No. 9.
Drieënzeven tigste
Jaargang.
1871.
ZONDAG
20 F E B 15 U A R I.
<S>fftciccl (Ocbccllc
h de toestand van Nederland thans
gevaarlijker dan vroeger?
ëSlcfccltjkscïtc Berichten.
SMimcnland.
Jugcscmbcu Stukken.
A L k
AAfiSCHEC
A
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,6S, franco per post t 0,8©,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een Bijblad.
De COMMISSARIS DES KONINGS in de provincie
NOORD-HOLLAND herinnert alle autoriteiten, en een
ieder die daarbij belang heeftaan de bepalingen der wet
van den 8 November 1815 (Staatsblad No. 51), en aan den
inhoud van art. 29 der wet van den 5 October IS tl (Staats
blad No. 10), betreffende de verevening van schuldvorderin
gen ten laste van het Rijk met aanmaning om zoodanige
schuldvorderingenzoo spoedig mogelijkimmers voor den
eersten Julij aanstaande in te dienen aaugezien aan dxe wets
bepalingen zoo nu als in het vervolg, stiptelijk de hand zal
worden gehouden. De Commissaris des Konings voorn.,
Haarlem, den 10 Feb. 1871RÖÈLL.
NATIONALE MILITIE.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR her
innert bij deze de belanghebbendendat hij op li oensdag
1 Maart aanstaande's namiddags ten 6 ure, ten raadhuize.
zitting zal houden tot het ontvangen der getuigen die de
verklaringen voor broederdienst en eenigcn zoon willen onder
teekenen. Fe Burgemeester voornoemd
Alkmaar 21 Februari] 1871. A. MACLAINE PONT.
PATENTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de ingezetenen, dat de patenten,
aangevraagd in de maanden November, December en Januari]
j.l., ter gemeente-secretarie kunnen worden afgehaald, gedu
rende de eerstvolgende veertien dagen. De alsdan niet af
gehaalde patenten worden, tegen betaling van lOcent, door
den deurwaarder der directe belastingen aan huis bezorgd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
25 Febr. 1871. Fe Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, den 1 Maart 1871, des middags
ten 12 uur Namens den Voorzitter van den Raad,
NUHOUT van der VEEN.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn
verzonden gedurende de 1'. helft der maand Januarij 1871
J. D. PALMBOOM, JANSEN en Zoon, Wed. OP-
HU I SENS. DOORNWAARDN. N. GOLDHORN
J. LASCAR1S. Wed. v. d. HEUVEL. J. WALEVELD
H. HAVERBUSCH, Amsterdam; H, HAMMING, Baar-
zendijk; J ACOMIJNE van HOVEN, Dirksland; A. KLERKS.
Elswoud J. HUIBERS, Gouda; J. van VEEN, Leiden
KORREMANS, Oosterhout; van MARTIER, Oegstgeest:
W. van MAURIK OmmersehansJ. MOIS D. KAIJ
Schermer; JANSJE BOOGAARD (geen plaats vermeld).
Van de Hulpkantoren
Broek op LangendijkJ. A. VROEGOP, Amsterdam.
Heer-Hugo-WaardA. DIGMAN Alkmaar.
Midwoud: J. METZ, Amsterdam.
POLITIE.
Ter terugbekoming aan het commissariaat
voorhanden het navolgende gevondene
boekjeeene zwart gebreide kous.
als
van politie
een R. C. kerk-
i.
Thans! Is 't niet voorbarig, over den tegenwoordigen
toestand te spreken Immers, de oorlog is wel geschorst
maar nog niet onherroepelijk geëindigd. Wapenstilstand is
nog geen vredeen het onderhandelen over den vrede is
nog niet het sluiten van den vrede. Toch spreekt ieder
over onzen toestand, met het oog op de vermoedelijke vre
desvoorwaarden en de nieuwe verhoudingen die daar het ge
volg van zullen zijn. Velen maken zich bij voorraad bekom
merd en voorspellen een treurige toekomst En als men dan
die beangstigende beschouwingen niet deelt, wordt men door
den lust tot tegenspraak verleid om ook zijn gedachten over
den toestand, die in wording is, mede te deelen. Zoo spreekt
ieder over de toekomst, zoo doet men voorspellingen en uit
men zijn hoop en zijn vrees, in afwachting van de dingen
die komen zullen. En wie zal het wraken Ofschoon de
toekomst altijd nog onzekerder is dan wij met onze gewone
erkenning van hare onzekerheid wel bedoelen, ofschoon groote
gebeurtenissendoor ons niet voorzien en bij onze geringe
kennis van den waren toestand ook niet te voorzieneens
klaps al onze berekeningen en verwachtingen kunnen ver
nietigen is het niet alleen verklaarbaar, maar ongetwijfeld
zelfs plichtmatig, zich rekenschap te geven van hetgeen er
om ons heen gebeurtdaarvan de waarschijnlijke gevolgen
ons duidelijk te makende goede en kwade kansen van den
nieuwen toestand te wikken en te wegen te waken voor
eigen heil en eigen veiligheid.
Er zijn er, die hun oordeel over de gebeurtenissen buiten
onze grenzen hun goed- en afkeuring, hun bijval of weerzin
geheel laten afhangen van de vraag, of de veranderde toe
stand voor ons eigen vaderland voor- of nadeelig is te achten.
Die wijze van beschouwing nog niet zonder verzet worden
toegelaten. Evenmin als de vaderlandsliefde als een verou
derd en bekrompen begrip mag worden voorgesteld mag
ons oordeel over de gebeurtenissen in de beschaafde wereld
geheel afhankelijk zijn van ons nationaal belang. Wat van
personen geldtgeldt ook van volkener is een geoorloofd,
een rechtmatig eigenbelangdat een stem heeft bij de be
oordeeling van toestanden en gebeurtenissen, maar daarom
nog geen overwegendegeen beslissende stem mag hebben.
Zeker, wij zijn niet alleen wereldburgers, maar tevens, zelfs
in de eerste plaats Nederlandersmaar wij zijn daar
entegen weer niet alleen Nederlanders wij zijn ook wereld
burgers. Er is een algemeene geschiedenis des menschdoms,
een algemeene ontwikkelingeen leven op het gebied van
geestelijken en stoffelijken vooruitgangvan godsdienst, we-
tenschap en kunst» van handel en nijverheid, van staatkundige
en burgerlijke vrijheiddat wij gezamenlijk leiden met de
overige Europeesche volken, een gemeenschappelijk fannliele-
ven waaraan wij niet vreemd mogen, willen of kunnen blijven,
ofschoon wij daaraan deelnemen als Nederlanders. Daaren
boven zijn er beginselen van recht en billijkheid, die wij nooit
ter wille van ons eigenbelang mogen verloochenen.
Willen wij daarenboven een rechtvaardig oordeel vellen, dan
belmoren wij te meten met de gebruikelijke maat, onver
schillig of wij die goed- of afkeuren. Wij mogen en moeten
ons best doen om die gebruikelijke maat te verbeterenmaar
zoolang die pogingen vruchteloos zijn geblevenzoolang de
maat die wij afkeuren de gebruikelijke, de geijkte
maat is, moet er met haar, en met geen andere, worden
gemeten. Bij het beoordeelen van den nieuwen toestand is
het eindelijk niet zoozeer de vraag, of deze op zich zeiven
geheel voldoende ismaar of hij beter of slechter is dan de
vorige.
Wat de gebruikelijke maat betreftgeldt immers dezelfde
regel in het gewone levenbij de beoordeeling onzer mede-
menschen. Er is een zekere maatstaf van deugd, van zede
lijkheidvan goede trouw, van belangeloosheid die onge-
tijfeld onvoldoende is, maar die toch is de gebruikelijke,
de door de samenleving geijkte. Zeker, het. maatschappe
lijke deugdenpeil staat vrij laag, wij moeten in het algemeen
strenger eischen doenons beijveren om een hoogere, reinere
zedeleer te doen erkennen en aannemen, maar inmiddels hebben
wij geen recht, de daden van anderen naar stenger beginselen
te beoordeelen dan de maatschappelijk geijkte, de tot nog
toe gebruikelijke. Wij doen dit niet altijd. Integendeel
schijnt er van tijd tot tijd als bij de oude Israëliërseen
zondenbok noodig te wezen dietot reiniging van geheel
het volkmet aller zonden beladen de woestijn wordt inge
zonden. Het is of het algemeen geweten plotseling uit zijn
gewonen sluimer ontwaakt; men springt op, men werkt zich
in een soort van heilige verontwaardigingmen roept uit
dat is te ergzoo iets moet openlijk gebrandmerkt, gestraft
worden; dat is noodzakelijk tot afschrik van anderentot
zuivering van den dampkring. Werpt hem uitden onreine.
Het openbaar geweten eischt voldoening: immers zulke hande
lingen zijn in strijd metEn het aantal deugde dat
hij deze gelegenheid vermeld wordtis inderdaad hartver
heffend. Een vreemdeling in den lande maar ook alleen een
vreemdeling zou geslicht worden door de strenge zedeleer
die hij hoort verkondigenen een hoogen dunk opvatten
van het volk waaronder een zoo hoog deugdenpeil blijkt te
bestaan. Maar wee den zondenbok Men bewijst hemdat
hij onrechtvaardig, zelfzuchtig, inhalig, onbarmhartigon
edelmoedig wreed heeft gehandeld; men bewijst hem dat
hij alles behalve een volmaakt mensch, alles behalve een en
gel is, dat hij zelfs geen goed Christen, geen goed staats
burger is en zijn vonnis is gemakkelijk opgemaakt,
is hij rechtvaardig behandeld?
Het schijnt, dat sommigen tegenwoordig de Pruisen tot
den zondenbok onder de volken van Europa willen maken....
En nu zal de Alkmaarsche Courant partij kiezen voor de
Pruisen Och neenmaar zich verzetten tegen het zon-
denbok-stelsel. De Pruisen nu zullen zoo ongeveer menschen
van gelijke beweging zijn als wijniet volmaaktvatbaar
voor driftovertuigd dat zij op een schandelijke wijze dooi
de Eransclien zijn aangevallen, door een ontzaglijken strijd
geprikkeld, door eigen verliezen verbitterd, door ongehoor-
den voorspoed overmoedig geworden. Ziedaar het gewone
zeer verklaarbare ziekte-proces. En is het nu bevreemdend,
dat de herinneringen aan de jaren 1813 en 1815, nog on
langs door het vieren van plechtige halve-eeuwfeesten wak
ker geschud, zich verlevendigen, en men thans wil doen
wat men tot nog toe steeds heeft betreurd toen verzuimd te
hebben? Is het bevreemdend, dat men heeft besloten den
vermetelen aanvaller, den //erfvijand" van zoovele eeuwen nu
voor goed te breidelen om voor een herhaling veilig
te zijn? Is het bevreemdend, dat zij daartoe de gewone
middelen gebruiken, ook ontneming van grondgebied, ook
aanhechting van grondgebiedzij die overtuigd zijn dat
het Frankrijk te doen is geweest om verbrokkeling van Prui
sen en inlijving van den Duitschen linker Rijnoever?
Maar dat de Pruisen en niet alleen de Pruisenmaar
de üuitschers van dat alles overtuigd zijn, is nog geen
bewijs dat het werkelijk zoo iszal men zeggen. De aam
erking is buiten twijfel zeer juist; maar doet zij iets ter
zake Geldt niet altijd onze overtuiging voor de waarheid
Handelen wij niet steeds naar onze overtuiginggeloovende
dat zij de waarheid is De volksovertuiging is hier het
eenige richtsnoer, hetzij die overtuiging op waarheidof
ongelukkig op dwaling en zelfbedrog gegrond is. In dit
geval zal men voor het minst moeten erkennen, dat de schijn
voor de Pruisen is. Wat het ontstaan van den oorlog bijvoor
beeld betreft, hij is in elk geval door Frankrijk verklaard. Frank
rijk is de aanvaller. Ja, zegt mendat is een fout geweest
van den Keizer, die voor Bismarck in slimheid verre on
derdoet. Bismarck de Koning van Pruisen ofwil men
de Pruisische Regeering wenschte niets liever dan oorlog met
Frankrijk, heeft de oorlogsverklaring uitgelokt. 'tIs altijd
hoogst moeilijk over iemands ware gezindheid te oordeelen
als die niet uit daden blijkt. Zeker schijnt het, dat Prui
sen sedert 18156 den oorlog met Frankrijk heeft verwacht,
en daar had het ook alle reden toe. Het heeft zich met kracht
tot dien niet onwaarschijnlijken oorlog voorbereid, en daar
had het zeker groot gelijk in. Mogelijk heeft het allengs dien
oorlog niet meer gevreesd, wetende over welke krachten
het beschikken konovertuigd dat Duitschland als één man
zou opstaan en aan Pruisen de leiding zou geven van het
vereenigde Germanië. Maar er is althans één feit, dat mijns
inziens duidelijk bewijstdat Pruisen den oorlog niet heeft
gewenscht, hem heeft willen vermijden. Men neemt
namelijk aan, dat Pruisen de hand heeft gehad in de aanbieding
der Spaansche kroon aan Prins Leopold von Hoiienzol-
lern. De Koning van Pruisen verklaarde althans zelfdat
hij als hoofd der familie den Prins gemachtigd had de Kroon
aan te nemenindien de aanbieding door de Cortes werd
bekrachtigd. Wenschte Pruisen een oorlog met Frankrijk, dan
moest het zich zeer verheugendat de Regeering van dit
rijk in die aanbieding en het aannemen daarvan een aanlei
ding zocht tot een oorlogsverklaringen het moest alle mo
gelijke moeite doen om te beletten dat die aanleidingdie
zoogenaamde grief werd weggenomen. Doch wat gebeurt
er Aan den eisch van Frankrijk om den Prins te v e"r-
bieden de kroon aan te nemen kon Pruisen toch moeilijk
voldoen. Maar Prins Leopold weigert zelf de Spaansche
kroon. Dat dit in overleg met Pruisen gebeurde zal nie
mand betwijfelen. En daardoor meende toch iedereen dat
alle aanleiding tot den oorlog was weggenomenzelfs de
Fransehe Minister-President Qllivier was van dat gevoelen.
Niemand kon vermoedendat de oorlogspartij in Frankrijk
met een nieuwen, nog dwazer eisch voor den dag zou komen.
Hoe is het nu te rijmen dat Pruisen den oorlog heeft ge
wenscht een oorlogsverklaring hoopte en zelfs zou hehben
uitgeloktterwijl het toelietmisschien zelfs bewerktedat
de aanleiding tot den oorlog, de grief van Frankrijk werd
weggenomen, en daardoor naar ieders verwachting het behoud
van den vrede werd verzekerd
Dat Frankrijk, indien het Pruisen had overwonnen, de macht
van dit rijk geknaktzijn grondgebied besnoeiden voor
zich de Duitsche landen aan den linker Rijnoever genomen zou
hebbenschijnt ook waarlijk niet twijfelachtig. Europa zou er
zonder veel verbazing, wel met tegenzin waarschijnlijk met
i stille verzuchting vermoedelijk, maar overigens tamelijk
rustig getuige van geweest zijnals van een zeer verklaar
bare hoogst natuurlijkeonvermijdelijke gebeurtenis. Het
Handelsblad heeft dezer dagen de beschouwingen van den
Engelsclnnan Freeman aan ons medegedeeld omtrent de in
lijving van vijandelijk grondgebied ook tegen den wil der
bevolkingen ons gewezen op verschillende gevallen, waarin
op hare gezindheid geen acht zou worden geslagen bij de
bepaling van den staataan welks gezag zij onderworpen
moet blijven of worden. Het beginsel, dat de bevolking
zelve haar keuze bepaaltverdient ongetwijfeld als regel er
kend te worden, maar de uitzonderingen zullen bij de tegen
woordige samenstelling en inrichting der staten vooreerst zeer
menigvuldig moeten blijven. Dit springt terstond in het oog
wanneer men bedenktdat die vrije keuze der bevolking
evenzeer zal moeten geldenwanneer eenig deel des lands
uit eigen beweging zich zou willen afscheidenals wanneer
een overwinnend en veroverend vijand de afscheiding vordert.
Indien immers het beginsel als algemeene regel werd aan
genomen zou een staat evenmin eenig deel des lands tegen
den wil der bevolking onder zijn gebied mogen houden,
als een deel van een ander land tegen dien wil onder zijn
gebied mogen brengen. Doch hoe men er ook over denke,
het beginsel zelf is nieuw dagteekent eerst van de laatste
jaren en werd door de Napoleontische politiek verkondigd
en gebruiktals haar belang het meebracht. Het rust op
een grondslag van onmiskenbaar recht en onvervreemdbare
vrijheid, maar in het Europeesch volkenrecht is het nog in 't ge
heel niet erkend. Het is een nieuwe leer, die nog ontwikkeld
waarvan de toepassing op de bestaande toestandenop liet
levenop de werkelijkheid nog bestudeerd moet worden.
Geen staat heeft tot nog toe het recht zich tegenover een
anderen staat er op te beroepen als op een erkend beginsel
van volkenrecht, dat als wetlgeldt, omdat misschien geen
enkele staat het tegen zich zelf in al zijn gevolgen zou wil
len laten gelden. Frankrijk zeker niet, als het in Nizza de
volksstem onderdrukt, die hereeniging met Italië eischt. En
geland nietals het op de gezindheid van Ierland let. Rus
land niet, als het aan Polen en de Oostzee-provinciën her
innerd wordt. Oostenrijk niet, steeds zoekende naar het middel
om één staat te blijven, ondanks den tegenstrijdigen zin der
verschillende volksstammen binnen zijn grenzen. Met welk
reeht eischt men dan. dat het nieuwe Duitsche Rijk dit beginsel
in zijn zuiverheid zal erkennen en toepassen
Wordt vervolgd.) W. v. d. K.
De Koning heeft tegen 1°. Mei de subsidie van 20000
ingetrokken tot dus ver door 'L. M. aan den kon. franschen
schouwburg te 's Gravenliage verleend. Z. M. beeft dit be
drag voortaan bestemd tot. opleiding in het buitenland van
5 jeugdige toonkunstenaars en 5 jeugdige schilders.
De" oud-minister de IV aal is, bij het spoorweg-ongeluk
in Frankrijkdoor glassplinters ernstig aan het hoofd en
de oogen verwondmaar er bestaat geen gevaar voor het
behoud van zijn leven of zijn gezichtsvermogen.
Schutterijen. Een dames-comité te Maastricht heeft op
's Konings verjaardag aan de schutterij aldaar een prachtig
vaandel vereerdvervaardigd door de e dames religieuses de
la Chanté."
Aanbestedingen. Den 15, te Bodegraven, het opbouwen
van kerk pastorie en een bijbehoorend huis der luthersche
gemeente minste inschr. M. Verheul, te Utrechtvoor
19260.
Den 17, te Bodegravenhet maken der gebouwen voor
een stoomgemaal ten behoeve van den Meijepolder, minste
inschr. 31. Godfried, voor f 10737.
Den 20, door de Holl. IJz. Spoorweg-maatschappijte
Amsterdam het maken en stellen van den metalen boven
bouw der spoorwegbrug over het Noordzeekanaal te Velsen,
minste inschr. de Utrechtsche Ijzergieterij voor f 83516.
Den 21te Benschop, het maken der gebouwen en in
richtingen voor een stoomgemaal van het waterschap Ben
schop, aan F. J. Blauw te Hoorn, voor f 26173.
Voor het bestraten van 1915 ellen weg te Cast.ricum is
minste inschr, C. v. d. Hulst te Benningbroekvoor 8100.
Gieten. Aan het Ned. Zendelinggenootschap is gelega
teerd 1000 door wijlen den heer P. Dz. Kok te Berkhout,
en 5072,53 door wijlen den heer J. Verhaag, eertijds zen
deling van het genootschaplaatst predikant aan de Kaap
de Goede Hoop.
Het hoofdkwartier der Holl. Maatschappij van Landbouw
heeft besloten zich tot de afdeelingen te wenden, tot bet. ver
zamelen van giften in geld en in zaaizaad voor de noodlij
dende landbouwende bevolking in Frankrijkintezenden
vóór 15 Maart.
Eeue collecte te Steenbergen tot hetzelfde doel heeft 323,59
opgebracht.
De Koning en de Koningin hehben een aanzienlijken voor
raad levensmiddelen naar Heerewaarden en naar andere over
stroomde dorpen in Noordbrabant gezonden.
De lieer C. Koning Altmam, te Rotterdam, heeft de/552,
bij hem verzameld ten behoeve der noodlijdenden door de
boschbranden in de Kaap-kolonie, en welke de kaapsche com
missie niet in ontvang genomen maar ter zijner beschikking
gelaten hadbestemd voor de geteisterde gemeente Egmond
aan Zee voor zoover de gevers niet binnen 3 weken het
geschonkene terugvragen.
Bij de in den Haag bestaande commissie tot voorziening
iu de behoefte, ontstaan door de heerschende ziekte, was
tot den 23 ontvangen f 7481.26^.
Bij het bestuur der Vereeniging tot ondersteuning van
door den oorlog verarmde bevolkingen, onder bescherming dei-
Koningin (het Witte Kruis), is reeds ingekomen 12.255/3,
fr. 310 en 1 pruisische thai.
Roode Kruis. Het getal plaatselijke comité's, dat bij
het uitbreken van den oorlog nog slechts 21 bedroegis thans
tot 150 gestegen.
De nederlandsche ambulance te Bordeaux is als zoodanig
opgeheven. Zij blijft aldaar echter nog gevestigd, maar met
een uit franschen bestaand personeel.
Reddingboot te Petten. Wegens de redding der be
manning van het op 16 Jan. bij Kamperduin gestrande bark
schip Frémadheeft het bestuur der N. en Z. Holl. Red
dingmaatschappij behalve de reeds verleende hoogste premie
in geldzilveren medaljes vereerd aan den schipper en den
voerman en bronzen aan de 6 roeiers.
Yredebond. Het Internationaal Vredebond te Amsterdam
heeft den 21. met 96 tegen 21 st., besloten, zich bij den Al-
gemeenen Vredebondwelks hoofdzetel te 's Gravenliage is
gevestigdaantesluiten.
Rampen. Den 19, 's avonds 10 uren, is een hevige
brand ontstaan ten huize van den landbouwer J, v. d. Oord
te Noordscharwoude. De slapende kinderen en het vee wer
den gelukkig gered. Ondanks den vrij sterken wind gelukte
het de brandweer, den brand spoedig meester te worden.
Huis en inboedel waren verzekerd.
In den nacht van 2021 is de zeem- en lijmfabriek der
heeren Pronk en v. Koolbergen onder Zoeterwoude afgebrand.
Pokken. De gemeenteraad van Rotterdam heeft den 20
besloten tot aankoop der geref. diaconieschool voor 3500
en het inrichten van dit gebouw als derde hulpverblijf voor
herstellende pokkenlljdersvoorts om f 32' 0 toetestaan aan
het genootschap voor koepokinenting en f 3000 voor verdere
maatregelenalsmedemet 22 tegen 10 st., om de inenting
voor het onderwijzend personeel en de leerlingen van alle
scholen verplichtend te stellen, en met 16 tegen 15 st. dat
de besmette woningen door een zichtbaar teeken moeten
worden kenbaar gemaakt.
In de vorige week zijn te 's Gravenhage 2S7 personen
door de pokken aangetast en 77 daaraan overleden.
Te Utrecht zijn in denzelfden tijd aangetast 132 en over
leden 51 personen.
Te Leeuwarden heeft het r. c. armbestuur eene geldelijke
belooning toegezegd aan de behoeftigen, die zich laten inen
ten het israël.-armbestuur onttrekt de bedeeling aan hen
die het zich niet laten doen.
Misdrijven. In den nacht van 1718 is de van Gro
ningen komende postkar te Dieverbrug aangerand. 2 Per
sonen hebbenterwijl de postiljon van paard verwisselde
eenige paketten ontvreemd, die, bij het vervolgen der dieven,
gedeeltelijk geschonden zijn teruggevonden.
Aan boord van de moerdijksche stoomboot aan den Moer
dijk heeft in den naeht van 1920 een matroos zijnen ka
meraad, met wien hij in eene herberg getwist had maar wede r
verzoend wasdoor een messteek in het hart gedood. De
dader is gearresteerd.
Vervolg der Wekelijksche Berichten in het Bijblad.
De ondergeteekende verzoekt de Redactie der Alkm. Cour.
onderstaandeals ten vervolge op zijnen brief d.d. 9 Eeb.
te willen opnemen. Met achting,
Uw Fienstw Fienaar
M. LUIJMES.
BU RGEMEESTER en WETHOU DERS van A L KM AA R
Gelezen den brief van den Heer Schoolopziener in het 6e
district van Noord-Holland van 9 Eebruarij 1871.
Besluiten
aan den Distriet-Schoolopziener medetedeelen
dat zij het plaatsen van bovengemelden brief in de Alk
maarsche Courant op den dag. waarop die door hun Colle-
gie werd ontvangen in strijd beschouwen met de vormen tot
heden bij het voeren van officiële correspondentie iu gebruik;
doch tot bewijsdat ook zijinzonderheid met betrekking
tot deze aangelegenheid, gaarne openbaarheid wenschen, hem
volkomen vrijheid geven dit besluit in de AlkmctctTschc Lom-
rant te doen plaatsen;
dat Burgemeester en Wethouders vooral met minder clan
hij verantwoordelijk voor het opmaken van eene deugdelijke
voo'rdragt, ter benoeming van eene hoofdonderwijzeres aan
de openbare school voor meisjes, vruchteloos hebben gewacht
naar een overleg met hemovereenkomstig zin en bedoeling
van art. 22 der wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad n°. 103);
dat zij de wijze waarop dit artikel door hem werd uitge-