No. 52,
Tweeen z enen 1 igsle J aar gang.
1870.
Z O N D A G
25 DEC E Vï B E R.
©fficiccl ©cbccltc
Een Katholieke April-bewegin
ALKMAAHSCHECOH
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,65, franco per post f 0,8®,
afzonderlijke nomraers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters uaar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in liet eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een Bijblad.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WET HOU DERS van ALKMAAR.
Gezien art. 19 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad
N». 72).
Roepen bij deze op
Alle mannelijke ingezetenen, die op 1 Januarij 1871 hun
negentiende jaar zijn ingetreden (mitsdien alle mannelijke
geboornen van 1852), om zich. ingevolge art, 15 en 20 der
voorz. wet, in bet daartoe gereed gemaakte register voor de
Nationale Militie te doen inschrijven
De inschrijving begint op 1 Januarij 1S71 en moet afge-
loopen zijn den 31 dier maand, behoudens uitzondering bij
art 20 der opgemelde wet omschreven.
De inschrijving geschiedt in een der vertrekken van het
raadhuis alhier, op alle Dingsdagen en Vrijdagen in de maand
Januarij, tot en met den 30 dier maand, des avonds van 5
tot 7 ure.
De verpligting tot het doen der aangifte berust op den
militiepligtige zeivenbij ongesteldheid, afwezigheid, of ont
stentenis, op zijn vaderis deze overledenop de moeder,
en, zijn beiden overleden, op den voogd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd maken tot regt
verstand van het voorgaande, de ingezetenen opmerkzaam op
de navolgende bij voorz. wet gemaakte bepalingen, als:
Voor ingezeten wordt gehouden:
1". hij, wiens vader, of is deze overleden, wiens moeder, of.
zijn beide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens
de wet van 28 Julij 1850 (Staatsblad n 44);
2°. bijdiegeen ouders of voogd hebbendegedurende de
laatste 18 maanden voor 1°. Januarij 1S71 binnen Ne
derland verblijf hield;
3°. hijvan wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is
zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk ver
blijf boude.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdelingbe-
hoorende tot een Staat, waar de Nederlander niet aan de
verpligte krijgsdienst is onderworpenofwaar ten aanzien
der dienstpligtigheidhet beginsel van wederkeerigheid is
aangenomen.
üe inschrijving geschiedt
1°. van een ongehuwde in de gemeentewaar de vader, of
is deze overleden de moeder, ofzyn beide overleden
de voogd woont;
2°. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente
waar hij woont
3°. van hemdie geen vader, moeder of voogd heeft of door
dezen is achtergelatenof wiens voogd buiten 's lauds
gevestigd isin de gemeente waar hij woont
4°. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Neder
lander, dieter zake van 's lands dienstin een vreemd
land woontin de gemeentewaar zijn vader of voogd
het laatst in Nederland gewoond heeft.
Voor de Militie wordt niet. ingeschreven
1°. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een in
gezeten die geen Nederlander is
2». de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling al is zijn voogd ingezeten
3°. de zoon van een Nederlander, die, ter zake van 's lands
dienstin 's Rijks overzcesche bezittingen of koloniën
woont.
Burgemeester en Wethouders voornoemd vermanen al de
ingezetenen dezer gemeentewien dit mogt aangaanzoo
mogelijk in eigen persoon de aangifte te doen en daarmede
niet tot het einde van Januarij te wachtenterwijl zij voorts
herinneren aan de straf waarmede de nalat.igen ter inschrij
ving bij de art. 183 en 188 der wet bedreigd worden
Burgemeester en Wethouders vccrtceud,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
10 Dec. 1870. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
CERTIFICATEN VAN OORSPRONG,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
roepen bij deze op alle personen, die in deze gemeente een
tak van nijverheid uitoefenenwaarvan de voortbrengselen
met certificaten van Nederlandschen oorsprong of bewerking
tegen een lager regt in Nederlandsch Indië kunnen worden
ingevoerdvoor zoover zij voornemens zijn om goederen ter
verzending naar N. Indië te vervaardigen of te bewerken
om, onder overlegging van een afschrift van hun patentblad,
zich in de maand Januarij 1871 te laten plaatsen op de daar*
voor ter gemeente-secretarie gereed gemaakte lijst.
Aanvrage om certificaten door personen, niet op die lijst
vermeld of voor voortbrengselen blijkens die lijst door hen
gewoonlijk niet vervaardigd of bewerkt wordendemoeten
steeds voor den Kantonregt.er worden beëdigd zoodat het.
wenschelijk is eene zoo volledig mogelijke aangifte te doen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
SI Dec. 1870. De Secretaris,
NUHOUT van der YEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat voortaan alle werkdagen
tusschen des voormiddags 10 en des namiddags 2 ure, gele
heid bestaat kennis te nemen van of inlichting te vragen
omtrent stukken in de oude boekerij der gemeente Alkmaar
voorhanden, wanneer men zich daartoe op het stadhuis aan
meldt bij den Secretaris der gemeente.
Burgemeester en Ik ethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
22 Dec. 1870. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR
Gezien art. 265 4e. lid, der wet van 29 Junij 1851 (Staats
blad n°. 85.)
Brengen ter kennis van de belanghebbendendat het 1
suppletoir kohier der plaatselijke directe belastingdienst
1870, heden door den gemeenteraad is vastgesteld, en ge
durende 8 dagen, van af 22 December 1S70, ter inzage op
dc Secretarie dezer gemeente is nedergelegd binnen welken
tijd tegen den aanslag bij Gedep. Staten dezer provincie in
beroep kan worden gekomen, alsmede
dat het 2e. suppletoir kohier van de belasting op de honden,
dienst 1870, heden door den gemeenteraad is vastgesteld,
met bepaling dat de aanslag vóór of op 15 Jannarij 1871
moet zijn aangezuiverdterwijl het aan den gemeente-ont
vanger ter uitvordering is uitgereikt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
21 Dec. 1870. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR;
Gelet op art. 54 der gemeentewet
Brengen ter algemeene kennisdat de gemeenteraad in
zijne heden gehouden vergadering heeft benoemd voor het
jaar 1871:
1". tot leden der vaste commissie voor de verordeningen,
tegen wier overtreding straf is bedreigd de heeren
Air. J. E. Nuhout van der Veen, Jhr. D. C. de Dieu Fontein
Verschuir van Heilo J. G. A. Verhoeff en Mr. D. F. van
Leeuwenvan welke commissieingevolge art. 166 der
gemeentewetde Burgemeester Voorzitter is.
2A tot leden der vaste commissie van financiënde heeren
J. G. A. VerhoeffP. Bruinvis de LangeJ. C. Koorn
J. Helling en 11. van den Berg,
onder voorzitterschap van den heer J. G. A. Verhoejf.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
21 Dec. 1870. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKA1AAR
vestigen de aandacht der ingezetenen op de met 1 Januarij
1871 in werking tredende wet tot regeling van het briefport,
o.a. bepalende:
a. het port van eenen gefrankeerden brief, het gewigt van 15
grammen wigtjesniet te boven gaande dieonverschillig
den afstand, van de eene plaats binnen het Rijk naar de
andere met de post wordt verzondenbedraagt vijf centen;
b. ongefrankeerde brieven van 15 grammen tvigtjesworden
belast met tien centen port;
c. gewone aangeteekende brieven zijnbehalve aan het port in
verhouding tot hun gewigtonderworpen aan een aanteeken-
geld van tien centenbij de afzending te betalen
d. het port van dag- of weekbladen bedraagt voor elk nummer
of exemplaar met of zonder bijvoegsels een centeven als
het port van elk bijvoegsel bij afzonderlijke verzending der
bijvoegsels; het port bedraagt een halve cent, wanneer het
gewigt van dag- of weekbladen 25 grammen wigtjesof
minder is
e. naam- Cf visitekaartjes mogen niet meer op den voet van ge
drukte stukken met de post worden verzonden met J Januarij
1871, doordat met dat tijdstip worden ingevoerd brief kaarten,
te gebruiken voor opene schriftelijke mededeelingenaan alle
postkantoren enhulpkantoren verkrijgbaartegen, betaling van
drie centen per stukwelke som het part vertegenwoordigt
f. postwissels zijn verkrijgbaar tegen betaling van vijf centen
voor elke som van f 12,50 of voor elk gedeelte van f 12,50.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar. A. MACLAINE PONT.
23 Dec. 1870. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEEsTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat reeds gedurende verschei
dene jaren bet niet honden van graan- en zaadmarkt alsmede
kaasmarkt tusschen Kerstijd en bet begin van FVbruarij een
door het gebruik ingevoerde toestand iseen gevolg van
vroeger van kracht, zijnde reglementenzonder dat echter
thans eenig officieel voorschrift bestaatwaarbij dat is voor
geschreven: dat liet, dus aan koopers en verkooperswan
neer zij gedurende dien tijd op Vrijdag handel willen drijven,
volkomen vrijstaat daartoe ovortegaanzullende de gemeen
te-ambtenaren wier hulp op de markt benoodigd isbun
die hulp verlcenen.
Burgemeester en W ethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
24 Dec. 1870. j)e Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
POLITIE.
Ter terugbekoming aan bet commissariaat van politie
voorbanden het navolgende gevondene, als: 2J. el voeringslof
en eenige zwarte knoopeneen zwaan een schaap.
gewoon was zijn stem te
iplc
Er was een tijd dat Nederland
doen booren in de Europeesche diplomatie, zijn invloed deed
gelden bij de beslissing der geschillen tusschen de vorsten
of de volken, en, zoo nooaig, zijn woorden door daden
nadruk bijzette. Die tijd is voorbij. Wel beeft Nederland
somtijds zitting in een congres ter behandeling van Euro
peesche vraagstukkenmaar alleen wanneer het daarbij min
of meer zelf is betrokkenen in elk geval is de rol die
bet daar vervult uit den aard der zaak ondergeschikten
dc toon dien het voert zeer bescheiden. Volgens sommige
Nederlandsche staatsburgers en, wat meer zegt, volgens som
mige Nederlandsehe Volksvertegenwoordigers, moet daar een
eiud aan komen. Nederland moet zich meer doen gelden,
en niet in een ondergeschikte rolniet in het gevolg van
de eene of andere groote mogendheidneenhet zou
zich aan het hoofd van de beweging moeten plaatsen. En
waartoe Tot herstel van de souvereiniteit van den Paus
over den Kcrkelijken Staat.
In de zitting^ der Tweede Kamer van 19 December 1.1.
vroeg dc heer Kerstens aan de regeering inlichtingen om
trent hetgeen zij voornemens was te doen naar aanleiding
van de adressen, door duizenden Roomsch-Katliolieke Neder
landers aan den Koning gezondenwaarbij zij handhaving
vragen van hunne rechten die door den aanslag op de sou
vereiniteit van bet Hoofd der Kerk zijn geschonden. Het
in bezit nemen Van Rome door de ïtaliaanselie regeering
heeft bij hen een angstig gevoel doen ontstaan, zeide de heer
Kerstens. Zij zien daarin
1°. Sc lending Van de souvereiniteit van den Paus als Hoofd
der Katholieke Kerk en 2". een verschijnsel van de toepassing
der beginselen dieals zij nog meermalen plaats vindt, voorl
iederen kleinen staat groot gevaar opleveren.
De adressen eindigen daarom met den Koning te verzoe
ken, de inbezitneming van den Kcrkelijken Staat door de
regeering van Florence niet te erkennen, 'en hetzij afzonder
lijk betzij in overeenstemming met andere mogendheden,
zoodanige stappen te doen tot liet volledig herstel der sou
vereiniteit van den Paus over den Kerkdijken Staat, als Z.
M. in zijne wijsheid en rechtvaardigheid meest oorbaar en
geraden zullen toeschijnen. Welk gevolg hebt gij daaraan
gegeven en denkt gij daaraan te geven vroeg de heer
Kerstens. En toen de waarnemende Minister van Buiten-
landsche Zaken namens de regeering antwoordde, dat er geen
gevolg aan gegeven was. en dat aan de vraag om voorzie
ning niet, voldaan kon worden, stelde de heer Kerstens voor,
dat de Kamer zou verklaren van oordeel te zijn, dat de re
geering zich niet mag onthouden te gelegener tijd stappen
te doen om het herstel van de souvereiniteit van den Paus
over den Kerkelijken Staat te bevorderen.
Er is in deze adressen en in deze interpellatie iets zeer op
merkelijks. De gebeurtenissen in Italië hebben ernstige bezorgd
heid doen ontstaan bij alle Katholieken. zeide"de
heer Kerstens; vandaar het algemeen petitionement van
R o o m s c h - Katholieke Nederlanders. Dit geeft reeds
te denken. Het herinnert aan een ander algemeen petitione
ment,aan dat van April 1853 toen er ernstige bezorgdheid
bij de Protestanten was ontstaan, en er een algemeen
petitionement van Protestantsche Nederlanders uit
brak. Onder zulke omstandigheden rijst als van zelve de
vraag op: geldt het hier wel een algemeen Nederlandsch
staatsbelangof zijn hier kerkelijke belangen in 't, spel Of
hoe komt het andersdat hetzij uitsluitend Protestanten,
hetzij uitsluitend Katholieken zich met hunne bezwaren tot
de regeering wenden? Dreigde Nederland in 1853 gevaar,
hoe is het dan te verklarendat geen enkel Katholiek de
regeering vroeg om het af te wenden Is er daarentegen
thans gevaar aangebroken voor ons vaderland, waarom sluit
geen enkel Protestant zich bij zijn Katholieke medeburgers aan
om de zorgelooze regeering tot werkzaamheid aan te sporer en
tot handelen op te wekken? Wij hebben toch allen ons vader
land lief. Er is wel een partij in het land, die zich bij uitsluiting
van andere de nationale noemt en zich de vaderlandsliefde toe
eigent als een monopolie maar wij weten allen dat die partij
zelve wel beter weet. Zij doet het maar om hare tegenstan
ders zwart te maken en zelve aan de regeering te komen.
En nu moge dit middel al niet heel mooi zijn, 'het doel is
zeker loffelijk; zij handelt zoo uit vaderlandsliefde, uit over
dreven vaderlandsliefde, die tot dweepzucht overslaat en. als
alle dweepzucht, wel wat gevaarlijk wordtvast overtuigd
dat het vaderland, wanneer het maar door haar geregeerd
wordt, van allerlei zegeningen en welvaart zal overvloeien.
Maar nog nooit hebben of Protestanten of Katholieken aan
hunne overige medeburgers vaderlandsliefde ontzegd; en hoe
komt het dandat die vaderlandsliefde in de bange dagen
van 1853 geen enkel Katholiek gedrongen heeft zich bij de
fel geschokte Protestanten aan te sluiten, en evenmin bij de
dreigende gevaren van het tegenwoordig oogenblik in staat
is geweest één enkei adres van Protestanten in het leven te
roepen? Een vaderlandsliefde, die zoo uitsluitend of Protestanten
öf Katholieken in beweging brengt, zou dat wel de echte vader
landsliefde wezen? Zijn hier ook kerkelijke belangen in 't stiel?.
Ja, zullen sommige Katholieken antwoorden, ja, de be
langen van de Nederlandsche Katholiekenvan twee vijfden
der natie; of zijn wij Katholieken misschien geen Nederlan
ders, en hebben wij als staatsburgers niet gelijke rechten?—.
Zeker, als staatsburgers hebben wij allen gelijke rechten, maar
\yij hebben geen bijzondere rechten als Protestanten of Katho
lieken, De staat zorgt niet voor onze godsdienstige belangen.
Hij zou dat ook zeer slecht kunnen doenen verleent alleen
aan de kerkgenootschappen volledige vrijheid om daarvoor
te zorgen zoo als zij zeiven verkiezen. Daarom hadden de
petitioneerende Protestanten van 1853 ongelijk, toen zij de
tusschenkomst van den staat inriepenom zoo mogelijk het
Hoofd der Katholieke Kerk te belemmeren in de vrije orga
nisatie dezer Kerk in Nederland en de vrije gemeenschap
met die Kerk en hare geestelijkheid. Maar daarom hebben
ook de petitioneerende Katholieken van 1870 ongelijk, nu zij
de tusschenkomst van den Nederlandschen staat inroepen, om
zqq mogelijk de wereldlijke souvereiniteit van den Paus te
handhaven, om te zorgen dat het Hoofd der Kerk, gelijk
de heerKERSTENs zich uitdrukte, «niet onder de pressie van eene
andere mogendheid blijve verkeeren." Als bijna alle Katholieken
in Nederland gelooven, dat het voor hunne kerk een vereischte
is dat de Paus souverein is, dan is dit een geloofspunt, dat nie
mand het recht, heeft hun te betwisten; maar daarom is het nog
geenszins de roeping van den Ne.lerlandschen staat, voor de
handhaving dier souvereiniteit te zorgen. Zoolang de Katho
lieken dit doel zochten te bereiken door het zwaard der
Pauselijke zouaveu en den steun van den Petrus-penning
waren zij op het rechte spoor; maar nu zij de hulp der Ne
derlandsche regeeriug inroepenzijn zij het spoor bijster.
Maar moet cr dan niet geprotesteerd worden tegen de
overweldiging van kleiue staten door hunne machtige nabu
ren Loopt Nederland zelf geen gevaar, wanneer het niet
krachtig optreedt tegen het inlijvings-systeem Vreemd
dat die vrees juist thans ontstaan isbij de inbezitneming
van Rome, en alleen bij de Katholieken. Het lot van Ni'zza
en Savoie, van Parm.% Toscane, Napels en Venetië, van Nas
sau, Keur-Hessen, Erankfort en Hannover heeft geen aan
leiding gegeven om de Nederlandsche regeering tot verzet
aan te sporen. Alleen het lot van Rome doet dezen Neder
landers de oogen open gaan. Hebben wij dan misschien
meer ten vreezen van Italië dan van Pruisen Of zijn
hier ook kerkelijke belangen in 't spel
De Vorst voor het volk, en niet het volk voor den Vorst.
Aan dien regel herinnerde de heer van Houten terecht zijn
medevertegenwoordigers. De vorst is geen eigenaar van het
land, en heeft geene rechten dan met goedvinden des volks.
Als wereldlijk vorst mag ook voor den Paus op dien regel
geen uitzondering gemaakt worden; en voor wien nu de ge
schiedenis van Italiëniet alleen van de laatste jarenmaar
sedert 1815, van 1830, van 1848 en 49, van 1859 geen ge
sloten boek is dien zal bet duidelijk zijn, dat, de eenheid van
Italic de wensch is van de overgroote meerderheid des volks.
De heer van Houten wees er ophoe reeds in 1848 de
Pauselijke heerschappij door den"opstand des volks werd om
vergeworpen, hoe in 1849 de tusschenkomst der FVanschen,
een beleg van twee maanden en de bestorming van Rome
noodig waren om haar te herstellen, en hoe zy van dien tijd
af door vreemde bajonetten tegenover de bevolking werd ge
handhaafd. Daarom kan de inbezitneming van Rome maar
niet eenvoudig weg, gelijk de Nieuwe Rotterdamsche Courant
doet, een //roof", of gelijk de heer Moens inde Tweede Ka
mer zich uitdrukteeen //usurpatie" genoemd worden. Al
wil men niet veel waarde hechten aan de te Rome gehouden
volksstemmingwat hebben de Romeinenniet de Zouaven
en Pauselijke troepenmaar de bevolking van Rome gedaan
om het Pauselijk gezag te handhaven en hunne stad te ver
dedigen Hoe hebben zij getoonddat de vereeniging met
Italië tegen hun wil geschiedde Italiëzeide de heer Cre-
mers heeft 24 millioen inwonerswaarvan de raeesten (schier
allen) de Katholieke godsdienst belijden. Wanneer nu de
Italiaansche regeering een stap tegen de godsdienst had ge
daan, zou volk en leger zich tegen haar hebben gekeerd en
haar omver hebben geworpen. Zoo was het volgens den heer
Cremers duidelijkdat de overgroote meerderheid van een
groot, Katholiek volk in gevoelen verschilt met de groote
meerderheid der Nederlandsche Katholieken. Reeds voor zes
eeuwen, herinnerde hijpredikte Dante de eenheid van Italië.
Die eenheid is vóór eenige jaren verkregendoch zonder
Rome als hoofdstad. Het Italiaansche Parlement proclameerde
Rome tot hoofdstad van Italië, en toen nu eindelijk de Fran-
sche Keizer zijn troepen uit Rome terugriep, was' Italië ver
plicht Rome te bezetten, daar het anders aan de revolutie
zou zijn prijsgegeven.
De motie van den heer Kerstens vond bijna algemeene
tegenkanting. Hij is te ver gegaan, te ijverig geweest, en de
Tijd en de Noord-Brabander verwijten hem, dat hij de zaak
bedorven beeft! Onberaden, ondoordacht, kortzichtig, on
tijdig, onhandig, dat zijn de woorden, waarmee deze
bladen dien vertegenwoordiger en zijn motie bestempelen.
Arme heer Kerstens Hij heeft dan ook eindelijk ge
meend niet beter te kunnen doen dan zijn motie weer in te
trekken. De heer van de Putte meende, dat, nu de zaak
eenmaal ter sprake was gebracht, de Kamer ook hare ziens
wijze daaromtrent duideiijk moest uitdrukken, en stelde voor
te verklaren, dat het de roeping van den Nederlandschen staat
met is, stappen te doen tot herstel van de souvereiniteit Van.
den Paus over den Kerkelijken Staat. Daartegen hadden weer
sommige leden bezwaar, omdat de regeering nog geen daad
had verricht, en haar dus nog geen voorschrift mocht gegeven
worden en de regeering had immers reeds verklaard geen
stappen te zullen doen In dien geest spraken de heeren
TlIORBECKE VAN ÜOLSTEIN VAN VOORTHUYSEN Cll VAN
Beyma. Volgens die heeren is liet niet constitutioneel, dat de
Kamer hare meening doet kennen, voordat de regeering iets
heeft gedaanwaarop misschien niet is terug te komen.
In 't gewone leven zou men dit noemende put dempen
als het kalf verdronken ismaar in de politiek schijnt dat
anders. Deze eonstituioneele bezwaren waren oorzaak, dat de
duidelijkeiets zeggende motie van den heer van de Putte
met 42 tegen 32 stemmen werd verworpen.
Eindelijk werd de motie van ,den heer Cremers waarbij
de Kamer eenvoudig de houding der regeering goedkeurde,
met 39 tegen 35 stemmen aangenomen. Evenals de conser
vatieven in 1853 aan de Protestansch-kerkelijken de hand
reikten in hun ongrond wettigen ijver tegen de invoering der
Pauselijke hiërarchie, staken zij thans den Katholiek-cleri-
calen de hand toe bij hun ultramontaansehen eisch tot het
doen van stappen tot herstel van de souvereiniteit van den
Paus. In beide gevallen was de hulp zeker even ernstig
gemeend. Tot wering van de Pauselijke hiërarchie kon en
mocht niets gedaan wordenen is ook niets gedaan. Even
min kan en mag en zal door Nederland iets gedaan worden
tot herstel van de Pauselijke souvereiniteit. Toch konden
de heeren de Brauw van Foreest Heemskerk Az
's Jacob enz. de houding van de regeering niet goedkeu
ren die verklaarde niets gedaan te hebben en niets te
zullen doen tot voldoening aan het bij de Katholieke adres
sen gedaan verzoek. Wat hadden zij dan gewild, dat de
regeering gedaan had of nog zou doen Dat hebben de
heeren vergeten te zeggen. Toch was het voor de natie en
vooral voor de verzoekers van belangdit te weten. Maar
welwillend zijn de conservatieven altijd, zoowel jegens
de tegenstanders der schoolwet als jegens de adressanten voor
het herstel der Pauselijke souvereiniteit. Bij Protestantsche
en Katholieke April-bewegiugen altijd een welwillend woord
altijd een gemoedelijk waardeeren van de bezwarennooit
iemand voor het hoofd stooteusteeds hartelijke betuiging
van deelneming, maar als het op daden aankomt April!
//Zoo leght men kinders slapen," zou Vondel zeggen.
Toch schijnt het voldoende om de vriendschap aan te honden.
Hoe lang zal het duren tot de oogen open gaan, en, evenals
bij den heer Groen van Prinsterer wegens de altijddu
rende onvoldaanheid eindelijk ook de d a n k h a a I'
ll e i d verdwijnt W. v. D. K.