ism
Tweeenzeventigste Jamgang.
No. 49,
Z O N 1) A G
h DECEMBER.
©fficiccl (Bcöccltc.
PATENTEN.
Bij zeven ledige stoelen.
fJalitick (öocrsicïtt.
22lefcclijfc0che iScrichtcn.
Belgic.
■3
A L k
A
CHE COURANT.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal0,6*5, franco per post f 0,8 0,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden:
dat de patentenaangevraagd in AugustusSeptember en
October dezes jaars, ter secretarie verkrijgbaar zijn, van af
heden tot en met 17 December 1870, na weiken tijd zij door
den deurwaarder der belastingen tegen 10 cents aan huis
worden bezorgd.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
2 Dec. 1870. Be Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BEVOLKING.
De onderstaande personen worden in hun belang verzocht,
zich ten spoeligste ter gemeente-secretarie aantemelden
Cornelia Gulp, laatste woonplaats Blokzijl; Jan Mulder,
1. w. Hilversum; Nicolaas van der Kin, 1. w. Gouda; Cornelia
van Wieringen, 1. w. Beverwijk; A. H. Klugt1. w. Amster
dam; Hendrik Molenkamp, 1. w. HaringcarspelCornells Mo
lenaar1. w. Schagen.
'POLIT I E.
Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie
voorhanden het navolgende gevondene, alseen vat droogwater;
een hondeen schippershaakeen platte boaeen ledige kist;
een muiltwee kinderborstrokjesticce boezelaartjes en een
kindermutsje; elf zak haver.
De commissaris van policie te Alkmaar maakt bekend, dat
na aftrek van kostende zuivere opbrengst van het op den
3 Dec. verkochte graskalfdat op de markt van 7 Nov. te
Alkmaar was blijven staan bedraagt 16.25, over welk be
drag de daarop regthebbende bij den heer Gemeente-Outvanger
kan beschikken.
De tabberdick beken 'tis eerlijck
En 't kussen deftigh en raedsheerlijck
Maer och wat is 't een lastigh pack
Ja, vader Vondel, wel hadt gij gelijk. Ook nog in dezen
tijd is het kussen «deftigh en raedsheerlijck", en toch als zit
plaats niet «begeerlijck", zouden wij negentiende-eeuwers u na
willen rijmen. Getuigen het niet die weleer negen (ter uwer
gedachtenis wellicht, o Muzen!), thans, nu de «Eere
diensten" naar de Kerk zijn verwezenzeven ledigstaande
zetels in 't vorstelijk 's Gravenhage Waar zijn de zeven
wijzen die er op zullen plaats nemen Getuigt het niet
die onbezette veel besproken «groene tafel"? Zwijge nu voor
immer de tongdie de zich met politiek bemoeiende Ne
derlanders van eerzucht betichtte, en hun verweet dat «yeder".
om nog eens met Vondel te spreken«vlamt na hoogre
stoelen." Hier is het onomstootelijk bewijs van het tegendeel
geleverd. In navolging van het gebeurde met zekeren voor
één der Alkmaarsche afgevaardigden bestemden stoel in de
Tweede Kamerschijnt ieder weigerachtig om op de minis
terzetels plaats te nemen. Uwe Majesteit moet er geen zie-
kestoelen van maken, zegt de heer Thorbecke tot den Ko
ning en daarom moeten er geen liberalen in de heer van
Reenen zal er wel eenige geschikte personen voor kunnen
aanwijzen. Maar de heer van Reenen neemt de opdracht
niet aan. Is de conservatieve partij missschien ook ziek -
Maar gij zelf, mijnheer Thorbecke, zult gij geen plaats ne
men Verplicht, het zou mij te veel aandoen; mijn eigen
kinderen hebben er zoo pas nog op gezeten.
Wat is toch inderdaad de oorzaak van dezen ongewoon
langen duur der crisis? Dat vroegen zich met bekommering
ook eenige volksvertegenwoordigers af, behoorende tot de
partij die het laatst aan het bewind was geweest en vrij
willig was afgetredende partij der meerderheid welmaar
daar toch iets aan scheen te haperen, de «zieke" partij vol
gens den heer Thorbecke. Zij besloten te 's Hage bijeen
te komen en met elkander de vraag te besprekenwat hun
onder deze omstandigheden te doen stondof zij zich ook
geroepen mochten achten hun stem te doen hoorenhun
meeningen en wenschen aan het Hoofd van den Staat kenbaar
te maken. Revolutie riepen de welgezindende echte va
derlanders de eenige liefhebbers van het regeerend Stamhuis
Revolutie moeten de rechten van de Kroon nog meer ge
schonden worden Het schijnt, dat volgens hunne mee
ning de Kroon niet alleen vrij is in de keuze der Ministers,
maar dat in den tijd der overweging ook niemand mag spre
ken en zijn meening doen hooren. De Kroon mocht eens
luisteren naar de stem des volks, of liever naar ééne van de
stemmen uit het volkDat zou zeker jammer zijn. Maar
waar moet de Koning dan naar luisteren Hij kan geen
Hoogepriester ontbieden om de urim en thummim te raad
plegen. Hij kan geen raad zoeken in de ingewanden der
offerdieren of in de vlucht der vogelen. De tijd der profeeten is
voorbij, en het vertrouwen op droomen is geknakt. Zelfs geen
tooveres roept meer geesten open een biechtvader heeft de
Koning niet. Alleen klopgeesten en dansende tafels zijn
overgebleven maar ook zij hebben het algemeen vertrouwen
verloren. Wien of wat zal de Koning hooren Of is
het beneden de waardigheid eens Konings, le hooren naar de
stemmen uit het volkhaar te raadplegen en daarna naar
eigen overtuiging te beslissen? Stoort dit misschien de on
middellijke werking der gratie Gods o Groen van Prin-
sierer die spreken durft van een Nederlandsch Koning
schap «aan het Engelsche verwant en met republikeinschen
zin en geest doorvoed," gij zijt een vrijgeesteen verkapte
republikein. En gijprofessor Tellegen als ge weer
spreekt van llundedemuthof van een richtingdie den
Koning wijst op een «roeping" van de Voorzienigheid, en
hem het oor doet sluiten voor de wenschen des volks kies
dan uw voorbeelden niet alleen in Pruisen.
Maar die mannen, die leden der Tweede Kamer die daar
te 's Hage bijeenkwamen Zij werden gerustgesteld door
het bericht, dat twee der aftredende Ministers door den Koning
met de samenstelling van een nieuw Ministerie waren belast.
Zouden zij nog gerust zijn? -Wij willen het hopen; maar
als zij niet meer weten dan wat tot nog toe openbaar ge
maakt is, dan kan hun reden tot gerustheid niet groot zijn.
Een bericht, dat de heer Kransen van de Putte Minister
van Koloniën zou worden, werd, helaas, haastig weer tegen
gesproken. De heer Opzoomer werd genoemd, nog niet eens
«gedoodverfd," als Minister van Justitie; daar treedt een on
genoemde in een dagblad op die mogen wel spreken,
maar de vertegenwoordigers des volks niet en verklaart
hem ongeschikt. Hij had te veel buiten de juristerij geke
ken. Wel een knap rechtsgeleerde, daar niet van, maar niet
alleen rechtsgeleerde. Hij had zich te veel met andere dingen
bemoeid, met letterkunde, philosophie und leider auch theologie!
't Is zonde. De rechtsgeleerdheid was toch zijn eigenlijk
vak niet. Hoe is 't mogelijk, zóó iemand Minister van
Justitie! Wat moet die kennisneming van zaken buiten de
j uristerij den man bekrompen gemaakt hebbenWat een een
zijdige och neen dat juist niet, wat een verwarde ont
wikkeling en benevelde blik! Neen, men moet bij zijn vak blijven.
Dat deden onze beroemde rechtsgeleerden altijd. Daar heb
je bij voorbeeld de Groot, «het Delftsch orakel," Hugo de
Groot, die.... ja, die schreef toch ook verzen, en deed heel
wat aan theologie en aan heel wat andere vakken daarenbo
ven.Ja, maar iedereen is ook geen de Groot. Juist,
en iedereen is zelfs geen Opzoomer.
Geen vergoding, vooral geen menschenvergoding. Goed,
maar ook geen verguizing. Het ministerschap is waarlijk
zoo'n benijdbare betrekking niet, dat de personen die haar
aanvaarden, niet met eenige welwillendheid zouden bejegend
behooren te worden. Geen transigeeren met beginselenmet
richting en overtuiging; daar ernstige, onverzoenlijke strijd;
maar wat meer welwillendheid tegenover de personen zou ons
hier in Nederland geen kwaad doen. Die moed genoeg heeft
om Minister te worden en zijn krachten er voor berekend
gevoeltlaat ons niet beginnen met liern af te schrikken bij
zijn optreden, laat ons hem niet verwerpen voor hij getoond
heeft wat hij vermag. Het getal onzer groote, onzer buiten
gewone mannen is toch zoo buitensporig groot niet. Genieën
telt men niet bij tientallen. Middelmatige menschen kunnen
dikwijls zeer nuttig werkzaam zijnook als Ministers, als zij
kennis hebben van de zaken die hun worden toevertrouwd
een helderen blik, geen vooroordeelenijver en overtuiging.
Die eigenschappen vindt men soms bij menschen van de ge
wone soorten daarmee kan heel wat goeds tot stand wor
den gebracht. En als nu zoo iemand Minister wordt, bestaat
er volstrekt geen reden om schouderophalend uit te roepen
is dat nu zoo'n eminent persoonzoo'n lichtzoo'n buiten
gewoon man[, dat hij Minister moet worden 1Och neen
maar ook zonder dat kan hij zijn land van dienst zijn en zijn
betrekking ten algetneenen nutte vervulien. Of zijn er zoovele
uitstekende mannen, die allereerst in aanmerking behooren te
komen en in aanmerking willen komen, want dat behoort er
ook bij? Zijn er zoovele? Waarom noemt men ze dan niet?
Ook van de leden der Staten-Generaal die de politeke rich
ting der Ministers deelen, kon wat meer steun, wat meer
lust tot samenwerking gevorderd worden. Critiek van een
voorgedragen plan is gemakkelijk), als men het op zich zelf
beschouwt en niet met een ander plan vergelijkt. Omtrent
enkele zeer belangrijke zakenonze verdedigingaanvulling
of hervorming onzer belastingwettenrechterlijke organisatie
en wijze van rechtsbedeeling, diende men inderdaad tot een
kloek besluit te komen, en om de hoofdpunten aan eenige bij
zaken wat minder gewicht te hechten. Anders is er weinig
kans dat er iets tot stand zal komen, en zullen er steeds
minder bereid gevonden worden tot liet ondankbarevruch-
telooze en hopelooze werk van een Minister, die om met
Vondel te eindigen
«tot den avond van den morgen
Geknaeghtgeplaeght word van de sorgen
Van sorgh, die nimmer rusten laet
Den slaef van eenen vryen staet
Die tot gemeene best zal raemen
En brengen soo veel hoofden t' saemen.
W. v. d. K.
Dat Ruslands opzegging van het vredesverdrag van 1856
geen oorlog ten gevolge zal hebbenis nu reeds meer
dan waarschijnlijk bijna zeker geworden. Dat Pruisen
blijkbaar niet met den Czaar heeft samengespannenschijnt
veel tot geruststelling te hebben bijgebracht. Maar hoe
kwam men op het denkbeelddat Rusland in overleg met
de Pruisische regeering handelde Misschien had dit ver
moeden zijn voornaamsten grond in een zekere zenuwachtige
vrees voor den machtigen Bondskanselier, in een duister
wantrouwen voor graaf von Bismarck. Wantrouwen en be
zorgdheid zijn ten zijnen opzichte zeker niet misplaatst,
maar altijd blijven zij slechte raadgevers. Zij beletten ons
kalm en rustig na te denken. Het is toch niet genoegdat
men iemand tot leelijke dingen in staat achter moet daar
enboven een aanleiding bestaaneen redeneen belang
waarom hij die leelijke dingen zou doen. En waarom zou
Pruisen nu kunnen wenschendat Rusland eensklaps het
bedoelde tractaat niet meer verbindeed verklaarde -Die
vraag heeft men niet kunnen beantwoordenmaar zoolang
zij niet op bevredigende wijze beantwoord wasbestend er
voor het vermoeden van een Russisch-Pruisische samenspan
ning ook geen voldoende grond.
Neenzeggen eenige Engelsche courantenzóó is onze
bedoeling niet. Wij houden het er voor, dat Pruisenbij het
uitbreken van den oorlog met Frankrijk, de onzijdigheid van
Rusland heeft gekocht voor de verbintenis om mede te wer
ken tot wijziging van het verdrag van 1856. Maar zij die
dit bewerendienen dan toch aan te toonendat Pruisen
noodig had Ruslands onzijdigheid te koopen. Was het dan
waarschijnlijk, dat Rusland partij zou kiezen voor Frankrijk?
Zeker niet, maar dan behoefde Ruslands onzijdigheid ook
niet gekocht te worden. Dit schijnt men in Engeland ook
te begrijpenen daarom gaat men een stap verder. Rusland
zou niet alleen onzijdig blijvenzegt men, maar het verbond
zich diiareuboven om Oostenrijk in bedwang te houdenals
dit misschien eens van de gelegenheid gebruik zon willen
maken om Pruisen de nederlagen van 1866 betaald te zetten.
Zoo kan men gissingen maken tot in het oneindige. Men
zou er bij kunnen voegendat, Rusland beloofd heeft Pruisen
met leger en vloot te zullen bijstaanals het aan den Rijn
de nederlaag leed enz. enz. Maar al die gissingen hangen in
de luchtmissen eiken vasten grondslagen kunnen daarom
bezwaarlijk bij een beoordeeling der zaak in aanmerking ko
men. Bestond er voor Pruisen eenige reden om te vreezen,
dat het bij den plotselingen aanval van Frankrijk ook door
Oostenrijk bemoeilijkt zou worden Was het denkbaar, dat
Oostenrijkterwijl geheel Duitschlandzoowel het zuiden
als het noordente wapen snelde om den Franschen aanval
af te slaanzicli tegen Duitschland zou keeren en gemeene
zaak maken met den «erfvijand"? En welk belang zou Oos
tenrijk gehad hebben om een nieuwen oorlog te beginnen
Pruisen was zoo verstandig geweest, in 1866 het ingenomen
Oostenrijksche grondgebied ongeschonden terug te geven. Wat
zou Oostenrijk nu wenschen? Venetië terug te bekomen?
Dan had het Italië den oorlog moeten aandoen. Maar
daarenboven mag men veilig aannemen dat de Oostenrijk
sche regeering niet zóó onverstandig isdat het den last
post Venetiënu het dien eens heeft opgegevenzou terug
begeeren. Evenmin kan het wenschen weer lid te worden
van een Duitschen Bond en den vroegeren strijd met Prui
sen om den voorrang in Duitschland te vernieuwen. Die
zaak is eenmaal onherroepelijk ten voordeele van Pruisen
beslistnog daargelaten hoe bespottelijk het zou zijnte
trachten het verloren standpunt in Duitschland te herwinnen
door in bondgenootschap met Frankrijk Duitschland te be
oorlogen
Dat von Bismarck al deze dingen beter wist dan iemand
anders, zal wel niemand ontkennen. Evenmin zal men be
weren, dat hij licht door ongegronde vrees tot dwaze be
loften zal overgaan, en beveiliging tegen niet bestaande ge
varen zou koopen voor lastige verbintenissen met Rusland.
Maar al achtte men al die dingen mogelijk, dan nog werpen
het tijdstip waarop Rusland met de zaak voor den dag komt
en de wijze waarop het dit doet, al die mooie gissingen
omver. Wat zou Pruisen op het oogenblik voor Rusland
kunnen doen, nu het al zijn krachten tegen Frankrijk be
hoeft De dwaze handelwijze van Rusland zou zijn bond
genoot in een allergevaarlijkste positie brengen. Een oorlog
met Rusland in het oosten zou niet alleen de Engelsche
vloot in de Zwarte Zee brengen, maar, wanneer Pruisen de
zijde van Rusland hield, tot ondersteuning van Frankrijk
leiden. Ruslands opzegging van het tractaat in overleg met
Pruisen zou geheel Europa tegen die beide mogendheden in
de wapenen kunnen brengenen dat kan Pruisen noch nu
noch later begeerlijk achten.
Ja zeggen de wantrouwende Engelsche couranten, maar
de afspraak was ook dat Rusland eerst later, na het einde
van den oorlog, met zijn wenschen voor den dag zou komen,
en niet door middel van een eigenmachtige opzegging, maar
van een uitnoodiging tot wijziging aan de onderteekenaars
van het verdrag. Prins GortschakoIï vreesde echter niet
ten onrechtedat Pruisen na den vrede zich de gedane toe
zegging eens niet mocht herinnerenen daarom overvalt hij
graaf von Bismarck terwijl deze nog onder den last van
den oorlog in Frankrijk zit. Hij is den Bondskanselier te
slim geweest.
Te slim! Wat zou von Bismarck deze slimheid den
Russischen Minister betaald zettenAls er gevaar isdat
hij zich later de afspraak niet zou herinnerenzou er
dan geen gevaar bestaan dat hij haar nu reeds had vergeten?
Bestaat er een schriftelijke overeenkomstdan kan Pruisen
haar evenmin later als thans verloochenenen dan had
Rusland geen belang een zoo ongeschikt oogeublik voor zijn
opzegging te kiezen, waarop zijn bondgenoot de handen zijn
gebonden. Bestaat er alleen een mondelinge afspraak dan
zou Rusland onbegrijpelijk onverstandig handelen door Prui
sen aldus het mes op de keel te zetten. Als toch von
Bismarck thans zou moeten kiezen tusschen een bondge
nootschap met Ruslandwaardoor hij geheel Europa tegen
zich krijgt en aan Frankrijk bondgenooten verschaften een
verloochening van elke afspraak met de regeering van den
Czaar. dan zou de keuze niet moeilijk zijn. Als hij Rusland
alleen laat staanblijft Europa in den tegenwoordigen oorlog
onzijdig, en kan Pruissen den strijd met Frankrijk onbelem
merd. voortzetten en eindigen op zoodanig tijdstip en onder
zulke voorwaarden als het verkiest. Men kan niet aannemen,
dat de Russische regeering zoo onverstandig zou zijndat
zij von Bismarck zich tot vijand zou maken, en Pruisen
bijna zou dwingen elke verstandhouding met haar te looche
nen. De Bondskanselier zou het haar nooit vergeven, dat
zij hem in een zoo gevaarlijke stelling had gebracht.
Pruisengeen onderteekeuaar van het Parijsche vredes
verdrag van 1856 is bemiddelend opgetredenen heeft een
congres voorgesteld tot bespreking van de veranderingen die
Rusland daarin zou begeeren. Het verzekertdat Rusland
daarmee genoegen neemten op die verzekering zouden ook
Engeland en Oostenrijk het voorstel hebben aangenomen.
Maar dat is juist wat Pruisen begeert, zegt men; het
wenscht een congres om daarop een einde te maken aan
den oorlog' met Frankrijk. Zou het waar zijn Tot nog toe
is Pruisen niet sterk voor de tusschenkomst van andere mo
gendheden geweest. Wel zou het misschien naar den vrede
kunnen verlangen, maar dien kan het terstond verkrijgen,
als het slechts van zijn eisch tot afstand van grondgebied
afziet. Een Europeesch congres zal niet gunstig gestemd
zijn voor de inlijving van de Elzas en Lotharingen bij Pruisen.
En als Pruisen inderdaad van dien eisch wil afzien zou het
dan niet eerder daartoe willen overgaan geheel uit eigen be
weging in de rol van een grootmoedig overwinnaardan
op aandrang der onzijdige mogendheden Aangenomen zelfs
dat Pruisen een congres wenscht, en om daartoe te komen
niet ongenegen was om in overeenstemming met Rusland te
handelen, dan doet men alweer het diplomatiek beleid van
von Bismarck en van den Russischen Minister onrecht door
te onderstellendat zij op deze wijze daartoe hebben willen
gerakenwaardoor zij geheei Europa ongunstig jegens zich
gestemd zouden hebben. Immers als Rusland eenvoudig een
congres had voorgesteld, om zijn bezwaren tegen het tractaat
van 1856 in overweging te nemen en tevens te beproeven
bemiddelend op te treden tot beëindiging van den Fransch-
Duitschen oorlog, zou het onder gunstiger voorteekenen zijn
wensch vervuld hebben gezien, dan wanneer thans het congres
tot stand komt.
Wanneer de Europeesche mogendheden inderdaad bijeen
zullen komen om te spreken over de Oostersche kwestie
zou het voor de rust van Europa zeker wenscheiijk zijn
dat meer doortastende maatregelen werden genomen tot re
geling van den toestand van Turkije, de Donau-Vorstendom-
men, Servië, Montenegro en Griekenland. Welke verdragen
de groote mogendheden ook onder elkander mogen sluiten
de onlusten in de genoemde landen zullen niet eindigen vóór
den val van het Turkseke bewinden noch Ruslandnoch
Frankrijk, noch Engeland, noch Oostenrijk zal zich onder
den drang der omstandigheden daar geheel buiten kunnen
houden. De onderlinge naijver zal weer ontbrandenen
ernstige verwikkelingen blijven steeds mogelijk. Waarom
steunt Engeland toch altijd het Tursche Rijk, dat in Europa
geen toekomst heeftdat nu reeds geen recht van bestaan
heeftomdat het uit den aard der zaak een overheersching
is der Christen-bevolkingdie verreweg de meerderheid heeft?
Het is zelf oorzaakdat die bevolking haar steun bij Rusland
zoekt. Het Koninkrijk Griekenland heeft zeker niet aan de
verwachting beantwoord maar was het verstandig van En
geland en Frankrijkden Griekschen opstand te steunen, en
zich ten slotte in 1830 te bepalen tot de stichting van een
klein rijkjedat uit den aard der zaak oorlogzuchtig moest
zijn tegenover de Turkenzijn vroegere overheerschers
onder wier bestuur nog millioenen stamgenooten en geloofsge-
nooten levendie steeds gereed zijnwanneer er kans van
slagen bestaatin opstand te komen Griekenland moest
streven naar uitbreiding van grondgebied ten koste van
Turkijemoest er naar streven langzamerhand de plaats van
Turkije in te nemen, en het was veel kleiner en zwakker
dan zijn erfvijandAls Engeland en Frankrijk meenden
dat zij iets tot stand hadden gebracht dat blijven kon gelijk
het wasdan hebben zij zich deerlijk vergist. Door de
zuidelijke spits van het Turksche Rijk in Europa tot een
onafhankelijk Grieksch Koninkrijk te makenhebben zij een
toestand van overgang in het leven geroepenwaarvan zij
de noodzakelijke gevolgen hadden behooren te erkennenzij
brachten de Turksche heerschappij in Europa een doodelijke
wondjtoe, en benoemden haar opvolger. Daarna hebben zij alle
moeite gedaan om den gewonde den «zieken man," met aller
lei kunstmiddelen in het leven te houden en den opvolger
belemmerd in zijn streven om zijn taak te aanvaarden.
Het is zoode aangewezen erfgenaam had zich van zijne
zijde waardiger kunnen gedragenen het gehalte van de
Christen-bevolking in Turkije is weinig bemoedigend voor
een voorstander barer bevrijding en onafhankelijkheid; toch
ligt het onmiskenbaar in den gewonen loop van de
lotgevallen der volkendat zich in het Zuid-Oosten van
Europa een groot Grieksch rijk zal vormendat de onaf
hankelijke en half onafhankelijke staatjes, die nu reeds van
het Turksche Rijk zijn afgescheurd, langzamerhand het Turk
sche gebied geheel zullen innemen en wellicht nog andere
staatjes naast zich zullen zien verrijzen, doch dat er te gelijk
een streven naar eenheid zal ontstaan, dat eindelijk, tot heil
der bevolking en tot wering van vreemde invloedeneven
in het naburig Italië zal slagen. Zulk een Grieksch
rijk zal uit zelfbehoud tegenover het reusachtige Rusland
naijverig zijn, en gaarne steun zoeken bij de Westersche
mogendheden, bij Engeland en l'rankrijk. Maar laten dan
ook die mogendheid de geboorte van dat rijk niet tegengaan
en steeds den zieken man bijstaan. Waartoe dient het bond
genootschap met een lijk Toen Mr. van 's Gravbnwbert
in 1841 zijn reisherinneringen uitgaf («Het Noorden en het
Oosten"), schreef hij reeds: «Valt de troon der Osmanlis,
dan is Griekenlandbelijder van de Godsdienst van het
meerendeel der Raja's, in Europa geroepen, om geheel Ilo-
melië en zelfs Konstantinopel in bezit te nemen, en alzoo,
als een onzijdige macht, den onverdeelbareu twistappel tus
schen Rusland, Engeland en Frankrijk, de Dardanelien, voor
zich te behouden, onder vrijen toegang voor alle andere na
tiën." W. v. d. K.
Te Antwerpen is den 15 in Dagenoeg 2Sjarigen ouder
dom overleden de oprichter van den «Liberalen Vlaamschen
Bond" (1866) Henry Lenaerts. Hij was het mede van het
democratische vlaamsche blad Recht door Zee.
De veepest heeft zich tot over de fransche grenzen uitge
strekt en is in een stal te la Hailleule (belgisch Luxemburg)
uitgebroken. Er zijn terstond krachtige maatregelen genomen
om het kwaad te keer te gaan.
Bij het door den heer Fvnck in de Kamer gedane voor
stel wordt bepaalddat alle in Belgie aanwezige kinderen
van hun 7" tot hun 13ejaar, lager-onderwijs moeten ontvan
gen en dat ouders en voogdendie in gebreke blijven hunne
kinderen ter school te zendenna 2 voorafgegane waarschu
wingen met eene geldboete van 1 tot 10 fr., en bij herha
ling van 10 tot 25 fr. en bovendien met 1 tot 5 dagen ge
vangenis gestraft zullen worden.
De minister Cornesse heeft den 22 bij de Kamer een ont
werp van herzien wetboek van koophandel ingediend.
Het voorstel Bemeur c. s., strekkende om de bepaling van
den census voor het kiesrecht der leden van de Kamers en de
verdere op dit onderwerp betrekking hebbende beschikkingen