ism Tweeenzeventigste Jamgang. No. 49, Z O N 1) A G h DECEMBER. ©fficiccl (Bcöccltc. PATENTEN. Bij zeven ledige stoelen. fJalitick (öocrsicïtt. 22lefcclijfc0che iScrichtcn. Belgic. ■3 A L k A CHE COURANT. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal0,6*5, franco per post f 0,8 0, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden: dat de patentenaangevraagd in AugustusSeptember en October dezes jaars, ter secretarie verkrijgbaar zijn, van af heden tot en met 17 December 1870, na weiken tijd zij door den deurwaarder der belastingen tegen 10 cents aan huis worden bezorgd. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 2 Dec. 1870. Be Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BEVOLKING. De onderstaande personen worden in hun belang verzocht, zich ten spoeligste ter gemeente-secretarie aantemelden Cornelia Gulp, laatste woonplaats Blokzijl; Jan Mulder, 1. w. Hilversum; Nicolaas van der Kin, 1. w. Gouda; Cornelia van Wieringen, 1. w. Beverwijk; A. H. Klugt1. w. Amster dam; Hendrik Molenkamp, 1. w. HaringcarspelCornells Mo lenaar1. w. Schagen. 'POLIT I E. Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voorhanden het navolgende gevondene, alseen vat droogwater; een hondeen schippershaakeen platte boaeen ledige kist; een muiltwee kinderborstrokjesticce boezelaartjes en een kindermutsje; elf zak haver. De commissaris van policie te Alkmaar maakt bekend, dat na aftrek van kostende zuivere opbrengst van het op den 3 Dec. verkochte graskalfdat op de markt van 7 Nov. te Alkmaar was blijven staan bedraagt 16.25, over welk be drag de daarop regthebbende bij den heer Gemeente-Outvanger kan beschikken. De tabberdick beken 'tis eerlijck En 't kussen deftigh en raedsheerlijck Maer och wat is 't een lastigh pack Ja, vader Vondel, wel hadt gij gelijk. Ook nog in dezen tijd is het kussen «deftigh en raedsheerlijck", en toch als zit plaats niet «begeerlijck", zouden wij negentiende-eeuwers u na willen rijmen. Getuigen het niet die weleer negen (ter uwer gedachtenis wellicht, o Muzen!), thans, nu de «Eere diensten" naar de Kerk zijn verwezenzeven ledigstaande zetels in 't vorstelijk 's Gravenhage Waar zijn de zeven wijzen die er op zullen plaats nemen Getuigt het niet die onbezette veel besproken «groene tafel"? Zwijge nu voor immer de tongdie de zich met politiek bemoeiende Ne derlanders van eerzucht betichtte, en hun verweet dat «yeder". om nog eens met Vondel te spreken«vlamt na hoogre stoelen." Hier is het onomstootelijk bewijs van het tegendeel geleverd. In navolging van het gebeurde met zekeren voor één der Alkmaarsche afgevaardigden bestemden stoel in de Tweede Kamerschijnt ieder weigerachtig om op de minis terzetels plaats te nemen. Uwe Majesteit moet er geen zie- kestoelen van maken, zegt de heer Thorbecke tot den Ko ning en daarom moeten er geen liberalen in de heer van Reenen zal er wel eenige geschikte personen voor kunnen aanwijzen. Maar de heer van Reenen neemt de opdracht niet aan. Is de conservatieve partij missschien ook ziek - Maar gij zelf, mijnheer Thorbecke, zult gij geen plaats ne men Verplicht, het zou mij te veel aandoen; mijn eigen kinderen hebben er zoo pas nog op gezeten. Wat is toch inderdaad de oorzaak van dezen ongewoon langen duur der crisis? Dat vroegen zich met bekommering ook eenige volksvertegenwoordigers af, behoorende tot de partij die het laatst aan het bewind was geweest en vrij willig was afgetredende partij der meerderheid welmaar daar toch iets aan scheen te haperen, de «zieke" partij vol gens den heer Thorbecke. Zij besloten te 's Hage bijeen te komen en met elkander de vraag te besprekenwat hun onder deze omstandigheden te doen stondof zij zich ook geroepen mochten achten hun stem te doen hoorenhun meeningen en wenschen aan het Hoofd van den Staat kenbaar te maken. Revolutie riepen de welgezindende echte va derlanders de eenige liefhebbers van het regeerend Stamhuis Revolutie moeten de rechten van de Kroon nog meer ge schonden worden Het schijnt, dat volgens hunne mee ning de Kroon niet alleen vrij is in de keuze der Ministers, maar dat in den tijd der overweging ook niemand mag spre ken en zijn meening doen hooren. De Kroon mocht eens luisteren naar de stem des volks, of liever naar ééne van de stemmen uit het volkDat zou zeker jammer zijn. Maar waar moet de Koning dan naar luisteren Hij kan geen Hoogepriester ontbieden om de urim en thummim te raad plegen. Hij kan geen raad zoeken in de ingewanden der offerdieren of in de vlucht der vogelen. De tijd der profeeten is voorbij, en het vertrouwen op droomen is geknakt. Zelfs geen tooveres roept meer geesten open een biechtvader heeft de Koning niet. Alleen klopgeesten en dansende tafels zijn overgebleven maar ook zij hebben het algemeen vertrouwen verloren. Wien of wat zal de Koning hooren Of is het beneden de waardigheid eens Konings, le hooren naar de stemmen uit het volkhaar te raadplegen en daarna naar eigen overtuiging te beslissen? Stoort dit misschien de on middellijke werking der gratie Gods o Groen van Prin- sierer die spreken durft van een Nederlandsch Koning schap «aan het Engelsche verwant en met republikeinschen zin en geest doorvoed," gij zijt een vrijgeesteen verkapte republikein. En gijprofessor Tellegen als ge weer spreekt van llundedemuthof van een richtingdie den Koning wijst op een «roeping" van de Voorzienigheid, en hem het oor doet sluiten voor de wenschen des volks kies dan uw voorbeelden niet alleen in Pruisen. Maar die mannen, die leden der Tweede Kamer die daar te 's Hage bijeenkwamen Zij werden gerustgesteld door het bericht, dat twee der aftredende Ministers door den Koning met de samenstelling van een nieuw Ministerie waren belast. Zouden zij nog gerust zijn? -Wij willen het hopen; maar als zij niet meer weten dan wat tot nog toe openbaar ge maakt is, dan kan hun reden tot gerustheid niet groot zijn. Een bericht, dat de heer Kransen van de Putte Minister van Koloniën zou worden, werd, helaas, haastig weer tegen gesproken. De heer Opzoomer werd genoemd, nog niet eens «gedoodverfd," als Minister van Justitie; daar treedt een on genoemde in een dagblad op die mogen wel spreken, maar de vertegenwoordigers des volks niet en verklaart hem ongeschikt. Hij had te veel buiten de juristerij geke ken. Wel een knap rechtsgeleerde, daar niet van, maar niet alleen rechtsgeleerde. Hij had zich te veel met andere dingen bemoeid, met letterkunde, philosophie und leider auch theologie! 't Is zonde. De rechtsgeleerdheid was toch zijn eigenlijk vak niet. Hoe is 't mogelijk, zóó iemand Minister van Justitie! Wat moet die kennisneming van zaken buiten de j uristerij den man bekrompen gemaakt hebbenWat een een zijdige och neen dat juist niet, wat een verwarde ont wikkeling en benevelde blik! Neen, men moet bij zijn vak blijven. Dat deden onze beroemde rechtsgeleerden altijd. Daar heb je bij voorbeeld de Groot, «het Delftsch orakel," Hugo de Groot, die.... ja, die schreef toch ook verzen, en deed heel wat aan theologie en aan heel wat andere vakken daarenbo ven.Ja, maar iedereen is ook geen de Groot. Juist, en iedereen is zelfs geen Opzoomer. Geen vergoding, vooral geen menschenvergoding. Goed, maar ook geen verguizing. Het ministerschap is waarlijk zoo'n benijdbare betrekking niet, dat de personen die haar aanvaarden, niet met eenige welwillendheid zouden bejegend behooren te worden. Geen transigeeren met beginselenmet richting en overtuiging; daar ernstige, onverzoenlijke strijd; maar wat meer welwillendheid tegenover de personen zou ons hier in Nederland geen kwaad doen. Die moed genoeg heeft om Minister te worden en zijn krachten er voor berekend gevoeltlaat ons niet beginnen met liern af te schrikken bij zijn optreden, laat ons hem niet verwerpen voor hij getoond heeft wat hij vermag. Het getal onzer groote, onzer buiten gewone mannen is toch zoo buitensporig groot niet. Genieën telt men niet bij tientallen. Middelmatige menschen kunnen dikwijls zeer nuttig werkzaam zijnook als Ministers, als zij kennis hebben van de zaken die hun worden toevertrouwd een helderen blik, geen vooroordeelenijver en overtuiging. Die eigenschappen vindt men soms bij menschen van de ge wone soorten daarmee kan heel wat goeds tot stand wor den gebracht. En als nu zoo iemand Minister wordt, bestaat er volstrekt geen reden om schouderophalend uit te roepen is dat nu zoo'n eminent persoonzoo'n lichtzoo'n buiten gewoon man[, dat hij Minister moet worden 1Och neen maar ook zonder dat kan hij zijn land van dienst zijn en zijn betrekking ten algetneenen nutte vervulien. Of zijn er zoovele uitstekende mannen, die allereerst in aanmerking behooren te komen en in aanmerking willen komen, want dat behoort er ook bij? Zijn er zoovele? Waarom noemt men ze dan niet? Ook van de leden der Staten-Generaal die de politeke rich ting der Ministers deelen, kon wat meer steun, wat meer lust tot samenwerking gevorderd worden. Critiek van een voorgedragen plan is gemakkelijk), als men het op zich zelf beschouwt en niet met een ander plan vergelijkt. Omtrent enkele zeer belangrijke zakenonze verdedigingaanvulling of hervorming onzer belastingwettenrechterlijke organisatie en wijze van rechtsbedeeling, diende men inderdaad tot een kloek besluit te komen, en om de hoofdpunten aan eenige bij zaken wat minder gewicht te hechten. Anders is er weinig kans dat er iets tot stand zal komen, en zullen er steeds minder bereid gevonden worden tot liet ondankbarevruch- telooze en hopelooze werk van een Minister, die om met Vondel te eindigen «tot den avond van den morgen Geknaeghtgeplaeght word van de sorgen Van sorgh, die nimmer rusten laet Den slaef van eenen vryen staet Die tot gemeene best zal raemen En brengen soo veel hoofden t' saemen. W. v. d. K. Dat Ruslands opzegging van het vredesverdrag van 1856 geen oorlog ten gevolge zal hebbenis nu reeds meer dan waarschijnlijk bijna zeker geworden. Dat Pruisen blijkbaar niet met den Czaar heeft samengespannenschijnt veel tot geruststelling te hebben bijgebracht. Maar hoe kwam men op het denkbeelddat Rusland in overleg met de Pruisische regeering handelde Misschien had dit ver moeden zijn voornaamsten grond in een zekere zenuwachtige vrees voor den machtigen Bondskanselier, in een duister wantrouwen voor graaf von Bismarck. Wantrouwen en be zorgdheid zijn ten zijnen opzichte zeker niet misplaatst, maar altijd blijven zij slechte raadgevers. Zij beletten ons kalm en rustig na te denken. Het is toch niet genoegdat men iemand tot leelijke dingen in staat achter moet daar enboven een aanleiding bestaaneen redeneen belang waarom hij die leelijke dingen zou doen. En waarom zou Pruisen nu kunnen wenschendat Rusland eensklaps het bedoelde tractaat niet meer verbindeed verklaarde -Die vraag heeft men niet kunnen beantwoordenmaar zoolang zij niet op bevredigende wijze beantwoord wasbestend er voor het vermoeden van een Russisch-Pruisische samenspan ning ook geen voldoende grond. Neenzeggen eenige Engelsche courantenzóó is onze bedoeling niet. Wij houden het er voor, dat Pruisenbij het uitbreken van den oorlog met Frankrijk, de onzijdigheid van Rusland heeft gekocht voor de verbintenis om mede te wer ken tot wijziging van het verdrag van 1856. Maar zij die dit bewerendienen dan toch aan te toonendat Pruisen noodig had Ruslands onzijdigheid te koopen. Was het dan waarschijnlijk, dat Rusland partij zou kiezen voor Frankrijk? Zeker niet, maar dan behoefde Ruslands onzijdigheid ook niet gekocht te worden. Dit schijnt men in Engeland ook te begrijpenen daarom gaat men een stap verder. Rusland zou niet alleen onzijdig blijvenzegt men, maar het verbond zich diiareuboven om Oostenrijk in bedwang te houdenals dit misschien eens van de gelegenheid gebruik zon willen maken om Pruisen de nederlagen van 1866 betaald te zetten. Zoo kan men gissingen maken tot in het oneindige. Men zou er bij kunnen voegendat, Rusland beloofd heeft Pruisen met leger en vloot te zullen bijstaanals het aan den Rijn de nederlaag leed enz. enz. Maar al die gissingen hangen in de luchtmissen eiken vasten grondslagen kunnen daarom bezwaarlijk bij een beoordeeling der zaak in aanmerking ko men. Bestond er voor Pruisen eenige reden om te vreezen, dat het bij den plotselingen aanval van Frankrijk ook door Oostenrijk bemoeilijkt zou worden Was het denkbaar, dat Oostenrijkterwijl geheel Duitschlandzoowel het zuiden als het noordente wapen snelde om den Franschen aanval af te slaanzicli tegen Duitschland zou keeren en gemeene zaak maken met den «erfvijand"? En welk belang zou Oos tenrijk gehad hebben om een nieuwen oorlog te beginnen Pruisen was zoo verstandig geweest, in 1866 het ingenomen Oostenrijksche grondgebied ongeschonden terug te geven. Wat zou Oostenrijk nu wenschen? Venetië terug te bekomen? Dan had het Italië den oorlog moeten aandoen. Maar daarenboven mag men veilig aannemen dat de Oostenrijk sche regeering niet zóó onverstandig isdat het den last post Venetiënu het dien eens heeft opgegevenzou terug begeeren. Evenmin kan het wenschen weer lid te worden van een Duitschen Bond en den vroegeren strijd met Prui sen om den voorrang in Duitschland te vernieuwen. Die zaak is eenmaal onherroepelijk ten voordeele van Pruisen beslistnog daargelaten hoe bespottelijk het zou zijnte trachten het verloren standpunt in Duitschland te herwinnen door in bondgenootschap met Frankrijk Duitschland te be oorlogen Dat von Bismarck al deze dingen beter wist dan iemand anders, zal wel niemand ontkennen. Evenmin zal men be weren, dat hij licht door ongegronde vrees tot dwaze be loften zal overgaan, en beveiliging tegen niet bestaande ge varen zou koopen voor lastige verbintenissen met Rusland. Maar al achtte men al die dingen mogelijk, dan nog werpen het tijdstip waarop Rusland met de zaak voor den dag komt en de wijze waarop het dit doet, al die mooie gissingen omver. Wat zou Pruisen op het oogenblik voor Rusland kunnen doen, nu het al zijn krachten tegen Frankrijk be hoeft De dwaze handelwijze van Rusland zou zijn bond genoot in een allergevaarlijkste positie brengen. Een oorlog met Rusland in het oosten zou niet alleen de Engelsche vloot in de Zwarte Zee brengen, maar, wanneer Pruisen de zijde van Rusland hield, tot ondersteuning van Frankrijk leiden. Ruslands opzegging van het tractaat in overleg met Pruisen zou geheel Europa tegen die beide mogendheden in de wapenen kunnen brengenen dat kan Pruisen noch nu noch later begeerlijk achten. Ja zeggen de wantrouwende Engelsche couranten, maar de afspraak was ook dat Rusland eerst later, na het einde van den oorlog, met zijn wenschen voor den dag zou komen, en niet door middel van een eigenmachtige opzegging, maar van een uitnoodiging tot wijziging aan de onderteekenaars van het verdrag. Prins GortschakoIï vreesde echter niet ten onrechtedat Pruisen na den vrede zich de gedane toe zegging eens niet mocht herinnerenen daarom overvalt hij graaf von Bismarck terwijl deze nog onder den last van den oorlog in Frankrijk zit. Hij is den Bondskanselier te slim geweest. Te slim! Wat zou von Bismarck deze slimheid den Russischen Minister betaald zettenAls er gevaar isdat hij zich later de afspraak niet zou herinnerenzou er dan geen gevaar bestaan dat hij haar nu reeds had vergeten? Bestaat er een schriftelijke overeenkomstdan kan Pruisen haar evenmin later als thans verloochenenen dan had Rusland geen belang een zoo ongeschikt oogeublik voor zijn opzegging te kiezen, waarop zijn bondgenoot de handen zijn gebonden. Bestaat er alleen een mondelinge afspraak dan zou Rusland onbegrijpelijk onverstandig handelen door Prui sen aldus het mes op de keel te zetten. Als toch von Bismarck thans zou moeten kiezen tusschen een bondge nootschap met Ruslandwaardoor hij geheel Europa tegen zich krijgt en aan Frankrijk bondgenooten verschaften een verloochening van elke afspraak met de regeering van den Czaar. dan zou de keuze niet moeilijk zijn. Als hij Rusland alleen laat staanblijft Europa in den tegenwoordigen oorlog onzijdig, en kan Pruissen den strijd met Frankrijk onbelem merd. voortzetten en eindigen op zoodanig tijdstip en onder zulke voorwaarden als het verkiest. Men kan niet aannemen, dat de Russische regeering zoo onverstandig zou zijndat zij von Bismarck zich tot vijand zou maken, en Pruisen bijna zou dwingen elke verstandhouding met haar te looche nen. De Bondskanselier zou het haar nooit vergeven, dat zij hem in een zoo gevaarlijke stelling had gebracht. Pruisengeen onderteekeuaar van het Parijsche vredes verdrag van 1856 is bemiddelend opgetredenen heeft een congres voorgesteld tot bespreking van de veranderingen die Rusland daarin zou begeeren. Het verzekertdat Rusland daarmee genoegen neemten op die verzekering zouden ook Engeland en Oostenrijk het voorstel hebben aangenomen. Maar dat is juist wat Pruisen begeert, zegt men; het wenscht een congres om daarop een einde te maken aan den oorlog' met Frankrijk. Zou het waar zijn Tot nog toe is Pruisen niet sterk voor de tusschenkomst van andere mo gendheden geweest. Wel zou het misschien naar den vrede kunnen verlangen, maar dien kan het terstond verkrijgen, als het slechts van zijn eisch tot afstand van grondgebied afziet. Een Europeesch congres zal niet gunstig gestemd zijn voor de inlijving van de Elzas en Lotharingen bij Pruisen. En als Pruisen inderdaad van dien eisch wil afzien zou het dan niet eerder daartoe willen overgaan geheel uit eigen be weging in de rol van een grootmoedig overwinnaardan op aandrang der onzijdige mogendheden Aangenomen zelfs dat Pruisen een congres wenscht, en om daartoe te komen niet ongenegen was om in overeenstemming met Rusland te handelen, dan doet men alweer het diplomatiek beleid van von Bismarck en van den Russischen Minister onrecht door te onderstellendat zij op deze wijze daartoe hebben willen gerakenwaardoor zij geheei Europa ongunstig jegens zich gestemd zouden hebben. Immers als Rusland eenvoudig een congres had voorgesteld, om zijn bezwaren tegen het tractaat van 1856 in overweging te nemen en tevens te beproeven bemiddelend op te treden tot beëindiging van den Fransch- Duitschen oorlog, zou het onder gunstiger voorteekenen zijn wensch vervuld hebben gezien, dan wanneer thans het congres tot stand komt. Wanneer de Europeesche mogendheden inderdaad bijeen zullen komen om te spreken over de Oostersche kwestie zou het voor de rust van Europa zeker wenscheiijk zijn dat meer doortastende maatregelen werden genomen tot re geling van den toestand van Turkije, de Donau-Vorstendom- men, Servië, Montenegro en Griekenland. Welke verdragen de groote mogendheden ook onder elkander mogen sluiten de onlusten in de genoemde landen zullen niet eindigen vóór den val van het Turkseke bewinden noch Ruslandnoch Frankrijk, noch Engeland, noch Oostenrijk zal zich onder den drang der omstandigheden daar geheel buiten kunnen houden. De onderlinge naijver zal weer ontbrandenen ernstige verwikkelingen blijven steeds mogelijk. Waarom steunt Engeland toch altijd het Tursche Rijk, dat in Europa geen toekomst heeftdat nu reeds geen recht van bestaan heeftomdat het uit den aard der zaak een overheersching is der Christen-bevolkingdie verreweg de meerderheid heeft? Het is zelf oorzaakdat die bevolking haar steun bij Rusland zoekt. Het Koninkrijk Griekenland heeft zeker niet aan de verwachting beantwoord maar was het verstandig van En geland en Frankrijkden Griekschen opstand te steunen, en zich ten slotte in 1830 te bepalen tot de stichting van een klein rijkjedat uit den aard der zaak oorlogzuchtig moest zijn tegenover de Turkenzijn vroegere overheerschers onder wier bestuur nog millioenen stamgenooten en geloofsge- nooten levendie steeds gereed zijnwanneer er kans van slagen bestaatin opstand te komen Griekenland moest streven naar uitbreiding van grondgebied ten koste van Turkijemoest er naar streven langzamerhand de plaats van Turkije in te nemen, en het was veel kleiner en zwakker dan zijn erfvijandAls Engeland en Frankrijk meenden dat zij iets tot stand hadden gebracht dat blijven kon gelijk het wasdan hebben zij zich deerlijk vergist. Door de zuidelijke spits van het Turksche Rijk in Europa tot een onafhankelijk Grieksch Koninkrijk te makenhebben zij een toestand van overgang in het leven geroepenwaarvan zij de noodzakelijke gevolgen hadden behooren te erkennenzij brachten de Turksche heerschappij in Europa een doodelijke wondjtoe, en benoemden haar opvolger. Daarna hebben zij alle moeite gedaan om den gewonde den «zieken man," met aller lei kunstmiddelen in het leven te houden en den opvolger belemmerd in zijn streven om zijn taak te aanvaarden. Het is zoode aangewezen erfgenaam had zich van zijne zijde waardiger kunnen gedragenen het gehalte van de Christen-bevolking in Turkije is weinig bemoedigend voor een voorstander barer bevrijding en onafhankelijkheid; toch ligt het onmiskenbaar in den gewonen loop van de lotgevallen der volkendat zich in het Zuid-Oosten van Europa een groot Grieksch rijk zal vormendat de onaf hankelijke en half onafhankelijke staatjes, die nu reeds van het Turksche Rijk zijn afgescheurd, langzamerhand het Turk sche gebied geheel zullen innemen en wellicht nog andere staatjes naast zich zullen zien verrijzen, doch dat er te gelijk een streven naar eenheid zal ontstaan, dat eindelijk, tot heil der bevolking en tot wering van vreemde invloedeneven in het naburig Italië zal slagen. Zulk een Grieksch rijk zal uit zelfbehoud tegenover het reusachtige Rusland naijverig zijn, en gaarne steun zoeken bij de Westersche mogendheden, bij Engeland en l'rankrijk. Maar laten dan ook die mogendheid de geboorte van dat rijk niet tegengaan en steeds den zieken man bijstaan. Waartoe dient het bond genootschap met een lijk Toen Mr. van 's Gravbnwbert in 1841 zijn reisherinneringen uitgaf («Het Noorden en het Oosten"), schreef hij reeds: «Valt de troon der Osmanlis, dan is Griekenlandbelijder van de Godsdienst van het meerendeel der Raja's, in Europa geroepen, om geheel Ilo- melië en zelfs Konstantinopel in bezit te nemen, en alzoo, als een onzijdige macht, den onverdeelbareu twistappel tus schen Rusland, Engeland en Frankrijk, de Dardanelien, voor zich te behouden, onder vrijen toegang voor alle andere na tiën." W. v. d. K. Te Antwerpen is den 15 in Dagenoeg 2Sjarigen ouder dom overleden de oprichter van den «Liberalen Vlaamschen Bond" (1866) Henry Lenaerts. Hij was het mede van het democratische vlaamsche blad Recht door Zee. De veepest heeft zich tot over de fransche grenzen uitge strekt en is in een stal te la Hailleule (belgisch Luxemburg) uitgebroken. Er zijn terstond krachtige maatregelen genomen om het kwaad te keer te gaan. Bij het door den heer Fvnck in de Kamer gedane voor stel wordt bepaalddat alle in Belgie aanwezige kinderen van hun 7" tot hun 13ejaar, lager-onderwijs moeten ontvan gen en dat ouders en voogdendie in gebreke blijven hunne kinderen ter school te zendenna 2 voorafgegane waarschu wingen met eene geldboete van 1 tot 10 fr., en bij herha ling van 10 tot 25 fr. en bovendien met 1 tot 5 dagen ge vangenis gestraft zullen worden. De minister Cornesse heeft den 22 bij de Kamer een ont werp van herzien wetboek van koophandel ingediend. Het voorstel Bemeur c. s., strekkende om de bepaling van den census voor het kiesrecht der leden van de Kamers en de verdere op dit onderwerp betrekking hebbende beschikkingen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1870 | | pagina 1