n No. 42. Drieënzeven t iys I e Jaargang. 1871. ZONDAG 15 OCTOBER. <5>ffictcel (Scbccltc |Joltticf{ ©ucrsicïtt. SlStckclijfischc Bericïtlcn. Frankrijk. Duilschlaml. IBclgie. Ooslcnrijk-llongarije. (■root-lBrittanjc en Ierland. Wcreenigtlc Stalen. ALKMAARSC G A i\ Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,65, franco per post t 0,8 0, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. PROVINCIE NOORDHOLLAND. AANBESTEDING. Op Donderdag den 2den November 1871 des namiddags ten half drie urezalonder nadere goedkeuringaan het lokaal van het Provinciaal bestuur te Haarlem namens en voor rekening van het nagenoemd gemeentebestuur, worden overgegaan tot de aanbesteding van: het verbeteren van de onderwijzerswoning te Petten. De aanbesteding zal plaats hebben bij enkele inschrijving ingevolge art. 1G van het bestek. Het bestek istegen betaling van 25 centste verkrijgen aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur voornoemdaan het bureau voor buitenlandsche paspoorten gevestigd in het raadhuiste Amsterdam en aan de gemeente-secretarie van Petten. Gegadigden worden er aan herinnerd, dat de biljetten van inschrijving des middags ten twaalf urevóór den dag der besteding in de lus moeten gestoken zijn, zoo als art. G3 431 der algemeene voorschriften bepaalt. Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den burgemeester der gemeente Petten en bij den ontwerper van hef bestek den heer F. J. Krieger, provincialen opzichter van den water staat te Alkmaar. Be aanwijzing in loco zal geschieden op Maandag vóór de besteding. PROVINCIALE WATERSTAAT VAN NOORDHOLLAND. AANBESTEDING. Op Donderdag den 2ien November 1S71, des namiddags ten half drie urezal aan het lokaal van het provinciaal bestuur van Noordholland te Baarlem bij enkele inschrijving wor den aanbesteed a. Het driejarig onderhouden van de provinciale Pettemer zeewering. b. Het driejarig onderhouden van de Heldersche zeewering. De bestekken zijn, tegen betaling van 20 cents per exemplaar, verkrijgbaar aan het lokaal van het provinciaal bestuur voor noemd aan het bureau voor buitenlandsche paspoorten op het Stadhuis te Amsterdam en, voor zooveel betreft het bestek van het werk sub b vermeldbij den opzigter van den Provincialen Waterstaat W. Ph. de Kruytf te Beider. Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij den Hoofdingenieur van den Waterstaat te Haarlem en bij den Ingenieur J. M. F. Wellan te Alkmaar. POLITIE. Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voor handen het navolgende gevondene, als: een spoor; een vrouwenzak; twee kerkboekjes en een stuk blaauw katoen; voor eenige weken geleden onbeheerd op de veemarkt gevonden een lam. Lijst van brieven waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de le. helft van September 1871. Mej. W. J.PRILLEV1TS, Aarlauderveen; van STRAATR, 3. LUINENBURG, Mej. van HUCHTENAmsterdam; J. MINDEROP, Delft, P. NIJSKE, Haageveld; P. K. de JONG. K wad ijk. Van het hulpkantoor Rustenburg: C. SPRUIT, Zaandijk. //Mijne zending in Pruisen" is de titel van een vlugschrift van den voormaligen Eranschen gezant te Berlijn den heer Benedetti. Eigenlijk is het geschrift nog niet in het licht, maar wij lezen reeds, dat de heeren van het dagblad le Temps de drukproeven ingezien en daaruit het een en ander meege deeld hebben. De verklaring van dezen getuige in het ge schil tusschen Frankrijk en Pruisen is ongetwijfeld hoogst belangrijk. Hij heeft er zeker geen belang bij, ten voordeele van Pruisen te spreken. Men kan onderstellen, dat hij gaarne zich zeiven geheel wil vrijpleiten van alle verantwoordelijkheid voor den jammerlijken oorlog, die Frankrijk zoo duur is te staan gekomenen ^die verbittering en wrok heeft gezaaid waaruitals de omstandigheden den groei slechts eenigermate bevorderen, wat bij onkruid en giftplanten zoo dikwijls het geval schijnteen nieuwe oogst van ellende te wachten is. Zijn belang brengt zeker mee, alle schuld zoo mogelijk van zich af te werpenaan te toonen dat hij gehandeld heeft overeenkomstig den uitdrukkelijken last des Keizers. Zoo kan er misschien reden bestaan om te vermoedendat hij zich zei ven in een te gunstig daglicht plaatsten wel ten koste van de regeering wier gezant hij wasdoch er bestaat geenerlei reden om hem te verdenken van eenige partijdigheid ten gunste van Fhankrijks tegenstander. Integendeelwil hij zich rechtvaardigen in de oogen zijner landgenootenwil hij de verloren gunst herwinnendan bestaat daartoe bij den nog altijd zoo treurig opgewekten toestand der gemoederen geen beter middel dan de Pruisen en hun Koning zoo zwart mogelijk te maken. En wat zegt nu deze getuige? Yooreerst maakt hij een eind aan de verhalen van de on beleefde en beleedigende wijze waarop Koning Wilhelm zich jegens hem zou hebben gedragen. De FVansche gezant is niet onbeleefd behandeldFrankrijk is niet beleedigd in den persoon van zijn vertegenwoordiger bij den Pruisischen Koning. Benedetti zelf gewaagt van zijn groote voldoe ning toen de aanleiding tot den oorlog was weggenomen, toen de Koning van Pruisen hem berichttedat de Prins van Hohenzollern had afgezien van den Spaansehen troon. Numeende hij was de zaak afgedaanwas alle aanleiding tot verbreking van den vrede weggenomen. En men zal zich herinneren, dat bijna iedereen hetzelfde dacht als Bene detti. Wat had men anders kunnen verwachten, dan dat de vrede bewaard zou blijven? Een Prins van Hohenzollern werd genoemd als toekomstig Koning van Spanje. Dat zal nooit gebeurenriep de Fransche Keizeren hij vroeg of de Koning van Pruisen als hoofd der familie Hohenzollern daartoe zijn toestemming had gegeven. Ja, de Koning had zijn toestemming gegeven. Frankrijk zou nooit dulden riep men alweer uit Parijsdat een Hohenzollern regeerde aan de zuidelijke grenzen des rijks, gelijk reeds een Hohen zollern regeerde aan de noordoostelijke grenzen. Frankrijk mocht zich niet aldus laten insluiten en overvleugelen. En wat gebeurde er nu verder volgens Benedetti De Koning van Pruisen deelde hem mededat de Prins van Hohenzollern aan de regeering te Madrid kennis had ge geven dat hij voor zijn zoon afstand deed van de candidatuur naar den Spaansehen troon. De Koning voegde er nog bij en gaf hem volmacht om naar Parijs te berichten DAT HIJ ALS HOOED DER EAMILIE DAARTOE ZIJN TOESTEM MING HAD GEGEVEN. Inderdaadhoe men ook over de Pruisische regeering en den Kanselier von Bismarck moge denkenmen kan niet ontkennen dat Pruisen hier een groote concessie had ge daan grooter inschikkelijkheid had getoonddan men he laas, van zoogenaamde groote mogenheden gewoon is. Een machtig Koningdoor een machtigen buurman om inlichting gevraagd, erkent dat hij met zeker plan bekend is en daar toe zijn toestemming heeft gegevenen als de buurman hem kort en goed laat zeggen dat hij de uitvoering van dit plan nooit zal gedoogen geeft hij den boodschapper machtiging om aan zijn meester te antwoordendat men van het plan heeft afgezien en dat hij ook daartoe zijn toestemming heeft gegeven. Welk een triomf voor Frankrijk! Op zijne aanmerking wordt met toestemming van Pruisen een plan opgegeven waartoe met toestemming van Pruisen besloten was't Is begrijpelijkdat de gezant Benedetti zich verheugde over zulk een goeden afloop, dat de Minister Ol- livier aan de leden van het Wetgevend Lichaam verklaarde, dat nu alle gevaaar van oorlog geweken was. Maar er wa ren er die den oorlog wilden. De man die te Parijs op den troon zat 't Is zeer twijfelachtig of hij zooveel wilskracht bezat. Sedan heeft ons dezen tooneel-keizer weer in al zijn onwaardigheid en onbe duidendheid doen zien, die reeds voor jaren bij zijn aansla gen te Boulogne en te Straatsburg aan het licht waren ge komen maar die de schrik van den tweeden December en de lange duur van zijn Keizerschap langzamerhand hadden doen vergeten. Mannen die de gebeurtenissen bij den staats greep van 1851 het best hebben onderzocht, hebben steeds beweerddat de man op wiens naam die bloedige misdaad werd gepleegd de noodige geestkracht miste om haar door te zettendat zij het werk is geweest van het troepje gewe- tenlooze en koelbloedige fortuinzoekers dat hem omgaf en hem bij de uitvoering nooit alleen lietmaar zelfs bedreiging moest gebruiken om hem te dwingen de onderneming tot be machtiging van den Franschen troon krachtig door te zetten. Waarsebijnlijk zal hunne voorstelling meer en meer blijken de ware te zijn. Immers ook bij de oorlogsverklaring aan Pruisen viel zekere onwil zekere besluiteloosheid bij den Keizer op te merken. Er was een oorlogspartij in het Mi nisterie een oorlogspartij in de Kamer, en die heeft hem tot den oorlog gebracht die zijn ondergang zou zijn. De mis daad die hem op den troon, en de misdaad die hem ten val brachtwaren zelfs niet zijn eigen werk. Hij beging ze maar de eer van de stoutheid, het ontzag dat men gewoon is voor vermetele boosdoeners te koesteren komt hem niet toe. Neen, de ongelukkige oorlog is niet het werk des Keizers, zegt Benedetti ook niet van de Gramont maar van de publieke opinie, van de opgewondenheid des volks. Ellendige, vernederendeleugenachtige verdediging van een Keizer Leugenachtigzooals de rapporten van de Prefecten uit de departementen hebben bewezenalleen dan waar, wanneer men onder het volk verstaat het gemeen van Parijsonder openbare meening het geschreeuw van het gepeupel der hoofd stad. Ellendig, vernederend, omdat hier van een Keizer, die voorgaf Frankrijk gered te hebben en voor de orde te wakentot zijn verontschuldiging wordt gezegddat hij geen wil en geen gezag haddat hij moest toegeven aan het verlangen van wat hij het volk gelieft te noemendat hij de slaaf was van het gepeupel! Om tot den oorlog te kunnen komen moest de oorlogs partij een nieuwen eisch aan den Koning van Pruisen uit vinden. Dit was geen gemakkelijke taak; immers de steen des aanstoots was weggenomener was geen Prins van Ho henzollern meer die naar de Spaanscbe kroon dong. Men begon met te roepen dat de inwilligingen van Pruisen onvol doende warenen kwam eindelijk tot den prachtigen eisch aan Pruisendat het zich verbinden zou nooit zijn toestem ming te geven aan eenigen Prins van Hohenzollern om den Spaansehen troon te beklimmen. Alsof de Spaansche troon voortdurend onbezet zou blijvenof na verloop van een jaar of wat wel weer vacant zou worden 1 Hoe meer men bedaard over dien eisch nadenkthoe ongerijmder hij ons voorkomt. Benedetti beschouwt hem dan ook geheel als een oorlogsverklaring. De openbare meening verlangde den oorlog//en schrijft de voormalige gezant bet Ministerieoordeelende dat het onvermijdelijk waste genover de toenemende opgewondenheid der openbare meening aan het verlangen gevolg te gevenbesloot mij nieuwe intructies te zenden in dezen geest." Die nieuwe instructies moesten volgens de eigen erkentenis van den gezant die ze ontving, noodzakelijk tot den oorlog leiden en hij verontschuldigt de Keizerlijke regeering alweer met deze woorden,,'t Is de openbare meening, die de re geering heeft genoodzaakt om het zwaard te trekken; 't is de openbare meeningdie in een onweerstaanbare opgewon- heid haar dit besluit heeft voorgeschreven." Of Benedetti geslaagd is in zijn verontschuldiging van de Keizerlijke regeering met een beroep op het bevel der openbare meeningis meer dan twijfelachtigmaar dat hij een afdoende verdediging van Pruisen heeft geschrevenis zeker. W. v. d. K. De President der Republiek heeft msgr. Fruchaudbis schop van Limogestot aartbisschop van Tours en msgr. Gerault de Langalerie, bisschop van Belley, tot aartsbisschop van Aucli benoemd. De commissie van revisie der bevorderingen bij het leger gedurende den oorlog heefthoezeer de eer en de diensten van al de betrokken persenen erkennendeuitsluitend met het oog op de bestaande wettendecreten en reglementen verscheidene divisie- en brigade-generaals tot. lagere graden teruggebracht. De marine-officierendie tot aanvulling bij de landmacht diendenzijn daarbij niet gehandhaafd. De belanghebbende generaals hebben op 2 na. die hun pensioen bebben genomen in de gevallen beslissing berust. De oorzaak der afwezigheid en tijdelijke vervanging van den minister van oorlog door dien van marinewas de nood zakelijkheid om eindelijk de commissie van enquête naar de capitulatiën te benoemen. De minister de Cissey was n.l., als divisie-commandant onder den maarschalk Bazaine, een oogenblik zelf betrokken geweest in de eerste onderhandelin gen over de capitulatie van Metz. Den 2 Oct. heeft hij zijne portefeuille weder hervat. De duitsche pijpenkoopman Jahr heeft bij deurwaarders- exploit bescherming gevorderd van de stad Lyon en den franschen Staat, en hen aansprakelijk gesteld voor aangerichte schade en voor het verlies, veroorzaakt door de sluiting van zijnen winkelwaartoe bij ter zijner beveiliging is overgegaan. De Raad van Revisie heeft de verzoeken van Chautin Benri Maret en Abel Peyrouton om herziening van hun von nis van de hand gewezen. De heer Victor Hugo heeft een onderhoud gehad met den heer Thiers, ten einde hem te verzoekendat aan Henri Ro- cliefort gratie zal worden verleend. Het lyonsche dagblad le Chdtiment (de vroegere Anti-Prus- sien) maakt bekenddat het vrijwillig ophoudt te verschijnen, dewijl het hiertoe anders door een bevel van het gouverne ment zou worden gedwongen. Ten gevolge van een twist met een koffiehuisbediende die „hem niet overeenkomstig zijnen rang bediendeis in hechtenis genomen en aan het bureau van policie als deel genoot aan dcu parijschen opstand herkend Antonio Fact geboortig uit Yigevano zich noemende prins di Sarda, voor malig secretaris van Grousset. Den G is de ontruiming van het departement der Oise welke eenige vertraging had ondervonden geheel afgeloopen. De heer Gabriel de Belcastel en 63 andere Afgevaardigden hebben een adres aan den Paus gericht, ter betuiging hunner aanhankelijkheidhunner aanneming van het leerstuk der onfeilbaarheid en hunner volkomen onderwerping aan het leerstellige gezag der Encyclieken ter zake der noodzakelijke betrekkingen tusschen de burgerlijke en de godsdienstige maatschappijenvoorts van hun voornemen om de revolutie overal en altijd te bestrijden en van hunnen wenschdat de regeering door eene volhardende diplomatieke demonstra tie zal protesteeren tegen de berooving van den H. Stoel door Italië. De gemeenteraad van Parijs beeft den 5 een adres van dankbetuiging aan de City van Londen vastgesteldvoor de giften ter voorziening in de behoefte aan levensmiddelen na bet belegen voorts besloten om den lord-mayor, als ver tegenwoordiger der City, eene gouden medalje te schenken. De krijgsraad heeft den 8 Rossel op nieuw ter dood ver oordeeld hem schuldig achtende aan desertie naar den vijand. De minister van binn. zaken LambreclitAfgevaardigde van het dep', van het Noorden, is den 8 te Versailles plot seling overleden. Hij had den leeftijd van 52 jaren bereikt. Volgens le Siècle brengen de op den oorlog gevolgde tal rijke inhechtenisnemingen onherstelbare verliezen toe aan de parijsche nijverheidinzonderheid die der schoenmakers kleermakersgoudsmeden, schrijnwerkers, steenhouwers en bronsgieters. Sommige dezer vakken worden met vernietiging bedreigd. In den avond van 3 Oet. heeft in de straten te Dyon eene vechtpartij plaats gehad tusschen een franschm&n en een duitsch officier. De eerste ontving eenige sabelhouwen de laatste een messteek. De genl. v. Gróben, de bevelhebber der duitsche bezettingstroepenheeft daarop gelast, dat tus schen 's avonds 8 en 's morgens 5 uren zich niemand op straat mag vertoonen en dat alle koffiehuizen en tapperijen behalve de door de duitschers bezochte's avonds te 8 uren moeten gesloten zijn. De minister van oorlog heeft de militaire commandanten en divisie-generaals uitgenoodigd om hem de officieren aan- tewijzen, die geschikt zouden zijn om hunne kameraden en de ouderofficieren onderricht te geven in de duitsche taal. Volgens V Indépendance Beige heeft de Permanente Com missie de ministers gemachtigd om te Parijs gevestigd te zijn, onder voorwaarde, dat eene delegatie der ministeriën altijd te Versailles aanwezig zij om ter beschikking van de leden der Nat. Vergadering te blijven. Den hertog v. Penthièvreeenigen zoon van den prins v. Joinville, thans 2G jaren oud, vroeger luitenant ter zee der Ver. Staten en daarna van Portugalis voorloopig vergund om zonder genot van soldij en zonder aanspraak op bevor dering op de fransche vloot te dienen. De heer Casimir Périer is tot minister van binn. zaken benoemd. De Keizer heeft de uitgifte van rentedragende schatkist biljetten tot een bedrag van 4,971,600 th. gelast, ten behoeve van de uitbreiding der Rijks-oorlogsmarine en de verbetering der kustverdediging. De fransche minister Pouyer-Quertier is den 8 met eenige hoofdambtenaren te Berlijn aangekomen. Hij werd den 9 gevolgd door graaf v. Arnim. Moeilijkheden ten aanzien van het douanen-tractaat voor den Elzasten gevolge der door de fransche Nat. Vergadering in de grondslagen gebrachte wijzigingen en ten aanzien der betaling van het vierde halve miljard waren de aanleiding dezer overkomst. Prins Bismarck is den 6 en de Keizer den 7 te Berlijn aangekomen. Den 3 is te Koningsbergen slechts een enkel geval van cholera voorgekomen en niemand als aan die ziekte overleden aangegeven. Ook in andere plaatsen in Oost-Pruisen is de cholera in den laatsten tijd sterk afgenomen. De arbeiders eener werktuigfabriek te Brussel hebben hunne patroons verzocht, weder tot de vóór de werkstaking gegol den hebbende voqrwaarden te willen terugkeeren. Bij de be taling van het 14daagsche loon was het hun gebleken, dat de opheffing van bet overwerken ten gevolge hunner „10 uren- beweging" hun j hunner vroegere verdiensten had doen ver liezen. Te Gent hebben 220 arbeiders in eene werktuigfabriek het werk gestaakt. Zij eisehen een werkdag van 10 uren en 50 jp.c. verhooging van loon voor het overwerken. De pa troon verlangt 11 urén werk tegen 12 uren belooning. Een ander fabrikant heeft zijne inrichting gesloten, nadat 40 zijner werklieden den arbeid gestaakt hadden. De burgemeester van Brussel heeft den 9 bekend gemaakt dat de lantaarnopstekers eene werkstaking begonnen hadden, maar dat hij maatregelen genomen had om de stad te verlichten, Oostenrijk. In het adres van antwoord van den boheem- schen Landdag wordt den Keizer dank gezegd voor de er kenning der rechten van Boheme, het met Hongarije gesloten vergelijk goedgekeurd en voorts leedwezen betuigd over het vertrek der duitsche Afgevaardigdenhetwelk echter de Landdag niet zal beletten om de wezenlijke belangen der duitschers in het oog te houden. In eene bij het antwoord gevoegde memorie van toelichting worden als gemeenschap pelijke aangelegenheden voor de geheele monarchie erkend buitenl. zakenoorlog en financiënen als noodig of wen- schelijkeen eigen boheemsch ministerieeen minister voor Boheme te Weenen, 15 Afgevaardigden van Boheme naar de Delegatiëneen Congres van Afgevaardigden voor zekere gemeenschappelijke aangelegenheden en een Senaat voor het beslissen van geschillen tusschen de Landen van geschillen van competentie tusschen de Landdagen en het Congresen van grondwetswijzigingen. Den 10 heeft de Landdag de door zijne commissie in overleg met de regeering ontworpen nationaliteits-wet en kieswethij tweede lezingen daarop het ontwerp-adres met zijne bijlagen, bij derde lezing, met alg. stemmen aan genomen. Er namen meer dan J van het aantal leden van den Landdag aan de stemming deel. De Landdag van Beneden-Oostenrijk heeft alle voorstellen der regeeringbetrekking hebbende op eene wijziging der kieswetmet alg. st., op die der 2 clerikale leden naver worpen. Er is besloten Afgevaardigden voor den Rijksraad te benoemenmaar alleen voor een wettigen, overeenkomstig de constitutie bijeengeroepen Rijksraad. Hongarije. Bij liet onderzoek van de zaak der te Parijs in hechtenis genomen handwerkslieden is gebleken dat zij allen in betrekking stonden met de parijsche Commune en handelden volgens de voorschriften der Internationale. Er zijn 3 Afgevaardigden der uiterste linkerzijde in die zaak betrokken. De Algemeene Vereeniging van mijnwerkers in Engeland en Wales heeft, in hare dezer dagen te Merthyr Tydfil gebonden jaarlijksche vergadering, besloten, een adres aan het Lagerhuis te zendenwaarbij wettelijke bepalingen verzocht worden tot eene voldoende ventilatie der mijnen; tot verbe tering en uitbreiding der mijn-inspectiën door geëxamineerde personentot het beperken van den arbeid van kinderen en jeugdige personen in de mijnen, tot lGjarigen leeftijd gepaard met schoolonderwijscn tot betaling der mijnwerkers bij het stuk wekelijksin geld en zonder eenige korting. De eigenaars der scheepstimmerwerven aan de Clyde hebben den 4 besloten hunne werven ook te sluiten voor de werklieden, die zij bij de reeds 6 weken durende strike nog overgehouden hadden. De schoolcommissie te Liverpool heeftovereenkomstig de bij de schoolwet aan dergelijke commissiën verleende be voegdheid de schoolplichtigheid ingevoerd en besloten om aan de behoeftige ouders de schoolgelden te vergoeden der scholenwelke zij voor hunne kinderen verkiezen. Eenige invloedrijke heerenhet afkeurendedat aldus het geld der belastingschuldigen ten bate der gezindtescholen komt, hebben hier tegen geprotesteerdmaar de minister Forster heeft ge weigerd tusschenbeide te komen. De veldmaarschalk sir John Burgoyne is den 7 overleden. De minister Gladstone heeft aan degenendie de invrij heidstelling der gevangen fenians hebben gevraagddoen wetendat die gevangenen niet als staatkundige misdadigers beschouwd en derhalve niet op vrije voeten gesteld kunnen worden. De engelsche uitvoerhandel heeft in September 16 p.c. meer bedragen dan gedurende Sept. 1870 en 22 p.c. meer dan gedurende die maand in 18G9. Den 10 is te Dublin eene groote meeting gehouden ten gunste van het verleeneu van amnestie aan de fenian-ge- vangenen. Alom in den lande openbaart zich de zucht om de slacht offers van den brand te Chicago hulp te bieden. In den nacht van 8—9 is te Chicagobij harden wind een hevige brand uitgebrokenwaardoor des morgens reeds 30 blokken huizen vernield en eenige menschen omgekomen waren, 's Avonds lag reeds de helft der stad in puin. Men rekende, dat toen 12000 gebouwen verbrand en 100,000 menschen zonder dak waren. Te middernacht werd J der stad verloren gerekend. Uit alle omliggende plaatsen werd hulp gezonden en overal werden inschrijvingen geopend om

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1871 | | pagina 1