No. 10.
Jaargang
Üi ieënz eventiyste
1871
ZONDAG
5 MAAR T.
(Officieel ©cbccltc
Is de toestand van Nederland thans
gevaarlijker dan vroeger?
Cli
&£lcficlijfc0cfte Berichten.
België.
Pruisen.
Oostciirijk-llongarijc.
Spanje.
Frankrijk.
(■root -Bril fan je en Ierland.
A I
A A
C
T.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f franco per post f
afzonderlijke nommers Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers UERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in liet eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een Bijblad.
BRANDWEER.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
dat de loting van de ingeschrevenen van dit jaar, voorde
brandweer, benevens van de reservenummers van 1S70, in
het openbaar door hen zal worden gehouden ten raadhuize
der gemeente Alkmaar, op üingsdag 11 Maart aanstaande,
's namiddags ten een uur.
Burgemeester en Wethouders rccrr.ce/Acl,
Alkmaar, A MACLAINE PONT.
22 Febr. 1871. Be Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDEllS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
dat de Militieraad in dit district, zijne eerste zitting,
bestemd tot het onderzoeken der redenen van vrijstelling
van lotelingen dezer gemeentezal houden ten raadhuize der
gemeente Hoorn op Donderdag 16 Maart e.k., des voormid
dags ten 101 ure. Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
28 Febr. 1871. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS .van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden:
dat het kohier der directe belasting, benevens dat der
belasting op de honden over de dienst van 1871, door ben
op beden voorloopig zijn vastgesteld, en gedurende veertien
dagen, ingaande 6 Maart 1871', ter lezing ter gemeente-se
cretarie alhier zijn nedergelegd, binnen welken tijd bezwaar
schriften op ongezëireld papier bij den gemeenteraad kunnen
worden ingediend. Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar. A. MACLAINE PONT.
Alkmaar,
28 Febr. 1871.
De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN
ZEEMILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbende lotelingen der
nationale militie uit deze gemeentedat in den loop dezer
maand door hen nog aanvraag kan worden gedaan ter ge-
meewte-seeretarieom bij de zeemilitie 1e dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
3 Maart 1871. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
De KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN te
ALKMAAR maakt bekenddat van Maandag 6 tot Za-
turdag 11 Maart 1871, van 's voormiddags 10 tot 's na
middags 2 ure, in baar gewoon lokaal op bet Stadhuis ter
lezing zullen liggen
1. Statistiek van het Koningrijk der Nederlanden, behelzende
de staten van de in-, uit- en doorgevoerde voornaamste
handelsartikelen gedurende de maand December 1870.
2. Een opgaaf van den handel en de scheepvaart van Groot-
Britianje en Ierland, gedurende de maand September en
de overige maanden van 1870.
3. Verzameling van consulaire en andere berigten en verslagen
over nijverheid, handel en scheepvaart 1870, II, 911.
Ill, 1 en 2.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken voornoemd,
Alkmaar, E. M. AGHINA, Voorzitter.
3 Maart 1871. J. P. KRAAKMAN, Secretaris.
POLITIE.
Ter terugbekoming aan bet commissariaat van politie
voorhanden het navolgende gevondenealseen vrou/renzak
inhoudende een zakdoek enz., een zak met boonen, een crinoline,
een kindermanteltje.
li.
Vrijheid blijheid. Een mensch zijn lust een mensch zijn
leven. Wie meer van de Franschen wil houden dan van de
Pruisen ga zijn gang. Het staat licrn vrijde Franschen
allerbeminlijkste aangename mensehen te vinden, en de Prui
sen integendeel vervelend, st ug en onaangenaam. De gustilms
non est disputandum, zeiden reeds de oude Romeinen, en nog
in de negentiende eeuw erkennen wij met hen. dat over den
smaak niet valt te oordeelende een houdt van iets hartigs,
en de ander van iets zoets. Als men echter wil beweren, dat
de FVansclien zieb ook beminlijk en edelmoedig gedragen
jegens overwonnen vijandenmag gevorderd worden dat
men daarvan de bewijzen levere. Hebben de Fransche legers
bij voorbeeld ooit de hoofdstad des vijatids ontzien, ofschoon
zelfs die hoofdstad niet te gelijk een vesting was, zooals met Pa
rijs bet geval is Zijn zij den thans geëindigden oorlog niet
begonnen met den kreet naar Berlijn"'' Hebben de Fran
schen zich edelmoedig en beminlijk gedragen jegens de
Duit.sckers die zich in bun land bevonden Zouden zij naar
de gezindheid van de bevolking gevraagd hebben wanneer
zij den Duitschen linker Rijnoever bij Frankrijk hadden kun
nen inlijven
Maar de Duitschers hebben op een wreedaardigehard
vochtige wijze oorlog gevoerddorpen verbrand landhuizen
verwoestpiano's op het vuur gegooidfranc-tireurs dood
geschoten. Jaen dat zou ieder oorlogvoerend volk onder
gelijke omstandigheden genoodzaakt geweest zijn te doen.
Zouden de Franschen met hun slappe krijgstuchtmet
hun Turco's en Spahi'smet hun krijgsvolk van beroep het
beter gemaakt hebben Die vreeselijkliedendat onmenscke-
lijkedat afschuwelijke, dat walglijke behoort tót de onver
mijdelijkheden van den oorlog. De oorlog kan nu eenmaal
niet op een menschelijke manier gevoerd worden. Die dat
zou willen beproeven zou er zelf al zeer spoedig het slacht
offer van worden.
Het is het doel nietal macht het zoo schijnen in te
genstelling van anderen hier de Duitschers te gaan verhef
fen ten koste van de Franschen. Het doel van deze op
merkingen is alleen in verzet te komen tegen het zonden-
bok-stelseltegen het afwijken van de gemeene maat en het
wegen met tweeërlei gewichttegen de verontwaardiging
over de ongehoorde streng- trotsch- wreed- en ijdelheid
der Pruisen. Het is er mee als met de verontwaardiging
over de schending van de zoogenaamd heilige tractaten.
Dezelfde personen, die wraak roepen over de trouweloosheid
en de onbeschaamdheid waarmee men zich thans in te
genstelling van den goeden goudenouden tijd aan
bestaande tractaten onttrekt, voorspellen nu reeds, dat
Frankrijk bij de eerste gunstige gelegenheid de beste zal
terugkomen op het nog nauweiyks gesloten vredestractaat
waarbij het den Elzas en een deel van Lotharingen aan
Pruisen afstaaten zij vergeten bun verontwaardiging,
ja zij vinden dat heel natuurlijken geven den Fransehen
groot gelijk. Maar zijn dan de tractaten alleen voor Frank
rijk niet heilig 'f
Een Napoleon op den troon van Frankrijk was eigenlijk
voor elk vrij volk een voortdurende bedreiging In de arti
kelen dezer courant is zonder verpoozing schier tot verve
lens toe wantrouwen jegens hem gepredikt. Hij is altijd
voorgesteld als de natuurlijke vijand der vrijheid die zich
van tijd tot tijd slechts van haar kleed bediendegelijk de
schijnheilige van het kleed der vroomheidom zijn eigen
zelfzuchtige oogmerken te bereiken. Ofschoon hij bij som
mige gelegenheden buiten Frankrijk de zaak der vrijheid
voorstond heeft dit blad nooit nagelaten te herinneren aan,
de woorden van Demostheneslater herhaald door Prins
Willem I, dat wantrouwen het hechtste bolwerk is
tegen een dwingeland. Ouitschland beeft ons van bet Bo-
rapartisme verlosten dat is in elk geval een zekere winst,
waarvoor wij dankbaar mogen zijn. Maar hetzelfde be
ginsel herleeft in Duitschland werpt men ons tegen -
liet, is slechts verplaatst en ons nader bijgekomenbet ont
wikkelt zich heerlijk en voorspoedig aan onze grenzen. Het
eesarisme zit in Duitschland op den troon, het militaire sys
teem voert er gebied. 't Is waar, dat is voor het oogen-
blik het geval, en dat kan wel niet anders onder de tegen
woordige omstandigheden. De vraag iszal het er wortel
schieten en zich ontwikkelen Zal het oud-Pruisische zuur-
deesem krachtig genoeg zijn om geheel het Duitsche volk
te doordringen of zal het langzamerhand wijken voor den
onmiskenbaar vrijheid- en vredelievenden geest, die toch waar
lijk ook niet ontbreekt onder de zonen van Germanic De toe
komst zal bet leeren. Wie zal ontkennendat er oorzaak
is tot onrust en bekommering? De m o g e 1 ij k b e i d bestaat
ongetwijfelddat ons van dat machtige Duitsche rijk gevaar
z a 1 bedreigenmaar een zeker gevaar is weggenomen
Napoleon.
Waar wij, mijns inziens, het meest voor hadden te vreezen,
was een samenspanning tusscheu Napoleon en Bismarck,
tusschen Frankrijk en Pruisen. Het Bonapartisme kon niet
blijven leven zonder uitbreiding van grondgebied aan de
noord-oostelijke grenzen. Terstond na den oorlog van 1866
deed de Fransche Keizer aanzoek om een lapje Duitsoli grond
gebied; het werd hem geweigerd. Daarop trachtte hij Luxem
burg te krijgen; de poging mislukte. Deze oorlog was niet
uitgebarsten, als Pruisen had willen samenspannen met Frank
rijk. Het is zeker niet de schuld van Napoleon, dal het bij
den aanvang van den oorlog openbaar gemaakte verdeelings-
ontwerp niet tot stand is gekomeu. Wie twijfelt er aan, dat,
zoo Pruisen gewild had, Luxemburg, België en Nederland
tusschen de machtige staten verdeeld waren geworden Het
is, dunkt mij, duidelijkdat Bismarck den plannenmakenden
Benedetti zoo lang mogelijk aan de praat heeft gehouden
zijn aanzoeken een schijnbaar willig oor beeft geleend, waar
schijnlijk nu en dan eenige hoop heeft gegeven op het sluiten
van het begeerde verdeelingstractaaten aldus de zaak slepende
beeft gehouden. Zoo won hij vooreerst tijd, en tijd gewon
nen is inderdaad veel gewonnen. Kon inmiddels Keizer Na
poleon de wereld niet de dienst bewijzen van te toonen dat
hij een gewoon sterveling was Kon er in Frankrijk niet
een gebeele omkeering van zaken plaats grijpen Bismarck
kon bijna zeker weten, dat Napoleon, zoo hij bij onderling
vergelijk geen uitbreiding van grondgebied kon krijgen, het
met geweld zou beproeven. De oorlog bleef dus altijd drei
gen maar inmiddels had Duitschland gelegenheid om zijn
krijgsmacht schier tot volmaaktheid te brengen. Als Bis
marck inderdaad zoo doende het uitbreken van den oorlog
ééntwee of drie jaren beeft tegengehoudenis dat op zich
zelf reeds een verdienstelijke daad. Hoe menig dreigend
oorlogsonweer is niet voorbijgedrevendoor dat men de uit
barsting eeuigen tijd beeft kunnen ophouden! Als de span
ning op bet hevigst is en de hartstochten dreigen los te
barsten, bestaat, er dan geen vooruitzicht dat de gemoederen
allengs weer tot kalmte zullen komenals slechts bet nood
lottig oogenblik der uitbarsting kan worden verschoven? Maar
dat was tocli zeer onoprecht van Bismarck zal men zeg
gendat hij Napoleon zoo om den tuin heeft geleid. Zeker,
oprecht was het nu juist niet; maar dat zulk een oprechtheid
plicht en deugd zou zijn tegenover een Napoleon als men
weet dat een ruiterlijke weigering den oorlog zal doen uit
breken ziedat acht, ik voor bet minst zeer twijfelachtig.
Ik voor mij geloof het niet. Onder zulke omstandigheden
zijn naar mijne overtuiging hemel en aarde beide beter met
wat slangenwijsheid gediend dan met zulke kinderlijke dui-
venoprechtkeid. Hoe dit, echter zijdat Pruisen het gevaar
van een oorlog met Frankrijk heeft verkozen boven een sa
menspanning tot overrompeling hunner kleine buren, zal bet
altijd tot eer verstrekken. Daardoor is mijns inziens Neder
land aan het, allereerste en allergrootste gevaar ontsnapt.
Duitschlandliet vereenigde Duitschland heeft nu zijn
knacht aan Europa getoonden Europa is verontrust. Wie
zal het kunnen weerstaan, vraagt men zich af, nu Frankrijk
machteloos is Duitschland zal, nu het zich van zijn macht
bewust isnu liet door den ongelioorden voorspoed zijner
wapenen overmoedig is gewordenzijn begeerten niet meer
beperkenmaar in 't vervolg nemen wat bet verlangt.
Duitschland heeft echter in de laatste maanden tevens on
dervonden wat liet zegt oorlog te voeren tegen een volk,
en de wonden die liet zelf in den strijd heelt ontvangen
zijn belangrijk genoeg om liet niet zoo spoedig tot een nieuwen
oorlog te doen overgaan. Al mogen die wonden misschien
voor het uiterlijke spoedig geheeld zijn, in het inwendige, in
het maatschappelijk en huiselijk leven zullen zij nog lang
blijven bloeden. Nu liet ongelijk bij den aanvang van den
oorlog zoo geheel aan de zijde van Frankrijk was, genoot
Duitschland aanvankelijk althans den bijval van geheel Europa,
en heeft ook later zich niemand in den strijd gemengd.
Maar zou dit ook zoo zijnals Duitschland onder aanvoe
ring van Pruisen later uit eigen beweging op veroveringen
uitging? De oorlog met Denemarken kan bier niet tot voor
beeld dienen want die vloeide voort uit een zeer oude kwes
tie, waarbij bet recht zeker niet geheel aan de zijde van
Denemarken was. De oorlog van 1866 met Oostenrijk was
eigenlijk een binnenlandscke oorlog om den voorrang en de
leiding van Duitschland en kon door de overige Europee-
sche staten met volstrekte onzijdigheid worden aangezien.
Men mag echter als zeker aannemen, dat, dit niet het geval
zou zijnals bij voorbeeld Nederland door Pruisen werd
aangevallen. Dat Engeland feitelijk geen partij beeft gekozen
in de zoo even genoemde oorlogen iswat men er ook van
Zeggen moge zeer verklaarbaar. Maar als er geen Duitsche
kwestiëu met Denemarken en Oostenrijk meer zijn uit te ma
ken als Pruisen niet wordt aangevallen als in het vorige
jaar door Frankrijkmaar oorlog mocht zoeken om landen
in te lijven, zou het toch een geheel ander geval zijn. Duitsch
land moet er van overtuigd zijn, dat het, wanneer het
ons land zou willen veroverenEngeland tegenover zich
zou vinden. Eigenbelangeigen veiligheid zou het er toe
noodzakenom de Noordzee-havens tegenover zich niet
in de macht van het groote Duitschland te zien. En is
bet denkbaardat Frankrijk in dien strijd niet de bond
genoot van Engeland zou zijn dat, het niet van die gelegen
heid zou trachten gebruik te maken om zijn tegenwoordig
verlies te herstellen Zou zelfs onder zulke omstandigheden
Denemarken niet de wapenen opvatten om Sleeswijk te
herwinnen
Eu waarom zou Pruisen zieb aan al die gevaren bloot
stellen Alleen om ons land met zijn vijandige bevolking
bij zijn gebied te voegen Neenzegt men niet alleen
ons landmaar ook onze koloniën. Alsof het die zou
winnen door de verovering van Nederland Alsof Engeland
die niet in bewaring zou nemen! En is dan thans de handel
op onze koloniën aan Duitschland ontzegdWorden niet
meer en meer vreemdelingen met Nederlanders in Indië
geheel gelijk gesteld En wat. Nederland zelf betreftis
het eigenlijk geen voordeel voor Pruisen, dat het zijn ooste
lijke grens bijna geheel door onzijdig gebied, door Neder
land en België gedekt en beveiligd ziet? Als bet zijn havens
door een vijandelijke vloot ziet geslotenblijft het door ons
land in verbinding met de zeemet Engeland, met Amerika.
Uitgenomen oorlogscontrabandeblijft de toevoer van alle
zaken in het westen open. Wat Nederland en België be
treft, kan Duitschland uit den aard der zaak op goede en
welwillende, op vredelievende en vredezoekende buren rekenen,
wier eigenbelang bun de onzijdigheid schier ten plicht maakt,
als zij door Duitschland zelf niet bemoeilijkt worden. Aan
deze zijde is het dus altijd gedekt, en zoo is zijn stelling
naast een onafhankelijk en feitelijk onzijdig Nederland en
een wettelijk onzijdig België zelfs sterker, dan wanneer het die
landen met 'geweld bij zich had ingelijfd. W. v. d. K.
11 11 V 1 11 1 S 111 C.
Over dit in den laatsten tijd zoo dikwijls gebruikte woord,
dat vroeger den meesten zeker geheel onbekend was, schreef
Mr. P. van Bemmelen in Augustus van liet vorige-jaar
(De oorlog van 1870, verschenen bij Tliieme te Nijmegen):
De ergste en gevaarlijkste Fransche kwaal is liet Cliauvinis-
mus. Het is een mengsel van bekrompenegoistiscli en
dweepziek patriotismevan nationale verwaandheid en van mi
litarisme en militaire roemzucht. Nauw samenhangende met,
den volksaard heeft bet zich sterk ontwikkeld onder Louis
XIV. Het is daarna volmaakt tijdens bet eerste keizerrijk
en tijdens het tweede keizerrijk weder hersteld. Onder dc
Bouapartistische partijgangers vindt men de ergste Chauvinis
ten maar men ontmoet ze ook in meerderen of minderen
graad van intensiteit ruimschoots onder andere partijen. Zoo
bijv., om slechts een paar voorbeelden te noemenThiers en
de Kératry.
ffDe Chauvinist gelooft aan de grootheid van Frankrijk,
en zoo hij tevens Bonapartist is, aan de grootheid van Frank
rijk onder een keizer uit het huis Bonaparte. Die grootheid
vordert dat de overige volken klein gehouden wordenen
dat ze van Frankrijk afhankelijk zijn of onder zijn invloed
staan, zoo het niet beter is ze te annexeeren. De Chauvinist
heeft weinig oog voor binnenlandsclie belangen, voor natio
nale welvaart en beschavinghij eerbiedigt noch vreemde
staten of nationaliteitennoch goed en bloed van eigen bur
gers of van vreemden, noch de financien van den Staat; hij
heeft geen scrupules tegen den oorlog; veeleer heeft hij den
oorlog liefwant daarin kan Frankrijk al zijn grootheid ten
toon spreiden en de bewondering der gebeele wereld
afdwingen. Boven liet paleis van Versailles leest men het
opschrift //a toutes les gloires de la France", en wat vindt
men van binnen Eene schilderijencollectie voornamelijk be
slaande in eeue niet eindigende reeks van voor Frankrijk
roemrijke veldslagen. Dat opschrift is eene naïve uiting van
het Chauvinisme."
In n°. 6 van den jaargang van 1871 der Deutsche Blatter,
leest men thans over den oorsprong en de afleiding van het
woord Chauvinisme het volgende
ffDe Franschen zeiven geven er een zeer heftige overspan
ning van oorlogzuchtige hartstochten mede te kennendie
zich openbaart in de begeerte naar de Duitsche llijulanden.
Omtrent den oorsprong van liet woord loopen de gevoelens
uiteen. Sommigen gaan zeer ver terug en leiden bet woord
af van Ciiarles le Chauve (Karei den Kale)omdat
de actewaarbij Lodewijk XIV den roof van MetzToul
en Verdun liet rechtvaardigen de aanspraken op het bezit
dezer steden van Karei den Kale trachtte af te leiden. On
rechtvaardig verlangen naar Duitsch grondgebied zou alzoo
toenmaals Chauvinisme zijn geweest. Duidelijker is een an
dere afleidingdie van een Luitenant-Kolonel Chauvin
spreekt, die in 1811 bij het Fransche Loire-leger stond en
in talrijke courant-artikelen tegen eiken vrede protesteerde
waarbij aan Frankrijk niet de Rijngrens werd gelaten. Na
dien tijd hebben verschillende schrijvers die een gelijksoor
tige politiek volgdenhunne artikelen met den naam Chau
vin onderteekend tot men eindelijk deze gebeele gezindheid
en richting Chauvinisme noemde.
"Een derde en tevens de waarschijnlijkste verklaring vindt
men in den Dictionnaire national van Bescherelle. Hier
wordt bepaaldelijk van zulke fabelachtige soldaten gesproken,
die Chauvin heetenen na de ontbinding van bet Loire-
leger in 1815 zich kenmerkten door voor alles wat op
Napoleon betrekking had een grenzenlooze bewondering en
kinderlijke licktgeloovigheid aan den dag te leggen. Waar
lijk populair werd echter de figuur van Chauvin eerst door
Scribe's blijspel Le soldat laboureur, welks komische held
Chauvin met deze onschuldige dweeperij is behept. Geestige
houtsneeën van Charlet maakten de figuur nog meer alge
meen bekend. Een beteekenis van hooge politiek heeft ech
ter het woord «Chauvinisme" eerst in den laatsten tijd ge
kregen."
Bij Kon. besluit van den 23 is aan de protestantsclie en
israëlietisebe kerkgenootschappen de bevoegdheid verleend om
zich als rechtspersonen te doen erkennen.
De lieer De/ré beeft den 23 in de Kamer verlangd dat
de minister van justitie de heftige aanvallen tegen den Ko
ning van Italië in de vasten-mandementen der bisschoppen,
op grond der wet van 1852 vervolgen zou. De rechterzijde
vergunde hem de ontwikkeling van zijn voorstel nieten
stelde voor om onmiddelijk overtegaan tot de orde van den
dagwaartoe met 4S tegen 30 st. besloten werd.
Het bijeenkomen van den Rijksdag is bij Keiz. besluit van
den 9 tot den 16 en vervolgens tot den 20 Maart uitgesteld.
Oostenrijk. Het den 21 bij den Rijksraad ingediende
budjet voor 1871 wijst een overschot aan van 21,888,221 gul
den. Daar Oostenrijk evenwel 73 miljoen moet bijdragen ter
bestrijding der gemeenschappelijke aangelegenhedenbestaat
er inderdaad een tekort van omstreeks 52 miljoen, waarin
door buitengewone middelen moet worden voorzien.
In het, Huis der Afgevaardigden is den 24, na eene vrij
lievige discussiehet voorstel der commissie aangenomen, om
bet heffen der belastingen gedurende de maand Maart toete-
staan. De president-minister bepleitte te vergeefs eene be
williging voor 2 maanden.
Hef Heerenhuis heeft den 23 zijne zittingen hervat. De
nieuwe voorzitter, de heer v. Schmerling, hield eene redevoe
ring waarin hij deed uitkomen, dat bet Huis reeds vroeger
verklaard hadnooit te zullen instemmen nWt wijzigingen
der constitutie, tot uitbreiding van de autonomie der Landen.
Hij vermaande de leden daar bij te blijven en sprak den
wensch uitdat bet eene andere richting toegedane bewind
dezelfde stelling in baar programma zou opnemen.
Niet slechts door de maarschalken Pezuela en Paria de
generaals Calonge Contreras en Nouvilas en andere hoofdoffi
cieren der isabellistische en progressistische richtingmaar
ook door den kapitein-generaal hertog v. Montpensier is den
eed van trouw aan den Koning geweigerd. Wijl hij de
constitutie bezworen had en zich derhalve aan alles onder
wierp wat de Cortes mocht besluiten achtte hij dezen eed
overbodig en verklaarde bij zich bereid omindien het gou
vernement met deze verklaring geen genoegen namzijne
betrekking neder te leggen. Het bewind heeft den hertog
en de overige officieren daarop doen aanzeggendat zij naar
het eiland Minorca zouden overgebracht worden.
Den 24 heeft in eene particuliere patronenfabriek te Rijs-
sel op nieuw eene ontploffing plaats gehadwaardoor 6 per
sonen gewond zijn. 1
Den 23 hebben te Parijs talrijke deputation der nationals
gardevan republikeinscbe clubs en van onderscheidene ver-
eenigingen over het plein der Bastielje gedefileerdter her
denking van den verjaardag der omwenteiing van 1848.
De hertog de Noailles heeft den gezantschapspost te Pe
tersburg van de hand gewezenomdat zijne echtgenoot eene
poolsche is.
Den 21 is in het Lagerhuis (ook in. het Huis der Lords)
de overlegging' gevraagd der briefwisseling, tusschen de heeren
GladstoneDease en Kimaird over den Paus gevoerd. Deze
eisch werd met 153 tegen 90 st. verworpennadat de heer
Gladstone de overlegging van particuliere brieven afgekeurd,
maar die der diplomatieke correspondentie toegezegd had
waaruit zou blijken dat de regeeriugofschoon de geeste
lijke functiën van den Paus niet erkennende, van meening
was dat zij zich het recht van den Paus, als zijnde het hoofd
der godsdienst van miljoenen britsche onderdanen, om die
functiën vrijelijk en onafhankelijk uitteoefencn, behoorddnan-
tetrekken.