I
No. 31.
Drieënzeventig ste J aar gang
LI
ZONDAG
30 JULI.
#ffictccl C5cbccltc.
Hoe de Ultramonlanen onze grondwet
eerbiedigen.
ÊUÏÏlcfcclijfischc Berichten.
Frankrijk.
L K
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,6.5, franco per post t O,80,
afzonderlijke nommers Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, den 2 Augustus 1871, des namiddags
ten 12 I uur. Namens den Voorzitter van den Raad,
NUHOUT VAN DEK VEEN.
POLITIE.
Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voor
handen het navolgende gevondene, als; een mes met schede; een
boezelaar,- een achterkrat van een wagen; een stuk Leidsche kaas.
li.
Het is ons gebleken, dat de liefde, die de heer Alberdinck
Thijm vóór een tiental jaren verklaarde voor onze grondwet
1.e koesteren niet wortelde in ingenomenheid met hare begin
selen maar alleen hierin hare oorzaak vonddat zij hem een
waarborg scheen tegen den terugkeer van vroegere toestan
den toen de Katholieke Kerk niet vrij was in ons vaderland,
en de Katholieke Nederlanders niet deelden in de rechten van
hunne Protestantsche medeburgers. Vrijheid was volgens den
heer Thijm beter dan onderdrukking. Natuurlijk; dat. zijn
alle voorstanders eener vrijzinnige staatsregeling met hem
eenstot zoover gaan zij samen. Zoo kon de heer Thijm
zelfs met ingenomenheid spreken van de vrijheidsbeweging
in de laatste jaren der vorige eeuw, vooral van hare u i t-
komsten. Hij wilde wel voor zijne Kerk en zijne richting
de vruchten plukken van de nieuwe toestanden,
die geen Protestantsche staatskerk geen uitsluiting van Ka
tholieken veroorloven; daarom betuigde hij nog in i860: //wij
leven onder de Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlan
den: wat mij betreft, tot mijne groote voldoening"; maar
daarom mocht ook toen reeds van zijne liefde voor die grond
wet gevraagd worden
Een liefdedie zoo ras bekoelt
En slechts op eigen voordeel doelt
Zou dat wel ware liefde wezen
Ach neen; in 1871 is het duidelijk gebleken, dat het de
ware liefde niet was.
Hoe zoo -heeft de heer Thijm aan de Nieuwe Rott. Ct.
en aan den heer v. L. B. in de Nederlandsche Spectator ge.-
vraagd. Hévindt ge dat Ik een vijand van onze
Grondwet Gij vergist ugij begrijpt mij niet rechthier
heerscht een misverstand. Ik zal het u ophelderen.
En hij gaat aan het ophelderen; maar op zulk een wijze,
dat de A. Rott. Ct. moet vragen: //Is dat ernst'"' en de heer
-v. L. B. antwoordtdat hij vroeger heeft gemeend dat de
heer Thijm er geen slag - om - den - arm - politiek op na hield
snaar dat hij er nu anders over denkt.
Laat ons zienwat de heer Thijm tot opheldering van
zijn woorden zegt.
//Gij verklaart ons vijandig aan de Grondwet schrijft
hjj -omdat ik gezegd heb,, dat niet alle godsdiensten ge
lijke aanspraak op vrijheid hebben. Mag ik vragen, waar in
onze Grondwet het tegendeel te lezen staat En nu wil
hij ons beduiden, dat hij niets anders heeft bedoeld, dan dat
bij voorbeeld de secte der naaktloopers in ons land moeilijk
heden met de politie zou krijgen Zoo iets had men
waarlijk van den heer Thijm niet. mogen verwachten. Wat
hij zegt is in lijnrechten strijd met zijn eigen woorden. Im
mers waarom heeft hij gezegd, dat //niet, alle godsdiensten
dezelfde aanspraak hebben op het recht van zich overal neder
te zetten en voort te planten Omdat de uitoefening van
.sommige eerediensten overtreding van 's lands wetten zou
ra edebrengen Neen omdat volgens de uitspraak van den
Paiis //niet in alle godsdiensten de waarheid en de zaligheid
kan te vinden zijn." Dat was de grond waarop hij beweerde,
dat n.'nt alle gelijke aanspraak op vrijheid hebben. De
godsdienstleer van de Nederlandsche Hervormde Kerk bij
voorbeeld brengt niet mee overtreding van wetten of politie-
verordenin gen. Volgens de uitspraak van den beer Thijm
heeft zij echter niet dezelfde aanspraak op vrijheid als de
Katholieke lverk, omdat volgens de verklaring van den Paus
in haar de waarheid en de zaligheid niet te vinden is.
Dat men de wet niet mag overtreden, spreekt van zelf. Nie
mand mag zich in dit opzicht tot zijn verontschuldiging beroepen
op zijn godsdienstige geloofsbelijdenis. Dat ziet ook onze
grondwet niet voorbij. Daarom luidt art. 164: /Ieder belijdt
zijne godsdienstige meeningen met volkomen vrijheid,
behoudens de bescherming der maatschappij
en barer leden tegen de overtreding der
strafwet," en art. 165 voegt er bij: //Aan alle kerkge
nootschappen in het Rijk wordt g e 1 ij k e bescherming
verleend." Als nu de heer Thijm had gezegdEr
hebben zich wel eens godsdienstige vereenigingen ge
vormd die aanleiding gaven tot overtreding van de wetten
des landsbij voorbeeld in vroeger eeuw de wederdoopers
die onder anderen het naakt loopen als godsdienstplicht voor
schreven voor zooverre zij dus met de wetten van den staat
in strijii komen hebben niet alle godsdiensten dezelfde aan
spraak op het recht van zich overal neder te zetten en voort
te plantenindien hij zoo iets gezegd hadja dan had
hij niet tegen de grondwet gesproken. Maar nog eenshij
ontzegt aan alle godsdiensten gelijke aanspraak op vrijheid
omdat er maar ééne waarheid bestaatzoowel op het gebied
van den staat als op dat van de godsdienst, en omdat de Paus
op dien grond vrijheid van denken van oordeelen en van
godsdienst heeft afgekeurd.
Niet dat de strafwet gevaar zou loopen overtreden te
wordenmaar dat de Paus vrijheid van denken en oordeelen
/afkeurt, is volgens 's heeren Thijm's eigen woorden een
voldoende "grond voor alle Katholieken om de leer
der vrijheid van godsdienst niet aan te kleven. Die zoo
spreekt, is in lijnrechten strijd met. onze grondwet, niet alleen
met hare beginselen, maar zelfs met haar uitdrukkelijk
voorschrift. Thans bekommert zich de heer Thijm
al zeer weinig om die beginselen; hij vraagt onswaar
staat dat, in de grondwet te lezen Vroeger, in de rol
van apostel der vrijheid tegen gewaande anti-revolutionairen
en Oranjeklanten strijdende als don Q,uichote tegen de
windmolens, in 1860 schreef hij//Daar zijn geene betrekkin
gen tussehen burgers en burgerstussehen het volk en het
Regeerend Stamhuis in het vaderland of zij ontleenen haar
kracht aan de beginselen in de Grondwet neer
gelegd, ja worden niet zelden door het woord der
G r o n d w e t omschreven." Ook daarin is dns een belang
rijke verandering gekomen. Met beginselen is niets meer
tegen hem te beginnen; hij vraagt naar de letter: waar
staat dat te lezen? Gelukkig dat hier geen beroep op
beginselen noodig isen dat men hem op het woord
kan wijzen.
Een tweede opheldering.
//De vrijheid van denken en oordeelende vrijheid om
zijne gedachten te verkondigen is ongeoorloofd", had de heer
Thijm volgens de NRott. Ct. gezegd. Wat antwoordt hij
daarop „De redactie dezer gewraakte stelling neem ik
niet, voor mijne rekening1maar wat beteekent zij anders,
dan dat wij Katholiekenniet slechtsmet het Code Pénal
op het gebied der zedelijkheidgiftige vruchtén veroor-
deeler.maar dat wij ook giftige zaden uit de maatschap
pij verwijderd willen houden Precies daar hebt gij het
j uistdat, was ook het beginsel der inquisitieverkeerde
handelingen zijn de gevolgen van verkeerde denkbeelden
er is slechts één ware leer, de verkondiging en openbare
belijdenis van elke andere leer is dus ongeoorloofdmaar
het kwaad moet, in den wortel worden aangetast, (inquisito-
ren en ultramontanen zijn en waren altijd radicaal), niet al
leen de vruchten, maar vooral ook de zaden moeten
vernietigd worden daarom geen vrijheid van godsdienst, geen
vrijheid om zijn gedachten te verkondigenzelfs niet van
denken en oordeelenook het ongeoorloofd denken en
oordeelen moet gestraft, worden evenzeer als het onge
oorloofd handelen. Op dezelfde gronden verdedigde de
heer Thijm nog in 1868 den brandstapel. Toen ook maakte
hij (in zijn „schrijven aan Dr. W. J. A. Jonckbloet,"
Het tiende Nederlandsch letterkundig kongreser den heer
Moltzer een verwijt vandat hij en filozofen uit zulke
school niet begrijpendat „in de uitspraak van het volks
gemoed gebiedend dat het zwaard der justitie gezwaaid
wordeen heterodoxe stellingen wrakendalsof zij niet
slechts het zaad der misdaad inhieldenmaar alsof de
misdaad hare gift vrucht reeds gedragen haddat,
zich daarin eene mystische daad voltrekthoog
verheven boven de bevatting hunner huis
vaderlijke sentimentalitei t."
Merkwaardig is 't zij terloops opgemerkt dit, beroep
op de uitspraak van het volksgemoed. Terwijl
in den regel volgens het ultramontaansche beginsel alle recht
behoort ontleend te worden aan de uitspraken van het god
delijk gezag en zijne tolken op aarde, mag hier bij uitzonde
ring ter wille van den brandstapel de democratische stem
des volks eens meespreken.
Art. 8 der Grondwet bepaalt: //Niemaud heeft, voorafgaand
verlof noodig om door de drukpers gedachten of gevoelens
te openbaren behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens
de wet." Nu vraagt de heer Thijm: //Volgt uit deze denk
wijze (de veroordeeling namelijk der vrijheid van denken, van
oordeelen en van zijn gedachten te verkondigen), uit dit stre
ven dat wijin rechterlijke betrekking, iemand zouden ver-
oordeelendie van art. 8 der Grondwet een redelijk gebruik
had gemaakt F" Dat moest er nog bijkomen Neen dót
volgt er niet uit. Maar 't is hier de vraag nietof iemand
in rechterlijke betrekkingdiegelijk de heer Thijm verder
zegt's lands wetten bezweert en toepast, omdat hij die toe
passing met zijn geweten kan overeenbrengenopzettelijk die
wetten zal verkrachten en overtreden. Wie zou zoo iets on
derstellen Niemand is verplicht in alle opzichten met de
Grondwet of met 's lands wetten in het algemeen en met hare
beginselen in te steramen. Hij mag ze zelfs afkeuren en be
strijden en tegenovergestelde beginselen verkondigen. Dat
is juist het gevolg van die vrijheid van denken van oordee
len en van zijn gedachten te verkondigendie de heer Thijm
afkeurt, doch die in Nederland gelukkig nog bestaat en waar
van hijeven als ieder andergebruik kan maken zonder
dat iemand recht heeft hem dit kwalijk te nemenmaar hij
moet niet te gelijker tijd beweren, dat hij niet aan de Grondwet
vijandig is. Onze Grondwet verkondigt vrijheid van gods
dienst vrijheid van denken en oordeelen, van spreken, schrij
ven en drukken. »Schijnschoone leerroept de heer Thijm
uit//Er is thans geen Katholiek van naam meer, die derge
lijk stelsel, althans in Nederland zou durven volhouden."
't Zij zoo; ik hoop wel altijd nog beter, maar de heer Tmjm
heeft volkomen vrijheid de leer der Grondwet, te veroordeelen.
Wat echter reden tot groote bevreemding geeft is ditdat
hijals men op die bestrijding van de Grondwet wijstals
men er de aandacht op vestigt, hoe vijandig hij aan de Grond
wet isdaar niets van weten wil en heel onnoozel uitroept
och komhoe kunt gij het zeggen Als de heer Thijm
zegt//Wij verstaan door eerbiedigen der wetin woord en
daad bewijzen dat men aan de wet wil gehoorzamen en haar
wil helpen toepassen. Meer kan men niet vergen", dan is
daar niets op aan te merken. Ook is er niemand die van
den heer Thijm meer vergt. Maar dan blijkt wel uit al
zijn geschrijf, dat hij geen oproer wil maken en niet weer
spannig aan de wet wil zijnzoolang die wet bestaat,zoo
lang de wet wet isdoch tevensdat hij gaarne de bestaande
wet, door een andore zou vervangenwaarbij de vrijheid van
godsdienst en van denken en oordeelen werd opgeheven of
althans „zeer begrensd."
In de feestelijke bijeenkomst te Amsterdam hebben de woord-
li) Natuurlijk, die is onjuist; immers als het denken, oordeelen
en gedachten verkondigen slechts geschiedt overeenkomstig de
uitspraak der eenige waarheid, is cr niets ongeoorloofds in
gelegen.
voerders der ultramontanen eens ronduit hunne gezindheid
en wenschen uitgesproken. Zoo gaat het meer. In de geest
drift der feestvreugde stort het hart zich uit. De 'l ijd had
reeds de begrafenis van liet bereids overleden liberalisme
aangekondigd in de vlammen van het brandend Parijs zou
het ondergaanen in het voorgevoel der zegepraal open
baarde zich onbeschroomd het innigste des gemoeds. Doch
zietop den dag voor zijn begrafenis bestemd vertoont zich
het liberalisme in bloeienden welstand, en laat bedanken voor
het vragen naar zijn gezondheid. Nu is men verschrikt over
zijn eigen stoute taal, het Nederlandsche volk blijkt nog
niet rijp te zijn voor het nieuwe stelselen de Tijd betreurt
van harte dat, men de godsdienstige kwestiën zoo op den
voorgrond heeft geplaatst, de heer Thijm betoogt dat hij
volstrekt niet vijandig is aan de grondwet o volstrekt niet
hij wil alleen maar niet dat men haar „een soort van
f e t i s - dienst" bewijsteerbiediging maar geen veraf
goding zegt hij.
Nog een ander woordvoerder der ultramontanenDr. W.
J. F. Nuyens, schrijft een brief in het Handelsblad, waarin
hij verklaart dat de verslagen, die van de bijeenkomst te Am
sterdam zijn gegeven, zeer onnauwkeurig zijn geweest. Nu
waren die verslagen ontleend aan eene in dit opzielit zeer
vertrouwbare bronaan de Tijd. De heer Nuyens komt dan
ook tegen het verslag van de Tijd op. Zijn brief is zoo merk
waardig zoo curieusdat ik het van harte betreur hem niet
in zijn geheel te kunnen opnemen, 't Geldt hier de woor
den van Dr. Schaepman, die onder anderen volgens het
verslag van de Tijd zou gesproken hebben van //Satan,"
die het //God buiten de wereld" in de wereld zou werpen
die de reformatie zou heeten in 1515, in 1793 de revolutie
zou zijn, in 1871 de Commune van Parijs."Dat een
Roomsch-Katholiek godgeleerde van de ultramontaansche
richting zoo spreekt,verwondert mij niet. In zijne oogen
is èn de reformatie èn de revolutie een even groot kwaad
als de commune. Wat wonder, dat hij het een zoowel als
het ander als het werk des duivels voorstelt,die immers de
oorzaak is van alle kwaadMaar nu de heer Nuyens.
Het verslag in de Tijd is onnauwkeurig zegt hij, en onvolle
dig de verslaggever van de Tijd heeft de hoogdichterlijke vlucht
van Schaepmans rede niet gevat, althans zeer onvolledig te
ruggegeven. Goedmaar wat heeft Dr. Schaepman dan
w e i gezegd en wat niet? Ziedaar wat Dr. Nuyens niet zegt.
Zoo blijven wij vooralsnog even wijs. Maar welke gron
den geeft Dr. Nuyens nu op, dat hij het beter weet, beter
gehoordbeter begrepen en vooral beter onthouden heeft
clan de verslaggever van de Tijd't Zijn dezeik had een
goede plaatsik heb aandachtig gehoord en alles zoo goed
begrepen als één het kan doen. Maar die verslaggever dan,
zat die te ver af om goed te hooren, luisterde hij niet aan
dachtig en was hij niet in staat om de sprekers goed te
begrijpen Daarover zwijgt Dr. Nuyens en juist daarop
komt het aan. Hij deelt nog mee, dat hij zelf gezien heeft,
//dat niet leden der redactie van hel blad maar iemand
anders eenige losse annotatiën van het gesprokene maakte."
Hij zelf schijnt echter niets te hebben aangeteekend. Moet
dit ons vertrouwen op de juistheid zijner verzekeringen ver
sterken? De heer Nuyens neme het mij niet kwalijk,
dat ik vooralsnog geen voldoenden grond meen te hebben
om in z ij n geheugen en z ij n e opvatting van het gespro
kene meer vertrouwen te stellen dan in die van den verslag
gever van de Tijd, die zijn verslag althans heeft geschreven
onder den verschen indruk van het gehoorde. Zekere brief
door den heer Nuyens in 1869 aan de kiezers van Boxmeer
geschreven en waarvan hij later verklaarde, dat sommigen er
het tegenovergestelde in lazen van hetgeen hij had willen zeg
gen en dat, bij nader inzien, de zinsbouw wel eenigen grond
voor hunne opvatting gaf, heeft mij tot mijn spijt geen groo-
ten dunk gegeven van zijn nauwkeurigheid.
Maar hoe moet het nu volgens Dr. Nuyens met het cre-
diet van de Tijd Als dit blad zulk een onnauwkeurig ver
slag geeft van zulke voor alle Katholieken allerbelangrijkste
woordenin tegenwoordigheid van leden der redactie te
Amsterdam gesproken, wat moet men dan denken van hetgeen
het ons uit den vreemde meldtvan zijn berichten uit Rome
bij voorbeeld W. v. d. K.
Te Nancy is hetop uitdrukkelijk verlangen van den op
perbevelhebber van het occupatie-leger, weder vergund, zich
na 10 uren 's avonds op straat te begeven en om de koffie
huizen ook na 9 uren open te laten.
De S. Hendriksdag (15 ffuli) is ditmaal op verscheidene
plaatsen in het zuiden, vooral te Avignon en te Nimes,
gevierd met illuminatiën, vuurwerken, gastmalen en optochten
met een wit vaandel.
Het besluit der budjet-eommissie om het voorgestelde in
voerrecht op de grondstoffen te verwerpen en eene belasting
op de gefabriceerde goederen daarvoor in de plaats te stellen,
is in al de koopsteden en door de voorstanders van den
vrijen handel met groote voldoening vernomen.
In eene den 18 te Versailles gehouden talrijke bijeenkomst
van nieuw verkozen Afgevaardigden heeft de meerderheid
zieh voor het behoud der republiek onder het presidentschap
van den heer Thiers verklaard.
De minister Dufaure, die in de Kamer zijne meening te
kennen gegeven haddat de voormalige leden der gemengde
eommissiën na al het daarover voorgevallene hun ontslag
zouden nemen, heeft den heer Devienne, die te Parijs terug
gekomen was om zijne betrekking van eersten president van
het hof van cassatie te hervatten, vermaand om zijn ontslag
intedienenmaar een weigerend antwoord bekomen.
De censuur der parijsche schouwburgen is thans weder
opgeheven. De administratie heeft echter de directeuren
gelast, zich op het tooncel van alle staatkundige toespe
lingen te onthouden.
Het bedrag der reductie van de leening is thans vastge
steld op 45 p.c. der ingeschreven sommen, zoodat aan Parijs
1125, aan de departementen 540 en aan het buitenland 495
miljoen toegewezen is. De 160 miljoen, welke de schatkist
boven de 2 miljardeu behoudtzijn bestemd tot commissie-
loonen en andere ongelden. Het getal inschrijvers bedraagt
ruim 200,000.
41 Legitimistische organenwaaronder 5 te Parijs en 1 te
Metz verschijnenhebben hunne adluesie aan het manifest
van den graaf v. Chanbord geschonken. Slechts 3 bladen
zouden er rechtstreeks en evenveel onder zeker voorbehoud
protest tegen aangeteekend hebben.
Toen de goede gezindheid van den genl v. Manteujjel, wat
betreft de ontruiming der departementen Euro, Beneden-Seine
en Sonuneafstiet op de moeilijkheden welke de verificatie
der uitgekeerde gelden opleverde, heeft de president van den
ministerraad hem verzocht, zich rechtstreeks tot Keizer Wil
helm te wendenmet het gevolgdat deze per telegraaf
bevel zonddat de in genoemde departementen nog aanwe
zige bezettingstroepen onmiddelijk zouden vertrekken, zonder
de geheele afdoening der betaling aftewachten.
Den 21 is de ontruiming der 3 departementen begonnen.
Te Rouaan AmiensPéronne en in andere plaatsen zijn de
fransche garnizoenen, welke de pruisische vervangen hebben,
met veel geestdrift ontvangen en mildelijk onthaald. Uit
alle huizen wapperde de nationale vlag en op de straten en
pleinen heerschte eene schier uitgelaten vreugde.
De krijgsraad te Marseille heeftvan de tweede groep der
in het April-oproer betrokken personenden luitenant der
nat. garde Hubert tot 20, den burger Augeard tot 10 en 7
andere tot 1 a 6 jaren gevangenisstraf veroordeeld. Eene
vrouw die de tapster der insurgenten geweest was en hen
zeer aangemoedigd had, is vrijgesproken.
De in Algiers opgestane stam van Beni-Menasser, welke
de zeeplaats Cherchell aan de landzijde ingesloten had, heeft,
geene medewerking vindende, grafie gevraagd. Des tam der
Kabijlen heeft meer dan 600000 fr. in de oorlogscontributie
bijgedragen.
Msgr. Guibert heeft de benoeming tot aartsbisschop van
Parijs aanvaardna zieh van de goedkeuring des Pausen
verzekerd te hebben. Hij is 68j jaren oud.
De minister Favre, die in de zitting der Nat. Vergadering
van den 22 voor de motie-Barthe en tegen de motie-Target
gestemd heeftheeft zijn ontslag aangeboden en zieh niet
door den heer Thiers laten bewegen om minister te blijven.
Bij de gemeentelijke verkiezingen te Parijsop den 23
hebben slechts 32 personenwaaronder 27 candidaten van
het Parijsche Pers-Verbondde wettelijke meerderheid be
komen. In 30 van de 48 wijken, waarin herstemmingen
moeten plaats hebbenis door de candidaten van dat Ver-
bond de betrekkelijke meerderheid verkregen. Tot de 5
verkozen radicalen behooren de Afgevaardigde Loiseau Pinson,
de gewezen maire Bonvalet en de maire Pautrain. De ge
wezen prefect Hatissmann is in geene enkele wijk in aanmer
king gekomen. Van de 450000 ingeschreven kiezers zijn nog
geene 190000 opgekomen.
De vereenigde Kamers van het Hof van Cassatie hebben
den 21 de in September door het Gouvernement der Nat.
Defensienaar aanleiding der openbaar gemaakte familie
papieren der gevallen dynastiegedane aanvraag tot disci
plinaire vervolging van den eersten president, den heer De
vienne afgewezen. Het in geheime zitting gevelde vonnis
is openbaar gemaakt en zegtdat de heer D. geenszins deel
heeft gehad aan de hem toegedichte handelingen, maar alleen
eene verzoeningsgezinde zending bij dekeiz. familie [ter zake dei-
hooggaande oneenigheid in 1864 tussehen den Keizer en de
Keizerin wegens 's Keizers bijzit Marguerite Bellanger\ heeft
vervuld en alzoo in stede van te kort te doen aan de waar
digheid der magistratuur, integendeel eene goede en eerbied
waardige daad heeft verricht.
Te Bourges zijn het paleis van den aartsbisschop en zijne
bibliotheek verbrand.
De krijgsraad te Marseille heeft den 25 8 der in het pa
rijsche oproer betrokken beschuldigden veroordeeld tot ge
vangenisstraffen van 10 tot 1 jaar.
De aanvang der zittingen van den krijgsraad te Versailles
is op nieuw uitgesteld.
Volgens besluit der Nat. Vergadering zullen alle huwelijks
voltrekkingen en aangiften van geboorten en overlijdenge
durende het bestaan der Commune te Parijs gedaan, binnen
eene maand voor wettige ambtenaren hernieuwd moeten wor
den. Bij ontstentenis der vroegere aangevers of getuigen
zullen de acten uit de clandestine registers worden overge
boekt. Alles geschiedt kosteloos.
Nationale Verqadeking. De heer Thiers heeft den 19
in de commissie voor het intiiatief het plan van de opheffing-
der nat. garde bestredenuitstel van die kwestie vragende
tot de discussie over demilitaire reorganisatie. Den 21 heeft
hij in de budjctcoramissie het genomen besluit omtrent de
invoerrechten uitvoerig bestreden en de heffing van 20 p. c.
op de grondstoffen verdedigd.
Den 18 is met 419 tegen 137 st. een artikel der departe
mentale wet aangenomenbepalendedat de voorzitters der
permanente eommissiën uit de Algemeene Raden door die
eommissiën zeiven benoemd zullen worden.
Den 19 heeft de Vergadering het door de commissie voor
gestelde artikel goedgekeurd waarbij het aan de Algemeene
Raden verboden wordt om staatkundige wenschen te uiten
maar hen het recht toegekend om wenschen te kennen te geven
omtrent vraagstukken van staathuishoudkundigen aard en
omtrent het algemeen bestuur des lands. Zoomin de regeering
als de oppositie vonden vrede bij deze bepaling. De parijsche
Afgevaardigde Brmet stelde voor om in het reglement van
orde te bepalen, dat het mandaat van een lid, die niet binnen
J4 dagen na de goedkeuring zijner geloofsbrieven zitting
neemtals vervallen wordt beschouwd. Hij bedoelde daar
mede de vernietiging van het mandaat der prinsen v. Or
leans. De gevraagde urgentverklaring werd niet verleend.
Door den heer Schoelcher werd het verlangen te kennen
gegeven naar de opheffing van den staat van beleg der