J rn No. 6. Jaargang. Di jieënz event iyste 187!» Z O NI)AG 5 F E BRÜARI. ©fficicel (Bcbccltc. Aan de orde van den dag. ©€lcfeclijf<0c(ic ficirtchtcu Bclgic. !*g'uisen. Oosteni'ijk-E!ongai*i|e. B falie. Spanfe. Frankrijk. ki'oof Jtrittanje en Serlaml. Turkije. Tereenigde Stalen. Binnenland. 4 L K M A A It S C e 5' Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avondxte 7 uren. Prijs per kwartaal f O, Gó, franco per post t 0,SO, afzonderlijke nonuners Cents. Brieven franco aan de Uitgevers ILERMv COSTElt ZOON. De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending totZaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een Bijblad. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden dat de LOTING der in het vorige jaar in deze Gemeente voor de Militie in geschrevenen zal geschieden op Donderdag'.I Februari) aanstaandeten Raadhuize der Gemeente Alkmaar, des voormiddags ten 9 ure. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 20 Jan. 1871. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. KIEZERSLIJSTEN. De VOORZITTER van den GEMEENTERAAD van ALKMAAR roept bij deze op al degenen die elders in de Rijksbelasting zijn aangeslagen en verlangen dat die aanslag vermeld worde op de kiezerslijsten dezer gemeente, voor den Gemeenteraadde Provinciale Staten en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zich ter gemeente-secretarie te vervoe gen vóór 15 February 1871 met hunne aanslagbilletten in de grondbelasting, dienst 1871, en van de personele belasting en het patent, dienst 18J.J. Alkmaar, De Voorzitter voornoemd 4 Februarij 1871. A. MACLAINE PONT. BEVOLKING. De onderstaande personen worden in hm belang verzocht zich ten spoedigste ter gemeente-secretarie aantemelden Cornelia Culp laatste woonplaats Blokzijl; Nicolaas van der Kin 1. w. Gouda; Cornelia van Wleringen 1. w. Amsterdam; Jan Riet 1. w. Doorn; Petronella koormeer 1. w. Uitgeest; Hendrik Wijdeman 1. w. Schagen; Neeltje Koning 1. w. Rijp; Elisabeth Ebert 1. w. Utrecht; Broer Smit 1. w. Wormerveer; Gerbrand Smit 1. w. Rotterdam; Cornells Sinnige 1. w. Limmen; Mietje Spier 1. w. Helder; Klaas de Reus 1. w. Anna Paulowna, POLITIE. Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voorhanden het navolgende gevondenealseen medaillon een gouden oorhanger. Weet gij wel vraagt men het nieuwe Ministerie dat er eenige belangrijke zaken aan de orde zijn die geen uit stel dulden Denkt gij er wel aandat het vraagstuk om trent de census-verlaging vóór de aanstaande verkiezingen beslist moet zijn Dat onze verdediging .dringend hervor ming en verbetering eischt Dat wij eindelijk eens moeten uitmakenof er een inkomstenbelasting zal zijn of niet? Waarschijnlijk heeft het nieuwe Ministerie deze kwestiën niet vergetenen zal hetterwijl wij op koloniaal gebied een tijdperk van rust schijnen in te tredendaaromtrent ons weldra zijne zienswijze doen kennen. Dat er voor de beslissing van deze zaken een onverwijlde bijeenroeping van de Staten- Generaal noodig zou zijnis echter daarmee nog niet uit gemaakt, De behandeling der begrootiugen zou toch vóór dienen te gaan. Maar op den tweeden Dinsdag van de maand Juni beeft de gewone verkiezing van de helft der leden van de Tweede Kamer plaats, en voegen sommigen er bij vóór dien tijd moet de kwestie omtrent de census-verlaging beslist zijn. Dat is inderdaad wenschelijk. Of het nieuwe Ministerie daartoe echter een voorstel zal indienen, is onzeker. Hoogst waarschijnlijk zal het zich wachteneen voorstel te doen in den geest van het afgetreden bewind. Een algemeene verlaging van de som waarvan de betaling in de directe belastingen thans als eeu vereisckte is gesteld om kiezer te zijnis iD dit blad nooit aanbevolen of verde digd. Erkend daarentegen werd de wenschelijkheid om de wanverhouding weg te nemen die, wat het bedrag van deze som betrefttusschen verschillende gemeenten bestaat. In enkele groote gemeenten schij ntdoor het hoogere bedrag dat voor haar is vastgesteldeen klasse van ingezetenen van het kiesrecht uitgeslotendie in andere gemeenten daartoe bevoesd is. Dat elke Regeering verplicht is omtrent deze ongelijkheden een nauwkeurig onderzoek in te stellen en de noodige wetsvoordrachten in te dienen om die ongelijkheden, waar zij blijken te bestaanweg te nemen lijdt geen te genspraak; maar zulke maatregelen hebben niets gemeen met een algemeene verlaging van de vereischte som en een daar uit voortvloeiende belangrijke uitbreiding van het kiezers personeel. De eisch van eeu parlementaire regeeriug isdat een niet te gering aantal burgers deel neemt aan de keuze der per sonen. die als vertegenwoordigers des volks de Regeering ter zijde staanmet haar medewerken, toezicht op haar uitoefe nen en haar leiden in de richting die hun de meest ge- wenschte voorkomt. Is het aantal dezer kiezers te gering dan zullen de verkozenen het algemeen vertrouwen missen en beschouwd worden als vertegenwoordigers van enkele klassenvan beperkte kringen en clubs. Maar daarentegen mag het kiesrecht niet opgedragen worden aan personen die daartoe ten eenemna'e onbevoegd zijn, die geen begrip heb ben van den werkkring en het doel van den staatvan de grenzen zijner bemoeiingen enz., die geen keunis nemeu van de handelingen van regeering en vertegenwoordigingen die er zeiven geen belang in stellen dat zij kiezers zijn, die het zeiven wenschen noch verlangen. En hoe kan menals men dit in het oog houdteen uitbreiding van het aantal kiezers in ons land wenschelijk achten? Geven de tegenwoor dige kiezers dan zoo algemeen blijken van belangstelling, van eenige kennis van de algemeene zaken, van opmerkzaam heid op de verrichtingen, de woorden en daden van regeer ders en vertegenwoordigers, van onderzoek, eigen oordeel en nadenken? Het antwoord op die vraag moet in bet. algemeen al zeer ongunstig zijn. Ieder weethoe zeer velen geheel op het oordeel van anderen afgaanhoe zij het zelfs te veel moeite achten hunne stem te gaan uitbrengenen hoe er nog veel meer zouden wegblijvenwanneer zij niet door meer belangstellenden herhaaldelijk werden aangespoord, ge drongen opgewekt opgezweept, mag men soms zeggen. En wil men dit aantal nog vergrooteu Wil men de gren zen der bevoegdheid nog uitbreiden Het betalen van een bepaalde som in de directe belastin gen als blijk van zekere gegoedheid, is zeker geen waarborg van de geschiktheid om kiezer te zijn. Onder deze meer gegoeden zullen ongeschikte kiezers gevonden wordenen onder de minder gegoeden komen zonder twijfel personen voor wier geschiktheid niet ontkend kau worden. Maar men moet deze dingen in het algemeen nemen. Dat kan nu een maal niet anders. Men heeft niet met personenmaar met geheele klassen van personen te doen. En als er nu reeds onder de kiezers zoovelen gevonden wordenwier ongeschiktheid of onverschilligheid voor ieder duidelijk is zal dan dit aantal niet verontrustend groot worden, als men de minder gegoeden bij de kiezers inlijft Hoeveel geheel ongeschikten zal men bekomen tegen enkele geschikten ïlelangstelling in de algemeene zaak zou op zich zelve een reden kunnen zijn om het. kiesrecht toe te kennen al was de geschiktheid twijfelachtig. Die belang in iets stellen, worden gedrongen om zich er meer mee bekeud temaken, om te onderzoeken en na te deuken. Maar die belangstelling ont breekt in het algemeen gesprokenten eenen male. De wensch om kiezer te zijn heeft zich bij hen die geen kiezers zijn niet geopenbaarddan bij zeldzame uitzondering. En dat was ook wel niet te verwachtennu reeds bij zoovele kiezers de grootste onverschilligheid bestaat. Welke aan leiding bestaat er nu voor de Regeering om een voorstel te doen tot. uitbreiding van den kring der kiesgerechtigden om geheele klassen van personen wier geschiktheid moer dan twijfelachtig is en die het zeiven niet toonen te verlan gen, te doen medewerken tot de keuze der volksvertegen woordigers Iets geheel anders is hethet kiesrecht toe te kennen aan personen die, ofschoon zij de vereischte som in de directe belasting niet betalen, wegens de betrekkingen die zij be- kleeden of de examens die zij hebben afgelegd, geacht kunnen worden voldoende geschiktheid te bezitten. Misschien zou hier toe reeds zijn overgegaan, indien er geen Grondwetsherziening aan moest voorafgaan. Dit bezwaar zal wellicht dien billijken maatregel nog zeer lang tegenhouden. Dat ons belastingstelsel herzieninghervorming behoeft al ware het alleen omdat de patentbelasting niet kan behou den blijvenwordt zoo algemeen erkenddat het niet noo dig is er nog een woord over te zeggen. Maar het vraag stuk onzer verdediging vordert onze onverdeelde aandacht. Over de gevaren, die ons vaderland, hetzij reeds terstond of in de toekomst, bedreigen, wordt verschillend gedacht. In dit blad is herhaaldelijk tegen overdreven Pruisenvrees gewaar schuwd maar als wij spreken over de verdediging van ons landdan stellen wij ons natuurlijk het geval van een oor log voor, en denken daarbij even natuurlijk in de eerste plaats aan een oorlog met Pruiseu, aan een poging van Pruisen om ons bij het groote nieuwbakken Duitsche Kei zerrijk in te lijvenom de afgedwaalde zonen aan de mon den van den nu Duitschen Rijn t.e doen terugkeeren in het vaderhuis. Nog eensom verschillende redenen acht de schrijver dezer regelen dit gevaar niet zoo grootmaar als wij onze verdediging gaan besprekenbelmoren wij ons toch allereerst af te vragen tegen wie zouden wij die verdediging noodig hebben en dan is het antwoordmogelijk tegen Pruisen. Is het wonder, dat zich daarbij terstond de vraag aansluit: kunnen wij ons tegen Pruisen verdedigen? En ziedaar wat de gemoederen verontrust. Is onze verdediging geheel onvoldoendewat baat zij ons dau Waartoe een weerstand die zekerlijk moet mislukken Mag de staat de kinderen des volks tegen den vijand uitzendenwanneer het zeker isdat zij verpletterd zullen worden door overmacht door het talrijk uitmuntendver dragend geschut Mogen zij ter slachtbank gevoerd en geofferd worden aan een twij felachtig begrip van eerterwijl hun vruchtelooze weerstand het lot des lands niet verbetert? Wat vroeger ons nog eenige gerustheid gaf, is thans, na het schouwspel van den oorlog in Frankrijkverdwenen. Of gelooft men nog aan den waarborg van persoonlijken moed Is bij voorbeeld wat het Dagblad van Z.-Holl. en 's Gravenhage onlangs schreef, inderdaad geruststellend Men oordeele. «Van de natie" leest men daar «bedenke ieder die een kraohtigen mannen arm te zijner beschikking heeftdat er binnen kort wel eens een tijd zou kunnen komenwaarin onze onafhankelijkheid alleen daardoor te behouden zal zijndat hijdie de over weldiging mogt willen ondernemenachter eiken boom en achter eiken dijk de Nederlanders als uit den grond zie op rijzen om den vaderlandschen bodem te verdedigen tot op den laatsten druppel bloeds." Ja, zoo heeft vroeger me nigeen gedacht en gesprokenmaar wie, die kalm nadenkt en de ernst der zaak verdient wel kalm nadenken zal daarin thans nog een waarborg vinden Groote woorden zelfmisleidinganders niet. Neen, als onze onafhankelijkheid alleen daardoor te behouden is dat de overweldiger ach ter eiken boom en achter eiken dijk de tegenstanders als uit den grond zal zien oprijzendan is onze onafhankelijkheid niet te verdedigen. Of hebben de Franschen minder gedaan? Wat de 38 millioen Franschen niet hebben kunnen verhinde ren zullen dat 3}. millioen Nederlanders kunnen beletten Laat ons de waarheid rustig in 't gelaat zien. 't Is be ter dan ons zei ven te bedriegen. De Franschen hebben alles opgeofferd om den vaderlandschen bodem aan de Duitsche legers te betwistengeldgoed en bloed. Hun land ligt verwoesthunne dorpen zijn verbrandhunne vestingen tot puin geschotenhunne huizen geplunderd duizenden en tienduizenden hunner zijn jammerlijk verminkt of vonden een gruwelijken dood. Wat heeft het hun gebaat? Zij zullen moeten eindigen met de eisoben van den over. winnaar toe te staan. Laat ons toch niet den bespottelijken eigenwaan voedendat onze dapperheidonze kracht en onze opoffering meer zouden vermogen. Wachten wij ons voor valsche opwindingmaar laat ons een openonbevan gen oog hebben voor de lessen der geschiedenisvoor de teekenen des tijds. Zijn onze vestingen sterker dan de Fransche Zijn onze geweren beter dan de chassepots Is ons geschut uitnemende.r dan hunne kanonnen en mitrail leuses? Of hebben de Franschen den tegenstand niet lang genoeg volgehouden? En-nu mogen sommigen met Gambetta uitroepen neen niet lang genoeg de meesten onzer zijn van oordeel, dat. het verzet reeds te lang heeft geduurd, en dat de hardnekkigheid van de leiders des volks veroordeeling verdient in plaats van bewondering. Maar ons land met zijn rivieren zijn dammen en dijken en onderwaterzettingen is zoo bij uitstek verdedigbaar Ik wil het gaarne geloovenmaar biedt ook Frankrijk niet op sommige plaatsen een uitstekend terrein ter verdedi ging aan? Ik dacht, dat. bij voorbeeld de Vogezen in dit opzicht beroemd waren. Doch ziedaar juist het punt, dat nauwgezet onderzoek behoeft., om ons gerust te stellen, om ons te overtuigen, dat de millioeneu. die jaarlijks op onze be- grooting van oorlog worden uitgetrokkenniet alleen dienen om een brozen ringmuur te onderhouden, die bij den eersten schok moet bezwijken en onder welks puin onze eigene soldaten dreigen verpletterd te worden. Moge onze Regeering, mogen onze deskundigen deze ernstige vraag onderzoeken bij het licht, dat de ondervinding in den t.haus, zoo wij hopen, ge- eindigden oorlog over de krijgswetenschap heeft doen opgaan, en mogen zij ons het antwoord geven met de hand op hei. hart, overeenkomstig de waarheid, zonder verzwijging of terughouding, hetzij de uitslag van het onderzoek bemoedi gend of verontrustend is. In een zoo ernstige zaak mag het Nederlandsche volk niet misleid worden. W. v. d. K. Eene deputatie van9 geestelijken en aanzienlijke catho- lieken heeft den Paus 200000 fr. aangeboden, als eerste opbrengst, van den Petrus-penning over 4 871 in de belgische bisdommen, alsmede 12 studie-beurzen aan de universiteit te Leuven ten behoeve van zoons van romeinsche beambten. Het Groothertogdom Mecklenburg-Schwerin is thans ook toegetreden tot het tractaat van 16 Juli '63 omtrent den af koop van den Schelde-tol. 40 Jaren lang zal het, telkens in 2 termijnen 28000 fr. betalen. De verkiezingen voor den eersten duitschen Rijksdag zijn op den 3 en de opening van die vergadering is op den 9 Maart bepaald. De liberale fraction onthouden zich van het opstellen van een uitvoerig programma voor die verkiezingenmaar ver manen slechts de kiezers om getrouw t.er stembus te ver schijnen en het gewicht dezer eerste vertegenwoordiging van het geheele duitsche volk te beseffen. Hongarije. Het Volkshuis heeft den 26 met algemeene toejuiching ontvangen de verklaring van den president-minister dndrassydat het antwoord op de depechewelke de her schepping van Duitschland aankondigt, met algeheele instem ming der hongaarsche regeering opgesteld isdat de bet.ee- kenis van het antwoord bestaat in de onvoorwaardelijke erkenning van bet. nieuwe Duitsch-Verbond, in het herstellen i vriendschappelijke betrekkingen tot dien nabuur; en dat regeering in de herschepping van Duitschlandin Je omstandigheid dat het vriendschappelijke betrekkingen niet de monarchie onderhouden wil en dat deze aan het onder houden van zulke betrekkingen gewicht hecht, geen dreigend gevaar van germanisatie ziet. De discussiën in de hongaarsche Delegatie over de gemeen schappelijke uitgaven voor het dept. van buit. zaken hebben, ten gevolge van oen voorstel van een der leden om dien post te schrappenden vorm aangenomen van een indrukwekkend votum van vertrouwen jegens den graaf v. Beust. De Senaat heeft de voordracht betreffende het overbrengen van den zetel der regeering naar Rome met 94 tegen 39 st. aangenomen. De door die vergadering daarin gebrachte wij zigingen zijn vervolgens door de Kamer van Afgevaardigden met 232 tegen 29 st. goedgekeurd. Prins en prinses Humbert zijn den 23 te Rome aangeko men en door de menigte met geestdrift begroet. In weer wil van het zeer ongunstige weder, hebben zij zichdoor den gouverneur Lamarmora en prius^Don'a vergezeld, ineen open rijtuig naar het Quirinaal begeven. De heer v. Arnim heeft dezer dagen den Paus een brief van Koning Ik ilhelm overhandigd waarin deze den Paus voor diens vredelievende raadgevingen dankt en zijne ver zoeningsgezindheid betuigtdoch geenerlei melding maakt van 's Pausen wereldlijk gezag. Bij Kon. besluit is het stadhouderschap te Rome opgehe ven en de minister Gadda tot Z. M. commissaris aldaar benoemd. Op verschillende plaatsen inzonderheid in het noorden hebben overstroomingen groote schade teweeggebracht. Den 21 is te Bordeaux overleden de gunstig bekende let terkundige en novellist Ponson du Terrail, een der voor naamste feuilletonnisten van het Journal Official. Hij was niet ouder dan 42 jaren. Mede is overleden de gewezen radicale Afgevaardigde Bancel, wiens gezondheid tijdens de jongste algemeene ver kiezingen zoo ernstig geleden had, dat hij zich reeds voor het uitbreken van den oorlog aan het openbare leven onttrokken en naar bet zniden begeven had. De heer Ayrton minister van openbare werken en s.edert 14 jaren Parlementslid voor het londensche kiesdistrict Tower- Hamlets, heeft den 25 gepoogd, zijne kiezers in eene vergadering toetesprekenmaar is met zoo luide teekenen van goed- en afkeuring ontvangen, dat hij niet aan hel woord kon komen. Namens de Vereeniging tot. bescherming van den engel- schen veestapel, wordt in de Times aangedrongen op het nemen van maatregelen van voorzorg tegen het uit Neder land aangevoerd wordende rundvee, vermits onder 2 ladingen longzieke koeien zijn gevonden. De regeering heeft het protocol betreffende de onschendbaar heid der tractaten en waarin verklaard wordt, dat een tractaat niet door eene der partijen kan worden opgezegd, gemaakt tot eene noodzakelijke voorwaarde voor bet voortzetten der conferentie. In de den 31 gehouden derde zitting der conferentie is de eerstvolgende zitting op 3 Febr. bepaald. Uit Weenen wordt gemeld, dat de gedurige verdagingen het gevolg zijn van het bovendrijven der meening, dat bet tractaat van 1856 niet op geldige wijze kan worden herzien tenzij Frankrijk ter conferentie vertegenwoordigd is. Vorst Karei van Roumanie heeft bevredigende ophelderin gen gegeven ten aanzien van zijne poging om het vraagstuk der Donau-Vorstendommen bij de londensche conferentie aan bangig te maken en daardoor de moeilijkheden zijner positie opteheffen. De gedane stap was zuiver persoonlijk geweest en hij had, na het bekomen van een afwijzend antwoord, ver zocht zijn voorstel als niet gedaan te beschouwen. In elk geval bedoelde hij niet om eenige inbreuk te maken op de verdragen waarbij de verhouding der Vorstendommen tot hunnen Suzerein geregeld is. Den 12 heeft in de voorstad Galata (Konstantinopel) eene ernstige botsing plaats gehad tusschen hassounisten en de afgescheiden armeniërsdie zich met geweld van eene kerk wilden meester makenwaarop eene worsteling ontstond en verscheidene personen gekwetst werdentotdat de polieie de vechtende christenen met moeite scheidde. Door het bezwijken der dijken van de rivier Meles is een groot gedeelte van Smirna overstroomd. De spoorwegbrug bij Aidin is ingestort op bet oogenblikdat er 15 wagens over reden-, waardoor 4 menscben zijn omgekomen. Mustapha-Fazyl-bassa broeder van den Onderkoning van Egypteis als minister van financiën vervangen door zijnen ambtgenoot voor binn. zaken Mehemed-Ruchdi-bassa. De af treding van eerstgenoemdewaarschijnlijk ten gevolge eener serail-intrige, wordt betreurd, dewijl hij orde in de financiën gebracht en het Staats-orediet tot zekere hoogte hersteld had. Donatj-Vorstendommen. Bij de verkiezing van Afge vaardigden te Bucharest zijn al de candidaten der zooge naamde roode partij verkozen. De geul. Butler heeft den 29 in den Senaat eene motie voorgesteldstrekkende om O' Donovan Rossa en de overige onlangs uit Engeland aangekomen fenian-gevangenen te ver welkomen. Het Huis beeft die motie met 172 tegen 21 st. aangenomen. De Koning beeft verlangd, dat zijn aanstaande geboorte dag uithoofde der te 's Gravenhage heerschende pokkeu- epidemie niet door openbare feesten zal worden gevierd. Verkiezingen. Tot leden der 2e. Kamer zijn gekozen te Dordrecht de heer J. P. Bredius met 767 en te Assen de beer mr. H. J. Smidt met 581st. Te Dordrecht bekwam voorts de heer G. A. de Raadt 204 en de lieer m*. J. kkGefken 397 st., te Assen de beer Roelvink 240 en de beer Gratama 113 st. Scheepvaart. De koopvaardijvloot is in 1870 verminderd met 132 verongelukte of gesloopte schepenmetende 10368 lastenen vermeerderd met 58 nieuwgebouwde schepen, me tende 13164 lasten. Zij bestond op 31 Dec. uit 18 clippers, 130 fregatten, 249 barken eu pinassen, 225 brikken, 364 schoeners, 260 galjooten en galjassen, 338 koffen en 353 kleinere en visschersvaartuigenbenevens 48 stoombooten, zijnde te zamen 1985 schepen, metende 264,289 lasten. De Kamer van Koophandel te Amsterdam heeft een adres aan den Koning gerichtwaarin Z. M. verzocht wordt, door onze diplomatieke vertegenwoordigers aan de europeesche hoven te doen voorstellen, om bij de aanstaande vredesonderhan delingen of bij het europeesche congres, de bepalingen der parij- zer verklaring van 1856 te herzien en aantevullen met de bepa ling dat particuliere eigendommen op zee ongemoeid worden gelaten uitgenomen oorlogscontrabandeen tevens uit.tema- ken wat onder oorlogseontrabande moet verstaan worden. Nijverheid. Den 28 en 29 is te Harlingen eene eerste tentoonstelling van nijverheid gehoudenwelke de verwach ting verre heeft overtroffen. Onderwijs. Het te Oudcarspel opgerichte gebouwbe stemd tot voorbereidende klasse voor bet lager onderwys en het onderricht in vrouwelijke handwerkenwaaraan de stichting door de Maatschappij t. N. v. 't A. met f 900 be vorderd is, is den 30 feestelijk ingewijd. IJsvermaak. Aan de hardrijderij der Amsterdamsclie IJsclub op den 31 hebben 27 paren deelgenomen. De prijs van 150 is behaald door J. Schaap en A. Beenen van Korte- zwaagdie van f 50 door JP. de Groot van Akkrum en M. Rinkema van Marum, die van f 10 door A. Hesseling van Groningen (student te Delft) en A. Osinga van Sneek. Gieten. Yan de te Rotterdam nog in kas zijnde/17000 van de giften voor de betrekkingen der in den zomer uitge trokken miliciensis 5000 tot armenbedeeling bestemd en het overige in kas gehouden voor het gevaldat de trdsepen nogmaals onder de wapenen mochten geroepen worden. Wijlen de heer H. v. Kessel, pastoor der parochie van O. L. Y. Hemelvaart te Zwolleheeft aan de r. c. gemeente aldaar vermaakt f 33000.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1871 | | pagina 1