1
No. 45,
Pweecn z even t igsl e
Z O M A G
6 N O V E M B E U.
.V 1 fêfelö?
#ffictccl IQcbccttc.
Paardenmarkt 9 November 1870.
Politiek <*>ucvzicht.
®SHckclijk0che IScricfttcn.
Shiiticlilaiul.
Oofutenrijk-ïlongarijc.
Xwiticrland.
alio.
K
A IN T
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal O,Gó, franco per post f ff.&G,
afzonderlijke nommers Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM*. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een Bijblad.
Aan de Kiezers in het district Alkmaar,
ter benoeming van leden voor do Tweede
Kamer der Staten-Goneraal.
Men heeft bij gelegenheid van de laatste verkiezing ge
tracht, mijne steeds gevolgde strikte onpartijdigheid in ver
denking te brengen met betrekking tot het verkiezingswerk.
Gij hebt regt te welenwat daarvan is
Vrijdag 21 Oct., des avonds omstreeks 10 ureheeft zich
de stads-aanplakker bij mij aan huis aangemeld, een biljet
overhandigd en namens den heer van der Kaay gevraagd
of hij dit morgen ochtend om 5 ure mogt aanplakken. Ik
zag het biljet even in en bemerktezonder het gelezen te
hebben, dat het eene aanbeveling betrof voor dhr. Mr. H. O.
C. L. Janssens tot lid van de 2e. Kamer.
Wetende, dat het aanplakken van biljetten bij plaatselijke
verordening is geregeld, welke verordening in mijne kamer op
het Raadhuis geborgen was; mij niet herinnerende, als niet door
mij geconcipieerdof de vergunning daartoe moest worden
verleend door den Burgemeester, door Burgemeester en Wet
houders of door den Commissaris van Politie; indachtig de
verschillende circulaires van den Heer Commissaris de3 Ko-
nings in dit gewestwaarbijook namens den Minister van
Binnenlandsche Zaken Ileeren Burgemeesters worden uit-
genoodigd zich niet met de verkiezingen 1e bemoeijen,
gaf ik den aanplakker te kennen, onder teruggave van het
biljet, dat dit morgen zóó vroeg niet kon geschieden, want
dat ik het eerst eens moest nazien.
De aanplakker hernam dat mijnheer van der Kaay ver
langde, dat het morgen ochtend om 5 ure werd aangeplakt,
vóór de markt gehouden werden dat hij er ook al mede
bij den Commissaris van Politie was geweestdie het niet
wilde vergunnen, zonder dat ik het goedkeurde, waarop door
mij is geantwoordZeg aan mijnheer van der Kaay, dat het
Gemeentebestuur zich daar nu niet mede kan bemoeijen, niet
omdat het eene aanbeveling van mijnheer Janssens betreft,
maar dat ik hetzelfde zou doen als het mijnheer van loreest
betrof.
Nadat de aanplakker zich had verwijderd, is hij omstreeks
's avonds 11 ure bij mij aan huis teruggekomen, heeft de
dienstbode een biljet overhandigd en verzocht aan mij te
zeggendat mijnheer van der Kaay er bij blijft, dat de bil
jetten morgen aangeplakt worden, waarop ik haar verzocht
'aan den aanplakker het biljet terug te geven en te zeggen
dat het goed is, als de aanplakker het maar niet doet.
Den volgenden morgen begaf ik mij naar het raadhuis,
nam kennis van den inhoud der verordening en bemerkte, dat
biljettenniet bij de verordening genoemd, geviseerd moeten
worden door den Commissaris van Politie, alvorens aange
plakt te worden. Ik verzocht dien ambtenaar des morgens
omstreeks 10 ure bij mij te komen en deelde hem mede,
dat ik niet begrijpen kon, waarom hij gister avond zóó laat
den aanplakker aan mijn huis had gezonden om over dat
biljet te spreken, want dat ik er niets mede te maken had,
aangezien art. 3 der verordening het aan zijne prudentie
overlaatbiljetten wel of niet te viseren zoodatwanneer
ik Commissaris van Politie was en het aan mijne prudentie
was overgelaten, alsdan zonder vergunning van den Burge
meester zou viseren of niet viserennaar mate het mij voor
kwam goed of niet goed te zijnen wanneer de Burge
meester zich niet met dat visum kon vereenigen en mij daar
over onderhield dan zou ik hem zeggendat ik naar mijn
beste weten gedaan had en voortaan zou blijven doentot
dat de verordeninggewijzigd zijndehet viseren van bil
jetten aan een ander opdraagt.
De Commissaris van Politie heeft daarop geantwoord, dat
hij het gedaan had, omdat het met de verkiezing in verband
stonden dat het misschien beter ware geweest, als hij zelf
even met de verordening bij mij was gekomen, maar dat hij
dit had nagelaten, omdat het reeds zoo laat was. Nadat ik
dien ambtenaar had gezegd, dat ik er voortaan niets mede
te maken wilde hebben en hij zich verwijderd had, heb ik
den aanplakker gezegddatwanneer hij voortaan van in
gezetenen biljetten had aan te plakkenhij dan in zijne in
structie moest zien, of ze geviseerd moesten worden of niet;
in het eerste geval ze niet, moest aanplakkenvóór dat ze
geviseerd waren door den heer Commissaris van Politie, zon
der daartoe aan mij vergunning te vragenwant dat de
verordening het oordeel daarover uitsluitend aan den Com
missaris van Politie heeft opgedragen.
Ik ben dien dag tot des namiddags half drie ure op het
raadhuis geblevenzonder dat de heer van der Kaay zich
bij mij heeft aangemeld om over deze aangelegenheid te
spreken en vernam des avonds uit de Alkrn. Courant het be
kende bcrigtdoor hem onderteekend.
Maandag daarna is van het bovenstaande mededeeling door
mij gedaan in de vergadering van Burgemeester en Wethou
ders aangezien het betrof de uitvoering van eene gemeente
verordening zonder dat dit aanleiding gaf tot veel discus
sie hoofdzakelijk werd opgemerktdat men dergelijke bil
jetten op vele plaatsen aanplakt.
De Voorzitter van het Hoofdkiesdistrict Alkmaar,
A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen bij deze ter kennis der verlofgangers der nationale
militie, in voldoening aan de daartoe ontvangen uitnoodiging
van den heer Commissaris des Konings in deze provincie
naar aanleiding van een schrijven van Z.E den Minister
van Binnenlandsche Zaken, dat voor hen geenerlei verpligting
bestaat tot deelneming aan de oefeningen van vercenigingen
tot bevordering van 'stands weerbaarheid, wanneer zij daartoe
worden uitgenoodigd, maar dat het vrijwillig deelnemen
die oefeningen geheel aan hen wordt overgelaten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
31 Oct. 1870. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN
Sollicitanten naar de betrekking van HOOEDON DER-
WIJ ZERES aan de openbare school voor uitgebreid lager
onderwijs voor meisjes te Alkmaar, aan welke school onder
wijs wordt gegeven in de vakken vermeld in art. 1. ai, k,
n, o, p der wet van 13 Aug. 1857, worden verzocht de bij
artikel 21 dier wet voorgeschreven stukken intezenden vóór
25 November 1870, franco aan den Burgemeester dier ge
meente.
Aan die betrekking is verbonden eenejaarweddevan/1500,
eene toelage van 100,voor schoonhouden en verwarmen
der schoollokalen, eene toelage van f Lper kwartaal voor
elke leerling boven het getal van 50 (op 15 October 1870
bedroeg het getal leerlingen 65) benevens vrije ruime woning,
ingerigt voor het houden van pensionaires. Sollicitanten
niet voldaan hebbende aan het voorschrift van art. 21 der
wet worden niet tot het vergelijkend examen opgeroepen.
Burgemeester en Wethouders van Alhmaar,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
5 Nov. 1870. De Secretaris,
NUHOUT vander VEEN.
B E V O L K 1 X G.
Dn onderstaande personen worden in hun belang verzocht
zich binnen acht dagen ter gemeente-secretarie aantemelden:
Cornelia Gulp, laatste woonplaats BlokzijlJan Pieter de
Broekert1. w. BloemendaalJan Mulder, 1. w. Hilversum;
6lazina van Ammirren1. w. Vollenkoven Hendrik Basstra,
1. w. SneekAicolaas van der Kin1. w. GoudaCornelia
van Wieringen1. w. BeverwijkA. 11. Klugt1. w. Am
sterdam; Hendrik Molenkamp, 1. w. IlaringcarspelEvert
Schaap, 1. w. Weesp.
VERKIEZING van vier Leden van de Kamer van Koop
handel en Eabriekenop Donderdag 17 November 1870,
des morgens van 10 tot 1 urein vervanging van de hoeren
H. S. Blok, T. L. Koorn, P. M. Aglnna en D. de Wit Jz.
POSTERIJEN.
De Directeur van het Postkantoor te Alkmaar brengt ter
kennisse van belanghebbenden, dat de verzending der corres
pondentie naar Nederlandsch-Indie, tot nadere beschikking
zal plaats hebben
over BRINDISI
des Vrijdags om de 14 dagen, te beginnen met Vrijdag 4
November, 's morgens 7 uur,
over MARSEILLE,
des Dingsdags om de 4 wekente beginnen met Dingsdag
22 November, 's morgens 10 uur.
over TRIëST
des Woensdags om de 14 dagen, te beginnen met Woens
dag 3 November, 's morgens 7 uur. Drukwerken en mon
sters, die op den loatstenoi vóórlaatsten dag van het vertrek
der post ter verzending worden aangebodeu zijn onderwor
pen aan een verhoogd frankeergeld van 2 j eent per 40 grammen
De Directeur voornoemd
GOUWE.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de le. helft der maand October 1870.
J. VASTENRIJK, Alkmaar; E. van VLIET. H. LU-
THEN. VASTENHOUT, Amsterdam, J. H. RALER, Dirks-
horn, HEZING, Geertruidenberg; J. de RIDDER, KLAUS-
SEN, 's Gravenhage; J. J. WEERMAN, Leiden; Wed».
L. de VRIES, Makkum, J. DRUIJE, Nijmegen; BIJL;
P. de BRUIN, Rotterdam, G. van GEMBER, Rlnjnburg,
TRIJNTJE RIENK, Schoorl; B. van de MEIJER, Til
burg, TROMP, Uitgeest, S. COOIJER, Utrecht, A. A.
KOSTER, Zaandijk, A. KISTE, ZuidscharwoudeH. MIJ-
ZEND, J. ten BOOM Ezn., P. OTT, zonder plaats van
bestemming.
Van de hulpkantoren
BergenJ. VOSKAMP, Haren, J. van 't WOUT, Haarlem.
Egmond aan Zee: D. SPRUIT, Allo.
Wognum: Jb. van SOELEN, Willemstad.
Heere God verhoor de bede
Die het zuchtend menschdom slaakt
Geef ons, Vader, vredevrede
Eer ons herfst en winter naakt.
Uit hoe menige beklemde borst zal die bede zijn opge
stegen toen de zomer nog de velden tooidede rijpende
oogst de vlijt van den landman met rijke vruchten beloofde
te loonenen de brandende zonnestralen den vermoeiden
krijgsman op zijn langen tocht deed smachten naar een teug
waters. De zoiner ging voorbij, maar de menscli bleef oor
logvoeren brandenvernielendooden de mensch die,
waanzinnig voortgejaagd
Den gaard ter woestenij hervormt
En iedre bloem ter neder stormt
Die nooit één zweetdrop had gevraagd
Maar steeds hem voor te komen zocht
Door spoedig 't hoofdjen op te steken
En dit alleen scheen af te smeken,
Dat hij haar schoonheid sparen mocht.
De herfst schudde de bladeren van de hoornen en spreidde
ze uit over het graf van duizenden krijgers, mannen in den
bloei of in de kracht des levenswier verwrongen gelaats
trekken getuigden van hun hangen doodstrijd wier verstijfde
hand krampachtig den laatsten brief omklemde van vrouw of
kindwier gebrokeu oog roerloos bleef gericht op het por
tret der geliefde. Vuriger klinkt de bede om vrede naar
den hemelstormen gieren door de verwoeste en verlaten
woningen
Gansch 't aardrijk rouwtde keenden schreien
Doen wolkenbreuken nederslaau
Bij stormenals om 't bloed te koelen
Of in den stortvloed weg te spoelen
Uit de oogen weg van zon en maan,
Die zwijmend aan den hemel staan.
Ook de herfst zal weldra voorbij zijn, en de winter nadert-
Vredevredesmeeken duizenden bij duizendenmaar de
oorlog woedt voortde mensch blijft branden vernielen
dooden. Nieuwe legerscharen vervangen de gevallene, maar
ook voor haar zijn er nog patronen genoeg, om ze op hare
heurt te doen vallen. Waarom zou de strijd eindigen
Het zegevierende Dnitschland heeft zonen in overvloed,
brandende van begeerte om het zoo goed begonnen werk te
voltooien en Frankrijk hoort slechts hoe zijn tegen
woordige regeering het volk toespreekt: "Franschen! verheft
uwe zielen en uwe besluiten tot de hoogte der vreeselijke
gevarendie zich over het vaderland uitstorten. Het hangt,
nog van ons afden tegenspoed moede te maken en aan het
heelal te toonen wat een groot volk is, dat niet wil onder
gaan en welks moed te midden der rampspoeden zelfs stijgt."
Wie spreekt van vrede Niet de strijdende partijen. Mis
schien eene of andere moeder, bekommerd over haar zoon
die als franc-tireur over de velden dwaalt. Misschien een
weenencle vrouw, die in den langen slapeloozen nacht luis
tert naar het gieren van den winden aan haar echtgenoot
denkt die op de voorpost de dreigende wolken ziet heen
trekken over het belegerde Parijs. Misschien neenniet
misschien zeker duizenden en tienduizenden aan weerszijden
van dien Rijnstroom, dien men nu eenmaal maar niet als
grensscheiding dulden kan tusschen Gallic en Germanië.
Maar nauwlijks durven zij liaar innigsten zielewensch elkan
der toefluisteren. Zij worden overstemd door die W acht am
Reindie ondertusschen haar wachtpost reeds lang voorbij
isen de enfants de la Patrie, die nog altijd geloovig hun
jour de gloire verbeiden. Arme moeder, zwakke vrouw
hebt gij dan geen vaderlandsliefde Denkt aan dien ouden
Pruisischen officier, die na den slag bij Leipzig door den Ko
ning werd gevraagd, hoe het hem en zijn vier zonen ging die
hij in het leger gebracht had. «Het gaat ons goed"
antwoordde hijen bleef een oogenblik steken voegt de ge
schiedschrijver er hij '/mijne zonen zijn allen voor Uwe
Majesteit gevallen." - "Niet voor mij riep de Koning
//niet voor mij wie zou dat kunnen verdragen maar voor
liet vaderland."
De strijdende partijen spreken het minst van den vrede,
en wie zal dat vreemd vinden Weet gij dan niet dat, het
Fransche volk schier krankzinnig is op het punt van den
nationalen roem Hebt gij het niet opgemerktdat met de
republiek ook de herinneringen zijn opgewekt, aan dien opstand
in massa van 1794, die de verdrijving der vreemdelingen van
den Franschen bodem ten gevolge had Hoeveel is er noo-
dig om het volk, dat vast geloofde aan zijn overwinlijkheid
aan zijn voorrang in moed, in krijgskunstin alles in één
woorddat droomde van een militaire promenade naar Ber
lijn te doen berusten in een afstand van Fransche vestingen
en Fransche provinciën aan den gehaten, geminachten Pruis?
De wanhoop is tot alles in staat.
En de overwinnaars? Zijn mensch en, diepovertuigd
van hun recht diep gekrenkt over den geheel ongerechtvaar-
digden aanval van een overmoedigen en wraakgierigen
vijand. Toen Duitschland werd aangevallen, zijn do geesten
der mannen van 1813 uit de oude graven gestegen. Met het
volste recht konden zij verklaren, dat zij geen veroverings
oorlog voerden, maar voor eigen vrijheid en onafhankelijk
heid ten strijde togen. Zij wachtten een hangen, langen strijd
in het hart des lands. De uitkomst was anderszij over
wonnen maar de vijand bleef hardnekkig tegenstand bicden,
versmaadde alle onderhandeling tenzij op voorwaarden die hi;
zelf verlangde voor te schrijven verklaarde minachtend van
geen vrede te willen hoorenzoolang de laatste indringer
niet over de grenzen was teruggedreven. Gelooft gij niet,
dat nu ook de geest van 1814 en 1815 is ontwaakt, toen
staatslieden als IIardenberg en Castlereagh ook bij her
haling vermaanden den vreeselijken vijand toch niet tot vol
slagen wanhoop te tergenmaar Bluciier geen ander ant
woord had dannaar Parijs Gevoelt gij het nietdat
het volkdat zoovele opofferingen deedook tastbare voor-
deelen wil zientastbare waarborgen dat het voortaan vei
lig kan zijn? De herinneringen aan 1813. 14 en 15 zijn
in de laatste jaren in Duitschland levendiger geweest dan
ooit te vorenniet slechts sinds 1866, niet bij de staatslie
den, maar bij het volk. Reeds jaren geleden werd Pruisen
door de Parijsche bladen getergd, ontrust en verbitterd, reeds
vóór en na do inlijving van Savoie en Nizza werd de loer
der natuurlijke grenzenmet onmiskenbare toespeling op den
linker Rijn-oever, door den derden Napoleon gepredikt Zoo
lang die geieimzinnige en verraderlijke Europeesche boedel
redder op den Franschen troon heeft gezeten, is Duitschland
zich bewust geweest van gevaar, heeft het een voorgevoel
gehad van den dag, waarvan men niet wist wanneer hij zou
aanbreken, maar waarvan men zeker geloofde dat hij eens
zou komenen hebben vaderlandslievende mannenbij alle
verschil over zoovele volksbelangen, een geest van eensgezind
heid helpen aankweeken omtrent de verdediging van den
Duitschen bodem tegen de Fransche adelaarsals eenmaal
de Pruisische trom zou geroerd worden aan den Rijn.
Daarvan getuigeom één voorbeeld te noemen, het slot der
drie voorlezingen in 1860 door den Hoogleeraar von Sybel
te Munchen gehouden, dat met eenige bekortingen hier volgt:
«Toen de Pruisische Generaals in den avond van den 30sten
Maart 1814 op den Montmartre stonden, zwijgend verzon
ken in de geweldige herinneringen wier reeks hier roem
rijk besloten werd daar komt op eenszonder geroepen
te zijnoverste Below met zijn regiment Lithauer dragon
ders de helling op en rijdt op zijn gemak in eenen langen
optogt dezen kam der hoogte langs. Toen York hem gram
storig toeroept wat dit beduidtzegt hij "Excellentie dat
heb ik aan mijne mannen reeds in Tilsit moeten beloven
dat. zij Parijs zien zouden."
"Mogewanneer eens weder het gevaar aan de deur van
het huis kloptonze sterkte eensgezind en onze eensge
zindheid sterk zijn; moge elk van onze stammen met, oot
moed aan zijne eigene foutenmet achting aan de verdienste
der bondgenootenmet hoogmoed aan den roem des vader
lands denken.
"Dan kunnen, wanneer desniettegenstaande een heerseh-
zuchtig vijand de hand aan ons zou durven slaanook onze
soldaten zich bij het uittrekken de belofte geven dat zij de
hoofdstad des vijands zien willen.
God zegene Duitschland
Die het meest op vrede aandringentot bezadigdheid aan
sporen, vergevensgezindheid predikenzijn do toeschouwers,
wij en anderen die niet door den strijd zijn verhit, die onze
kalmte hebben bewaarddie betrekkelijk niets hebben ge
leden en niets hebben te vergeven. Hier komt mij weder
een verhaal van Alexandre Dumas in herinnering, dat ik
misschien reeds eenmaal heb aangehaaldmaar dat hier toch
nog maar eens te pas moet gebracht worden. Hij is getuige
van een vreemdsoortig duel. Twee personen staan op vijftig
schreden afstands van elkander, ieder met een geladen pistool
in elke hand. Zij naderen elkander meer en meer, en mogen
hunne pistolen lossen wanneer zij verkiezen. De een schiet
achtereenvolgens zijn beide pistolen af, en blijft staan; de
ander komt steeds nader, en schijnt zijn tegenpartij voor het
hoofd te willen schieten. Houd op roept, de getuige gaat
gij een moord plegen Schiet in de luchtMaar de
ander ontbloot zijn bebloede borstgij hebt gemakkelijk pra
ten zegt hij gij hebt geen twee kogels in uw lichaam,
en schiet zijn tegenpartij neer.
De getuigen prediken den vredeen willen tusschen beide
komen. Waarom hebben zij het niet gedaan eer dc strijd
begon 't Is verklaarbaar dat de oorspronkelijk aangeval
lene, thans zegevierende partij hun minachtend toevoegtgij
hebt goed pratenwat hebt gij gedaan om den aanval te
beletten? Toch mogen de pogingen der getuigen slagen!
Slage elke poging die den vrede brengt! W. v. d. K.
Den 26 zijn in het koninglijk hoofdkwartier te Versailles de
beraadslagingen aangevangen, tot het treffen van schikkingen
over het tot stand komen van een Duitsch-Verbond, waaraan
ministers der 4 zuidduitsche Statenalsmede de saksisehc
minister v. Driesen en de aanvoerders der oude en vrije con
servatieven in den Rijksdagde heeren v. Blanckenlmrg en
dr. Friedenthal en de liberale Afgevaardigde v. Bennigsen
deelnemen.
Hongarije. In de zitting van het Volkshuis van den
29 heeft een der leden de regeering gevraagdof zij de,
annexatie van Rome door 'Italië had goedgekeurd, en wat zij
in dit geval ten opzichte van het terugroepen van den gezant
te Rome dacht te doen. De Afgevaardigde Iranyi diende
een voorstel in tot herziening der m 1864 met Oostenrijk
gesloten overeenkomst; hij wilde dat het Huis bij de regee
ring zou aandringen op de indiening van een wetsontwerp
tot instelling eener zuivere personeele unie. Zoowel dit voor
stel als dat van den heer Tissa, tot oprichting van een onaf
hankelijk hongaarsch leger, zijn niet ter behandeling toegelaten.
Den 23 en 24 heeft te Genève eene bijeenkomst van cat.ho-
lieken nit Zwitserland Duitschland Frankrijk ItaliëEn
geland België en Nederland plaats gehadom een openlijk
blijk van verknochtheid te geven „aan den gevangengenomen
vervolgden stedehouder van Christus."
Mazzini heeft in de nieuwsbladen bekend gemaakt, dat hij
geen gebruik wenscht te maken van de onlangs afgekondigde
amnestie en zich dus weder in ballingschap zal besteven.
Bij kon. besluit zijn de aanrandingen van den Paus met
die van den Koning gelijk gesteld, en de van de pauselijke
regeering uitgaande bescheiden van elke strafbepaling ont
heven verklaard. De gezanten van huitenlandsehe mogend
heden bij den H. Stoel zullen het privilegie genieten, vol
gens 't welk de beleedigingen tegen de hoofden van gezant
schappen gestrenger gestraft worden dan de tegen bijzondere
personen gerichte.
De invoer van rundvee uit Frankrijk is, wegens het daar
te lande heerschen van de veepest, verboden.
De regeering heeft beslotende Kamer van Afgevaardigden
te ontbinden en den 20 Nov. nieuwe verkiezingen tc doen
plaats hebben.
De Paus heeft eene nota aan zijne gezanten in het buiten
land gezondenwaarin hij zieh over het bezetten van het
Quirinaal beklaagt en laat doorschemerendat hij zich wel
licht gedwongen zal zienRome te verlaten.
Den 18 heeft de minister van buit. zaken aan de italiaan-
sehe agenten in het buitenland eene circulaire gerichtten
einde hen intelichten omtrent de inlijving van den Kerkelijkcn
Staat en de toekomstige stelling van den Paus.
Bij eene andere circulaire beantwoordt de minister de hem
door eenige leden van het corps diplomatique, naar aanleiding
van een schrijven van den kardinaal Antonelli aan verscheidene
hovengedane vraagof het den Paus vrij staat,Rome te
verlaten en er terug te komen naar zijn welgevallen. De re
geering stelt prijs op 's Pausen verblijf te Romemaar laat
de beschikking over de plaats waar Z. II. vertoeven wil ge
heel aan hem over. Mocht hij echter besluiten om Rome te
verlaten, dan hoopt zijdat dit in het openbaar zal geschie
den, opdat hot blijke eene vrijwillige daad te zijn.
De gemeenteraad van Madrid heeft zijn verzoek om ont
sla0* ingetrokkennadat de minister van financiën vcrzckei d
had, dat de gelden, welke de Staat aan de stedelijke kas
verschuldigd is, door middel van wekelijksche afdoeningen
zullen worden terugbetaald.
De stad Carthagena heeft, om zieh voor de gele koorts te
vrijwaren, alle gemeenschap afgesneden, ondanks het protest
van het gewestelijk bestuur van Murcia. Een uit, Madrid
afgezonden commissarisdie in last had vert,oogen tegen het,
besluit van den raad intebrengenis op 6 mijlen van de stad
in arrest genomen en aan eene quarantaine van eene maand