I No. 31. Drieënzeventig ste J aar gang LI ZONDAG 30 JULI. #ffictccl C5cbccltc. Hoe de Ultramonlanen onze grondwet eerbiedigen. ÊUÏÏlcfcclijfischc Berichten. Frankrijk. L K Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,6.5, franco per post t O,80, afzonderlijke nommers Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR, op Woensdag, den 2 Augustus 1871, des namiddags ten 12 I uur. Namens den Voorzitter van den Raad, NUHOUT VAN DEK VEEN. POLITIE. Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voor handen het navolgende gevondene, als; een mes met schede; een boezelaar,- een achterkrat van een wagen; een stuk Leidsche kaas. li. Het is ons gebleken, dat de liefde, die de heer Alberdinck Thijm vóór een tiental jaren verklaarde voor onze grondwet 1.e koesteren niet wortelde in ingenomenheid met hare begin selen maar alleen hierin hare oorzaak vonddat zij hem een waarborg scheen tegen den terugkeer van vroegere toestan den toen de Katholieke Kerk niet vrij was in ons vaderland, en de Katholieke Nederlanders niet deelden in de rechten van hunne Protestantsche medeburgers. Vrijheid was volgens den heer Thijm beter dan onderdrukking. Natuurlijk; dat. zijn alle voorstanders eener vrijzinnige staatsregeling met hem eenstot zoover gaan zij samen. Zoo kon de heer Thijm zelfs met ingenomenheid spreken van de vrijheidsbeweging in de laatste jaren der vorige eeuw, vooral van hare u i t- komsten. Hij wilde wel voor zijne Kerk en zijne richting de vruchten plukken van de nieuwe toestanden, die geen Protestantsche staatskerk geen uitsluiting van Ka tholieken veroorloven; daarom betuigde hij nog in i860: //wij leven onder de Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlan den: wat mij betreft, tot mijne groote voldoening"; maar daarom mocht ook toen reeds van zijne liefde voor die grond wet gevraagd worden Een liefdedie zoo ras bekoelt En slechts op eigen voordeel doelt Zou dat wel ware liefde wezen Ach neen; in 1871 is het duidelijk gebleken, dat het de ware liefde niet was. Hoe zoo -heeft de heer Thijm aan de Nieuwe Rott. Ct. en aan den heer v. L. B. in de Nederlandsche Spectator ge.- vraagd. Hévindt ge dat Ik een vijand van onze Grondwet Gij vergist ugij begrijpt mij niet rechthier heerscht een misverstand. Ik zal het u ophelderen. En hij gaat aan het ophelderen; maar op zulk een wijze, dat de A. Rott. Ct. moet vragen: //Is dat ernst'"' en de heer -v. L. B. antwoordtdat hij vroeger heeft gemeend dat de heer Thijm er geen slag - om - den - arm - politiek op na hield snaar dat hij er nu anders over denkt. Laat ons zienwat de heer Thijm tot opheldering van zijn woorden zegt. //Gij verklaart ons vijandig aan de Grondwet schrijft hjj -omdat ik gezegd heb,, dat niet alle godsdiensten ge lijke aanspraak op vrijheid hebben. Mag ik vragen, waar in onze Grondwet het tegendeel te lezen staat En nu wil hij ons beduiden, dat hij niets anders heeft bedoeld, dan dat bij voorbeeld de secte der naaktloopers in ons land moeilijk heden met de politie zou krijgen Zoo iets had men waarlijk van den heer Thijm niet. mogen verwachten. Wat hij zegt is in lijnrechten strijd met zijn eigen woorden. Im mers waarom heeft hij gezegd, dat //niet, alle godsdiensten dezelfde aanspraak hebben op het recht van zich overal neder te zetten en voort te planten Omdat de uitoefening van .sommige eerediensten overtreding van 's lands wetten zou ra edebrengen Neen omdat volgens de uitspraak van den Paiis //niet in alle godsdiensten de waarheid en de zaligheid kan te vinden zijn." Dat was de grond waarop hij beweerde, dat n.'nt alle gelijke aanspraak op vrijheid hebben. De godsdienstleer van de Nederlandsche Hervormde Kerk bij voorbeeld brengt niet mee overtreding van wetten of politie- verordenin gen. Volgens de uitspraak van den beer Thijm heeft zij echter niet dezelfde aanspraak op vrijheid als de Katholieke lverk, omdat volgens de verklaring van den Paus in haar de waarheid en de zaligheid niet te vinden is. Dat men de wet niet mag overtreden, spreekt van zelf. Nie mand mag zich in dit opzicht tot zijn verontschuldiging beroepen op zijn godsdienstige geloofsbelijdenis. Dat ziet ook onze grondwet niet voorbij. Daarom luidt art. 164: /Ieder belijdt zijne godsdienstige meeningen met volkomen vrijheid, behoudens de bescherming der maatschappij en barer leden tegen de overtreding der strafwet," en art. 165 voegt er bij: //Aan alle kerkge nootschappen in het Rijk wordt g e 1 ij k e bescherming verleend." Als nu de heer Thijm had gezegdEr hebben zich wel eens godsdienstige vereenigingen ge vormd die aanleiding gaven tot overtreding van de wetten des landsbij voorbeeld in vroeger eeuw de wederdoopers die onder anderen het naakt loopen als godsdienstplicht voor schreven voor zooverre zij dus met de wetten van den staat in strijii komen hebben niet alle godsdiensten dezelfde aan spraak op het recht van zich overal neder te zetten en voort te plantenindien hij zoo iets gezegd hadja dan had hij niet tegen de grondwet gesproken. Maar nog eenshij ontzegt aan alle godsdiensten gelijke aanspraak op vrijheid omdat er maar ééne waarheid bestaatzoowel op het gebied van den staat als op dat van de godsdienst, en omdat de Paus op dien grond vrijheid van denken van oordeelen en van godsdienst heeft afgekeurd. Niet dat de strafwet gevaar zou loopen overtreden te wordenmaar dat de Paus vrijheid van denken en oordeelen /afkeurt, is volgens 's heeren Thijm's eigen woorden een voldoende "grond voor alle Katholieken om de leer der vrijheid van godsdienst niet aan te kleven. Die zoo spreekt, is in lijnrechten strijd met. onze grondwet, niet alleen met hare beginselen, maar zelfs met haar uitdrukkelijk voorschrift. Thans bekommert zich de heer Thijm al zeer weinig om die beginselen; hij vraagt onswaar staat dat, in de grondwet te lezen Vroeger, in de rol van apostel der vrijheid tegen gewaande anti-revolutionairen en Oranjeklanten strijdende als don Q,uichote tegen de windmolens, in 1860 schreef hij//Daar zijn geene betrekkin gen tussehen burgers en burgerstussehen het volk en het Regeerend Stamhuis in het vaderland of zij ontleenen haar kracht aan de beginselen in de Grondwet neer gelegd, ja worden niet zelden door het woord der G r o n d w e t omschreven." Ook daarin is dns een belang rijke verandering gekomen. Met beginselen is niets meer tegen hem te beginnen; hij vraagt naar de letter: waar staat dat te lezen? Gelukkig dat hier geen beroep op beginselen noodig isen dat men hem op het woord kan wijzen. Een tweede opheldering. //De vrijheid van denken en oordeelende vrijheid om zijne gedachten te verkondigen is ongeoorloofd", had de heer Thijm volgens de NRott. Ct. gezegd. Wat antwoordt hij daarop „De redactie dezer gewraakte stelling neem ik niet, voor mijne rekening1maar wat beteekent zij anders, dan dat wij Katholiekenniet slechtsmet het Code Pénal op het gebied der zedelijkheidgiftige vruchtén veroor- deeler.maar dat wij ook giftige zaden uit de maatschap pij verwijderd willen houden Precies daar hebt gij het j uistdat, was ook het beginsel der inquisitieverkeerde handelingen zijn de gevolgen van verkeerde denkbeelden er is slechts één ware leer, de verkondiging en openbare belijdenis van elke andere leer is dus ongeoorloofdmaar het kwaad moet, in den wortel worden aangetast, (inquisito- ren en ultramontanen zijn en waren altijd radicaal), niet al leen de vruchten, maar vooral ook de zaden moeten vernietigd worden daarom geen vrijheid van godsdienst, geen vrijheid om zijn gedachten te verkondigenzelfs niet van denken en oordeelenook het ongeoorloofd denken en oordeelen moet gestraft, worden evenzeer als het onge oorloofd handelen. Op dezelfde gronden verdedigde de heer Thijm nog in 1868 den brandstapel. Toen ook maakte hij (in zijn „schrijven aan Dr. W. J. A. Jonckbloet," Het tiende Nederlandsch letterkundig kongreser den heer Moltzer een verwijt vandat hij en filozofen uit zulke school niet begrijpendat „in de uitspraak van het volks gemoed gebiedend dat het zwaard der justitie gezwaaid wordeen heterodoxe stellingen wrakendalsof zij niet slechts het zaad der misdaad inhieldenmaar alsof de misdaad hare gift vrucht reeds gedragen haddat, zich daarin eene mystische daad voltrekthoog verheven boven de bevatting hunner huis vaderlijke sentimentalitei t." Merkwaardig is 't zij terloops opgemerkt dit, beroep op de uitspraak van het volksgemoed. Terwijl in den regel volgens het ultramontaansche beginsel alle recht behoort ontleend te worden aan de uitspraken van het god delijk gezag en zijne tolken op aarde, mag hier bij uitzonde ring ter wille van den brandstapel de democratische stem des volks eens meespreken. Art. 8 der Grondwet bepaalt: //Niemaud heeft, voorafgaand verlof noodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet." Nu vraagt de heer Thijm: //Volgt uit deze denk wijze (de veroordeeling namelijk der vrijheid van denken, van oordeelen en van zijn gedachten te verkondigen), uit dit stre ven dat wijin rechterlijke betrekking, iemand zouden ver- oordeelendie van art. 8 der Grondwet een redelijk gebruik had gemaakt F" Dat moest er nog bijkomen Neen dót volgt er niet uit. Maar 't is hier de vraag nietof iemand in rechterlijke betrekkingdiegelijk de heer Thijm verder zegt's lands wetten bezweert en toepast, omdat hij die toe passing met zijn geweten kan overeenbrengenopzettelijk die wetten zal verkrachten en overtreden. Wie zou zoo iets on derstellen Niemand is verplicht in alle opzichten met de Grondwet of met 's lands wetten in het algemeen en met hare beginselen in te steramen. Hij mag ze zelfs afkeuren en be strijden en tegenovergestelde beginselen verkondigen. Dat is juist het gevolg van die vrijheid van denken van oordee len en van zijn gedachten te verkondigendie de heer Thijm afkeurt, doch die in Nederland gelukkig nog bestaat en waar van hijeven als ieder andergebruik kan maken zonder dat iemand recht heeft hem dit kwalijk te nemenmaar hij moet niet te gelijker tijd beweren, dat hij niet aan de Grondwet vijandig is. Onze Grondwet verkondigt vrijheid van gods dienst vrijheid van denken en oordeelen, van spreken, schrij ven en drukken. »Schijnschoone leerroept de heer Thijm uit//Er is thans geen Katholiek van naam meer, die derge lijk stelsel, althans in Nederland zou durven volhouden." 't Zij zoo; ik hoop wel altijd nog beter, maar de heer Tmjm heeft volkomen vrijheid de leer der Grondwet, te veroordeelen. Wat echter reden tot groote bevreemding geeft is ditdat hijals men op die bestrijding van de Grondwet wijstals men er de aandacht op vestigt, hoe vijandig hij aan de Grond wet isdaar niets van weten wil en heel onnoozel uitroept och komhoe kunt gij het zeggen Als de heer Thijm zegt//Wij verstaan door eerbiedigen der wetin woord en daad bewijzen dat men aan de wet wil gehoorzamen en haar wil helpen toepassen. Meer kan men niet vergen", dan is daar niets op aan te merken. Ook is er niemand die van den heer Thijm meer vergt. Maar dan blijkt wel uit al zijn geschrijf, dat hij geen oproer wil maken en niet weer spannig aan de wet wil zijnzoolang die wet bestaat,zoo lang de wet wet isdoch tevensdat hij gaarne de bestaande wet, door een andore zou vervangenwaarbij de vrijheid van godsdienst en van denken en oordeelen werd opgeheven of althans „zeer begrensd." In de feestelijke bijeenkomst te Amsterdam hebben de woord- li) Natuurlijk, die is onjuist; immers als het denken, oordeelen en gedachten verkondigen slechts geschiedt overeenkomstig de uitspraak der eenige waarheid, is cr niets ongeoorloofds in gelegen. voerders der ultramontanen eens ronduit hunne gezindheid en wenschen uitgesproken. Zoo gaat het meer. In de geest drift der feestvreugde stort het hart zich uit. De 'l ijd had reeds de begrafenis van liet bereids overleden liberalisme aangekondigd in de vlammen van het brandend Parijs zou het ondergaanen in het voorgevoel der zegepraal open baarde zich onbeschroomd het innigste des gemoeds. Doch zietop den dag voor zijn begrafenis bestemd vertoont zich het liberalisme in bloeienden welstand, en laat bedanken voor het vragen naar zijn gezondheid. Nu is men verschrikt over zijn eigen stoute taal, het Nederlandsche volk blijkt nog niet rijp te zijn voor het nieuwe stelselen de Tijd betreurt van harte dat, men de godsdienstige kwestiën zoo op den voorgrond heeft geplaatst, de heer Thijm betoogt dat hij volstrekt niet vijandig is aan de grondwet o volstrekt niet hij wil alleen maar niet dat men haar „een soort van f e t i s - dienst" bewijsteerbiediging maar geen veraf goding zegt hij. Nog een ander woordvoerder der ultramontanenDr. W. J. F. Nuyens, schrijft een brief in het Handelsblad, waarin hij verklaart dat de verslagen, die van de bijeenkomst te Am sterdam zijn gegeven, zeer onnauwkeurig zijn geweest. Nu waren die verslagen ontleend aan eene in dit opzielit zeer vertrouwbare bronaan de Tijd. De heer Nuyens komt dan ook tegen het verslag van de Tijd op. Zijn brief is zoo merk waardig zoo curieusdat ik het van harte betreur hem niet in zijn geheel te kunnen opnemen, 't Geldt hier de woor den van Dr. Schaepman, die onder anderen volgens het verslag van de Tijd zou gesproken hebben van //Satan," die het //God buiten de wereld" in de wereld zou werpen die de reformatie zou heeten in 1515, in 1793 de revolutie zou zijn, in 1871 de Commune van Parijs."Dat een Roomsch-Katholiek godgeleerde van de ultramontaansche richting zoo spreekt,verwondert mij niet. In zijne oogen is èn de reformatie èn de revolutie een even groot kwaad als de commune. Wat wonder, dat hij het een zoowel als het ander als het werk des duivels voorstelt,die immers de oorzaak is van alle kwaadMaar nu de heer Nuyens. Het verslag in de Tijd is onnauwkeurig zegt hij, en onvolle dig de verslaggever van de Tijd heeft de hoogdichterlijke vlucht van Schaepmans rede niet gevat, althans zeer onvolledig te ruggegeven. Goedmaar wat heeft Dr. Schaepman dan w e i gezegd en wat niet? Ziedaar wat Dr. Nuyens niet zegt. Zoo blijven wij vooralsnog even wijs. Maar welke gron den geeft Dr. Nuyens nu op, dat hij het beter weet, beter gehoordbeter begrepen en vooral beter onthouden heeft clan de verslaggever van de Tijd't Zijn dezeik had een goede plaatsik heb aandachtig gehoord en alles zoo goed begrepen als één het kan doen. Maar die verslaggever dan, zat die te ver af om goed te hooren, luisterde hij niet aan dachtig en was hij niet in staat om de sprekers goed te begrijpen Daarover zwijgt Dr. Nuyens en juist daarop komt het aan. Hij deelt nog mee, dat hij zelf gezien heeft, //dat niet leden der redactie van hel blad maar iemand anders eenige losse annotatiën van het gesprokene maakte." Hij zelf schijnt echter niets te hebben aangeteekend. Moet dit ons vertrouwen op de juistheid zijner verzekeringen ver sterken? De heer Nuyens neme het mij niet kwalijk, dat ik vooralsnog geen voldoenden grond meen te hebben om in z ij n geheugen en z ij n e opvatting van het gespro kene meer vertrouwen te stellen dan in die van den verslag gever van de Tijd, die zijn verslag althans heeft geschreven onder den verschen indruk van het gehoorde. Zekere brief door den heer Nuyens in 1869 aan de kiezers van Boxmeer geschreven en waarvan hij later verklaarde, dat sommigen er het tegenovergestelde in lazen van hetgeen hij had willen zeg gen en dat, bij nader inzien, de zinsbouw wel eenigen grond voor hunne opvatting gaf, heeft mij tot mijn spijt geen groo- ten dunk gegeven van zijn nauwkeurigheid. Maar hoe moet het nu volgens Dr. Nuyens met het cre- diet van de Tijd Als dit blad zulk een onnauwkeurig ver slag geeft van zulke voor alle Katholieken allerbelangrijkste woordenin tegenwoordigheid van leden der redactie te Amsterdam gesproken, wat moet men dan denken van hetgeen het ons uit den vreemde meldtvan zijn berichten uit Rome bij voorbeeld W. v. d. K. Te Nancy is hetop uitdrukkelijk verlangen van den op perbevelhebber van het occupatie-leger, weder vergund, zich na 10 uren 's avonds op straat te begeven en om de koffie huizen ook na 9 uren open te laten. De S. Hendriksdag (15 ffuli) is ditmaal op verscheidene plaatsen in het zuiden, vooral te Avignon en te Nimes, gevierd met illuminatiën, vuurwerken, gastmalen en optochten met een wit vaandel. Het besluit der budjet-eommissie om het voorgestelde in voerrecht op de grondstoffen te verwerpen en eene belasting op de gefabriceerde goederen daarvoor in de plaats te stellen, is in al de koopsteden en door de voorstanders van den vrijen handel met groote voldoening vernomen. In eene den 18 te Versailles gehouden talrijke bijeenkomst van nieuw verkozen Afgevaardigden heeft de meerderheid zieh voor het behoud der republiek onder het presidentschap van den heer Thiers verklaard. De minister Dufaure, die in de Kamer zijne meening te kennen gegeven haddat de voormalige leden der gemengde eommissiën na al het daarover voorgevallene hun ontslag zouden nemen, heeft den heer Devienne, die te Parijs terug gekomen was om zijne betrekking van eersten president van het hof van cassatie te hervatten, vermaand om zijn ontslag intedienenmaar een weigerend antwoord bekomen. De censuur der parijsche schouwburgen is thans weder opgeheven. De administratie heeft echter de directeuren gelast, zich op het tooncel van alle staatkundige toespe lingen te onthouden. Het bedrag der reductie van de leening is thans vastge steld op 45 p.c. der ingeschreven sommen, zoodat aan Parijs 1125, aan de departementen 540 en aan het buitenland 495 miljoen toegewezen is. De 160 miljoen, welke de schatkist boven de 2 miljardeu behoudtzijn bestemd tot commissie- loonen en andere ongelden. Het getal inschrijvers bedraagt ruim 200,000. 41 Legitimistische organenwaaronder 5 te Parijs en 1 te Metz verschijnenhebben hunne adluesie aan het manifest van den graaf v. Chanbord geschonken. Slechts 3 bladen zouden er rechtstreeks en evenveel onder zeker voorbehoud protest tegen aangeteekend hebben. Toen de goede gezindheid van den genl v. Manteujjel, wat betreft de ontruiming der departementen Euro, Beneden-Seine en Sonuneafstiet op de moeilijkheden welke de verificatie der uitgekeerde gelden opleverde, heeft de president van den ministerraad hem verzocht, zich rechtstreeks tot Keizer Wil helm te wendenmet het gevolgdat deze per telegraaf bevel zonddat de in genoemde departementen nog aanwe zige bezettingstroepen onmiddelijk zouden vertrekken, zonder de geheele afdoening der betaling aftewachten. Den 21 is de ontruiming der 3 departementen begonnen. Te Rouaan AmiensPéronne en in andere plaatsen zijn de fransche garnizoenen, welke de pruisische vervangen hebben, met veel geestdrift ontvangen en mildelijk onthaald. Uit alle huizen wapperde de nationale vlag en op de straten en pleinen heerschte eene schier uitgelaten vreugde. De krijgsraad te Marseille heeftvan de tweede groep der in het April-oproer betrokken personenden luitenant der nat. garde Hubert tot 20, den burger Augeard tot 10 en 7 andere tot 1 a 6 jaren gevangenisstraf veroordeeld. Eene vrouw die de tapster der insurgenten geweest was en hen zeer aangemoedigd had, is vrijgesproken. De in Algiers opgestane stam van Beni-Menasser, welke de zeeplaats Cherchell aan de landzijde ingesloten had, heeft, geene medewerking vindende, grafie gevraagd. Des tam der Kabijlen heeft meer dan 600000 fr. in de oorlogscontributie bijgedragen. Msgr. Guibert heeft de benoeming tot aartsbisschop van Parijs aanvaardna zieh van de goedkeuring des Pausen verzekerd te hebben. Hij is 68j jaren oud. De minister Favre, die in de zitting der Nat. Vergadering van den 22 voor de motie-Barthe en tegen de motie-Target gestemd heeftheeft zijn ontslag aangeboden en zieh niet door den heer Thiers laten bewegen om minister te blijven. Bij de gemeentelijke verkiezingen te Parijsop den 23 hebben slechts 32 personenwaaronder 27 candidaten van het Parijsche Pers-Verbondde wettelijke meerderheid be komen. In 30 van de 48 wijken, waarin herstemmingen moeten plaats hebbenis door de candidaten van dat Ver- bond de betrekkelijke meerderheid verkregen. Tot de 5 verkozen radicalen behooren de Afgevaardigde Loiseau Pinson, de gewezen maire Bonvalet en de maire Pautrain. De ge wezen prefect Hatissmann is in geene enkele wijk in aanmer king gekomen. Van de 450000 ingeschreven kiezers zijn nog geene 190000 opgekomen. De vereenigde Kamers van het Hof van Cassatie hebben den 21 de in September door het Gouvernement der Nat. Defensienaar aanleiding der openbaar gemaakte familie papieren der gevallen dynastiegedane aanvraag tot disci plinaire vervolging van den eersten president, den heer De vienne afgewezen. Het in geheime zitting gevelde vonnis is openbaar gemaakt en zegtdat de heer D. geenszins deel heeft gehad aan de hem toegedichte handelingen, maar alleen eene verzoeningsgezinde zending bij dekeiz. familie [ter zake dei- hooggaande oneenigheid in 1864 tussehen den Keizer en de Keizerin wegens 's Keizers bijzit Marguerite Bellanger\ heeft vervuld en alzoo in stede van te kort te doen aan de waar digheid der magistratuur, integendeel eene goede en eerbied waardige daad heeft verricht. Te Bourges zijn het paleis van den aartsbisschop en zijne bibliotheek verbrand. De krijgsraad te Marseille heeft den 25 8 der in het pa rijsche oproer betrokken beschuldigden veroordeeld tot ge vangenisstraffen van 10 tot 1 jaar. De aanvang der zittingen van den krijgsraad te Versailles is op nieuw uitgesteld. Volgens besluit der Nat. Vergadering zullen alle huwelijks voltrekkingen en aangiften van geboorten en overlijdenge durende het bestaan der Commune te Parijs gedaan, binnen eene maand voor wettige ambtenaren hernieuwd moeten wor den. Bij ontstentenis der vroegere aangevers of getuigen zullen de acten uit de clandestine registers worden overge boekt. Alles geschiedt kosteloos. Nationale Verqadeking. De heer Thiers heeft den 19 in de commissie voor het intiiatief het plan van de opheffing- der nat. garde bestredenuitstel van die kwestie vragende tot de discussie over demilitaire reorganisatie. Den 21 heeft hij in de budjctcoramissie het genomen besluit omtrent de invoerrechten uitvoerig bestreden en de heffing van 20 p. c. op de grondstoffen verdedigd. Den 18 is met 419 tegen 137 st. een artikel der departe mentale wet aangenomenbepalendedat de voorzitters der permanente eommissiën uit de Algemeene Raden door die eommissiën zeiven benoemd zullen worden. Den 19 heeft de Vergadering het door de commissie voor gestelde artikel goedgekeurd waarbij het aan de Algemeene Raden verboden wordt om staatkundige wenschen te uiten maar hen het recht toegekend om wenschen te kennen te geven omtrent vraagstukken van staathuishoudkundigen aard en omtrent het algemeen bestuur des lands. Zoomin de regeering als de oppositie vonden vrede bij deze bepaling. De parijsche Afgevaardigde Brmet stelde voor om in het reglement van orde te bepalen, dat het mandaat van een lid, die niet binnen J4 dagen na de goedkeuring zijner geloofsbrieven zitting neemtals vervallen wordt beschouwd. Hij bedoelde daar mede de vernietiging van het mandaat der prinsen v. Or leans. De gevraagde urgentverklaring werd niet verleend. Door den heer Schoelcher werd het verlangen te kennen gegeven naar de opheffing van den staat van beleg der

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1871 | | pagina 1