J n
No. 28.
Drieënzeventig ste
Jaargang.
1871,
z O S)
9 JULI.
(DfficiccI (Scbccltc.
Een veroordeelde
in.
wetenschap.
SSlckclijkgche Berichten
Sprank rijk.
I k
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O, CA, franco per post t 0,8 0,
afzonderlijke nommers A Cents.
liricven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON.
llfiEw
SsMTA
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in bet eerstvolgend uommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
De COMMISSARIS des KONINGS in de provincie
NOORDHOLLAND brengt ter kennis van belanghebben
den, dat door werkzaamheden aan de dubbele draaibrug over
het Noordhollandsch kanaal, buiten het Friesche hek te Alk
maar, de gemeenschap over die brug op Woensdag 11 Juiij i
e.k. zal gestremd zijn.
De passage zal dien dag kunnen geschieden over de Scker-
meervlotbrug bij de Bierkade te Alkmaar.
Haarlem Be Commissaris des Koniugs voornoemd
7 Julij 1871. RÖELL.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de ingezetenen): I
«.dat door hen is ingetrokken hun besluit van 28 Januarij
1868. waarbij voor de bij art. 17 der wet van 14 Sept.
1866 (Staatsblad No. 138) voorgeschreven lijst, bevattende
de namen der inwonersdie in aanmerking komen voor
het verleenen van inkwartiering en onderhoud van mili
tairen en paarden tot algemeenen grondslag is aangeno
men de som der huurwaarde van de bewoonde huizen voor
de personele belasting en waarbij is bepaalddat drie
manschappen gelijk zouden staan met een officier.
b. dat alzoo evengenoemde lijst overeenkomstig het 2' lid van
bovengenoemd artikel is herzien en vastgesteld, aangeplakt
en ter inzage voor een ieder nedergelegd ter gemeente
secretarie gedurende veertien dagen, terwijl zij hen opmerk
zaam maken, dat binnen veertien dagen na dien voor de
inzage der lijst bestemden tijddaartegen schriftelijke
bezwaren bij hen kunnen worden ingediend.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
3 Julij 1871. Be Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
POLITIE.
Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voor
handen het navolgende gevondene, als: een sleutel; een boezelaar;
een 'paard- of koedelc zes stoeleneen zweep.
De beschouwing van de leer der staathuishoudkunde, van
het veld waarop zij zich beweegt en het doel dat zij zich
voorsteltheeft ons doen zien
I". dat het bespottelijk isaan deze wetenschap een mate
rialistische strekking toe te kennen en haar voor te stellen als
in strijd met, de leer der godsdienst en der kerk,
2°. dat het onwaar isdat zij zich ten doel stelt het ver
gaderen en ophoopen van schatten en het dienen van de teu-
gellooze begeerlijkheid van eigen lusten en belangen
3°. dat zij niet rust op bespiegeling, maar op e r-
v a r i n g en waarneming, en in plaats van zich los te
maken van de werkelijkheid en in de hoogte te blijven zweven,
van de werkelijkheid uitgaat en door opmerking van den
natuurlijken loop der dingen tot de door haar verkondigde
leerstelsels is gekomen
4°. dat zijin plaats van den weg te bereiden tot commu
nisme en socialisme, ons het ongegronde en onware dier
stelsels heeft doen inzienen bij voortduring het hechtste
bolwerk blijft tegen de uitbreiding van elke dwaalleer omtrent
de huishouding der maatschappijhare eischen en wetten.
Mocht deze beschouwing er toe bijdragen, de vooroordeelen,
die nog altijd tegen deze wet enschap bestaan, te doen verdwijnen
en den lust, opwekken om meer met haar bekend te worden,
't Is ons aller belang waarmee zij zich bezig houdt. Zij onder
zoekt de gronden waarop de algemeene welvaart rust.
Dat men zich toch niet late afschrikken door die zoogenaamde
hoogte der bespiegelingen. De tegenwoordige
wetenschap heeft daar een afschuw van. Vroeger was dat
anders. Toen was het niet zeldzaam, dat men geen acht sloeg
op de werkelijkheid, dat men stelsels bouwde en theoriën
maakte, waarbij men zich menschen en zaken voorstelde gelijk
zij riet zijn. Toen kon men met schijn van waarheid zeggen:
dat is goed in theorie, maar niet in de praktijk. Toch was
het onjuist. De theorie deugde niet, maar dat had men niet
iugezien; men meeude dat zij goed was, maar toen men haar
toepastebleek het tegendeel. De praktijk toonde aandat
de theorie niet deugde. Een goede theorie moet goede
vruchten dragen, als zij wordt toegepasten: //wat practisch
onuitvoerbaar is, is theoretisch onjuist," zei onlangs een
hoogleeraar in de rechtsgeleerdheid bij de aanvaarding van zijn
ambt. Ook Mr. de Bruyn Kops heeft in zijn Beginselen
van staathuishoudkunde dezelfde leer verkondigd en aangewezen
dat, wanneer indérdaad een goed stelsel wordt toegepast, ook
de uitkomst goed moet zijnwant, voegt hij er bijin deze
wetenschap bestaan geen uitzonderingen op de regels.
Voldoet de uitkomst niet aan de verwachting, het bewijst
alleendat men den waren regel nog niet gevonden heeft, of
dat men alleen op enkele recrelsop sommige wetten
en niet op alle heeft gelet. Dit laatste heldert hij op door
het volgende voorbeeld
Een leeraar in de natuurkunde zegt aan den leerling
//Alle voorwerpen trekken andere voorwerpen aanin ver
houding van hunnen inhoudzoo wordt een losgelaten
voorwerp in eene rechte lijn aangetrokken door het middel
punt, der aarde."
De leerling werpt een papier uit het vensterhet flad
dert en waait voorten komt honderd passen verder op
den grond. //Gij hebt mij bedrogen," zegt de leerling
//uw regel is niet waar. In theorie is die misschien goed.
//in praktijk deugt hij niet; - of wilt gij, dat ik u vertrouwe,
//zeg dande regels der natuurkunde zijn niet zoo volstrekt,
//zoo absoluut waar; er is geen regel zonder uitzondering."
//Neen," zegt de leeraar; //de regel dien ik u leerde,
//is absoluut waar, maar gij rekendet niet op een' anderen regel,
//die ook absoluut waar is: de tegenstand der lucht in verhou-
z/ding der oppervlakte. Gij hebt gedacht een' regel afzonder
lijk te kunnen toepassen; gij moet altijd het geheele leerstel-
//sel, de zamenwerking van alle krachten in het oog houden."
Laat ons deze opstellen over de dikwerf veroordeel
de, maar altijd zonder behoorlijk onderzoek en zonder
goeden grond veroordeelde wetenschap, besluiten met, een paar
aanhalingen uit hetzelfde geschrift van den man, wiens her
kiezing als lid der Tweede Kamer men in dit district ook
zonder behoorlijk onderzoek zonder goeden grond en geluk
kig ook zonder goed gevolg heeft bestreden. Die aanhalingen
zullen ons de denkwijze van den schrijver het, best doen ken
nen. Of is daartoe beter middel dan hem zeiven te laten
spreken? Onze groote grief tegen onze tegenstanders is juist
dat zij dit niet gedaan hebben.
W ij zouden ons doel bereikt achten schreef Mr. de Bruyn
Kops in 185Ü als voorbericht bij den eersten druk van zijn
werkje indien de lezing dezen indruk achterliet, dat de
//maatschappij een leven heeft, hetwelk bestaat in de vrije
//ontwikkeling van al hare bcstanddeelen dat die ont,-
//wikkeling plaats vindt volgens vaste wettenwelke geene
//menschelijke instellingen kunnen veranderen en dat wet-
»t.enmet die ontwikkeling strijdigslechts ten gevolge
//hebbendat zij alsdan offers eischt, en smarten doet ge-
voelen, welke zonder die banden gemist zouden worden; dat
//het doel van wetten en regering slechts moet zijn om de
//hinderpalen wegtenemenw. Ike die ontwikkeling in haren
//loop konde ontmoetendat verder de grond van die
//ontwikkeling in den arbeid is gelegendat alle bestaan
//zonder arbeid strijdig is met het algemeen, belang, dat
//alle bestaau door arbeid eervol isen dat in eiken staat,
//de welvaart bevorderd wordtnaarmate aan ieder burger
//liet vermogen wordt gegeven om dien arbeid aanteweuden
//tot welk doel hij verkiesten naarmate de vruchten van
//dien arbeid hem ten volle verzekerd wordenin één
//woord, naarmate het beginsel der vrije ruiling den grond-
//slag uitmaakt, waarop de staatswetten voortbouwen.
«Het zijn deze stellingen, welke voor het begrip van volks-
toestanden en regeringsdaden onmisbaar mogen genoemd
//worden. Wij gelooven dat, ook in ons vaderland, de mee-
«ning niet ongewoon is, dat het geluk van een volk bijna
/uitsluitend van de regering afhangt,dat men alles van de
//regeringbijna niets van eigen krachten behoeft te ver-
//wachtenhetgeen ten gevolge heeft, dat men soms aan de
//regering eischen doet, of verwachtingen van liaar koestert,
//welke de beste regering onmogelijk kan vervullen. Ook
//bij het lezen der geschiedenis rekenen wij de kennis dezer
//grondregels van het hoogste belang. Zoolang men bij
//hare beoefening de hoofdaandacht blijft vestigen op de blin-
//kende zijde, op de belangen der dynastiën, de woelingen
//der vorstende roemvolle oorlogen en schitterende helden-
//feitenzoolang men er niet in ontwaart de vrijmaking
//van den arbeid, de langzame opkomst der mindere klas-
//sen, de worsteling der kapitaalvorming, de geleidelijke op-
//voering van alle standen, in één woord, het leven der maat-
//schappijzoolang blijft zij een doolhof.
//Zoolang menbij het aanschouwen van de ontzaggelijke
//tafereelen der omwentelingenslechts de beulen vervloekt
//en de offers beweent; en niet als hoofdgedachte behoudt,
«dat juist hel miskennen der richting de oorzaak was van
//die rampen- dat het kluisteren van hetgeen groei heeft,
ten gevolge haddat de ontwikkeling toen niet dan bij
//schokken kon geschiedenen dat, het dus aller zaak is om
//dien loop der maatschappij in zijnen aard te leeren ken
nen; zoolang blijven die lessen zonder vrucht."
Aan het slot zijner beschouwingen van de stelsels der
zoogenaamde maatschappelijke hervormerscommunisten en
socialisten zegt hij het volgende: //Vele menschen willen niets
«hooren van al wat verandering isen als men hun iets nieuws
//voorsteltantwoorden zij //Plannen 1 dus verwerpen."
//Anderen haken steeds naar ommekeeren bij het hooren
//van iets nieuws en aanlokkends roepen zij: //Plannen 1 dus
««■aannemen."
//Het gezond verstand zegt onsbeide uitersten te vermij-
//den. Als men altijd het nieuwe had verworpenware men
//nog op de hoogte van Adam en Eva.
//Als men alle plannen in werking bracht, ware men ieder
//oogenblik in bloedige wanorde.
//De staathuishoudkunde leert, uit het reeds bestaande de
//vaste wetten op te sporen aan welke men steeds zal moeten
//gehoorzamenvolgens deze oordeelt zij over ieder stelsel
//en daarom zegt zijbij iets nieuws dat wordt voorgesteld:
////Plannendus onderzoeken."
//Men had nooit kunnen bewijzendat hel cotnrnunismus
//onmachtig is om het geluk der menschen daartestellen als
//men zich had vergenoegd met het te verwerpen en te be-
//schimpeu. J uist omdat eenigen de moeite namen van de
//stellingen te onderzoeken en hun gevoelen aan anderen mede
«te deelendoorzag men het voor- en nadeelen wist men
«wat men er van te wachten had. Hoe meer men eene
//onwaarheid in het licht brengthoe meer een ieder in staat
«zal zijn om te zien dat het eene onwaarheid is. Daar-
«om doen zij zeer onvoorzichtigdie voor de rust van het
«algemeen het bekendmaken dier leerstellingen willen smoren
«en beletten dat men er kennis van neme. Men kan hun
■/altijd tegenvoeren: «Is die leer onwaar, laat ons dat zien,
////en wij zullen haar verwerpen. Behelst zij waarheid
««waarom verbergt gij haar In beide gevallen moet gij
««haar toonen!"
«Indien iemand u toeriep: «Ik heb een nieuw wapen uit,-
«gevonden, waarmede ik het op uw leven toeleg," zoo zoudt
«gij toch dat wapen wel eens willen zienom te beproeven
«of het zoo gevaarlijk isals men zegten of er geen ver-
«dedigingsmiddel tegen bestaat. Gij wilt immers uwen vijand
//liever kennen; en zij die zich afwenden en er niets van
«willen zien doen gelijk de struisvogeldie zijn' kop in de
«blaren steekt, en zich verbeeldt dat de jagers hem niet zien,
«omdat hij de jagers niet ziet.
«Zoo komen wij dan tot de slotsom dat het beste wapen
«tegen gevaarlijke leerstellingen, het beste middel tot verdc-
«diging van den eigendom bestaat in de grootst mogelijke
«openbaarheid en vrijheid van alle gevoelensen dus ook
«in de meest mogelijke verspreiding van de wetenschap die
«de vaste wetten der welvaart leert, dat is, de staathuis-
«houdkunde. Een ieder dusdie het wel meent met zijn
«vaderland, en het wil behoeden voor de rampen die zulke
«dwaze leerstellingen met zich sleepen zal goed handelen
«indien hij medewerkt tot het, algemeen maken dier wetenschap;
«en zoo is men ook in Frankrijkdat hierin (in 1848) zulk
«eene zware proef heeft doorstaantot de overtuiging geko-
«men, dat het beste behoedmiddel tegen het communismus
«bestaat in de verspreiding der staathuishoudkunde. (1)
«Wij hebben de gebreken onderzocht van de communisti-
«sche en socialistische leerstellingen. Zij hebben ook een'
«goeden kant. Door hare aanvallen brengen zij de waar-
«lieid aan het licht. Zij vestigen telkens de aandacht op
«de wezenlijke gebreken der maatschappijal vindt men
«geene middelen om die te verhelpen, is het reeds veel, de
«kwaal te kennen; hiermede moet men beginnen; het is de
«eerste stap. Het socialismus wijst telkéUs op de armoede
«van zooveel duizende medemenschenen schoon het, die
«rampen dikwijls overdrijft, is er genoeg waarheid in de klacht,
«om de menschenliefde wakker te maken. Aan die ontwaakte
«en verlichte menschenliefde hebben wij dan ook zoovele in-
«richtingen te danken, die, elk in haren kring, het lot van
«menigeen verzachten: de beter ingerichte hospitalen,
«krankzinnigenhuizendie weldadige verbetering in het lot
«der gevangenendie menigvuldige scholen, nooit genoeg in
«getaldie bewaarscholenmatigheid-genootschappen, spaar-
bankenhulpbanken en zoovele andere instellingen, waardoor
«de Christelijke liefde den medemensch de broederhand toe-
«reikten hem tracht te beletten in de armoede te vervallen,
«of waardoor zij zijn lot verzacht als hij er in is gestort.
«Een andere goede kant van het socialismus is dezedat
«zij meest altijd als redmiddel de vereeniging aanbiedt, waar-
«door reeds veel goeds is te weeg gebracht, en waarvan men
«met grond de genezing van vele kwalen kan verwachten.
«Door woningen te bouwen onder één dak, door hetzelfde
«toestel verlichtverwarmddoor gezamenlijk zijn voedsel
«te bereidenkleederen te wasschen enz., kan men met
«dezelfde kosten veel meer genietingen hebben; met behoeft
«daarom niet in een Phalanstère (2) van Fourier te wo-
«nenmen behoeft niet alle goederen in gemeensehap te
«hebbenmen kan zeer goed daarbij zijne geheele vrij-
«heid van handelen behoudenen het is volstrekt niet in
«strijd met de natuurlijke regels der maatschappijinte-
«gendeel, men gebruikt eenvoudig de vrijheid die een ieder
«heeftom zich zoo goedkoop mogelijk woningvoedsel
/enz. te bezorgen. Maar dit alles moet, komen door vrij-
«willige vereeniginger moet geen staat zijn, geen wetgc-
»ver, die zegt: «Gij zult gelukkig zijn op die en die wijze
«gij zult zoo voortbrengen, zoo slapen, zoo eten;" want,'dan
«is dat //gij zultreeds genoeg om het geen geluk te doen
«zijn; alles moet komen door vrijwillige vereeniging;
«en dat kan slechts gebeuren als een ieder doordrongen is
«van het nut van vereeniging; en dat kan men niet inzien
«zonder de kennis der staathuishoudkunde.
«De hervormingen kunnen dus niet dan langzaam een ge-
«lieel volk doordringen. Het eenigemaar waarachtige
«middel is uitbreiding van onderwijs.
«Nog een woord ten slotte: Mij zagen dat het benemen
«van de vrije handelingvan den vrijen wil der menschen
«de hoofdkwaal is van het socialismus. Het verwacht niets
«van de inspanning van elk afzonderlijk, maar alles van den
«staat,het schuift alles op den staat,de staat moet arbeid
«en welvaart verschaffenen vooralde staat moet zorgen
«dat er weinig belastingen zijn
«En dit is de kreet of de gedachteniet alleen van de
«socialisten maar van duizende burgers. Het ijdele van dit
«gezegde komt genoeg uit, als men bedenkt wat de staat en
«de regering zijn; dikwijls hecht men hieraan geen juist be-
«grip, alleen weet, men ditals men in nood iswil men
«door den staat geholpen worden. Dit veronderstelt, dat de
«staat een wezen is dat, afzonderlijk bestaat, en een' bijzon-
«deren werkkring heeft,dit is het geval nietde staat is
//niets anders dan de gezamenlijke inwoners van een land.—
«Deze hebben aan eenigen opgedragen om voor de algemeene
«belangen te zorgen. Die eenigen zijn de regering. Het
«doel der regering isom aan de gezamenlijke inwoners
«veiligheid van personen en goederen te bezorgenwaartoe
«vele verrichtingen noodig zijn daartoe benoemt de regering
«de rechters en andere ambtenaren die de rechten der bur-
«gers onderling handhaven; daartoe onderhoudt zij een
«leger, dat het land tegen vijanden beschermt, en doet de ver-
«riehtingen ten algemeenen nutte, die niet door bijzondere
«personen kunnen gedaan worden."
«Voor dit alles is geld noodig; dit, wordt opgebracht
«door alle inwoners te zamen; de regeering heeft geen
«geld uit zich zelve, dit vergete men nooit; zij heeft over
«geen ander geld te beschikkendan over hetgeen de bur-
«gers door middel der belastingen betalen." Verbeelden
«wij ons eenige menschendie voor eene reis of een ander
«doeleene gezamenlijke kas maken; een ieder legt zijn aan-
«deel in, als er dan iets ten algemeenen nutte moet betaald
«worden, gaat het uit die kas. Het zijn dus wel dégelijk
«die reizigers zelve die dat betalenwant het is hun geld
«dat in de kas ligten is die kas ledigzoo moet die weer
«uit hunne beurzen gevuld worden. Even zoo is het met
«het, geld der regeringal hetgeen men wil dat de regeeriug
«betale, betaalt het volk geheel, maar op omslachtiger wijze.
«En duswanneer een staat door de gezamenlijke opbreng-
«sten juist iu zijne behoeften voorzieten men wil dat hij
//nog iets meer doezoo moet men beginnen met zelf iets
«in de kas te storten. Het is dus dwaasheidwanneer
«men meer van den staat verlangten niet meer wil geven.
(1) Zoo kon men nog in 1850 schrijven. Helaas, het
Keizerrijk dacht er anders overen wij hebben de gevolgen
gezien.
(2) Zoo heette Eourier zijn broederhuis.
//Het geld van de regering is het geld van al de burgers.
«Wanneer men dus wil, dat de regering landbouw, fabrie-
«ken of scheepvaart beschermeen daarvoor premiën geve
«onder welken vorm dit zijzoo geeft elk der burgers iets
«aan eenige burgersom eene nadeelige nijverheid te kun-
«nen volhouden.
«Be regering beslaat uit eenige burgers.
«Als men dus zegt«de regeering moet de verhouding
«regelen tusschen de winsten van kapitaal en arbeid," dan
«vertrouwt men, dat de belangen van twee partijen die eene
«ruiling doen beter verstaan kunnen worden door derden
«dan door die partijen zelve.
«In zulke handelingen moet de regering niet komen. Het
«doel der regering is, aan een ieder veiligheid van personen
«en goederen te verzekeren. Hieruit volgtdat de han-
«delingen van een ieder vrij moeten zijnzoolang zij de
«veiligheid van een ander niet schaden. De regering moet
«de hinderpalen wegruimen, die de vrije handelingen der af-
«zonderlijke personen belemmerenmaar zij moet zelve niet
«handelen dan in die gevallen die a'le belangen evenzeer
«rakenen die niet door bijzondere belangen kunne),i vol-
//bracht worden.
//Zoodra de regeering buiten dezen werkkring 1 reedt, kan
«zij niets anders dan nadeel aanbrengen; want, al stellen wij
«dat zij de belangen der partijen even goed en billijk belian-
«deleals de partijen zelve zouden doendan nog blijft dit
«nadeel: elke handeling der regering kost geld aan al de iu-
«gezetenen(iedere regeringshandeling geschiedt door amb-
«tenaren die betaald \yorden); en dit is niet het geval, waar
«de beslissing der afzonderlijke zaken aan het eigenbelang
«der partijen wordt overgelaten.
«Maar kan men dat eigenbelang vertrouwen? Zal het de
«algemeene veiligheid niet schaden
«Het antwoord weten wij reeds; het is eene der belang-
«rijkste waarhedendoor de staathuishoudkunde in het licht
«gebracht: «Wanneer al de bijzondere belangen hunnen vrijen
«loop kunnen volgen, zoo is de uitkomst het belang van het
/'algemeen." W. v. d. K.
De brand van het Palais-Royal komt prins Napoleon, we
gens het verlies van een aantal kunstwerken, op 800000 fr.
te staan.
De Afgevaardigde Turquetprefect onder het Keizerrijk
en vrijwilliger bij liet Loire-leger, verklaart openlijk dat hij
het gewezen lid van het Comité van Openbare Veiligheid
Léo Meillet 3 weken in zijne woning verborgen en hem toen
door tusscheukomst van den genl. Chanzy, naar het buiten
land voortgeholpen heeft, ep wel uit dank dat Meillet hem
en de genls. Chanzy en Langourian den 18 Maart uit den
kerker verlost en daardoor het leven gered heeft.
De genl. Chanzy verklaart daarentegen in le Soir, dat hij
zoowel als de geul. de Langourian ten eenenmale vreemd zijn
aan de vlucht van Meillet.
De abt Loy&on (pater Hyacintheheeftbij schryven van
22 Juni, zijne afkeuring te kennen gegeven over het door den
aartsbisschop van Rouaan aan de Nat. Vergadering ten gun
ste van de wereldlijke heerschappij van den H. Stoel inge
diende adres. Als Erankrijk protesteertmeent hij moet
hetblijft zijn protest vruchteloosoorlog voeren. In dit
geval eindeloos en doellooseindeloos omdat Italiëzelfs
overwonnenzich niet zou laten overheerschendoelloos
omdat de Paus de wereldlyke macht voor de vrije uitoefe
ning var. zijn geestelijk gezag niet behoeft. Hij oefent het
laatste onbeperkt uit, zooals bij het te Rome gevierdejubilé
aan ieder vreemdeling gebleken is. 's Pausen gevangenschap
is eene uitvinding der ultramontaansche bladendie Europa
dagelijks misleiden. Frankrijk mag zich niet laten medesle
pen omdoor Italië aantevallenhet werk te vernielen, dat
het door het kanon van Areola en Solferino gewrocht heeft.
Straatsburg heeft voor 18, Metz voor 20 miljoen fr. in
de leening deelgenomen.
De krijgsraad te Marseille heeft ter zake der April-beweging
ter dood veroordeeld: Gaston CremieuxEtienne en Pélissier;
tot deportatieBuclos, Martin, Naslorg, Breton en Chachuat;
tot, dwangarbeidBovi en Bauchetot gevangenisstraf
Eberhard. Al de veroordeelden hebben zich in cassatie voorzien.
Rochefort wordt beschuldigd van opruiing der burgers
tegen elkander en tot burgeroorlogvan voorbedaehtelijke
verspreiding van valsehe tijdingen en van medeplichtigheid
aan moorddoor aanzetting tot het doen arrestceren en
executeeren van de gijzelaars der Commune.
De Soeiété des auteurs dramatiques te Parijs heeft een
voorstelom Pélix PyatP ictor Hugo, Rocliefort en Meurice
van de lijst der leden te schrappen, met 55 tegen 37 st.
verworpen terwijl zich verscheidene leden buiten de stemming
hielden.
De linanciëele voordrachten van den minister Pouyer Quer-
tier worden door de bladendie de beginselen van den vrijen
handel voorstaanbestredeninzonderheid de heffing van
een recht van 20 p.c. op de grondstoffen, de verhooging van
het briefport van 20 op 25 centimes en de vermeerdering
der rechten op den overgang van onroerende goederen.
De heer Gambetta heeft den 26 te Bordeaux tot de ver
tegenwoordigers der republikeinsche comité's gezegd, dat hij
het tegenwoordige gouvernementin welks uaam wetten
gemaakt, de vrede gesloten, miljarden bijeengebracht, recht
gedaan en opstandenin staat om 10 monarchiën ten val
te brengen, gedempt worden, als wettig en krachtig geves
tigd aanneemt en ieder, die het bedreigtals oproerma-
maker beschouwt. De onkunde, vooral van het plattelands
volk beschouwde hij als de voornaamste oorzaak der door
Frankrijk geleden nederlagen tegenover een vijanddie het
doorzichtde tucht en de wetenschap aan zijne zijde had.
Het moest zich in de eerste plaats beijveren om daarin
verbetering tc brengen.
De genl. Ladmirault is tot militair gouverneur van Parijs
benoemd.