J rn
No. 6.
Jaargang.
Di jieënz event iyste
187!»
Z O NI)AG
5 F E BRÜARI.
©fficicel (Bcbccltc.
Aan de orde van den dag.
©€lcfeclijf<0c(ic ficirtchtcu
Bclgic.
!*g'uisen.
Oosteni'ijk-E!ongai*i|e.
B falie.
Spanfe.
Frankrijk.
ki'oof Jtrittanje en Serlaml.
Turkije.
Tereenigde Stalen.
Binnenland.
4 L K M A A It S C
e 5'
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avondxte 7 uren. Prijs per kwartaal f O, Gó, franco per post t 0,SO,
afzonderlijke nonuners Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers ILERMv COSTElt ZOON.
De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending totZaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een Bijblad.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden dat de LOTING
der in het vorige jaar in deze Gemeente voor de Militie in
geschrevenen zal geschieden op Donderdag'.I Februari)
aanstaandeten Raadhuize der Gemeente Alkmaar, des
voormiddags ten 9 ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
20 Jan. 1871. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
KIEZERSLIJSTEN.
De VOORZITTER van den GEMEENTERAAD van
ALKMAAR roept bij deze op al degenen die elders in de
Rijksbelasting zijn aangeslagen en verlangen dat die aanslag
vermeld worde op de kiezerslijsten dezer gemeente, voor den
Gemeenteraadde Provinciale Staten en de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, zich ter gemeente-secretarie te vervoe
gen vóór 15 February 1871 met hunne aanslagbilletten in
de grondbelasting, dienst 1871, en van de personele belasting
en het patent, dienst 18J.J.
Alkmaar, De Voorzitter voornoemd
4 Februarij 1871. A. MACLAINE PONT.
BEVOLKING.
De onderstaande personen worden in hm belang verzocht
zich ten spoedigste ter gemeente-secretarie aantemelden
Cornelia Culp laatste woonplaats Blokzijl; Nicolaas van der
Kin 1. w. Gouda; Cornelia van Wleringen 1. w. Amsterdam;
Jan Riet 1. w. Doorn; Petronella koormeer 1. w. Uitgeest;
Hendrik Wijdeman 1. w. Schagen; Neeltje Koning 1. w. Rijp;
Elisabeth Ebert 1. w. Utrecht; Broer Smit 1. w. Wormerveer;
Gerbrand Smit 1. w. Rotterdam; Cornells Sinnige 1. w. Limmen;
Mietje Spier 1. w. Helder; Klaas de Reus 1. w. Anna Paulowna,
POLITIE.
Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie
voorhanden het navolgende gevondenealseen medaillon
een gouden oorhanger.
Weet gij wel vraagt men het nieuwe Ministerie dat
er eenige belangrijke zaken aan de orde zijn die geen uit
stel dulden Denkt gij er wel aandat het vraagstuk om
trent de census-verlaging vóór de aanstaande verkiezingen
beslist moet zijn Dat onze verdediging .dringend hervor
ming en verbetering eischt Dat wij eindelijk eens moeten
uitmakenof er een inkomstenbelasting zal zijn of niet?
Waarschijnlijk heeft het nieuwe Ministerie deze kwestiën niet
vergetenen zal hetterwijl wij op koloniaal gebied een
tijdperk van rust schijnen in te tredendaaromtrent ons
weldra zijne zienswijze doen kennen. Dat er voor de beslissing
van deze zaken een onverwijlde bijeenroeping van de Staten-
Generaal noodig zou zijnis echter daarmee nog niet uit
gemaakt, De behandeling der begrootiugen zou toch vóór
dienen te gaan. Maar op den tweeden Dinsdag van de maand
Juni beeft de gewone verkiezing van de helft der leden van
de Tweede Kamer plaats, en voegen sommigen er bij
vóór dien tijd moet de kwestie omtrent de census-verlaging
beslist zijn. Dat is inderdaad wenschelijk. Of het nieuwe
Ministerie daartoe echter een voorstel zal indienen, is onzeker.
Hoogst waarschijnlijk zal het zich wachteneen voorstel te
doen in den geest van het afgetreden bewind.
Een algemeene verlaging van de som waarvan de betaling
in de directe belastingen thans als eeu vereisckte is gesteld
om kiezer te zijnis iD dit blad nooit aanbevolen of verde
digd. Erkend daarentegen werd de wenschelijkheid om de
wanverhouding weg te nemen die, wat het bedrag van deze
som betrefttusschen verschillende gemeenten bestaat. In
enkele groote gemeenten schij ntdoor het hoogere bedrag
dat voor haar is vastgesteldeen klasse van ingezetenen van
het kiesrecht uitgeslotendie in andere gemeenten daartoe
bevoesd is. Dat elke Regeering verplicht is omtrent deze
ongelijkheden een nauwkeurig onderzoek in te stellen en de
noodige wetsvoordrachten in te dienen om die ongelijkheden,
waar zij blijken te bestaanweg te nemen lijdt geen te
genspraak; maar zulke maatregelen hebben niets gemeen met
een algemeene verlaging van de vereischte som en een daar
uit voortvloeiende belangrijke uitbreiding van het kiezers
personeel.
De eisch van eeu parlementaire regeeriug isdat een niet
te gering aantal burgers deel neemt aan de keuze der per
sonen. die als vertegenwoordigers des volks de Regeering ter
zijde staanmet haar medewerken, toezicht op haar uitoefe
nen en haar leiden in de richting die hun de meest ge-
wenschte voorkomt. Is het aantal dezer kiezers te gering
dan zullen de verkozenen het algemeen vertrouwen missen
en beschouwd worden als vertegenwoordigers van enkele
klassenvan beperkte kringen en clubs. Maar daarentegen
mag het kiesrecht niet opgedragen worden aan personen die
daartoe ten eenemna'e onbevoegd zijn, die geen begrip heb
ben van den werkkring en het doel van den staatvan de
grenzen zijner bemoeiingen enz., die geen keunis nemeu van
de handelingen van regeering en vertegenwoordigingen
die er zeiven geen belang in stellen dat zij kiezers zijn, die
het zeiven wenschen noch verlangen. En hoe kan menals
men dit in het oog houdteen uitbreiding van het aantal
kiezers in ons land wenschelijk achten? Geven de tegenwoor
dige kiezers dan zoo algemeen blijken van belangstelling,
van eenige kennis van de algemeene zaken, van opmerkzaam
heid op de verrichtingen, de woorden en daden van regeer
ders en vertegenwoordigers, van onderzoek, eigen oordeel en
nadenken? Het antwoord op die vraag moet in bet. algemeen
al zeer ongunstig zijn. Ieder weethoe zeer velen geheel
op het oordeel van anderen afgaanhoe zij het zelfs te veel
moeite achten hunne stem te gaan uitbrengenen hoe er
nog veel meer zouden wegblijvenwanneer zij niet door
meer belangstellenden herhaaldelijk werden aangespoord, ge
drongen opgewekt opgezweept, mag men soms zeggen.
En wil men dit aantal nog vergrooteu Wil men de gren
zen der bevoegdheid nog uitbreiden
Het betalen van een bepaalde som in de directe belastin
gen als blijk van zekere gegoedheid, is zeker geen waarborg
van de geschiktheid om kiezer te zijn. Onder deze meer
gegoeden zullen ongeschikte kiezers gevonden wordenen
onder de minder gegoeden komen zonder twijfel personen
voor wier geschiktheid niet ontkend kau worden. Maar men
moet deze dingen in het algemeen nemen. Dat kan nu een
maal niet anders. Men heeft niet met personenmaar met
geheele klassen van personen te doen. En als er nu
reeds onder de kiezers zoovelen gevonden wordenwier
ongeschiktheid of onverschilligheid voor ieder duidelijk is
zal dan dit aantal niet verontrustend groot worden, als men
de minder gegoeden bij de kiezers inlijft Hoeveel geheel
ongeschikten zal men bekomen tegen enkele geschikten
ïlelangstelling in de algemeene zaak zou op zich zelve
een reden kunnen zijn om het. kiesrecht toe te kennen al
was de geschiktheid twijfelachtig. Die belang in iets stellen,
worden gedrongen om zich er meer mee bekeud temaken, om te
onderzoeken en na te deuken. Maar die belangstelling ont
breekt in het algemeen gesprokenten eenen male. De
wensch om kiezer te zijn heeft zich bij hen die geen kiezers
zijn niet geopenbaarddan bij zeldzame uitzondering. En
dat was ook wel niet te verwachtennu reeds bij zoovele
kiezers de grootste onverschilligheid bestaat. Welke aan
leiding bestaat er nu voor de Regeering om een voorstel te
doen tot. uitbreiding van den kring der kiesgerechtigden
om geheele klassen van personen wier geschiktheid moer
dan twijfelachtig is en die het zeiven niet toonen te verlan
gen, te doen medewerken tot de keuze der volksvertegen
woordigers
Iets geheel anders is hethet kiesrecht toe te kennen aan
personen die, ofschoon zij de vereischte som in de directe
belasting niet betalen, wegens de betrekkingen die zij be-
kleeden of de examens die zij hebben afgelegd, geacht kunnen
worden voldoende geschiktheid te bezitten. Misschien zou hier
toe reeds zijn overgegaan, indien er geen Grondwetsherziening
aan moest voorafgaan. Dit bezwaar zal wellicht dien billijken
maatregel nog zeer lang tegenhouden.
Dat ons belastingstelsel herzieninghervorming behoeft
al ware het alleen omdat de patentbelasting niet kan behou
den blijvenwordt zoo algemeen erkenddat het niet noo
dig is er nog een woord over te zeggen. Maar het vraag
stuk onzer verdediging vordert onze onverdeelde aandacht.
Over de gevaren, die ons vaderland, hetzij reeds terstond of
in de toekomst, bedreigen, wordt verschillend gedacht. In dit
blad is herhaaldelijk tegen overdreven Pruisenvrees gewaar
schuwd maar als wij spreken over de verdediging van ons
landdan stellen wij ons natuurlijk het geval van een oor
log voor, en denken daarbij even natuurlijk in de eerste
plaats aan een oorlog met Pruiseu, aan een poging van
Pruisen om ons bij het groote nieuwbakken Duitsche Kei
zerrijk in te lijvenom de afgedwaalde zonen aan de mon
den van den nu Duitschen Rijn t.e doen terugkeeren in het
vaderhuis. Nog eensom verschillende redenen acht de
schrijver dezer regelen dit gevaar niet zoo grootmaar als
wij onze verdediging gaan besprekenbelmoren wij ons toch
allereerst af te vragen tegen wie zouden wij die verdediging
noodig hebben en dan is het antwoordmogelijk tegen
Pruisen. Is het wonder, dat zich daarbij terstond de vraag
aansluit: kunnen wij ons tegen Pruisen verdedigen? En
ziedaar wat de gemoederen verontrust. Is onze verdediging
geheel onvoldoendewat baat zij ons dau Waartoe een
weerstand die zekerlijk moet mislukken Mag de staat de
kinderen des volks tegen den vijand uitzendenwanneer het
zeker isdat zij verpletterd zullen worden door overmacht
door het talrijk uitmuntendver dragend geschut Mogen
zij ter slachtbank gevoerd en geofferd worden aan een twij
felachtig begrip van eerterwijl hun vruchtelooze weerstand
het lot des lands niet verbetert? Wat vroeger ons nog
eenige gerustheid gaf, is thans, na het schouwspel van den
oorlog in Frankrijkverdwenen. Of gelooft men nog aan
den waarborg van persoonlijken moed Is bij voorbeeld
wat het Dagblad van Z.-Holl. en 's Gravenhage onlangs schreef,
inderdaad geruststellend Men oordeele. «Van de natie"
leest men daar «bedenke ieder die een kraohtigen mannen
arm te zijner beschikking heeftdat er binnen kort wel eens
een tijd zou kunnen komenwaarin onze onafhankelijkheid
alleen daardoor te behouden zal zijndat hijdie de over
weldiging mogt willen ondernemenachter eiken boom en
achter eiken dijk de Nederlanders als uit den grond zie op
rijzen om den vaderlandschen bodem te verdedigen tot op
den laatsten druppel bloeds." Ja, zoo heeft vroeger me
nigeen gedacht en gesprokenmaar wie, die kalm nadenkt
en de ernst der zaak verdient wel kalm nadenken zal
daarin thans nog een waarborg vinden Groote woorden
zelfmisleidinganders niet. Neen, als onze onafhankelijkheid
alleen daardoor te behouden is dat de overweldiger ach
ter eiken boom en achter eiken dijk de tegenstanders als uit
den grond zal zien oprijzendan is onze onafhankelijkheid
niet te verdedigen. Of hebben de Franschen minder gedaan?
Wat de 38 millioen Franschen niet hebben kunnen verhinde
ren zullen dat 3}. millioen Nederlanders kunnen beletten
Laat ons de waarheid rustig in 't gelaat zien. 't Is be
ter dan ons zei ven te bedriegen. De Franschen hebben
alles opgeofferd om den vaderlandschen bodem aan de
Duitsche legers te betwistengeldgoed en bloed. Hun
land ligt verwoesthunne dorpen zijn verbrandhunne
vestingen tot puin geschotenhunne huizen geplunderd
duizenden en tienduizenden hunner zijn jammerlijk verminkt
of vonden een gruwelijken dood. Wat heeft het hun gebaat?
Zij zullen moeten eindigen met de eisoben van den over.
winnaar toe te staan. Laat ons toch niet den bespottelijken
eigenwaan voedendat onze dapperheidonze kracht en
onze opoffering meer zouden vermogen. Wachten wij ons
voor valsche opwindingmaar laat ons een openonbevan
gen oog hebben voor de lessen der geschiedenisvoor de
teekenen des tijds. Zijn onze vestingen sterker dan de
Fransche Zijn onze geweren beter dan de chassepots
Is ons geschut uitnemende.r dan hunne kanonnen en mitrail
leuses? Of hebben de Franschen den tegenstand niet lang
genoeg volgehouden? En-nu mogen sommigen met Gambetta
uitroepen neen niet lang genoeg de meesten onzer zijn
van oordeel, dat. het verzet reeds te lang heeft geduurd, en
dat de hardnekkigheid van de leiders des volks veroordeeling
verdient in plaats van bewondering.
Maar ons land met zijn rivieren zijn dammen en dijken
en onderwaterzettingen is zoo bij uitstek verdedigbaar Ik
wil het gaarne geloovenmaar biedt ook Frankrijk niet
op sommige plaatsen een uitstekend terrein ter verdedi
ging aan? Ik dacht, dat. bij voorbeeld de Vogezen in dit
opzicht beroemd waren. Doch ziedaar juist het punt, dat
nauwgezet onderzoek behoeft., om ons gerust te stellen, om
ons te overtuigen, dat de millioeneu. die jaarlijks op onze be-
grooting van oorlog worden uitgetrokkenniet alleen dienen om
een brozen ringmuur te onderhouden, die bij den eersten schok
moet bezwijken en onder welks puin onze eigene soldaten
dreigen verpletterd te worden. Moge onze Regeering, mogen
onze deskundigen deze ernstige vraag onderzoeken bij het
licht, dat de ondervinding in den t.haus, zoo wij hopen, ge-
eindigden oorlog over de krijgswetenschap heeft doen opgaan,
en mogen zij ons het antwoord geven met de hand op hei.
hart, overeenkomstig de waarheid, zonder verzwijging of
terughouding, hetzij de uitslag van het onderzoek bemoedi
gend of verontrustend is. In een zoo ernstige zaak mag het
Nederlandsche volk niet misleid worden. W. v. d. K.
Eene deputatie van9 geestelijken en aanzienlijke catho-
lieken heeft den Paus 200000 fr. aangeboden, als eerste
opbrengst, van den Petrus-penning over 4 871 in de belgische
bisdommen, alsmede 12 studie-beurzen aan de universiteit te
Leuven ten behoeve van zoons van romeinsche beambten.
Het Groothertogdom Mecklenburg-Schwerin is thans ook
toegetreden tot het tractaat van 16 Juli '63 omtrent den af
koop van den Schelde-tol. 40 Jaren lang zal het, telkens
in 2 termijnen 28000 fr. betalen.
De verkiezingen voor den eersten duitschen Rijksdag zijn
op den 3 en de opening van die vergadering is op den 9
Maart bepaald.
De liberale fraction onthouden zich van het opstellen van
een uitvoerig programma voor die verkiezingenmaar ver
manen slechts de kiezers om getrouw t.er stembus te ver
schijnen en het gewicht dezer eerste vertegenwoordiging van
het geheele duitsche volk te beseffen.
Hongarije. Het Volkshuis heeft den 26 met algemeene
toejuiching ontvangen de verklaring van den president-minister
dndrassydat het antwoord op de depechewelke de her
schepping van Duitschland aankondigt, met algeheele instem
ming der hongaarsche regeering opgesteld isdat de bet.ee-
kenis van het antwoord bestaat in de onvoorwaardelijke
erkenning van bet. nieuwe Duitsch-Verbond, in het herstellen
i vriendschappelijke betrekkingen tot dien nabuur; en dat
regeering in de herschepping van Duitschlandin Je
omstandigheid dat het vriendschappelijke betrekkingen niet
de monarchie onderhouden wil en dat deze aan het onder
houden van zulke betrekkingen gewicht hecht, geen dreigend
gevaar van germanisatie ziet.
De discussiën in de hongaarsche Delegatie over de gemeen
schappelijke uitgaven voor het dept. van buit. zaken hebben,
ten gevolge van oen voorstel van een der leden om dien post
te schrappenden vorm aangenomen van een indrukwekkend
votum van vertrouwen jegens den graaf v. Beust.
De Senaat heeft de voordracht betreffende het overbrengen
van den zetel der regeering naar Rome met 94 tegen 39 st.
aangenomen. De door die vergadering daarin gebrachte wij
zigingen zijn vervolgens door de Kamer van Afgevaardigden
met 232 tegen 29 st. goedgekeurd.
Prins en prinses Humbert zijn den 23 te Rome aangeko
men en door de menigte met geestdrift begroet. In weer
wil van het zeer ongunstige weder, hebben zij zichdoor
den gouverneur Lamarmora en prius^Don'a vergezeld, ineen
open rijtuig naar het Quirinaal begeven.
De heer v. Arnim heeft dezer dagen den Paus een brief
van Koning Ik ilhelm overhandigd waarin deze den Paus
voor diens vredelievende raadgevingen dankt en zijne ver
zoeningsgezindheid betuigtdoch geenerlei melding maakt
van 's Pausen wereldlijk gezag.
Bij Kon. besluit is het stadhouderschap te Rome opgehe
ven en de minister Gadda tot Z. M. commissaris aldaar
benoemd.
Op verschillende plaatsen inzonderheid in het noorden
hebben overstroomingen groote schade teweeggebracht.
Den 21 is te Bordeaux overleden de gunstig bekende let
terkundige en novellist Ponson du Terrail, een der voor
naamste feuilletonnisten van het Journal Official. Hij was
niet ouder dan 42 jaren.
Mede is overleden de gewezen radicale Afgevaardigde
Bancel, wiens gezondheid tijdens de jongste algemeene ver
kiezingen zoo ernstig geleden had, dat hij zich reeds voor het
uitbreken van den oorlog aan het openbare leven onttrokken
en naar bet zniden begeven had.
De heer Ayrton minister van openbare werken en s.edert
14 jaren Parlementslid voor het londensche kiesdistrict Tower-
Hamlets, heeft den 25 gepoogd, zijne kiezers in eene vergadering
toetesprekenmaar is met zoo luide teekenen van goed- en
afkeuring ontvangen, dat hij niet aan hel woord kon komen.
Namens de Vereeniging tot. bescherming van den engel-
schen veestapel, wordt in de Times aangedrongen op het
nemen van maatregelen van voorzorg tegen het uit Neder
land aangevoerd wordende rundvee, vermits onder 2 ladingen
longzieke koeien zijn gevonden.
De regeering heeft het protocol betreffende de onschendbaar
heid der tractaten en waarin verklaard wordt, dat een tractaat
niet door eene der partijen kan worden opgezegd, gemaakt
tot eene noodzakelijke voorwaarde voor bet voortzetten der
conferentie.
In de den 31 gehouden derde zitting der conferentie is
de eerstvolgende zitting op 3 Febr. bepaald. Uit Weenen
wordt gemeld, dat de gedurige verdagingen het gevolg zijn
van het bovendrijven der meening, dat bet tractaat van 1856
niet op geldige wijze kan worden herzien tenzij Frankrijk
ter conferentie vertegenwoordigd is.
Vorst Karei van Roumanie heeft bevredigende ophelderin
gen gegeven ten aanzien van zijne poging om het vraagstuk
der Donau-Vorstendommen bij de londensche conferentie aan
bangig te maken en daardoor de moeilijkheden zijner positie
opteheffen. De gedane stap was zuiver persoonlijk geweest
en hij had, na het bekomen van een afwijzend antwoord, ver
zocht zijn voorstel als niet gedaan te beschouwen. In elk
geval bedoelde hij niet om eenige inbreuk te maken op de
verdragen waarbij de verhouding der Vorstendommen tot
hunnen Suzerein geregeld is.
Den 12 heeft in de voorstad Galata (Konstantinopel) eene
ernstige botsing plaats gehad tusschen hassounisten en de
afgescheiden armeniërsdie zich met geweld van eene kerk
wilden meester makenwaarop eene worsteling ontstond en
verscheidene personen gekwetst werdentotdat de polieie de
vechtende christenen met moeite scheidde.
Door het bezwijken der dijken van de rivier Meles is een
groot gedeelte van Smirna overstroomd. De spoorwegbrug
bij Aidin is ingestort op bet oogenblikdat er 15 wagens
over reden-, waardoor 4 menscben zijn omgekomen.
Mustapha-Fazyl-bassa broeder van den Onderkoning van
Egypteis als minister van financiën vervangen door zijnen
ambtgenoot voor binn. zaken Mehemed-Ruchdi-bassa. De af
treding van eerstgenoemdewaarschijnlijk ten gevolge eener
serail-intrige, wordt betreurd, dewijl hij orde in de financiën
gebracht en het Staats-orediet tot zekere hoogte hersteld had.
Donatj-Vorstendommen. Bij de verkiezing van Afge
vaardigden te Bucharest zijn al de candidaten der zooge
naamde roode partij verkozen.
De geul. Butler heeft den 29 in den Senaat eene motie
voorgesteldstrekkende om O' Donovan Rossa en de overige
onlangs uit Engeland aangekomen fenian-gevangenen te ver
welkomen. Het Huis beeft die motie met 172 tegen 21 st.
aangenomen.
De Koning beeft verlangd, dat zijn aanstaande geboorte
dag uithoofde der te 's Gravenhage heerschende pokkeu-
epidemie niet door openbare feesten zal worden gevierd.
Verkiezingen. Tot leden der 2e. Kamer zijn gekozen te
Dordrecht de heer J. P. Bredius met 767 en te Assen de
beer mr. H. J. Smidt met 581st. Te Dordrecht bekwam voorts
de heer G. A. de Raadt 204 en de lieer m*. J. kkGefken
397 st., te Assen de beer Roelvink 240 en de beer Gratama
113 st.
Scheepvaart. De koopvaardijvloot is in 1870 verminderd
met 132 verongelukte of gesloopte schepenmetende 10368
lastenen vermeerderd met 58 nieuwgebouwde schepen, me
tende 13164 lasten. Zij bestond op 31 Dec. uit 18 clippers,
130 fregatten, 249 barken eu pinassen, 225 brikken, 364
schoeners, 260 galjooten en galjassen, 338 koffen en 353
kleinere en visschersvaartuigenbenevens 48 stoombooten,
zijnde te zamen 1985 schepen, metende 264,289 lasten.
De Kamer van Koophandel te Amsterdam heeft een
adres aan den Koning gerichtwaarin Z. M. verzocht wordt,
door onze diplomatieke vertegenwoordigers aan de europeesche
hoven te doen voorstellen, om bij de aanstaande vredesonderhan
delingen of bij het europeesche congres, de bepalingen der parij-
zer verklaring van 1856 te herzien en aantevullen met de bepa
ling dat particuliere eigendommen op zee ongemoeid worden
gelaten uitgenomen oorlogscontrabandeen tevens uit.tema-
ken wat onder oorlogseontrabande moet verstaan worden.
Nijverheid. Den 28 en 29 is te Harlingen eene eerste
tentoonstelling van nijverheid gehoudenwelke de verwach
ting verre heeft overtroffen.
Onderwijs. Het te Oudcarspel opgerichte gebouwbe
stemd tot voorbereidende klasse voor bet lager onderwys
en het onderricht in vrouwelijke handwerkenwaaraan de
stichting door de Maatschappij t. N. v. 't A. met f 900 be
vorderd is, is den 30 feestelijk ingewijd.
IJsvermaak. Aan de hardrijderij der Amsterdamsclie
IJsclub op den 31 hebben 27 paren deelgenomen. De prijs
van 150 is behaald door J. Schaap en A. Beenen van Korte-
zwaagdie van f 50 door JP. de Groot van Akkrum en
M. Rinkema van Marum, die van f 10 door A. Hesseling
van Groningen (student te Delft) en A. Osinga van Sneek.
Gieten. Yan de te Rotterdam nog in kas zijnde/17000
van de giften voor de betrekkingen der in den zomer uitge
trokken miliciensis 5000 tot armenbedeeling bestemd en
het overige in kas gehouden voor het gevaldat de trdsepen
nogmaals onder de wapenen mochten geroepen worden.
Wijlen de heer H. v. Kessel, pastoor der parochie van O.
L. Y. Hemelvaart te Zwolleheeft aan de r. c. gemeente
aldaar vermaakt f 33000.