No. 9. Drieënzeven tigste Jaargang. 1871. ZONDAG 20 F E B 15 U A R I. <S>fftciccl (Ocbccllc h de toestand van Nederland thans gevaarlijker dan vroeger? ëSlcfccltjkscïtc Berichten. SMimcnland. Jugcscmbcu Stukken. A L k AAfiSCHEC A Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,6S, franco per post t 0,8©, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een Bijblad. De COMMISSARIS DES KONINGS in de provincie NOORD-HOLLAND herinnert alle autoriteiten, en een ieder die daarbij belang heeftaan de bepalingen der wet van den 8 November 1815 (Staatsblad No. 51), en aan den inhoud van art. 29 der wet van den 5 October IS tl (Staats blad No. 10), betreffende de verevening van schuldvorderin gen ten laste van het Rijk met aanmaning om zoodanige schuldvorderingenzoo spoedig mogelijkimmers voor den eersten Julij aanstaande in te dienen aaugezien aan dxe wets bepalingen zoo nu als in het vervolg, stiptelijk de hand zal worden gehouden. De Commissaris des Konings voorn., Haarlem, den 10 Feb. 1871RÖÈLL. NATIONALE MILITIE. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR her innert bij deze de belanghebbendendat hij op li oensdag 1 Maart aanstaande's namiddags ten 6 ure, ten raadhuize. zitting zal houden tot het ontvangen der getuigen die de verklaringen voor broederdienst en eenigcn zoon willen onder teekenen. Fe Burgemeester voornoemd Alkmaar 21 Februari] 1871. A. MACLAINE PONT. PATENTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de ingezetenen, dat de patenten, aangevraagd in de maanden November, December en Januari] j.l., ter gemeente-secretarie kunnen worden afgehaald, gedu rende de eerstvolgende veertien dagen. De alsdan niet af gehaalde patenten worden, tegen betaling van lOcent, door den deurwaarder der directe belastingen aan huis bezorgd. Burgemeester en Wethouders voornoemd AlkmaarA. MACLAINE PONT. 25 Febr. 1871. Fe Secretaris, NUHOUT van der VEEN. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR, op Woensdag, den 1 Maart 1871, des middags ten 12 uur Namens den Voorzitter van den Raad, NUHOUT van der VEEN. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn verzonden gedurende de 1'. helft der maand Januarij 1871 J. D. PALMBOOM, JANSEN en Zoon, Wed. OP- HU I SENS. DOORNWAARDN. N. GOLDHORN J. LASCAR1S. Wed. v. d. HEUVEL. J. WALEVELD H. HAVERBUSCH, Amsterdam; H, HAMMING, Baar- zendijk; J ACOMIJNE van HOVEN, Dirksland; A. KLERKS. Elswoud J. HUIBERS, Gouda; J. van VEEN, Leiden KORREMANS, Oosterhout; van MARTIER, Oegstgeest: W. van MAURIK OmmersehansJ. MOIS D. KAIJ Schermer; JANSJE BOOGAARD (geen plaats vermeld). Van de Hulpkantoren Broek op LangendijkJ. A. VROEGOP, Amsterdam. Heer-Hugo-WaardA. DIGMAN Alkmaar. Midwoud: J. METZ, Amsterdam. POLITIE. Ter terugbekoming aan het commissariaat voorhanden het navolgende gevondene boekjeeene zwart gebreide kous. als van politie een R. C. kerk- i. Thans! Is 't niet voorbarig, over den tegenwoordigen toestand te spreken Immers, de oorlog is wel geschorst maar nog niet onherroepelijk geëindigd. Wapenstilstand is nog geen vredeen het onderhandelen over den vrede is nog niet het sluiten van den vrede. Toch spreekt ieder over onzen toestand, met het oog op de vermoedelijke vre desvoorwaarden en de nieuwe verhoudingen die daar het ge volg van zullen zijn. Velen maken zich bij voorraad bekom merd en voorspellen een treurige toekomst En als men dan die beangstigende beschouwingen niet deelt, wordt men door den lust tot tegenspraak verleid om ook zijn gedachten over den toestand, die in wording is, mede te deelen. Zoo spreekt ieder over de toekomst, zoo doet men voorspellingen en uit men zijn hoop en zijn vrees, in afwachting van de dingen die komen zullen. En wie zal het wraken Ofschoon de toekomst altijd nog onzekerder is dan wij met onze gewone erkenning van hare onzekerheid wel bedoelen, ofschoon groote gebeurtenissendoor ons niet voorzien en bij onze geringe kennis van den waren toestand ook niet te voorzieneens klaps al onze berekeningen en verwachtingen kunnen ver nietigen is het niet alleen verklaarbaar, maar ongetwijfeld zelfs plichtmatig, zich rekenschap te geven van hetgeen er om ons heen gebeurtdaarvan de waarschijnlijke gevolgen ons duidelijk te makende goede en kwade kansen van den nieuwen toestand te wikken en te wegen te waken voor eigen heil en eigen veiligheid. Er zijn er, die hun oordeel over de gebeurtenissen buiten onze grenzen hun goed- en afkeuring, hun bijval of weerzin geheel laten afhangen van de vraag, of de veranderde toe stand voor ons eigen vaderland voor- of nadeelig is te achten. Die wijze van beschouwing nog niet zonder verzet worden toegelaten. Evenmin als de vaderlandsliefde als een verou derd en bekrompen begrip mag worden voorgesteld mag ons oordeel over de gebeurtenissen in de beschaafde wereld geheel afhankelijk zijn van ons nationaal belang. Wat van personen geldtgeldt ook van volkener is een geoorloofd, een rechtmatig eigenbelangdat een stem heeft bij de be oordeeling van toestanden en gebeurtenissen, maar daarom nog geen overwegendegeen beslissende stem mag hebben. Zeker, wij zijn niet alleen wereldburgers, maar tevens, zelfs in de eerste plaats Nederlandersmaar wij zijn daar entegen weer niet alleen Nederlanders wij zijn ook wereld burgers. Er is een algemeene geschiedenis des menschdoms, een algemeene ontwikkelingeen leven op het gebied van geestelijken en stoffelijken vooruitgangvan godsdienst, we- tenschap en kunst» van handel en nijverheid, van staatkundige en burgerlijke vrijheiddat wij gezamenlijk leiden met de overige Europeesche volken, een gemeenschappelijk fannliele- ven waaraan wij niet vreemd mogen, willen of kunnen blijven, ofschoon wij daaraan deelnemen als Nederlanders. Daaren boven zijn er beginselen van recht en billijkheid, die wij nooit ter wille van ons eigenbelang mogen verloochenen. Willen wij daarenboven een rechtvaardig oordeel vellen, dan belmoren wij te meten met de gebruikelijke maat, onver schillig of wij die goed- of afkeuren. Wij mogen en moeten ons best doen om die gebruikelijke maat te verbeterenmaar zoolang die pogingen vruchteloos zijn geblevenzoolang de maat die wij afkeuren de gebruikelijke, de geijkte maat is, moet er met haar, en met geen andere, worden gemeten. Bij het beoordeelen van den nieuwen toestand is het eindelijk niet zoozeer de vraag, of deze op zich zeiven geheel voldoende ismaar of hij beter of slechter is dan de vorige. Wat de gebruikelijke maat betreftgeldt immers dezelfde regel in het gewone levenbij de beoordeeling onzer mede- menschen. Er is een zekere maatstaf van deugd, van zede lijkheidvan goede trouw, van belangeloosheid die onge- tijfeld onvoldoende is, maar die toch is de gebruikelijke, de door de samenleving geijkte. Zeker, het. maatschappe lijke deugdenpeil staat vrij laag, wij moeten in het algemeen strenger eischen doenons beijveren om een hoogere, reinere zedeleer te doen erkennen en aannemen, maar inmiddels hebben wij geen recht, de daden van anderen naar stenger beginselen te beoordeelen dan de maatschappelijk geijkte, de tot nog toe gebruikelijke. Wij doen dit niet altijd. Integendeel schijnt er van tijd tot tijd als bij de oude Israëliërseen zondenbok noodig te wezen dietot reiniging van geheel het volkmet aller zonden beladen de woestijn wordt inge zonden. Het is of het algemeen geweten plotseling uit zijn gewonen sluimer ontwaakt; men springt op, men werkt zich in een soort van heilige verontwaardigingmen roept uit dat is te ergzoo iets moet openlijk gebrandmerkt, gestraft worden; dat is noodzakelijk tot afschrik van anderentot zuivering van den dampkring. Werpt hem uitden onreine. Het openbaar geweten eischt voldoening: immers zulke hande lingen zijn in strijd metEn het aantal deugde dat hij deze gelegenheid vermeld wordtis inderdaad hartver heffend. Een vreemdeling in den lande maar ook alleen een vreemdeling zou geslicht worden door de strenge zedeleer die hij hoort verkondigenen een hoogen dunk opvatten van het volk waaronder een zoo hoog deugdenpeil blijkt te bestaan. Maar wee den zondenbok Men bewijst hemdat hij onrechtvaardig, zelfzuchtig, inhalig, onbarmhartigon edelmoedig wreed heeft gehandeld; men bewijst hem dat hij alles behalve een volmaakt mensch, alles behalve een en gel is, dat hij zelfs geen goed Christen, geen goed staats burger is en zijn vonnis is gemakkelijk opgemaakt, is hij rechtvaardig behandeld? Het schijnt, dat sommigen tegenwoordig de Pruisen tot den zondenbok onder de volken van Europa willen maken.... En nu zal de Alkmaarsche Courant partij kiezen voor de Pruisen Och neenmaar zich verzetten tegen het zon- denbok-stelsel. De Pruisen nu zullen zoo ongeveer menschen van gelijke beweging zijn als wijniet volmaaktvatbaar voor driftovertuigd dat zij op een schandelijke wijze dooi de Eransclien zijn aangevallen, door een ontzaglijken strijd geprikkeld, door eigen verliezen verbitterd, door ongehoor- den voorspoed overmoedig geworden. Ziedaar het gewone zeer verklaarbare ziekte-proces. En is het nu bevreemdend, dat de herinneringen aan de jaren 1813 en 1815, nog on langs door het vieren van plechtige halve-eeuwfeesten wak ker geschud, zich verlevendigen, en men thans wil doen wat men tot nog toe steeds heeft betreurd toen verzuimd te hebben? Is het bevreemdend, dat men heeft besloten den vermetelen aanvaller, den //erfvijand" van zoovele eeuwen nu voor goed te breidelen om voor een herhaling veilig te zijn? Is het bevreemdend, dat zij daartoe de gewone middelen gebruiken, ook ontneming van grondgebied, ook aanhechting van grondgebiedzij die overtuigd zijn dat het Frankrijk te doen is geweest om verbrokkeling van Prui sen en inlijving van den Duitschen linker Rijnoever? Maar dat de Pruisen en niet alleen de Pruisenmaar de üuitschers van dat alles overtuigd zijn, is nog geen bewijs dat het werkelijk zoo iszal men zeggen. De aam erking is buiten twijfel zeer juist; maar doet zij iets ter zake Geldt niet altijd onze overtuiging voor de waarheid Handelen wij niet steeds naar onze overtuiginggeloovende dat zij de waarheid is De volksovertuiging is hier het eenige richtsnoer, hetzij die overtuiging op waarheidof ongelukkig op dwaling en zelfbedrog gegrond is. In dit geval zal men voor het minst moeten erkennen, dat de schijn voor de Pruisen is. Wat het ontstaan van den oorlog bijvoor beeld betreft, hij is in elk geval door Frankrijk verklaard. Frank rijk is de aanvaller. Ja, zegt mendat is een fout geweest van den Keizer, die voor Bismarck in slimheid verre on derdoet. Bismarck de Koning van Pruisen ofwil men de Pruisische Regeering wenschte niets liever dan oorlog met Frankrijk, heeft de oorlogsverklaring uitgelokt. 'tIs altijd hoogst moeilijk over iemands ware gezindheid te oordeelen als die niet uit daden blijkt. Zeker schijnt het, dat Prui sen sedert 18156 den oorlog met Frankrijk heeft verwacht, en daar had het ook alle reden toe. Het heeft zich met kracht tot dien niet onwaarschijnlijken oorlog voorbereid, en daar had het zeker groot gelijk in. Mogelijk heeft het allengs dien oorlog niet meer gevreesd, wetende over welke krachten het beschikken konovertuigd dat Duitschland als één man zou opstaan en aan Pruisen de leiding zou geven van het vereenigde Germanië. Maar er is althans één feit, dat mijns inziens duidelijk bewijstdat Pruisen den oorlog niet heeft gewenscht, hem heeft willen vermijden. Men neemt namelijk aan, dat Pruisen de hand heeft gehad in de aanbieding der Spaansche kroon aan Prins Leopold von Hoiienzol- lern. De Koning van Pruisen verklaarde althans zelfdat hij als hoofd der familie den Prins gemachtigd had de Kroon aan te nemenindien de aanbieding door de Cortes werd bekrachtigd. Wenschte Pruisen een oorlog met Frankrijk, dan moest het zich zeer verheugendat de Regeering van dit rijk in die aanbieding en het aannemen daarvan een aanlei ding zocht tot een oorlogsverklaringen het moest alle mo gelijke moeite doen om te beletten dat die aanleidingdie zoogenaamde grief werd weggenomen. Doch wat gebeurt er Aan den eisch van Frankrijk om den Prins te v e"r- bieden de kroon aan te nemen kon Pruisen toch moeilijk voldoen. Maar Prins Leopold weigert zelf de Spaansche kroon. Dat dit in overleg met Pruisen gebeurde zal nie mand betwijfelen. En daardoor meende toch iedereen dat alle aanleiding tot den oorlog was weggenomenzelfs de Fransehe Minister-President Qllivier was van dat gevoelen. Niemand kon vermoedendat de oorlogspartij in Frankrijk met een nieuwen, nog dwazer eisch voor den dag zou komen. Hoe is het nu te rijmen dat Pruisen den oorlog heeft ge wenscht een oorlogsverklaring hoopte en zelfs zou hehben uitgeloktterwijl het toelietmisschien zelfs bewerktedat de aanleiding tot den oorlog, de grief van Frankrijk werd weggenomen, en daardoor naar ieders verwachting het behoud van den vrede werd verzekerd Dat Frankrijk, indien het Pruisen had overwonnen, de macht van dit rijk geknaktzijn grondgebied besnoeiden voor zich de Duitsche landen aan den linker Rijnoever genomen zou hebbenschijnt ook waarlijk niet twijfelachtig. Europa zou er zonder veel verbazing, wel met tegenzin waarschijnlijk met i stille verzuchting vermoedelijk, maar overigens tamelijk rustig getuige van geweest zijnals van een zeer verklaar bare hoogst natuurlijkeonvermijdelijke gebeurtenis. Het Handelsblad heeft dezer dagen de beschouwingen van den Engelsclnnan Freeman aan ons medegedeeld omtrent de in lijving van vijandelijk grondgebied ook tegen den wil der bevolkingen ons gewezen op verschillende gevallen, waarin op hare gezindheid geen acht zou worden geslagen bij de bepaling van den staataan welks gezag zij onderworpen moet blijven of worden. Het beginsel, dat de bevolking zelve haar keuze bepaaltverdient ongetwijfeld als regel er kend te worden, maar de uitzonderingen zullen bij de tegen woordige samenstelling en inrichting der staten vooreerst zeer menigvuldig moeten blijven. Dit springt terstond in het oog wanneer men bedenktdat die vrije keuze der bevolking evenzeer zal moeten geldenwanneer eenig deel des lands uit eigen beweging zich zou willen afscheidenals wanneer een overwinnend en veroverend vijand de afscheiding vordert. Indien immers het beginsel als algemeene regel werd aan genomen zou een staat evenmin eenig deel des lands tegen den wil der bevolking onder zijn gebied mogen houden, als een deel van een ander land tegen dien wil onder zijn gebied mogen brengen. Doch hoe men er ook over denke, het beginsel zelf is nieuw dagteekent eerst van de laatste jaren en werd door de Napoleontische politiek verkondigd en gebruiktals haar belang het meebracht. Het rust op een grondslag van onmiskenbaar recht en onvervreemdbare vrijheid, maar in het Europeesch volkenrecht is het nog in 't ge heel niet erkend. Het is een nieuwe leer, die nog ontwikkeld waarvan de toepassing op de bestaande toestandenop liet levenop de werkelijkheid nog bestudeerd moet worden. Geen staat heeft tot nog toe het recht zich tegenover een anderen staat er op te beroepen als op een erkend beginsel van volkenrecht, dat als wetlgeldt, omdat misschien geen enkele staat het tegen zich zelf in al zijn gevolgen zou wil len laten gelden. Frankrijk zeker niet, als het in Nizza de volksstem onderdrukt, die hereeniging met Italië eischt. En geland nietals het op de gezindheid van Ierland let. Rus land niet, als het aan Polen en de Oostzee-provinciën her innerd wordt. Oostenrijk niet, steeds zoekende naar het middel om één staat te blijven, ondanks den tegenstrijdigen zin der verschillende volksstammen binnen zijn grenzen. Met welk reeht eischt men dan. dat het nieuwe Duitsche Rijk dit beginsel in zijn zuiverheid zal erkennen en toepassen Wordt vervolgd.) W. v. d. K. De Koning heeft tegen 1°. Mei de subsidie van 20000 ingetrokken tot dus ver door 'L. M. aan den kon. franschen schouwburg te 's Gravenliage verleend. Z. M. beeft dit be drag voortaan bestemd tot. opleiding in het buitenland van 5 jeugdige toonkunstenaars en 5 jeugdige schilders. De" oud-minister de IV aal is, bij het spoorweg-ongeluk in Frankrijkdoor glassplinters ernstig aan het hoofd en de oogen verwondmaar er bestaat geen gevaar voor het behoud van zijn leven of zijn gezichtsvermogen. Schutterijen. Een dames-comité te Maastricht heeft op 's Konings verjaardag aan de schutterij aldaar een prachtig vaandel vereerdvervaardigd door de e dames religieuses de la Chanté." Aanbestedingen. Den 15, te Bodegraven, het opbouwen van kerk pastorie en een bijbehoorend huis der luthersche gemeente minste inschr. M. Verheul, te Utrechtvoor 19260. Den 17, te Bodegravenhet maken der gebouwen voor een stoomgemaal ten behoeve van den Meijepolder, minste inschr. 31. Godfried, voor f 10737. Den 20, door de Holl. IJz. Spoorweg-maatschappijte Amsterdam het maken en stellen van den metalen boven bouw der spoorwegbrug over het Noordzeekanaal te Velsen, minste inschr. de Utrechtsche Ijzergieterij voor f 83516. Den 21te Benschop, het maken der gebouwen en in richtingen voor een stoomgemaal van het waterschap Ben schop, aan F. J. Blauw te Hoorn, voor f 26173. Voor het bestraten van 1915 ellen weg te Cast.ricum is minste inschr, C. v. d. Hulst te Benningbroekvoor 8100. Gieten. Aan het Ned. Zendelinggenootschap is gelega teerd 1000 door wijlen den heer P. Dz. Kok te Berkhout, en 5072,53 door wijlen den heer J. Verhaag, eertijds zen deling van het genootschaplaatst predikant aan de Kaap de Goede Hoop. Het hoofdkwartier der Holl. Maatschappij van Landbouw heeft besloten zich tot de afdeelingen te wenden, tot bet. ver zamelen van giften in geld en in zaaizaad voor de noodlij dende landbouwende bevolking in Frankrijkintezenden vóór 15 Maart. Eeue collecte te Steenbergen tot hetzelfde doel heeft 323,59 opgebracht. De Koning en de Koningin hehben een aanzienlijken voor raad levensmiddelen naar Heerewaarden en naar andere over stroomde dorpen in Noordbrabant gezonden. De lieer C. Koning Altmam, te Rotterdam, heeft de/552, bij hem verzameld ten behoeve der noodlijdenden door de boschbranden in de Kaap-kolonie, en welke de kaapsche com missie niet in ontvang genomen maar ter zijner beschikking gelaten hadbestemd voor de geteisterde gemeente Egmond aan Zee voor zoover de gevers niet binnen 3 weken het geschonkene terugvragen. Bij de in den Haag bestaande commissie tot voorziening iu de behoefte, ontstaan door de heerschende ziekte, was tot den 23 ontvangen f 7481.26^. Bij het bestuur der Vereeniging tot ondersteuning van door den oorlog verarmde bevolkingen, onder bescherming dei- Koningin (het Witte Kruis), is reeds ingekomen 12.255/3, fr. 310 en 1 pruisische thai. Roode Kruis. Het getal plaatselijke comité's, dat bij het uitbreken van den oorlog nog slechts 21 bedroegis thans tot 150 gestegen. De nederlandsche ambulance te Bordeaux is als zoodanig opgeheven. Zij blijft aldaar echter nog gevestigd, maar met een uit franschen bestaand personeel. Reddingboot te Petten. Wegens de redding der be manning van het op 16 Jan. bij Kamperduin gestrande bark schip Frémadheeft het bestuur der N. en Z. Holl. Red dingmaatschappij behalve de reeds verleende hoogste premie in geldzilveren medaljes vereerd aan den schipper en den voerman en bronzen aan de 6 roeiers. Yredebond. Het Internationaal Vredebond te Amsterdam heeft den 21. met 96 tegen 21 st., besloten, zich bij den Al- gemeenen Vredebondwelks hoofdzetel te 's Gravenliage is gevestigdaantesluiten. Rampen. Den 19, 's avonds 10 uren, is een hevige brand ontstaan ten huize van den landbouwer J, v. d. Oord te Noordscharwoude. De slapende kinderen en het vee wer den gelukkig gered. Ondanks den vrij sterken wind gelukte het de brandweer, den brand spoedig meester te worden. Huis en inboedel waren verzekerd. In den nacht van 2021 is de zeem- en lijmfabriek der heeren Pronk en v. Koolbergen onder Zoeterwoude afgebrand. Pokken. De gemeenteraad van Rotterdam heeft den 20 besloten tot aankoop der geref. diaconieschool voor 3500 en het inrichten van dit gebouw als derde hulpverblijf voor herstellende pokkenlljdersvoorts om f 32' 0 toetestaan aan het genootschap voor koepokinenting en f 3000 voor verdere maatregelenalsmedemet 22 tegen 10 st., om de inenting voor het onderwijzend personeel en de leerlingen van alle scholen verplichtend te stellen, en met 16 tegen 15 st. dat de besmette woningen door een zichtbaar teeken moeten worden kenbaar gemaakt. In de vorige week zijn te 's Gravenhage 2S7 personen door de pokken aangetast en 77 daaraan overleden. Te Utrecht zijn in denzelfden tijd aangetast 132 en over leden 51 personen. Te Leeuwarden heeft het r. c. armbestuur eene geldelijke belooning toegezegd aan de behoeftigen, die zich laten inen ten het israël.-armbestuur onttrekt de bedeeling aan hen die het zich niet laten doen. Misdrijven. In den nacht van 1718 is de van Gro ningen komende postkar te Dieverbrug aangerand. 2 Per sonen hebbenterwijl de postiljon van paard verwisselde eenige paketten ontvreemd, die, bij het vervolgen der dieven, gedeeltelijk geschonden zijn teruggevonden. Aan boord van de moerdijksche stoomboot aan den Moer dijk heeft in den naeht van 1920 een matroos zijnen ka meraad, met wien hij in eene herberg getwist had maar wede r verzoend wasdoor een messteek in het hart gedood. De dader is gearresteerd. Vervolg der Wekelijksche Berichten in het Bijblad. De ondergeteekende verzoekt de Redactie der Alkm. Cour. onderstaandeals ten vervolge op zijnen brief d.d. 9 Eeb. te willen opnemen. Met achting, Uw Fienstw Fienaar M. LUIJMES. BU RGEMEESTER en WETHOU DERS van A L KM AA R Gelezen den brief van den Heer Schoolopziener in het 6e district van Noord-Holland van 9 Eebruarij 1871. Besluiten aan den Distriet-Schoolopziener medetedeelen dat zij het plaatsen van bovengemelden brief in de Alk maarsche Courant op den dag. waarop die door hun Colle- gie werd ontvangen in strijd beschouwen met de vormen tot heden bij het voeren van officiële correspondentie iu gebruik; doch tot bewijsdat ook zijinzonderheid met betrekking tot deze aangelegenheid, gaarne openbaarheid wenschen, hem volkomen vrijheid geven dit besluit in de AlkmctctTschc Lom- rant te doen plaatsen; dat Burgemeester en Wethouders vooral met minder clan hij verantwoordelijk voor het opmaken van eene deugdelijke voo'rdragt, ter benoeming van eene hoofdonderwijzeres aan de openbare school voor meisjes, vruchteloos hebben gewacht naar een overleg met hemovereenkomstig zin en bedoeling van art. 22 der wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad n°. 103); dat zij de wijze waarop dit artikel door hem werd uitge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1871 | | pagina 1