No. 22.
Drieënzeventigste Jaargang
1871.
ZONDAG
28 M E I.
i>
ill.
<5>ffictcc5 C^cbccltc
l)e aanstaande verkiezingen voor
de Tweede Kamer.
Politiek (Ducvsicltt.
ëü-tcfcclijkschc Berichten.
Frankrijk.
1 I. k 11 1 t K St; il K 0 I K A I
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,65, franco per post t O,SO,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers IIKliMV COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
De COMMISSARIS df.s KONINGS in de provincie
NOORDHOLL A.ND
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de scheepvaart
door de brug No. 09 over de vaart in de Zijpe. oumiddelijk
benoorden den Schagerweg, van af '20 Mei tot en met 10
Junij eerstkomende, tengevolge van aan die brug uit te voeren
werkengestremd zal zijn.
Gedurende dien tijd zullen de vaartuigen hun weg door
de Zijpe kunnen nemen door de brug No. 71. over de Keins-
mervaart, in het oostelijk jaagpad van liet Noordhollandsch
Kanaal nabij de vlotbrug aan bet, Zand.
Haarlem De Commissaris des Konings voornoemd
22 Mei 1871.RÖELL.
Ter algemeeue kennis wordt gebragt, dat er gelegenheid
bestaat tot het nemen van BADEN in het gasthuiste be
spreken bij J. Pranger, aldaar woonachtig.
De prijzen der baden zijn geregeld volgens onderstaand
tarief: Yoor een warm bad, op 00 cents liet, bad.
s koud 40 h
Douche n 60
Stortbad 40
Tegen dadelijke betaling.
Bij abonnement.
Yoor tien warme baden op50 cents het bad.
twintig of meer warme baden 45
tien of meer koude baden op 30
Dagelijks behalve des Zondags.
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijke Bestuur te ALKMAAR
brengt, op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats
blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge
meente dat bet, driemaandsch kohier voor de belasting op
het Personeel, dienst 1870.71 n°. 7, op den 13 Mei 1871,
door den Heer Provincialen Inspecteur der directe belastin
gen in Noordliolland executoir verklaard, op heden aan den
Heer Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze
gemeente ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezetendie daarbij belang heeft, wordt vermaand
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven,
ten einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid
zouden voortvloeijente voorkomen.
Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn.,
den 26 Mei 1871. J. G. A. VERHOEFF, 1". Burg.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, den 31 Mei 1871, des middags
ten 12 uur. Namens den Voorzitter van den Raad,
NUHOUT van der VEEN.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de tweede helft der maand April.
G. L. vaN RIJSEWIJCKP. J. FELTKAMP, J H.
KRUIJFF, Amsterdam; Mej. KOSTER, Arnhem; G. BER
GEN, Bergen; J. van der BEEK (Brief-kaart), Delfshaven;
P. KLEIN, Edam; HOMPE de VOOGT, 's Gravenhage;
A. KLAVER. Haarlemmermeer; Wed. J. de WIT, Haring
huizen J. VERHEIJ den Hitsert, C. SCHAGER, Lage-
dijk J. SMITPetten J. BOUMEESTERRotterdam
D. J. KEIL, Behagen; P. KRIJN, Sehermerhorn; J. PELS,
Zwaag.
Van de hulpkantoren
BurgervlothrugPERRON Co., Amsterdam.
Schoorldam Mej. B. HUISMAN, Z. Sluis.
Gedurende de maand Maart verzonden geweest naar
Noord-Amerika (van het hulpkantoor de Rijp) J. GER-
MESLouisiana.
Duitschland: C. HUECK Werther aRuhr.
POLITIE.
Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie
voorhanden het navolgende gevondene, als: een ijzeren band;
een paar kousen (in een zakje); twee sleutels; een brillenhuisje;
een stuk borduurwerk.
De tweede Dinsdag in de maand Juni is door de wet
aangewezen als de dagwaarop de verkiezing plaats heeft van
de helft der leden van de Tweede Kamer, die om de twee
jaren aftreedt. Op den tweeden Dinsdag van dit jaar zullen
de Nederlandsche kiezers tot dit belangrijk werk overgaan.
Zij zullen beslissen over de samenstelling van de invloedrijk
ste, de machtigste der beide Kamers onzer Staten-Generaal,
en daardoor bepalen, in welke richting gedurende de twee
volgende jaren geregeerd zal worden. Begrijpen de kiezers
het gewicht der zaak, de groote verantwoordelijkheid die op
hen rust
Herhaaldelijk wordt er geklaagd over de betrekkelijk geringe
vruchten van de werkzaamheden der Kamers, over de vele
onderwerpen die niet geregeld de belangrijke zaken die niet
afgedaan worden, over eindelooze redevoeringen, telkens her
haald met een ijver en uitvoerigheidalsof de zaak die het
betreft voor het eerst eens grondig en nauwgezet werd be
handeld. Die klachten zijn zeker niet ongegrond; maar aan
wie de schuld Ligt die niet voor een zeer groot gedeelte
bij de kiezers Is het kwaad niet te wijten aan hun geringe
belangstellingaan de omstandigheid dat zij zich te weinig
rekenschap geven van hunne keuze Daarbij toch wordt
dikwijls op allerlei zaken gelet behalve op de hoofdzaak. Kan
er goed en vlug werk verwacht worden, als er zoo omstreeks
een gelijk getal leden van tegenovergestelde richting naar de
Tweede Kamer wordt gezonden Kan de Kamer met haren
arbeid vorderen als de kiezers personen tot hare leden be
noemen wier eenig doel ishet regeeren onmogelijk te ma
ken en liet Ministerie omver te werpen
Thans is een Ministerie met de leiding der zaken belast
dat over het algemeen veel vertrouwen geniet, en door de
meerderheid in de Kamer wordt gesteund. Het is dus te
verwachten, dat onder dit Ministerie veel tot stand gebracht,
veel beslistveel gedaan zal worden. Zelfs politieke tegen
standers kunnen dit niet ontkennen. Wij lie1 ben het dezer
dagen bij de behandeling der staatsbegrooting gehoord. Zoo
bracht de heer van Wassenaar Catwijck ondubbelzinnige
hulde aan de groote kunde van den voorzittenden Minister, den
heer Thorbecice. De heer Bichon van IJsselmonde be
gon zijn rede op 21 April 1.1. met deze woorden: «Mijnheer
de Voorzitter, ofschoon niet behoorende tot de politieke
vrienden der oude kennissen waarvan de Minister van Bin-
nenlandsche Zaken onlangs gewaagd heeftmeen ik mij
EVENWEL TE MOGEN RANGSCHIKKEN ONDER DEGENEN, DIE
DE OPTREDING VAN DIT KABINET MET ZIJN EMINENT HOOFD
den Minister van Binnenlandsciie Zaken niet zonder
genoegen hebben gezien. Het Ministerie dat vooraf en
voorbij is gegaanen dat ik mij veroorloofd heb te noemen
een Ministerie van afbreken is vervangen door een Ka
binet zoo ik hoop, van opbouwen."
Waar zelfs tegenstanders zoo spreken, is er reden om te
gelooven,dat de ondersteuning van het tegenwoordige Ministerie
inderdaad in het welbegrepen belang des vaderlands is. Wilt gij
dat er eindelijk een einde komt aan het onophoudelijk rede
kavelen aan het tot vervelens toe opwarmen der oude ge
schillen aan het tijdrooveud tegenstribbelen en verlammend
verzetwilt gij dat er eindelijk iets gedaan wordtsteunt
dan dit MinisterieKiezersen geeft uwe stemmen aan de
mannen van wier beginselen gij kunt verwachten, dat zij het
in zijn arbeid zullen bijstaan en voorthelpen.
Gijkiezers in het hoofdkiesdistrict Alkmaar, kunt dit doen
door met glansrijke meerderheid te herkiezen uw eerlijken
en kundigen afgevaardigdeden door ons geheele land be
kenden staathuishoudkundige Mr. J. L. de Bruijn Kops.
Over den heer de Bruijn Kops spreken, hem in Nederland
bekt nd maken, is overbodig. Onder zijne redactie verschijnt
iu dit jaar 1871 de twintigste jaargang van het tijdschrift
de Economistzeker een van de meest gelezen geschriften
op dit gebied alom in Nederland bekenddoor bevoegde
beoordeelaars van verschillende richting gewaardeerdvol
komen beantwoordende aan zijn titeltijdschrift voor alle
standen tot bevordering van volkswelvaart, door verspreiding van een
voudige beginselen var, staathuishoudkunde. Zijn leven beeft hij
gewijd aan de verspreiding van heldere en gezonde denk
beelden omtrent de algemeene huishouding van den staat
omtrent vrijheid van handel en nijverheid, omtrent de natuur
lijke wetten onzer samenlevingomtrent de verhouding
tusscheu arbeid en kapitaal enz.
En zulk een man zou een oogenblik gevaar loopen uit de
Tweede Kamer te worden geweerd Dat zon een schande
zijn voor de kiezers die hem er in brachten. Want zoo al
de kiezers van zijne richting zich kwijten van hun duren
burgerplicht, is zijn herkiezing verzekerd, doch ook in dat
geval alleen.
Verspreider van heldere en gezonde denkbeelden omtrent
de huishouding van den staat, omtrent de eischen van handel
en nijverheidomtrent de onveranderlijke wetten onzer sa
menleving, omtrent de verhouding tusschen arbeid en kapi
taal, is er in dezen tijd grooter aanbeveling denkbaar
van een candidaat voor de Tweede Kamer Thans, nu er
allerlei duisterenevelachtige ongezonde begrippen op dat
gebied worden verbreid Wie boort niet spreken van de
zoogenaamde sociale kwestie, van arbeidersvereenigingen, van
het vraagstuk der arbeidsloonen? En welke drogredenen worden
daarbij gebruikt, om een onkundige menigte te misleiden, op
te bitsen en in baar verderf te doen loopenHoeveel onzin
wordt daarbij verkocht, hoeveel droombeelden worden voor
gespiegeld en seboone verwachtingen opgewektdie nooit
verwezenlijkt kunnen worden, tnaar op bittere teleurstelling
en sombere wanhoop uitloopen En aan de andere zijde zijn
velen door deze bespottelijke eischen en allergevaarlijkste
denkbeelden zoo verschrikt en ontsteld, dat zij ook zelfs voor
de meest billijke vorderingen geen ooren hebbenin hunnen
angst beide oogen toedoenen in hunne onkunde omtrent
den weg tot redding niets anders kunnen uitroepen dan
verbieden, onderdrukken en straffen. Alsof daarmede het
kwaad geweerd, en de ziekte overwonnen was Zoo waar als
Parijs thans in vlammen opgaat ten gevolge van onkunde
dwaling en opzettelijke misleiding op dit gebied, zoo noodig
is het ook dat in Nederland meer gehoord worde naar de
stem van ervaren gidsen op dit terreinzoo wenscbelijk is
liet, een wetenschappelijk, helder, populair staathuishoudkun
dige als Mr. J. L. de Bruijn Kops tot volksvertegenwoor
diger te herkiezen.
Toch beeft men den treurigen moed geïnd, juist op dezen
grond tegen den beer de Bruijn Kops te waarschuwen.
Daartoe was de Nieuwe Noord-Hollander in staat. Naar aan
leiding van een redevoering van den heer van Houten wees
dit blad in zijn nummer van 17 Mei 1.1. op de handelingen
der commune te Parijs, als bet vooruitzicht van onzen land
bouwenden stand, van onze gezeten burgerklasse, indien bet
liberalisme van van Houten indien de staathuishoudkunde van
de Bruijn Kops eenmaal in ons land zegeviert//Laten zij
dan maar toeziendat ook wij bier te lande geen commune-man
nen krijgen iaat het er op volgen, Zietkiezersdat
is schandelijke ongeoorloofde verdachtmaking. Zoo iets kan
men wel in een courant schrijvenmaar ik hen er zeker van,
dat niemand er zijn naam onder durft zetten. Terwijl er
gesproken wordt over een rede van den heer van Houten,
wordt eensklaps de heer de Bruijn Kops zonder de min
ste aanleiding, er bij gesleurd. Wat heeft de staathuishoud
kunde van den een met de redevoering van den ander te
maken? Of is misschien de staathuisho udkunde van den heer
de Bruijn Kops in Nederland minder bekend? Zij is zóó
bekenddat zij boven dergelijken laster verheven isWil
de N. N. 11. haar bestrijdenzij doe dit naar aanleiding van
de talrijke geschriften, waarin zij zich zelve voor ieder heeft
bekend gemaaktmaar niet naar aanleiding van de woorden
van een ander.
Dergelijke in het oogloopende, geheel ongegronde verdacht
making verdient slechts aan de kaak gesteld niet ernstig
wederlegd te wordenzoolang niemand er althans zijn naam
aan durft verbinden. Zij is de eenige nietdie in dit blad
jegens denzelfden persoon voorkomt. Dit artikel, toch reeds
vrij langzou te uitgebreid wordenindien er hier uitvoe
riger op werd gewezen. Bij een volgende gelegenheid alzoo.
Blijkbaar schrijven er in de N. N. H. verschillende perso
nen. Hoe echter sommigenals voorstanders van ernstige en
waardige gedachtenwisselingmet dergelijke uitvallen in dit
blad vrede kunnen hebben is onverklaarbaar.
Onkundevooroordeel of kwade trouwof wel alle drie
te zamenwijzen op de blinde leidslieden der blinden te
Parijs op ongeletterdeonkundige dwepende half waan
zinnige volksleiders, mannen zonder onderzoek, zonder studie,
die zich laten vervoeren door een schoonklinkende leus en
laten leiden door een overprikkelde verbeelding, en meenen
dan het recht te hebben om te waarschuwen tegen precies
het tegenovergesteldetegen den wetenschappelijken staat
huishoudkundige den man van nauwgezet onderzoek en
streng nadenken die zich voortdurend bezig houdt met te
waarschuwen tegen zelfmisleiding en ongegronde verwachting
Maar zal men danomdat men de noodlottige gevolgen der
kunsten van een kwakzalver heeft gezien, waarschuwen tegen
den kundigen en ervaren arts Zal men, omdat men iemand
in het water heeft zien vallen die een dwaallicht volgde
ook de zon schuwen, omda tzijooK een licht is, en in de duis
ternis gaan wandelen? Gelooft men dat dit minder gevaarlijk is
Kiezers in het district Alkmaar, juist omdat het tegen
woordig op het gebied der staathuisho udkunde wemelt van
kwakzalvers, is het advies van een kundigen arts noodig.
Omdat landen en volken gevaar loopen hun ondergang te
gemoet te gaan door de dwaallichten der onkunde, der dweep
zucht en der verhitte verbeelding of der kwaadwillige op
hitsing te volgen, is er behoefte aan het zonlicht der staat
huishoudkundige wetenschap. Waarborgt onze tweede Kamer
een ervaren gids op dit terreineen wetenschappelijk raad
gever, door Mr. J. L. de Bruijn Kops te herkiezen.
W. v. d. K.
Maar wacht ustamzoo vol verleiding
Uw takken reiken al te hoog!
En beef voor verdere verspreiding,
Hoe welig 't loof ook bloeien
moog
Want aan uw voeten trotsche ceder
Ligt de ongeziene bijl der straf!
Eén wer.k Gods wraakheraut daalt neder,
En hakt u van den wortel af!
Eén woord zal uit den Hemel donderen
Enstad der steden gij stort neêr
Met al uw grnwlenal uw wonderen
Uw ijdelheên en bloedige eer!
En de al te lang verbaasde volken
Bezingen d' ondergang der stad
Die't hoofd verbergend in de wolken
Den naam van God met voeten trad
Zoo verhief zich voor een halve eeuw de stem van da
Costa tegen de trotsche hoofdstad van FVankrijk. En is het
niet of de profetie des dichters in vervulling is overgegaan?
Daar gaan zij in vlammen op, die uitgestrekte paleizen
der Tuileriënde verblijven van Koningen en Keizers,
laatstelijk de weelderige woning van den man van den 2ira
December en Sedan. Daar verwoest het vuur het Palais
Royal, hesmet door de bachanaliön van den Regent en van Prins
Napoleon. Het prachtig gebouw waarin de Raad van
State van het tweede Keizerrijk zeteldestaat in brand.
Het Luxemburgvergaderplaats van den Napoleontiscben
Senaat, willig werktuig en medeplichtige des Keizers, vliegt
in de lucht. Het stadhuis, in welks uitgestrekte zalen
prachtiger dan die der Tuileriën zeiven, de machtige Prefect
van de Seinede bouwheer van liet nieuwe Parijszijn
feesten gaf, die aan de wonderen der Duizenden één Nacht
herinnerden, waar 7000 genoodigden opkwamen tot de offi-
ciëele balsdie Tuileriën des volksvan waar de bootden
der Commune van 1794, Robespierre, Saint-Just, Le-
bas, Couthon, naar de guillotine werden gevoerd, dat be
roemde stadhuiswaar Lodewijk Philips in 1830 zijn
kroon als Burger-Koning ontving, waar Lamartine in 1848
waarschuwde tegen den geest en de overleveringen der Com
mune, toch in 1871 weer de zetel der Commune, barst met
donderenden knal uiteen, en valt met de Commune in puin.
Helaaswelk een nieuwe beteekenis ontvangen thans de
woorden van den dichter-staatsmantoen hij tegenover de
roode vlag//die nooit een verderen tocht bad gemaakt dan
naar bet Champ de Mars, gesleurd door het bloed des volks,"
de driekleur verhief, «die zegevierend in alle deelen der we
reld had gewapperd." Toen week de roode vlag voor de
driekleur, de volkstirannie voor de vrijheid. Thans blijft
Parijs de roode vlag handhavenen gaat in bloed en vlam
men onder
En als men de namen der verbrande paleizen noemt, noemt
men de schoonste gebouwende wonderen der wereldstad.
Zij zijn niet meer. Wat is er overgebleven van die weerga-
looze schatten der kunst en der oudheiddie in de gale
rijen van het Louvre waren verzameld Die ze eenmaal
beeft gezien, gelijk de schrijver dezer overzichten juist heden
een jaar geleden, voelt zich het harte van rouw en ontzet
ting beklemd, maar de woorden besterven hem op de lippen
hij gelooft een wereldgericht te aanschouwen, en zwijgt.
Moet Parijs aldus worden neergestooten van de hooge plaats
die het zoo onwaardig heeft bekleed? Mag de Fransche
hoofdstad geen toongeefster meer zijn in Europa Moet
daarom alles vernield wordenwat haar bezoeker betooverde,
wat haar overwicht gaf en haar deed heerschen Vragen,
die zich onwillekeurig een uitweg banenmaar wie zal het
wagen haar te beantwoorden Mensch, zwijg eerbiedig stil,
en wacht het antwoord van de toekomst
De val van het tweede Eransche Keizerrijk want dit
alles is aanhangnasleep, erfenis en gevolg is ontzaglijk,
als geen ander feit in de nieuwe geschiedenis. Wij gaan
eeuwen terug om voorbeelden te zoeken, wij denken aan den
val van NiniveBabel en Jeruzalem, en berinneren ons de
woorden van den ziener der oudheid, als hij van den onder
gang zijner vaderstad spreekt
«Ach dat mijn hoofd water ware, en mijn oog een spring
ader van tranenZoo zou ik dag en nacht beweenen
de verslagenen van de dochter mijn volks. Ach dat ik in
de woestijn een schuilplaats vond! Zoo zou ik mijn volk ver
laten en van hen trekken; want zij zijn allen een trouwe-
looze hoop. Zij spannen hunne tong als hunnen boog tot
leugenzij worden geweldig in het land. doch niet tot, waar
heid want zij gaan voort van boosheid tot boosheid. Wacht
u, een iegelijk voor zijnen vriend, en vertrouwt niet op eenigen
broederwant elk broeder doet niet dan bedriegenen elk
vriend wandelt in achterklap. En zij handelen bedrieglijk,
een ieder met zijnen vriend en spreken de waarheid niet
zij leeren hunne tong leugen sprekenzij matten zich af
met verkeerdelijk te handelen.
«De dood is geklommen in onze vensteren en verschenen
in onze paleizen om de kinderkens uit te roeien uit de wij
ken en de jongelingen van de straten. Het lijk des mensehen
zal liggen als mest op het open veld als een garve achter
den maaier, die niemand opzamelt. Allen die1 langs den
weg gaan klappen in de handen over uo hoofdstad des
lands zij fluiten en schudden het hoofdzeggendeIs dit
die stad waarvan men zeide dat zij volkomen van schoon
heid waseen vreugde der gansche aarde W. v. d. K.
De minister van onderwijs heeft de rectoren der Academie
geschrevendat hij 3 hoogleeraren der Universiteit in hunne
betrekking geschorst en verscheidene andere minder voordee-
lige standplaatsen aangewezen heeftomdat zij in door hen
onderteekende dagblad-artikelen de zaak der parijsche Com
mune tegen het wettige gouvernement in bescherming ge
nomen hebben.
Te Narbonne zijn door den krijgsraad 18 der in de jongste
woelingen betrokken militairen ter dood veroordeeld allen
hebben zich in cassatie voorzien.
De maarschalk Mac Mahon heeft eene dagorder uitgevaar
digd waarin hij de vernieling der Vendöme-zuil aankondigt.
De heer Hénon is herbenoemd als maire van Lyon.
De gewezen chef van den staf van Garibaldi, de genl.
Bordone, beschuldigd van 500 ganbaldianen voor het oproer
te Marseille te hebben aangeworvenis na een 18daags
arrest op vrije voeten gesteldzijnde het geblekendat be
doelde troepen reeds vóór zijne komst partij voor den opstand
gekozen hadden.
In de landbouwende departementen is in grooten getale
een brief verspreid onderteekend door Louis Ducliene. waarin
het eenige middel om Frankrijk te redden eene volksstem
ming, en wel ten gunste van „den ongelukkigen en gelasterden
Keizer Rapoleor. Ill," wordt genoemdaangezien men on
mogelijk voor Thiers Jules Favre of Gambetta kan stemmen.
Bij bet binnenbrengenonder een sterk geleide van mili
tairen en politie-agentenvan Henri Roche/ort en zijnen
secretaris te Versaillesheeft de bevolking zich uiterst vij
andig jegens hem betoond en is een uit de volkshoop, die
„leve Rochefortriep, met moeite tegen de woede der me
nigte beveiligd.