Drieënzeventigste Jaargang.
1871
No.
5.
Z O N I) G
J A N U A R I.
f)
(Officieel COcbcchc
1°, het vergrooten van- benevens vernieu
wingen aan het schoollokaal te Nieu-
wendam
2°. het bouwen van eene school en on
derwijzerswoning te Assendelft.
Politiek ©ocrsicht.
C dcfcclijfiscftc IScciclttctK
Kronijk van den
Oorlog.
A
R
c
A
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O.Q&, franco per post f <ü,8 0,
afzonderlijke nommers <5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM1. COSTER ZOON.
jBftwij» *ii
-' ifTTy xfS-
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in bet eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
I4 waj
Bij deze Courant behoort een Bijblad.
PROVINCIE NOORDHOLLAND.
AANBESTEDING.
Op Donderdag den 16 Pebruarij 1871, des namiddags ten
half drie ure, zalonder nadere goedkeuring, aan het lokaal
van het Provinciaal bestuur te Haarlemnamens en voor
rekening van de nagenoemde gemeentebesturen, worden over
gegaan tot de aanbesteding van
De aanbesteding zal plaats hebben bij enkele inschrijving,
ingevolge art. 17 en 9 van de bestekken.
De bestekken zijn, tegen betaling vau 15 Cent per exem
plaar, te verkrijgen aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur
voornoemd; aan het bureau voor buitenlandsche paspoor en,
gevestigd in het raadhuis, te Amsterdam, en aan de gemeente-
secretariën van Nieuwendam en Assendelft, voor zooveel zij
die gemeenten aangaan.
Gegadigden worden er aan herinnerd, dat de biljetten van
nschrijving des middags ten twaalf ure vóór den dag der be
steding in de bus moeten gestoken zijn, zoo a!s art. 63 131
der algemeene voorschriften bepaalt.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij di* burgemeesters
der gemeenten Nieuwendam en Assendelft, vuor zooveel ieder
der genoemde werken aangaat, bij de ontwerpers der bestekken
(van het werk te Aieuwendam) den beer W. Ph. de Kruijjf,
(van bet werk te Assendelft) den beer P. J. Krieger, beiden
provinciale opzigters van den waterstaatrespectivelijk te
Helder en te Alkmaar.
De aanieijzigingen in loco zullen geschieden te Nieuwendam,
op Zaturdag en te Assendelft op Maandag vóór de besteding.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
Gezien art. 203, 2e lid der wet van 29 Junij 1851 (Staats
blad No. 85).
Brengen ter kennis van de belanghebbenden
dat de 2e suppletoire gemeente-hegrooting voor de dienst
van 1870, op heden aan den gemeenteraad aangeboden,
van af heden gedurende 11 dagen ter gemeente-secretarie
ter lezing is nedergelegd en in afschrifttegen betaling der
kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld is.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
24 Jan. 1871. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt
ter kennis der ingezetenendat volgens ontvangen mede-
deeling de landmeter van het kasdaster de heer C. Koogman
Klots Woensdag 1 Februari] een aanvang zal maken met bet
opnemen der kadastrale veranderingen in deze gemeente.
Alkmaar, De Burgemeester van Alkmaar.
27 Jan. 1871. A. MACLAINE PONT.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, den 1 Pebruarij 1871. des mid
dags ten 12 uur. Namens den Voorzitter van den Raad,
NUHOUT van der VEEN.
POLITIE.
Ter terugbekoming aan bet commissariaat van politie
voorbanden het navolgende gevondeneals een medaillon
een zilveren naaldenkoker; een gouden oorhanger; een ceintuur.
POSTERIJEN.
Aan belanghebbenden wordt bekend gemaaktdat er gele
genheid bestaat tot verzending der correspondentie naar
Zuidelijk of Zuid-Oostelijk Frankrijk over Zwitserland.
Brieven: gedw. frand., 25 ct. per 10 gr.
Gedrukte stukken en Monsters: gedw. frank., 7 ct. per 40 gr.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn'
verzonden gedurende de 2'. helft der maand December 1S70'
Mej. A. H. ZUURE Amsterdam; N. SPAARKOGER'
Beverwijk; J. SCHRIJVER, Haarlemmerlie, K. de WAAL-
S. de WILDE, P. MIENIS, OudcarspelJ. B1ETER
Rotterdam P. OOTJES SchageiiH. KAMPERDIJK
Utrecht.
Van het hulpkantoor
Schoorldam: I. van NIEltOP, Assen.
Is het waar, dat het geweld thans meer regeert dan
vroeger, dat tegenwoordig in de onderlinge verhouding
der volken minder op de eisehen van het recht wordt gelet
dan voorheendat de spreuk «macht is recht" meer dan ooit
geldt in dezen tijd? Verschillende bladen hebben bet be
weerd, herhaaldelijk onder anderen de Tijd, waaruit in bet
vorig nummer eenige zinsneden werden aangehaalddie al
zeer krachtig waren. Het onderwerp is te belangrijk om
er vluchtig overheen te stappen, en daarom kan het niet on
gepast geacht wordener nog eens op terug te komen om
er nu wat langer bij stil te staan.' Door de bloedige oorlo
gen in de laatste twintig jaren verschrikt en vooral door den
tegenwoordigen vreeselijken krijg heftig verontrustdringen
zich inderdaad de vragen bij ons op: is deze zoo dikwijls
boog geroemde negentiende eeuw niet vree-el ijker dan hare
voorgangsters? Gaat de menschheid niet acht eruit? Vindt
de stem van het recht, van de goede trouw, van de billijk
heid zelfs niet nog minder dan in vroegere eeuwen gehoor?
Heeft de zelfzucht zich niet meer uitsluitend de heerschappij
verworven dan in de tijden onzer vaderen De Tijd beweert j
■het. «Vroeger zegt bij stelden de regeeringen zich
ten plicht de zwakken te verdedigen en te beschermen en
zich bet lot dor verongelijkten aan te trekkendat beginsel
behoort in de christelijke maatschappij te huis en strekte tot
bescherming der onschuld en tot beteugeling van het geweld."
Er kan niet aan gedacht worden alle belangrijke oor
logen van de middeleeuwen en den nieuweren tijd opzettelijk
na te gaan en in een beschouwing te treden van hunne aan
leidingen en oorzaken en van de wijze waarop zij gevoerd
en geëindigd werden om te onderzoekeu, wat er blijkt van
die edele drijfveren en bedoeliugen der toenmalige regee
ringen. Wat evenwel onze eigene geschiedenis betreft, noch
in den tachtig jarigen oorlog, noch in de oorlogen die En
geland ons aandeed, noch iu den gemeenschappelijken aanval
van Frankrijk, Engeland, Keulen en -Munster is er eenig
spoor van te vinden. Om van de binneulaudscbe oorlogen
maar niet te sprekenkan aan den meer dan honderdj arigen
oorlog tusschen Frankrijk en Engeland iu de 1 lde en 15a' eeuw,
aan den 3Ojarigen oorlog die Duitschland verwoestte, bet karak
ter worden toegekend van een bescherming der zwakken? Was
Lodewijk XIV in zijn talrijke oorlogen de bondgenoot der
verongelijkten Reeds voor anderhalve eeuw verklaarde de
beroemde Prins Eugeniüs dat een leger van tweemaal hon
derdduizend bajonetten krachtiger waarborg was dan een
millioen eeden van al de vorsten van Europa. Hij was dus
vrij wel de meening toegedaan van Keizer Napoleon I die,
toen hem te Leydeu een hoogleeraar in bet, volkenrecht werd
voorgesteld, dit recht, le droit du canon noemde. Van de
Oostenrijksche successie-oorlog zegt, Bilderdijk „Het was
een openbaar roovercomplot van degenendie zieh door
Gods genade Koningen en Vorsten noemden." Van den ze
venjarigen oorlog, die bij zijn eiude alles in deuzelfdeu toestand
liet waarin bet, bij zijn ontstaan verkeerde, behalve de ontzet
tende verwoesting en bet millioen menschenlevens die er bij
verloren waren gegaan, zegt een ander geschiedschrijver:
«Een groote leer predikt deze krijg; en de erkenning dier
leer zou een vergoeding kunnen zijn voor al het kwaad dat
bij wrochtdoor zulk een naamlooze ellende wreekte zieh
bet door den roof van Silezië geschonden recht. Doch de
wereldgeschiedenis verkondigt deze zelfde leer met duizend
stemmen en immer te vergeefs. Want niet op de over
treders van bet recht zeiven, ook niet op de machtigen die.
door de overtreding te dulden of goed te keurenof door
bun voorbeelddaartoe aanmoedigen maar alleen op de
volken aan wie daarbij geen stem en geen tegenstreven ver
gund isvalt de wraak." Omtrent de gelukkige regeering
van Keizerin Catharina II van Rusland zegt Schlosser
//Ook bij deze gelegenheid scheen de grondstelling van Mac-
chiavelli en zijne leerlingen de diplomaten bewaarheid te
wordendie als uitkomst van alle historische studie aan-
ueemtdat slechts de listigende sterkeu, zij die voor geen
misdaadals zij nuttig isterugbevengewoonlijk door
God begunstigd worden." -Van de schandelijke verdeeling
van Polen door Rusland, Oostenrijk en Pruisen zullea wij
maar zwijgenmaar al de voornaamste oorlogen der vroegere
eeuwen bieden ons niets anders aan dan tafereelen van geweld,
list,trouwbreukverraad en zelfzucht. Van een verdedi
ging der zwakkenbescherming der onschuld beteugeling
van bet geweld oi bijstand aan de verongelijkten zal men
slechts zeer enkele en dan nog hoogst betwijfelbare voor
beelden vinden.
Maar het beginsel van non-interventie heerscht toch tegen
woordig meer dan vroeger. De zelfzucht zit ten troon, ieder
zorgt alleen voor zich zeivenen laat zijn buren aan hun
lot over. Nog eens: was dat dan vroeger anders en beter?
Kwamen vroeger de mogendheden tnssoben beide in bet be
lang van de verdrukte onschuld en liet geschonden rechtDie
bet beweertmoge zijn stelling door voorbeelden bewijzen.
De geschiedenis schijnt, veeleer aan te toonendat de mo
gendheden zich vereenigden tot gemeenschappelijke berooving
van den zwakke. Aan den oorlog nemen alleen deel, die er
zeiven zijn ingewikkeld, of zich met eeue der partijen ver
binden in de hoop op een deel van den buit; maar de belan-
geloozen, die in bet belang van onschuld en recht zieh mengen
in den strijd en door hun overwicht den evenaar naar de
goede zijde doen overslaankent de geschiedenis niet.
Doch bet blijkt, dat de Tijd aan het woord interventie
of tusschenkomst een andere beteekenis hecht dan die
er gewoonlijk aan wordt toegekend. Zoo zegt de Tijd, dat
de mogendheden die zich zoo sterk tegen auderer tusschen
komst verklaren, zeiven, wanneer baar belarg bet meebrengt,
zieh van liet middel van interventie bedienenen zoo zuu
Pruisen van de interventie van Italië gebruik gemaakt hebben
tegen Oostenrijken de tusschenkomst van de Zuid-Duitsclie
staten ingeroepen hebben tegen Frankrijk. Maar bij alles
wat spraakverwarring schuwt, is dit interventie? Als Pruisen
en Italië zich verbinden tot bestrijding van Oostenrijkof
als de Zuid-Duitseke staten zieh met den Noord-Duitschen
Bond vereenigen tot wering van den aanval van Frankrijk,
kan er dan sprake zijn van interventie?
Zelfs de tusschenkomst van onzijdige mogendheden in den
strijd tusschen twee oorlogvoerende staten is niet wat men
gewoonlijk onder interventie verstaat. Interventie beet meer
bepaald de tusschenkomst van den eenen staat in de binnen-
landsche aangelegenheden van een anderen staat, het zieh mengen
in de zaken van zijn buurman. En wel verre dat die inter
ventie beschouwd zou moeten worden alseen wenschelijke en
nuttige zaak behoort zij als een inbreuk op de vrijheid der
volken gebrandmerkt en ten strengste veroordeeld te worden.
Juist, aan dien handel van de groote mogendheden met de
kleinere staten, aan die voogdij van de sterken over de zwak
ken aan dat vereenigen en scheiden van landen in liet,
belang van bet zoogenaamde Europeesclie evenwicht, eigenlijk
in liet belang der voogden, zonder te letten op'liet karakter,
de zeden, wensehen en begeerten der bevolking, hebben wij
de onnatuurlijke toestanden le danken, die later in groote
oorlogen hunne oplossing vinden. Interventie is de heerschappij
van den sterke over den zwakke. Als de kleine man zich wilde
be, ■meien met de zaken van den sterke en machtigezou hij
natuurlijk de deur worden uitgezet; maar de kleine en zwakke
moet zieli de bemoeingen van den machtigen nabuur laten
welgevallen. Zoo is liet
geschiedenis, de opheffing en verdeeling van het Koninkrijk
Polen, niet anders dan het gevolg van de interventie der
drie Noordscbe mogendheden in de biuuenlandsche aangele
genheden van dit rijk. «Ter voorkoming van ver
der bloedvergieten en herstelling van den
vrede i(n Pole n", dat door biunenlandscbe twisten en
oorlogen werd verscheurd, en zich beroepende «op hunne
bekende goedertierenheid en rechtvaardig
heid, verdeelden Rusland Pruisen en Oostenrijk binnen
veertien jaren tijds in drie onderscheidene keeren bet onge
lukkige land. Ziedaar de interventie in baar zuivere gestalte:
tusschenkomst vau den machtigen nabuur in de zaken van
den zwakkere, «ter voorkoming van verder bloedvergieten en
tot, herstel van den vrede," «in naam der goedertierenheid en
rechtvaardigheid" en bet prijs geven van dit beginsel wordt
door de Tijd betreurd Zelfs de aanleiding of liever bet
voorwendsel tot, den tegenwoordigen oorlog is eigenlijk niets
anders dan een geheel onwettige interventie. De voorloopige
Spaansohe Rcgeering had de kroon van Spanje aangeboden van
een Vorst von Hohenzollern. In plaats van de beslissing
over de keuze van een vorst, over te laten aan de Spaansohe
Cortes, komt Frankrijk tusschen beide en zegtik wil geen
IIoiienzollern op den Spaauscken troon.
Wil men grondslagen leggen voor een blij venden toestand,
die^ den vrede waarborgt, dan bekooren alle volken, de
Heine zoowel als de groote, vrij te zijn in de keuze van
tiunne regeering en de regeling van bun bestuur, in de be
handeling hunner eigene zakenvrij om zieh te vereenigen
of af te scheiden. Dat de belangen der Vorsten bier niet
in aanmerking kunnen komen, of liever, dat de vorsten geen
eigen belangen mogen hebben, afgescheiden van of strijdende
met de belangen der volken tot welker regeering zij geroepen
zijnspreekt van zelf. Dat zoeken naar de meest geschikte
en gewensckte regeering zal bij bet groote verschil van ge
voelen daaromtrent onmisbaar tot veel verdeeldheid, veel in-
wendigen strijd niet altijd alleen met, woordenmaar som
tijds ook met de wapenen, aanleiding geven; doch dit is
oualscueidelijk van de vrije ontwikkelingsgeschiedenis der
volken, en zal eindelijk tot een blijvenden bevredigenden
toestand leiden, terwijl een regeeringdoor anderen aan
een volk opgelegdslechts door dwang of kunstmiddelen
staande gehouden kan worden, tot zij eindelijk plotseling
ineenstort en het volk juist even ver laat, als bij hare optre-
dingdook neen, niet even ver, door al de gebezigde
kunstmiddelen nog verder afgeleid van den goeden, natuur
lijken wegwaarop het zelf zijn regeering moet zoeken en
eindelijk zeker zal vinden. Eerbiedigt elke staat de vrijheid
van bandelen zijner buren, waar het hunne eigene zaken
betreftdan is reeds een groote en vruchtbare aanleiding tot
oorlogvoeren weggenomen, dan is de vrijheid, de onafhan
kelijkheid der kleine staten voor een groot deel gewaarborgd.
Maar erkeut men bet recht van voogdij van de groote mo
gendheden over de kleineerkent men bet recht om tus
schen beide te komen in hare biunenlandscbe aangelegenhe
den dan is bet met de zelfstandigheid der kleine volken
gedaan. Dreigt een oorlog te ontbranden, dan kan hij wel
licht door de bemiddelende tusschenkomst der onzijdige mo
gendheden voorkomen worden. Ook later kan soms een be
middeling van een inderdaad onzijdig en onpartijdig stand
punt op bet juiste tijdstip aangeboden, bet einde van den
strijd bespoedigendoch een gewapende tusschenkomst, als
bet vergoten bloed de strijders reeds heeft verbit en verbit
terd,^ zou in de meeste gevallen tot een algemeenen Euro
peeseben oorlog leiden. Of is bet waarschijnlijk, dat juist
alle mogendheden zich ler zijde zouden scharen van dezelfde
partij Bij zulk een besliste eensgezindheid der onzijdigen
zou de oorlog misschien niet zijn uitgebroken. Is bet echter
niet aannemelijker, dat ook de onzijdige mogendheden on
derling verdeeld zouden zijn dat zij aan verschillende zijden
parij zouden kiezenen zou dan bare tusschenkomst het
bloedvergieten doen verminderen? W. v. d. K.
l'i'iinki'ijk.
Dc prefect, te Bordeaux heeft, den heer de Lag uéronnière
die door le Siècle hevig aangevallen was maar zieli waardig
verdedigd had, uit naam der regeering verzocht, de stad te
verlaten en zie i te Arcachon te vestigen. Zoowel aan den
prefect als later aan den minister Gambetta heeft da heer
d. L. te kennen gegevendat hij aan deze uitnoodiging
waarvoor geene aanleiding bestaat, geen gevolg zal geven.
De regeering heeft beslotendat de Franseke Bank, onder
den waarborg van 's Rijks bosschen, tot een bedrag van
'r miljoen p.st. aan biljetten met gedwongen koers zal uit
geven. {Times.)
Het, door het bewind te Parijs uitgevaardigde protest
tegen bet bombardement der stad is ook te Bordeaux afge
kondigd, met de verklaring, dat de Delegatie zieh er geheel
mede vereenigt.
De prefect van het Noorden heeft zijn ontslag gevraagd
en is door den heer Paul Bert vervangen.
De prefect van Constantine Marcel Lucet is ontslagen
tot leedwezen der gematigden. Als een blijk zijner onaf
hankelijkheid kan strekkendat hij den eisoh der republi-
keinsche „Club van de rechten vau den mensck," tot ver
drijving der jezuietenbepaald heeft afgewezen.
De minister Gambetta is den 21 te Rijssel aangekomen en door
de bevolking met geestdrift en eerekreeten ontvangen. In de
pretectuur hield bij voor 600 menschen eene zeer toegejuichte
rede, waarin hij aandrong om den tegenstand tothet uiterste
volte houden, zullende het, voortzetten van den oorlog, zelfs
bij het ondergaan van nederlagen tot den ondergang des
vijands en de eindelijke zegepraal moeten leiden. Den 22
ontving hij een groot aantal deputatiën en hield hij op nieuw
eene redevoering tot de bevolkingwaarin hij zeidedat
Fjrankrijk liever een altoosdurenden oorlog zou voeren dan
zich te laten verbrokkelen en de 15000 elzassers, die de wapenen
voor het vaderland hebben opgevataan hun lot over te laten.
Den 23 is hij naar Calais vertrokken.
Op last van den prefect zijn 1200 duitschers uit Marseille
verbannen. Zij zouden zioli aan spionneeren hebben schuldig
gemaakt.
De heer Pinard is te Lyon weder op vrije voeten gesteld,
met last om Frankrijk onmiddelijk te verlaten. Hij is naar
Genève vertrekker». Zijn broeder verklaart in de dagbladen,
dat, de beschuldigingdat hij nummers vau het bonapartis-
tisclie biad le Drapeau zou hebben verspreid een verzinsel
is en dat de gedane huiszoeking niets tot bezwaar van den
gearresteerde heeft doen blijken.
Bij decreet is aan de Delegatie een crediet geopend van
52 i miljoen, waarvan 22}. tot betaling van uitgevoerde con
tracten en het overige voor het aankoopen van wapenen en
ammunitie.
Toülouse verlangtdat afdoende maatregelen genomen
zullen worden tegen het drijven der roode partij.
Belegering van Parijs.
De bekende geneeskundige Ozanam heeft de regeering in
ernstige overweging gegeven om het groote riolen-net der
stad en de catacomben tot wijkplaatsen voor de bevolking
open te stellen.
1 Kapitein, 1 chirurgijn-majoor en 5 onderofficieren der
linietroepen, die bij het gevecht van 22 Dec. bij Ville-Evrard
de vlucht hadden genomen, zijn, op last van den genl. Vinoy, uit
hunne gevangenis gehaald, voor het front hunner regimenten
gebrachtvan hunne militaire kleeding ontdaan en voor ver
raders des vaderlands verklaard.
Ai de zieke militairendie zich in het hospitaal Val-de-
Grace bevondenzijn in rijtuigen naar ambulances op den
rechteroever der Seine overgebracht.
Op last der overheid zijn in verscheidene gedeelden der
stad, inzonderheid nabij standbeelden, gedenkwaardige his
torische gebouwen enz., de straatst,eenen opgebroken.
Volgens schrijven van een voornaam industrieel te Parijs,
d.d. 13 Jan., opgenomen in V Indépendance Beige, werden
de huizen, waarvan de fundamenten vóór de insluiting waren
gelegdvolbouwdhadden verscheidene groote werkbazen
nog arbeid voor hunne knechtswaren zeer vele fabrieken
van bestemming veranderd en werkzaam met het maken van
kogels en kruithet malen van graan en het pellen van rijst,
strekte de voorraad graan tot 15 Maart, van vleesch nog
langer en van wijn veel langer, en ging ter beurze veel in
effecten ommet meer koopers dan verkoopers van 3 p.cts.
fransehe rente.
Bij decreet van den 16 is het rekwireeren van aardap
pelen opgeheven en de handel in dat artikel weder geheel
vrijgelaten.
In den naeht van 1314 hebben de pruissen getracht
de stelling bij Draney te vermeesterenmaar zij werden
krachtig door de bezetting afgeslagen; denzelfden dag hadden
levendige schermutselingen bij le Bourget en la Courneuve
plaats. Het gevecht op laatstgenoemd punt is den volgenden
nacht hervatmaar wederom werdmet ondersteuning der
oostelijke fortende vijand met verlies teruggedreven.
Het gouvernement heeft bekend gemaaktdat burgersdie
door pruisische projectielen getroffen worden gelijk gesteld
worden met door den vijand verminkte of gekwetste soldaten,
en dat de nablijvenden van gevallenen in dezelfde gunsten
zullen deelen als die van op het slagveld gesneuvelde krijgs
lieden.
De nog steeds te Parijs vertoevende vermogende engelsck-
man Richard Wallace heeft den 14, bij schrijveu aan den
heer Favrehet denkbeeld geopperd eener inschrijving voor
de gezinnendie uit het zuiderdeel der stad geweken en
meereudecls behoeftig zijnhij deed dit voorstel vergezeld
gaan van eene gift van 100 00 fr. De heer Favre heeft da
delijk voor 1000 fr. ingeschreven en den heer Wallace, uit
naam der stad, levendig voor zijne gedurige opofferingen
bedankt.
Het bombardement wordt dag en nacht voortgezet, zonder
groote schade aanterichten. Den 15 vooral zijn de zuidelijke
forten hevig beschoten. Het vijandelijk vuur wordt echter
krachtig beantwoord, inzonderheid den 16, toen het heldere
weder de artilleristen van den ringmuur in staat stelde, de taak
der forten MontrougeIssy en Yannes aanmerkelijk te ver
lichten. Den 17 zijn voor het eerst 2 granaten op den rech
teroever der Seine, en wel op de Q,uai de Bethune, neder-
gekomen. Verscheidene openbare inrichtingen, de station der
omnibussen enz. zijn zooveel mogelijk uit het rayon der vijan
delijke bommen verwijderd en den 16 waren reeds 400000
inwoners der zuidelijke wijken naar den noorderoever der
Seine verhuisd. Op de meeste groote pleinen kruisen pa
trouilles om ophoopingen van nieuwsgierigen te verhinderen
en hulp te brengen waar die ten gevolge van het bombar
dement vereischt wordt. Van 5 tot 13 Januari zijn gedood
51 (21 mannen, 12 vrouwen en 18 kinderen) en gekwetst
138 personen.
Den 19 is gevochten van Montretout tot de ravijn van
Celle. Onzerzijds waren 100000 man, onder de genls. de
Bellemare, Ducrot en Vinoy, en eene aanzienlijke artillerie iu
het vuur. De vijanddie 's morgens verrast werd zoodat
te 11 uren de redoute van Montretout en de huizen van
BéarnPorto di Borgo en Armengaud en 60 gevangenen
vermeesterd warentrok een groot aantal kanonnen en zijne
infanterie-reserve bijeen. TegeD 4 uren begon onze linker
vleugel te wijken. Tegen den avond kpnden de onzen hunne
aanvallende houding en de hoogvlakte van Bergerie herne
men, doch het voortdurende hevige vuur des vijands ge
paard aan de duisternis, welke belette om geschut aantevoe-
ren tot het handhaven der positienoodzaakte ons de hoogte
te verlaten. De strijd was bloedig. De kolonel Rochebrune,
die zieh in den poolschen krijg naam had gemaaktis bij
Reuil roemrijk gesneuveld. De kapiteins Jmneman eu Guitton
zijn mede gevallen. De kapitein Catalan is hopeloos en de
kolonels Lauglois en Montbrison zijn ernstig gekwetst. De ko-