No. 11. Drieënzeven tigs te Jaar gang 1871. ZONDAG 12 MAART. #fficiccl (öcbccltc. Verklaring of rechtvaardiging? £2Hcriclijk9chc ijccichtcu- Kronijk van den Oorlog. Frankrijk. 11, k u i A k s n I. BAKT Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,GS, franco per post t 0,8 0, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in bet eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Aan de Openbare Burgerschool te Alkmaar wordtop eene jaarwedde van 550,gevraagd: een HULPONDERWIJZER met acte van toelating voor het onderwijs in de Eransche taal. Bevoegdheid tot het ge ven van onderwijs in het teekenen zal eene aanbeveling zijn. Sollicitatiestukken franco aau het gemeentebestuur van Alkmaar, vóór 25 Maart 1871. De admissiën voor de gedelegeerden 2" kl. van de 27 5e, 276e en 277' staatsloterijen, zijn ter gemeente-secretarie al hier verkrijgbaar, tegen 15 cents voor elke admissie. KENNISGEVING. Het HOOED van het Plaatselijke Bestuur te ALKMAAR brengtop grond van art,. 1 der wet van 2 i Mei 18 tö (Staats blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge meente dat het kohier van het patentregt, over het derde kwartaal der dienst 1870 71 benevens het suppletoir zes- maandsch kohier voor de belasting op het Personeel, n°. 0, over genoemd dienstjaar, het eerste op 7 Maart j.l., het tweede op den 24. Februarij 1871 door den Heer Provinci alen Inspecteur der directe belastingen in Noordhollaud exe cutoir verklaard op heden aan den Heer Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering zijn overgegeven. Ieder ingezetendie daarbij belang beeftwordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voortvloeijente voorkomen. Alkmaarliet Hoofd ran het Bestuur voorn., den 10 Maart 1871. A. MACLAINE PONT. POLITIE. Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voorhanden het navolgende gevondeneals: een kinderhoedje; een damesschoot van een japoneen zakdoekeen platte hoa. De Nieuwe Noord-Hollander van 5 Maart 1.1. bevat een artikel naar aanleiding van de beschouwingen in de Alkmaar- sche Courant van 26 Februari over de vraagIs de toestand vau Nederland thans gevaarlijker dan vroeger? De schrijver begint met de uitdrukkelijke verklaring, dat hij het opstel in de Alkm. Cl. aandachtig heeft gelezen. Toch waag ik het die verklaring te betwijfelenwant als de schrijver inderdaad aandachtig had gelezen, zou hij zijn lezers niet zulk een verkeerde voorstelling hebben gegeveu van hetgeen ik geschreven hebtenzij hij gelooft dat ik niet ernstig meen wat ik zeg, dat ik geheime oogmerken heb waarvoor ik niet openlijk durf uitkomenen opzettelijk mijn lezers tracht te misleiden. Als de schrijver dit mocht ge- loovengelieve hij het eenvoudig te zeggen; met iemand die mjjn oprechtheid betwijfelt, spreek ik liever niet. Waar toe zou het dienen Misschien om anderendie ook moch ten gaan twijfelenvan mijn goede trouw te overtuigen Toch niet. Zoo iets behoort een fatsoenlijk man beneden zich te achten. Kortelijk wil ik aantoonen wat ik bedoel k o r t e 1 ij k. Ik heb geen lust mijn artikel nog eens te laten afdrukken voor de lezers van de Alkm. Ct. zou een dergelijke opwar ming en nieuwe toediening van hetzelfde gerecht ook minder eetlustopwekkend zijn. Die er belang in stelt zich een eigen oordeel over de zaak te vormengetrooste zich de moeite het artikel nog eens te lezen eu vrage zich daarna afof de strekking daarvan inderdaad is zooals de N. N. tl. haar voorstelt. Slechts op een paar punten moet ik de aandacht vestigen. Na de aanhaling van een gedeelte van mijn betoog, gaat de N N. H. aldus voort: «Wij vestigen de aandacht op de woorden, welke wij in «bovengaande zinsneden cursyf hebben gedrukt. Gaat deze «redeneering opdan is het genoegdat er eene volksover tuiging zijom eene zaak te wettigenonverschillig of die «overtuiging op waarheid of dwaling gegrond zij. Wij zouden «gaarne een lid van eenen rechtbank willen vragenof hij «iemand zou vrijsprekendie b.v. gestolen hadwanneer de «delinquent in de overtuiging verkeerdedat hij gelijk had «met te stelenof die rechter den delinquent zou vrijspreken, «omdat die overtuiging ongelukkig op dwaling en zelfbedrog «gegrond was. De Pruisen mogen dus dorpen plat branden, «de fransche weerbaarheids-mannen (dit toch zijn de franc- ilireurs) bij honderden in koele bloede doodschietendoor «krijgsbelastingen geheele steden tot den bedelstaf brengen «en in vijandelijk land handelen als of zij Hunnen en Wan- «dalen waren geen Christenen En waarom omdat de volks- uovertuiging bij hen voor waarheid geldt Deze woorden bevatten een mijns inziens onverklaarbare miskenning van den duidelijken zin der gebezigde woorden, van de niet minder duidelijke strekking van mijn geheele be toog. Er is door mij zelfs geen poging gedaan om de handelin gen der Pruisen te wettige n. Daar was geen sprake van. Het betoog was een verklaring van de handelwijze der Duit- scherser werd in aangetoonddat hunne daden niets b e- vreemdends hadden, dat zij integendeel zich zeer ge makkelijk lieten v e r k 1 a r e n uit de bekende volksovertuiging. En nu zal het toch wel waar zijn dat wanneer men een verklaring zoekt van de gebeurtenissen in de geschiedenis der volkenmen alleen vraagt, hoe de zaken z ij nen niet hoe ze behoorden te zijn. Dit is te eenvoudig om er nog een woord meer over te zeggen. Geen beoefenaar der geschiedenisgeen mensch met gewoon gezond verstand be deeld zal er aan twijfelen. Als men vraagt, hoe het te verklaren is, dat de Eranschen in 1818 hun Koning Lode- wijk Philips verjoegenzal men bij voorbeeld antwoorden: omdat het Koningschap der Orleans en meer en meer in minachting was gekomen en gehaat was geworden, vooral in Parijs, dat in den regel over het lot van Frankrijk beschikt. Ziedaar een verklaring van een gebeurtenis; maar wie zal er nu aan denkenzulk een verklaring een recht vaardiging te noemen Daarmee is immers niet be weerd dat de Eranschen verstandig handelden met hun Koning weg te jagen, dat zij zich jegens dien Koning bil lijk en rechtvaardig hebben gedragendat zijn re- geering verdiende gehaat en geminacht te worden, en dat het goed is dat Parijs gewoonlijk over het lot van geheel Frankrijk beslist. Wat nu t.e zeggen van een courant, die zulk een groot verschil niet m het oog houdtmaar eenvoudig een v e r- klaring van feiten voor een rechtvaardiging aanziet De N. N. H. vertelt, dat de schrijver de Pruisen wil ver dedigen zelfs iu hetgeen onverdedigbaar is. Sedert hoe lang lezen de heeren van de A. A. H de politieke overzichten in de Alkm. Ct.? Zij zullen daarin nooit een enkele uit drukking tot goedkeuring van de aanhechting van den Bl- zas en Lotharingen gevonden hebben. Integendeel, dat feit is afgekeurd en betreurd als in strijd met den wil der bevol king van die gewestenals een groote politieke foutwaar door de verzoening tusschen Frankrijk en Duitschland zoo niet onmogelijkdan toch zeer bemoeilijkt wordtals de bron van voortdurende verbittering en nieuwe oorlogenals een plaag en lastpost voor Duitschlandals een reden om het militaire stelsel in Duitschland te blijven handhaven. In verschillende artikelen is dit uiteengezet. Maar wat is dan toch in het laatste artikel bedoeld? Was dat geen verdedi ging van de Pruisen Neendie dat beweertheeft het niet gelezen, is niet in staat een betoog behoorlijk te volgen, of wil er een anderen zin aan hechten dan er ontwijfelbaar zeker aan gehecht moet worden. Nu is verkeerde opvatting van het bedoelde artikel schier onmogelijkomdat de bedoeling zoo duidelijk is aangegeven en zelfs tegen misverstand is gewaarschuwd. De Alkm. Ct. heeft zich verzet tegen overdrijvingtegen de kreten van verontwaardiging die sommigen gelieven aan te heffenals waren de gebeurtenissen der laatste maanden een reeks van gruwelen en ongerechtigheden zonder voorbeeld. Dit werd met even zoo vele woorden gezegd. De Alkm. Ct. vorderde dat men de daden der Duitschers zou meten met de g e- wone, de gebruikelijke maat. «Het schijnt," zeide zij onder andereu «dat sommigen tegenwoordig de «Pruisen tot den zondenbok onder de volken van Europa «willen maken.... En nu zal de Alkmaarsehe Courant partij kie- «zen voor de Pruisen Och neenmaar zich verzetten tegen het zondenbok-stelsel." Is dit duidelijk of niet Maar de N. N. H. zegt, van dit alles niets aan zijn lezers. Hij spreekt geen woord van die duidelijk aangekondigde bestrijding van dit zondenbok-systeem en geeft daardoor aan alle woor den een andere strekking. Hij begint zelf met de volgende woorden van de Alkm. Ct. aan te halen: «De Pruisen nu «zullen zoo ongeveer menschen van gelijke beweging zijn als «wijniet volmaaktvatbaar voor driftovertuigd dat zij «op een schandelijke wijze door de Eranschen zijn aange- «vallen, door een ontzaglijken strijd geprikkeld, door eigen «verliezen verbitterd, door ongehoorden voorspoed overmoe- «dig geworden. Ziedaar het gewone, zeer verklaarbare «z i e k t e - p r o c e s." En toch vertelt de A. N. H. dat de Alkm. Ct. de daden van de Pruisen zonder bedenking goedkeurt. Wonderlijk is het, dat juist de verdedigers van den oor log immers zij die zich niet scharen onder de bepaalde te genstanders zich het meest verontwaardigen over de gru welen van den oorlog. Neenniet de Pruisen zijn zoo bui tengewoon slecht en wreed en ruw en onmenschelijk, maar de oorlog is een slecht, wreed, ruw en onmenschelijk werk. Wat gij ziet, bewijst niets tegen de Pruisen, althans niets waardoor zij zouden toonen beneden het gewone peil van beschaving en menschehjkheid te staan. De Franschen zouden onder gelijke omstandigheden stellig zich aan grooter w^^pden en gemeenheden schuldig maken. Wij Nederlanders zouden niet beter handelen. De bezetting van een gedeelte van Parijs door de Duitschers is, door de wijze waarop zij zich daar gedragen hebben een onomstooteljjk bewijs van hunne meer dan gewone ze'fbeheerschingzachtmoedigheid en be scheidenheid, die zelfs door het bezadigde gedeelte van het Fransche volk erkend worden. Waar is het volk. dat het recht heeft de Pruisen te beschimpen en te verguizen? Men stelle zich een oogenblik de Eranschen voor als overwinnaars voor Berlijn de Eranschen die reeds bij het uitbreken van den oorlog te Parijs langs de boulevards schreeuwden en bruldennaar Berlijn Zij zouden de bevolking van de Prui sische hoofdstad hebben ontzien, hun gevoel hebben gespaard, den zegevierenden intocht hebben achterwege gelaten De gruwelen die gij ziet, zijn de onvormijdelijke gevolgen van den oorlogde afscheuring en aanhechting van landen en bevolkingen zijn de natuurlijke nasleep van den krijg. Of wat is de oorlog anders dan de toepassing van het beginsel «macht gaat boven recht," dan de beslissing der geschillen door «bloed en ijzer" in plats van door de uitspraak van recht en billijkheid? Wat baat het, dat de volken van Europa elkander uitschelden en met verwijten overladen? 't Is de geschiedenis van «de pot en de ketel", dikwijls zelfs van «de splinter eu de baik". Niemand is gerechtigd den eersten steen te werpen op zijn broeder, maar laat allen te zamen te velde te trekken tegen het gemeenschappelijk kwaad, tegen den oorlog zeivende vruchtbare bron van alle ongerech tigheden. Onrecht is het en laster, de Duitsohers voor te stellen als Hunnen en Wandalen. Zij gebruiken dezelfde middelen waarmee men hen aanvaltdc middelen in het Europeesche volkenrecht erkendde middelen van het zoogenaamde oor logsrecht. Is er ongehoorder samenkoppeling van volkomen onvereenigbare begrippen denkbaar dan in de uitdrukking oorlogsrecht? Oorlog, de beslissing van het geweld en recht, de beslissing overeenkomstig de uitspraak dei- rechtvaardigheid Wat men het Europeesche volkenrecht noemtis een ellendig samenstel van allerleidikwijls te genstrijdige stelselswaarvan vele geheel onvereenigbaar zijn met alle begrip van recht. Scheldt niet op de Pruisen, die volgens dat volkenrecht handelen, maar valt dat zoogenaamde volkenrecht zelf aan. Scheldt niet op de Pruisen die het oorlogsrecht gebruikenmaar stelt dat zoogenaamde oor logsrecht aan de kaak valt den oorlog zeiven aan. Nog merkwaardiger, is hetdat de N. N. H. de Alkm. Ct. verwijst naar het volkenrechtzooals dat tegenwoor dig door dc Europeesche staten wordt begrepen. Alsof de Alkm. Ct. den maatstaf van het bestaande volkenrecht goed keurde Maar zoo blijkt duidelijk dat de N. A. H. van het geheele artikel niets heeft begrepen. De Alkm. Ct. beweert j uist, dat de algemeene, de gebruikelijke, de ge- ijkte maat niet deugt, dat men moet trachten die maat te verbeteren maar dat men verplicht is zoo lang dit nog niet is geschiedde geijkte maat te gebruiken. Zoo is de vrije keuze des volks omtrent zijn regeering en staatsinrichting volgens dc Alkm. Ct. een beginsel dat rust op een grondslag van onmiskenbaar recht en onvervreemdbare vrijheid, waardig als regel opgenomen te worden in het Europeesche volken recht maar tot nog toe is het daarin nog in 't geheel niet erkend. Daarom heeft geen volk nog het recht, er zich tegen een ander volk op te beroepenvooral niet zij die het volstrekt niet willen erkennen. Het verzet van de Alkm. Ct. betrof juist de geestverwanten van de A. N. H„ die, vermakelijk genoeger niets van gevoeld blijkt te hebben. Juist gij, N.N.H.. die de vrije keuze der bevolking in den regel niet wilt erkennengij hebt geen recht wraak te roepen over de inlijving van den noord-oostehjken hoek van Frankrijk bij het Duitsche Rijk tegen den wil' der bevolking, juist gij hebt geen recht u te verontwaardigen. Het is weer geheel dezelfde geschiedenis als met den dood van Maximliaan van Oostenrijk in Mexico. Toen de ellendige avonturierdie zoo lang', tot oneindig grooter schande van Frankrijk dan de vernederende vredesvoorwaarden van Ver sailles, te Parijs op den troon heeft gezeteneen leger naar Mexico zond en daar het wederspannige volk in bloed zocht ten onder te brengen, toen de Oostenrijksehe Aartshertog Maxiliaan de onverklaarbare dwaasheid, neen meer, de on verantwoordelijke misdaad beging, als beschermeling van Na poleon zich een troon te gaan stichten op de puinhoopen des lands, en de zich verzettendeJMexicanen, ook de gere gelde troepenliet nederschietenzooals de Pruisen vol gens het hoog geroemde Europeesche volkenrecht en oorlogs recht hebben gedaan met de ongeregelde Fransche benden scheen alles naar weusch te gaan. Maar toen Maxi liaan zelf gevangen genomen en op zijne beurt dood geschoten werd, brak plotseling de heilige verontwaardiging losen ging er een wraakgeschreeuw ten hemel. De Alkm. Ct. nam de vrijheid op te merken, dat de heeren geen recht hadden zoo verontwaardigd te zijnnadat zij zooveel gruwe len en ongerechtigheden jegens de Mexicanen in kalme rust hadden aangezienen dat het wraakgeroep over den dood van een enkel mensch al was het zelfs een Oostenrijksehe Aartshertog, na het koelbloedig aanschouwen van de stroomen bloeds die reeds gevloeid haddendeed denken aan het uit zijgen van de mug en het doorzwelgen van den kemel. Nauwelijks was dit. gezegd of er ging oen nieuw wraakge schreeuw opheviger dan het eerste. O Gruwelriep men uit, hoort toch, hoort toch gij allen, hij verdedigt den moord van Maximiliaan. Nu wordt er wraak geroepen over de barbaarschhcid van de Duitschersen de verontwaardiging staat weer te bloeien. De Alkm. Ct. neemt de Vrijheid te zeggen ja, dat is vreeselijk mijne heeren, dat zijn gruwelen, niet waar dat is harddat is onmenschelijkeen geheele landstreek zoo maar in weerwil van de gezindheid der be volking bij een anderen staat in te lijvenmaar weet gij weldat dit de gewone manier van handelen is bij het oorlogvoerende gewone middelen om na de overwinning een gevaarlijken vijand zoo mogelijk onschadelijk te maken Verontwaardigt u liever niet over de Duitschers; zij passen het heerlijk oorlogsrecht toehet bestaande vol kenrecht waarin gij geen plaats wilt gunnen voor het re volutionaire beginsel om de stem der hevolking zelve te hooren. Dit is nu het volkenrecht uit den goeden ouden tijdwaarin het volk zelf geen stem had, maar landen en bevolkingen bij verrekeningen tusschen de vorsten als pasmunt van de eene hand in de andere overgingen. En wederom roept men uito Gruwel, hij verdedigt de Pruisen, hij keurt het goed dat zij de Fransche dorpen platbranden en de E'ransche weerbaarheidsmannen doodschietenhij ver loochent het beginsel van de vrije keuze des volksdat hij in andere gevallen predikt. De vraag omtrent het recht der bevolking om zijn eigen regeering te kiezen en zich aan te sluiten bij, of af te scheiden van den een of anderen staatis gewichtig genoeg om bij een volgende gelegenheid nog eens opzettelijk behandeld te worden. Reeds aanstonds echter springt het in 't oog, dat de beslissing van een volk of staat in zijn geheel iets anders is dan de afscheiding of aanhechting van een gedeelte van het volk of het grondgebied van den staat. W. v. d. K. De bisschop van Angers, msgr. Freppel, beeft den 12 Febr. een brief aan Keizer Wilhelm gericht, waarin hij, als geboren elzasser en als fransche bisschop, hem van het voornemen tot het behouden van den Elzas tracht aftebrengen. De gemeenteraad van Lyon heeftmet bet oog op het ontnemen van het woord aan Garibaldi door de Nat. Ver gadering, den 16 verklaard dat hij, lyonsch burger, zich zeer verdienstelijk jegens het vaderland beeft gemaakt en dat de stad Lyon zich gelukkig gevoelt, hem daarvoor harealtoos- durende erkentelijkheid te betuigen. De raad heeft mede hulde gebracht aan den gesneuvelden genl. Bosack-Hauké den genl. Frappoli en aan alle vreemde dapperendie voor de fransche republiek gestreden hebben. De raad met 13 tegen 11 st. besloten hebbende, de dis cussie over het vervangen der roode vlag door de driekleurige niet voorttezettenheeft de heer Gailletonde rapporteur in deze zaak zijn ontslag als raadslid genomen. De prefect der Neder-Pyreneeën, vroeger te S. Quentin, Ana- tole de Laforge, heeft zijn ontslag gevraagd na het nederleggen van bet gezag door het Voorl. Bewind zijne taak, bestaande in het helpen weren der vreemde invasieals geëindigd beschouwende. Den 26 Febr. was bij de parlementaire commissie te Bor deaux reeds bekenddat de kosten van den oorlog meer dan 3 miljarden bedragen hebben. Graat Bismarck beeft den 26 Febr. bevel gegeven om de verdere inning van alle uitgeschreven en nog niet ten volle betaalde oorlogseontributiën onmiddelijk te staken. Sedert het begin des jaars was een bedrag van 18 miljoen fr. ge heven en daarvan in specie niet meer dan 7 miljoen betaald. In den Elzas wordt bet reeds betaalde der contributie van 25 fr. per hoofd teruggegeven. Men houdt het bevei tot heffing daarvan voor een antwoord uit bet duitsche hoofd kwartier op bet hevige protest van den elzasser Keiler te Bordeaux. Bij besluit van 27 Febr. heeft de regeering alle gemobili seerde gensdarmes gelastnaar hunne gewone verblijfplaatsen terug te keeren. Het 23= fransche legercorps is ontbonden. De fransche troepenuitgezonderd het garnizoen van Pa rijs trekken zich achter de Loire terug totdat de vrede defi nitief gesloten is. De regeering heeft besloten, de gemobiliseerde nat. garden naar hunne haardsteden terugtezenden. Te Havre zijn den 3 reeds 5 bataljons gemobiliseerde nat. garden ontbonden. De rondom die stad opgeworpen ver dedigingsmiddelen zullen onmiddelijk geslecht worden. De beer Crémieux beeft, in een brief aan den heer Grévy de franschen aangespoord om hunne beurzen te openen en de 5 miljards aan de regeering voorteschieten, ten einde van de pruissen bevrijd te worden. Door aflossing van 100 miljoen 's jaars, zou het voorschot in 50 jaren terug gegeven kunnen worden. Hij zelf beeft voor 100000 fr. ingeschreven. Alle couranten verklarendat klankrijk aan zijne reorga nisatie zal arbeiden met het eenige doel om wraak te nemen. Sommige dagbladen komen met een rouwrand in bet licht. De pruisische administratiegeene locomotieven genoeg hebbende voor het vervoer barer gekwetstenheeft er 20 ter leen gevraagd aan de fransche Ooster-Maatschappij. Het verzoek werd ingewilligdmaar de administratie bad de grootste moeite om tegen zeer hooge loonen de noodige ma chinisten en stokers te vinden. De directeuren van al de fransche spoorweg-maatschappijen hebben zich naar Versailles begevenom zich met de duit sche onderbandelaars te verstaan over bet zoo spoedig mogelijk vervoer der vreemde troepen. Den 1 Maartden dag van de aanneming der vredes- preliminairen door de Vergadering te Bordeaux en van de verlenging van den wapenstilstandis een detachement duit sche landweertroepen, dat eene reeds vóór bet sluiten van den wapenstilstand te Montmirail geïnde contributie van 200000 fr. van Epernay naar Reims moest overbrengen overvallen door eene bende franc-tireursdie 1 officier en 2 man gedood, verscheidene anderen gekwetst en ruim 100000 fr. vermeesterd hebben. Zij zijn onmiddelijk vervolgd door eene compagnie van liet garnizoen van Epernaymaar niet opgespoord. De lieer Kusz maire van Straatsburg en Afgevaardigde uit bet dep', van den Beneden-Rijnis te Bordeaux over leden. Zijn einde was verbaast door de tijding van het af staan van den Elzas. Den 3 is zijn lijk naar den spoortrein overgebracht, gevolgd door een bataljon nationale garden met omtloersde trommendoor verscheidene ministersvele Afgevaardigden en eene talrijke volksmenigte. Er werden verschillende redevoeringen uitgeprokeno.a. door den heer Gambetta, die in welsprekende woorden hulde bracht aan de door Straatsburg betoonde dapperheid en op de hereeniging van den Elzas met Frankrijk aandrong, en door den maire van Bordeauxdie namens de stad de eer vroeg om de kosten der begrafenis te dragen. Eene deputatie van industriëelen en kooplieden uit den Elzas beeft zieb naar Berlijn, Versailles en Bordeaux bege ven om werkzaam te zijn in bet belang der fabrikanten die bunnen afzet schier uitsluitend in klankrijk vonden en daarin voortaan door een boog fransck tarief belemmerd zul len worden. Graaf Bismarck heeft de deputatie te kennen gegevendat zij zichter verkrijging eener bevoorrechte markt in Frankrijkniet tot hemmaar tot den nieuwen franschen minister van financiën Pouyer- Quertier moet wenden. De genl. Trochu is op zijn besluit, om geen mandaat als Afgevaardigde aantenementeruggekomen en beeft dat voor liet dep', van Morbihan, waarin bij geboren is, aanvaard. Volgens door bet ministerie van binn. zaken uitgevaar digd bevel, is bet verzenden van particuliere telegrammen in geheel Frankrijk voorloopig geschorst. Bijna al de hoofdofficieren van bet leger van Garibaldi, en daaronder zijne beide zonen en zijn behuwdzoon Canzio, hebben hun ontslag bij den chef van den garibaldiaanschen staf, den genl. Bordone, ingezonden. Verscheidene franschen hebben hun ontslag als leden of correspondenten van duitsche maatschappijen ingediend. O.a. heeft bet lid van het Instituut Jaubert zijn ontslag ingezon den als lid der Academie van Natuuronderzoekers te Dresden. Le Constitutionnel en le Pays hebben hunne bordeauxsche uitgaaf gestaakt en verschijnen sedert den 10 weder alleen te Parijs. Het personeel van het dep', van buit. zaken is den 10 naar Parijs teruggekeerd. De Afgevaardigden uit den Elzas Keiler, Grosjean, Tachard, Saglio en Sehneegans hebben de candidatuur voor de Nat. Vergadering in andere departementen van Frankrijk aangenomen. De genl. Barry is benoemd tot bevelhebber van bet 16' armeecorps te Laval. Te Toulon is een aanvang gemaakt met liet invoeren van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1871 | | pagina 1