtige paleizen die tot hospitalen en lazaretten dienenaan die we reldstad in één woord, reeds door de gapende monsterka nonnen uit Krupp's beroemde fabriek bedreigd, ja op dit oogenblik misschien reeds meer dan enkel bedreigd? En met, nog dieper smart, denkt hij aan die onwetende, onbe zorgde, altijd misleide bevolking, die meent dat zij den zetel der beschaving beschermt tegen een aanval van roofzuchtige en bloeddorstige barbaren, als zij den onrechtvaardigst,en aller oorlogen tegen de Duit,sellers tot het uiterste blijft voort zetten, aan die bevolking, waaraan inderdaad veel vergeven moet worden, omdat zij werkelijk niet weet wat zij doet Frankrijk's onrecht. De heer Opzoomer herinnert, het onseu roept de ware oorzaak van Frankrijks schandelijken aanval op Pruisen in ons geheugen terug met deze woorden: "Men ziet, de eenheid van Duitschland, door de zegepralen //van Pruisen in 1866 stevig gegrondvest, en na dien tijd "langzaam maar krachtig opgetrokken, dat is het, wat Frankrijk "met wrevel vervult eu naar het slagveld drijft. Met welk "recht? Met schijn noch schaduw van recht. Wat gaat "de regeling der Duitsche aangelegenheden Frankrijk aan "Heeft. Frankrijk van Europaheeft het zelfs maar van een deel "van Duitschland een rechterambt, een oppergezag ter be slissing in hoogsten aanleg ontvangen? Is het geroepen om "in Europa een nieuwe voorzienigheid te spelen, en buiten "zijn eigen grenzen over andere volken recht te doen? Wat //roept Frankrijk tot een taak, waartoe noch Engeland noch "Rusland noch eenige andere mogendheid ziel geroepen "achten? Duitschland heeft zich niet gemoeid in ie belangen "van Frankrijk; het heeft den val van het koningschap, de "uitroeping dar republiek, de vestiging van het tweede kei zerrijk, het verkrijgen van nieuw grondgebied door afstand van Italiëzonder het minste verzet toegelatenwat recht "heeft Frankrijk, om Duitschland in de regeling van zijn //eigen huishouden te belemmeren Maar heeit men beweerd de oorlog was onvermij delijk; de volkshaat tegen Pruisen was in Frankrijk zoo groot, dat geen regeering den oorlog had kunnen voorkomen. Mis schien had men hem nog eenigen tijd kunnen weerhoudenen de vreeselijke uitbarsting kunnen verdagenmaar daardoor zou Europa slechts eenige jaren langer in spanning hebben ver keerd. Dan is liet inderdaad misschien maar beterdat de oorlog thans beslist en aan de pijnlijke onrust een einde maakt De heer Opzoomer wijst op de spanningdie nog voor wei nige jaren tussehen Frankrijk en Engeland bestond spreekt aldus //Wie herinnert zich niet uit vroeger jaren, ze "waarlijk nog zoo ver niet achter ons die telkens te- "rugkeerende oprakelingen van hetgeen men als den ouden "volkshaat der Franschen tegen Engeland placht, voor te «stellen Wie denkt niet, aan al die geestige Engelsche spot- //prenten tegen de luidkraaiende Fransche kolonels, wien de "hoop op een oorlog met het trouwelooze Albion, waarmee «nog zoo menige rekening was af te doenniet toeliet den slaap te vatten? Wie heeft het niet honderd en nog eens "honderd malen gehoord en gelezen dat niets in Frankrijk "zoo populair zou wezen als een krijg met Engeland? Wat »in zulke jaren van spanning een verstandige, een zedelijke "regeering te doen heeftbehoeft nauwelijks iemand te zeggen. "Het is tegenhouden alleenniet meegaanallerminst aan zetten. En waarlijk, een regeering, die van deze verplich ting een helder begrip Heeft en vast van zins is aan haar »te voldoen, zal haar edel doel, het wegsterven der volks- "vooroordeeleu en het bedaren der volksdriften, na korter of "langer tijdsverloop bereiken. Zij behoeft slechts liet middel "aan te wenden, dat overal doet slagen waar men niets anders zoekt dan waarheidrecht en liefdede verpreiding van "licht, van kennis onder alle klassen der maatschappij. Zij "behoeft de volken hun waar belang slechts te leeren kennen, "hen te leeren begrijpen dat het geluk van een volk niet in "de zwakheid en het onheil, maar in de kracht en de welvaart «van alle andere volken, zonder onderscheid, te zoeken is, "en langzamerhand zal de tegenzin slijten, de haat afkoelen, «en zal er vreedzame samenwerking zijn waar vroeger lage "Vijandschap was Wat, is er op het oogenblik nog overge bleven van die Fransche volkswoede tegen Engeland, die "nog vóór twaalf jaren de wapens deed kletterenalsof het "onmogelijk wasdat de vrede zou bewaard blijven waar eens zulk een spanning bestond Maar dan het Fransche volk zelf roept men uit dat is immers jammerlijk misleid en door zijn ellendigen Keizer tot dezen oorlog gebracht! Ach, dat het waar ware! Over dat hooggeroemde Fransche volk acht, de heer van Bemmelen zich geroepen eindelijk de waarheidde naakte waarheid te doen hooren. Slechts enkele opmerkingen kun nen hier plaats vinden. "De eigenwaan der Franschen zegt hijis soms naif en "doet ons glimlachen; maar zij is ook dikwijls onverdragelijk, "en daarbij alles behalve onschuldig, doch inderdaad gevaarlijk «voor andere volken. Verreweg de meeste beschaafde Franschen "gelooven vastdat zij niet alleen door hunnen krijgsroem »eene trenrige gloire! maar in alle opzigten liet eerste "volk der wereid zijnen dat zij aan de spits der beschaving "staanniet slechts in zaken van smaak en vormniet alleen "in modes en in het vervaardigen van smaakvolle prullen »maar in wetenschap, kunst en regtin sociale en politieke "ontwikkeling." "Frankrijk heeft eene wereldbeschavende roeping. Het is "dus ook geregtigd om de magtigste onder de natiën te zijn om zijnen heilzamen invloed overal te doen gevoelen "Om de andere volken huns ondanks en des noods met geweld "van wapenen te beschaven en aan zijne bescherming "en bemiddeling te onderwerpen." "De Fransehen zijn ook overtuigd van hunne eigene bemin- "ïienswaardigheidvan de sympathien die zij verdienen en dan "ook allerwege opwekkenvan de dankbaarheid die men hun "toedraagt of behoort toe te dragen. Zij spreken aandoenlijk //over zich zelve, en meenen dat zij die aandoening ook bij //anderen opwekkenalthans met uitzondering van een of //ander inhumaan en hatelijk volk, zooals vroeger de Engelschen //en thans de Pruissen. Maar Polen, Italianen, Spanjaarden, "Denen, Nederlanders, allen zijn vol van sympathie voor //Frankrijk, en tegelijk thans vol van afkeer van de Pruissen." //Frankrijk is bevoegd om zich de Rhijngrenzen en alle -/andere natuurlijke grenzen door verovering te verschaffen? //het, heeft regt op alle naburige landen waar de Fransche //taal min of meergesproken wordt; het mag ook Duitsche, Vlaam- "sche. Nederlandsche en andere aangrenzende streken tot //heil der bewoners bij Frankrijk inlijven; het is geregtigd om //alles te hernemen wat het ooit bezeten heeft; en het heeft »in het bijzonder eene onbetwistbare aanspraak op al wat tot //het eerste Fransche keizerrijk heeft behoord. Maar de terri- "t.oriale integriteit van Frankrijk moet door alle andere "mogendheden worden geëerbiedigd. Wat Frankrijk eenmaal //aan een ander volk ontnomen en met zich véreenigd heeft //mag door dit andere volk niet worden teruggenomen. Terwijl "Frankrijk bijv. alles mag terugnemen wat het vóór den //eersten of den tweeden Parijschen vrede van 1814 en 1815 //van Duitschland bezat, is Duitschland in geenen deele gereg- "tigd om de halfduitsch gebleven gewesten Elzas en Duitseh //Lotharingen weder aan Frankrijk af te nemen. Ook na een //ongelukkigen oorlogom welke redenen dan ook door «Frankrijk gevoerd en door invasie en oeeupatie van zijn grond- //gebied gevolgd, zou het een misdaad van lèse-lmmanité zijn, «indien een duimbreed gronds aan Frankrijk werd ontroofd. "Wat ook gebeureaan Frankrijk mag niet geraakt worden. //Verder, Frankrijk kan niet, beperkt worden in de keuze zijner //oorlogsmiddelen. Het behoeft zijne krijgslieden niet door "uniform, officieren of wapens tot soldaten te stempelen; //ieder Franschman. die den vijand aanvalt, moet als soldaat //worden geëerbiedigd. Vreemde mogendheden daarentegen //hebben geen regt om Fransche vestingen, waarin zich eene //vreedzame bevolking en kunstgewrochten bevinden, te beschie ten. Dit oorlogsregt beeft alleen Frankrijk tegen zijne vij- //anden. Eindelijk, wanneer Frankrijk als aanvaller op zijn "eigen gebied mogt, zijn teruggeworpen, dan behoort de vijand //met dit resultaat tevreden te zijn en het is hemeltergend "dat hij van zijne zijde Frankrijk invadeert. De wederstand //van Frankrijk tegen zoodanige invasie is geen gewone, maar //een heilige oorlog. Men moet nimmer vergeten dat de ove- //rige volken tegenover de Franschen eigenlijk barbaren zijn." Dat alles en nog veelmeer mogen wij bedenken, als wij de Duit- scbersna al de smartelijke offers die deze oorlog bun heeft gekost, eindelijk afdoende waarborgen zien eischen voor hunne eigene veiligheid tegen het volk dat hen en hun land in den loop der eeuwen herhaaldelijk heeft mishandeld en verwoest, vertrapt, vernederd, verdeeld en overheerscht. De Franschen moeten leeren inzien - de rust van Europa eisclit het dat zij niet meer zijn dan een ander volkmet gelijke maat mogen gemeten worden, eu ook kunnen ondergaan wat zij zoo me nigmaal andere volken hebben doen ondergaan. Verdient dan het denkbeeld om den Elzas en Lotharingen van Frankrijk te scheiden en tot een onzijdigen staat te maken, of bij Pruisen, althans bij Duitschland in te lijven, onze goed keuring? Neen; doch om andere redenen dan de Fransehen, en anderen inet hendaartegen plegen aan te voeren. Als men tegen een staat hetzelfde recht toepast dat hij tegen een anderen staat wilde doen geldendan heeft die staat geen recht om zich te beklagen. Het groote Pruisen was een voortdurende bedreiging voor Frankrijkzei men te Parijs eu dit was een voldoende reden om Pruisen wat kleiner te maken en het een oorlog aan te doendiewanneer hij ge lukkig gevoerd was, zonder twijfel ook aanhechting van Pruisisch grondgebied bij Frankrijk ten gevolge zou gehad hebben. Dat Pruisen een bedreiging voor Frankrijk was was in elk geval slechts een meeningeen vermoedenmijns inziens een ongegrond vermoedenmaar aangenomen zelfs dat bet vermoeden niet zonder grond wasvoor de Duitschers is bewezendoor feiten bewezendat bet groote Frankrijk inderdaad een bedreiging voor Duitschland is. "VV at kunnen de F'ransclien antwoordenals Pruisen het daarom wat kleiner wil maken door afneming van grondgebied De opmerking door de Arnhemsche Courant onlangs gemaakt dat men aan Pruisen zou willen vergeven wat men in Frank rijk veroordeeldeis daarom ook niet j uist. De toestand is voor beide staten niet dezelfde. Dat iemand Frankrijk veroor deelde, omdat het Pruisen wegens een gewaande bedreiging kleiner wilde maken, verplicht hein nog niet nu ook Pruisen te vcroordeeleuomdat het wegens een werkelijken aanval thans Frankrijk kleiner wil maken. Weinig doordacht is ook de vergelijking van de oorlogvoerende partijen in hetzelfde blad met twee particuliere personen, waarvan de een door den ander wordt, aangevallen. Iemand wordt door oen roover aangevallen, zegt de Arnh. Ct., en biedt weerstand. Goed, hij is in zijn recht. Er ont staat een worsteling, en het blijkt dat de aangevallene sterker is dan de aanvallernu mag bij hem in bedwang houden; maar als hij hem daarenboven nog een hand of een arm afslaat om voor liet vervolg eiken aanval onmogelijk te makendan gaat hij verder dan geoorloofd is, en pleegt hij onrecht. Hij had hoogstens het recht den aanvaller aan de politie over te leverenzegt de Arnh. Ct. Uitstekend maar als er nu eens geen politie bestondwat dan Dan zou het van den aan gevallene toch wat veel gevergd zijnden aanvaller maar al tijd vast te moeten houdenhij zou op middelen bedacht moeten zijn in het belang van zijn eigen veiligheid, en bet zou kunnen zijn dat daartoe gevangenhouding of verminking van zijn tegenpartij noodzakelijk was. Over de volken waakt geen politie. Al bestaat er een volkenrechtde rechtbank die uitspraak doet ontbreekten al bestond die rechtbank, er is geen macht die de vonnissen ten uitvoer legt, die de orde handhaaft, rustverstoring voor komt, en voor gewelddadige aanrandingen beveiligt. De volken moeten wat men noemt hun eigen rechter zijn. Eigen richting in het particuliere leven ongeoorloofd is voor de volken dikwijls noodzakelijk. Men noeme dit, vrij een treu- rigen, een ellendigen toestand, het is de toestand der volken in het beschaafde Europa der negentiende eeuw. Of waar was de politie die Pruisen beveiligde tegen den aanval van Frankrijk, en die het later zal beveiligen, als de gelegenheid voor Frankrijk gunstiger zal zijn om zich te wreken over WoerthStraatsburg en Sedanzooals het steeds begeerd heeft zich te wreken over Waterloo? Medelijden is de natuurlijke aandoening die ons jegens de Fransehen vervult, maar medelijden behoort ons evenzeer te vervullen voor de Duitschers. De jammeren van den oorlog worden niet alleen door de onderliggende partij gevoeld. Dat Duitschland waarborgen verlangt tegen een herhaling van zulk een strijd, waarborgen voor eigen rust en veiligheidis niet onrechtmatigmaar elk middel om dat doel te bereiken is daarom nog niet doeltreffend en geoorloofd. Afscheuring van den Elzas en Lotharingen van Frankrijk zoo niet de bewoners zeiven daarin toestemmen is onrechtniet tegen over de Fransche regeeringmaar tegenover de bevolking dier gewestenen zou onrust in plaats van veiligheid, wrok in plaats van berustingoorlog in plaats van vrede telen. Men zou een ongeoorloofd middel gebruikenen daarenboven zijn doel niet bereiken. W. v. t>. K. Den 11 is te Mcclielen eene bijeenkomst van belgische catholieken gehouden, ten einde te protesteeren tegen de te Rome voldongen feiten. Zij werd door den aartsbisschop van Mechelen voorgezetenen bijgewoond door den aarts bisschop van Calcutta en den vicaris van Buffalo. Het op gestelde protest is met alg. st. aangenomen. De minister van binn. zaken heeft het houden van vee markten in de provincie Luxemburg en den invoer van run deren, schapen, versch vleesch, horens, voeder enz. over de oostelijke en zuidelijke grenzen verboden. Den 8 heeft de rechtbank te Celle in eerste instantie uit spraak gedaan in de zaak van het Langensalza-gedenkteeken en heslistdat de militaire overheid het pleinwaarop het gestaan heeftontruimen en aan den eiselier de uit de on rechtmatige inbezitneming ontstane schade, alsmede de pro ceskosten, vergoeden moet. De liberale partij Heeft den 10 te Stuttgart eene vergade ring gehoudenwaarin de wensch is uitgesprokendat op den grondslag der constitutie van het N.d.-Verbond eene gemeenschappelijke wetgevingeene gemeenschappelijke ver tegenwoordiging bij de buitenlandsche hoven en een veree- nigd leger zouden verkregen worden. Volgens de jongste volkstelling telt de monarchie bijna 30 miljoen inwonersCis-Leithanie 20,420,000, de landen der kongaarsche kroon 14,326,000, de Militaire Grenzen 1,197.000. Oostenrijk. Het ontwerp-adres van antwoord der czeckische meerderheid van den boheemschen Landdag is met alg. st. aan genomen nadat de minderheid gevolg gegeven bad aan hare bij monde van dr Herbst gedane bedreiging, dat zij de zaal zou verlaten, indien niet dadelijk tot, liet verkiezen van Af gevaardigden voor den Rijksraad werd overgegaan (De ver daging van den Landdag en de uitschrijving van recht,- streeksche verkiezingen voor de boheemsche leden van den Rijksraad is reeds in ons vorig Nr. vermeld). Hongarije. Prins Karageorgewich is den 6 te Pesth, wegens gebrek aan bewijs, vrijgesproken van de beschuldiging van medeplichtigheid aan den moord van Vorst Michaël van Servie, op 10 Juni 1868. De genl. Cadorna heeft een post- en telegraaf-bureau ter beschikking van den Paus gesteld en voor eene vrije gemeen schap ter zee voor Z. II. gezorgd. De Paus heeft echter deze aanbiedingen van de hand gewezen. De geheele uitslag van het plebisciet in de romoinsche provinciën is deze: er waren 167.548 stemgerechtigden, van welke 135,291 gestemd hebben: 133,681 met „ja," 1507 met „neen"; 103 stemmen waren van onwaarde. Te Rome woei op den dag der stemming uit de meeste huizen de driekleu rige vlagmannen en vrouwen droegen de nationale kleuren en cocardes. De stemmenden begaven zich in corporation met muziekcorpsen en vaandels onder het gej uich des volks, naar het Kapitool. De groepen der uitgewekenen der offi cieren en soldaten van romeinscke afkomst en der burgers uit de Leontijnsche staddie door hunne tegenwoordigheid wilden protesteeren tegen de bij de capitulatie ten aanzien van dat kwartier gemaakte schikkingwerden vooral levendig toegejuicht, 's Avond was de staduit eigen beweging schitterend verlicht. Bij het uitreiken der kiezerskaarten op de 3 vorige dagen, was bij elk stembiljet een exemplaar van het koninglijk statuut van Karei Albert, den grondslag der italiaansche staatsregelinggevoegd. De Koning heeft deu 9 de commissie, welke van den uit slag van het romeinsche plebisciet kwam kennis geven, ont vangen, en daarna een besluit uitgevaardigd, waarbij Rome en de romeinsche provinciën in het italiaansche Koningrijk worden opgenomen. De Paus zal de waardigheidde on schendbaarheid en de persoonlijke prerogatieven van eenSou- verein behouden. Bij eene wet zuilen de bepalingen worden vastgestelddie den Paus zijne onafhankelijkheid en de vrije uitoefening van zijn geestelijk gezag moeten waarborgen. De genl. Lamurmora is benoemd tot gouverneur der nieuwe ge westen. Er is eene amnestie verleend aan eenige staatkundige misdadigers. De generaal Lamarmora is den 11 te Rome aangekomen en door de volksmenigte met gejuich ontvangenbij heeft eene proclamatie uitgevaardigdwaarin hij den wil der regeering te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1870 | | pagina 1