n
No. 42.
Drieënzeven t iys I e
Jaargang.
1871.
ZONDAG
15 OCTOBER.
<5>ffictcel (Scbccltc
|Joltticf{ ©ucrsicïtt.
SlStckclijfischc Bericïtlcn.
Frankrijk.
Duilschlaml.
IBclgie.
Ooslcnrijk-llongarije.
(■root-lBrittanjc en Ierland.
Wcreenigtlc Stalen.
ALKMAARSC
G
A i\
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,65, franco per post t 0,8 0,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
PROVINCIE NOORDHOLLAND.
AANBESTEDING.
Op Donderdag den 2den November 1871 des namiddags
ten half drie urezalonder nadere goedkeuringaan het
lokaal van het Provinciaal bestuur te Haarlem namens en
voor rekening van het nagenoemd gemeentebestuur, worden
overgegaan tot de aanbesteding van:
het verbeteren van de onderwijzerswoning
te Petten.
De aanbesteding zal plaats hebben bij enkele inschrijving
ingevolge art. 1G van het bestek.
Het bestek istegen betaling van 25 centste verkrijgen
aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur voornoemdaan
het bureau voor buitenlandsche paspoorten gevestigd in
het raadhuiste Amsterdam en aan de gemeente-secretarie
van Petten.
Gegadigden worden er aan herinnerd, dat de biljetten van
inschrijving des middags ten twaalf urevóór den dag der
besteding in de lus moeten gestoken zijn, zoo als art. G3 431
der algemeene voorschriften bepaalt.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den burgemeester
der gemeente Petten en bij den ontwerper van hef bestek
den heer F. J. Krieger, provincialen opzichter van den water
staat te Alkmaar.
Be aanwijzing in loco zal geschieden op Maandag vóór de
besteding.
PROVINCIALE WATERSTAAT VAN NOORDHOLLAND.
AANBESTEDING.
Op Donderdag den 2ien November 1S71, des namiddags ten
half drie urezal aan het lokaal van het provinciaal bestuur
van Noordholland te Baarlem bij enkele inschrijving wor
den aanbesteed
a. Het driejarig onderhouden van de provinciale
Pettemer zeewering.
b. Het driejarig onderhouden van de Heldersche
zeewering.
De bestekken zijn, tegen betaling van 20 cents per exemplaar,
verkrijgbaar aan het lokaal van het provinciaal bestuur voor
noemd aan het bureau voor buitenlandsche paspoorten op
het Stadhuis te Amsterdam en, voor zooveel betreft het bestek
van het werk sub b vermeldbij den opzigter van den
Provincialen Waterstaat W. Ph. de Kruytf te Beider.
Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij den
Hoofdingenieur van den Waterstaat te Haarlem en bij den
Ingenieur J. M. F. Wellan te Alkmaar.
POLITIE.
Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voor
handen het navolgende gevondene, als: een spoor; een vrouwenzak;
twee kerkboekjes en een stuk blaauw katoen; voor eenige weken
geleden onbeheerd op de veemarkt gevonden een lam.
Lijst van brieven waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de le. helft van September 1871.
Mej. W. J.PRILLEV1TS, Aarlauderveen; van STRAATR,
3. LUINENBURG, Mej. van HUCHTENAmsterdam;
J. MINDEROP, Delft, P. NIJSKE, Haageveld; P. K. de
JONG. K wad ijk.
Van het hulpkantoor Rustenburg:
C. SPRUIT, Zaandijk.
//Mijne zending in Pruisen" is de titel van een vlugschrift
van den voormaligen Eranschen gezant te Berlijn den heer
Benedetti. Eigenlijk is het geschrift nog niet in het licht,
maar wij lezen reeds, dat de heeren van het dagblad le Temps
de drukproeven ingezien en daaruit het een en ander meege
deeld hebben. De verklaring van dezen getuige in het ge
schil tusschen Frankrijk en Pruisen is ongetwijfeld hoogst
belangrijk. Hij heeft er zeker geen belang bij, ten voordeele
van Pruisen te spreken. Men kan onderstellen, dat hij gaarne
zich zeiven geheel wil vrijpleiten van alle verantwoordelijkheid
voor den jammerlijken oorlog, die Frankrijk zoo duur is te
staan gekomenen ^die verbittering en wrok heeft gezaaid
waaruitals de omstandigheden den groei slechts eenigermate
bevorderen, wat bij onkruid en giftplanten zoo dikwijls het
geval schijnteen nieuwe oogst van ellende te wachten is.
Zijn belang brengt zeker mee, alle schuld zoo mogelijk van
zich af te werpenaan te toonen dat hij gehandeld heeft
overeenkomstig den uitdrukkelijken last des Keizers. Zoo
kan er misschien reden bestaan om te vermoedendat hij zich
zei ven in een te gunstig daglicht plaatsten wel ten koste
van de regeering wier gezant hij wasdoch er bestaat geenerlei
reden om hem te verdenken van eenige partijdigheid ten
gunste van Fhankrijks tegenstander. Integendeelwil hij zich
rechtvaardigen in de oogen zijner landgenootenwil hij de
verloren gunst herwinnendan bestaat daartoe bij den nog
altijd zoo treurig opgewekten toestand der gemoederen geen
beter middel dan de Pruisen en hun Koning zoo zwart
mogelijk te maken.
En wat zegt nu deze getuige?
Yooreerst maakt hij een eind aan de verhalen van de on
beleefde en beleedigende wijze waarop Koning Wilhelm
zich jegens hem zou hebben gedragen. De FVansche gezant
is niet onbeleefd behandeldFrankrijk is niet beleedigd in
den persoon van zijn vertegenwoordiger bij den Pruisischen
Koning. Benedetti zelf gewaagt van zijn groote voldoe
ning toen de aanleiding tot den oorlog was weggenomen,
toen de Koning van Pruisen hem berichttedat de Prins
van Hohenzollern had afgezien van den Spaansehen troon.
Numeende hij was de zaak afgedaanwas alle aanleiding
tot verbreking van den vrede weggenomen. En men zal
zich herinneren, dat bijna iedereen hetzelfde dacht als Bene
detti. Wat had men anders kunnen verwachten, dan dat de
vrede bewaard zou blijven? Een Prins van Hohenzollern
werd genoemd als toekomstig Koning van Spanje. Dat zal
nooit gebeurenriep de Fransche Keizeren hij vroeg of
de Koning van Pruisen als hoofd der familie Hohenzollern
daartoe zijn toestemming had gegeven. Ja, de Koning had
zijn toestemming gegeven. Frankrijk zou nooit dulden
riep men alweer uit Parijsdat een Hohenzollern regeerde
aan de zuidelijke grenzen des rijks, gelijk reeds een Hohen
zollern regeerde aan de noordoostelijke grenzen. Frankrijk
mocht zich niet aldus laten insluiten en overvleugelen.
En wat gebeurde er nu verder volgens Benedetti De
Koning van Pruisen deelde hem mededat de Prins van
Hohenzollern aan de regeering te Madrid kennis had ge
geven dat hij voor zijn zoon afstand deed van de candidatuur
naar den Spaansehen troon. De Koning voegde er nog bij
en gaf hem volmacht om naar Parijs te berichten
DAT HIJ ALS HOOED DER EAMILIE DAARTOE ZIJN TOESTEM
MING HAD GEGEVEN.
Inderdaadhoe men ook over de Pruisische regeering en
den Kanselier von Bismarck moge denkenmen kan niet
ontkennen dat Pruisen hier een groote concessie had ge
daan grooter inschikkelijkheid had getoonddan men he
laas, van zoogenaamde groote mogenheden gewoon is. Een
machtig Koningdoor een machtigen buurman om inlichting
gevraagd, erkent dat hij met zeker plan bekend is en daar
toe zijn toestemming heeft gegevenen als de buurman hem
kort en goed laat zeggen dat hij de uitvoering van dit plan
nooit zal gedoogen geeft hij den boodschapper machtiging
om aan zijn meester te antwoordendat men van het plan
heeft afgezien en dat hij ook daartoe zijn toestemming heeft
gegeven. Welk een triomf voor Frankrijk! Op zijne
aanmerking wordt met toestemming van Pruisen een plan
opgegeven waartoe met toestemming van Pruisen besloten
was't Is begrijpelijkdat de gezant Benedetti zich
verheugde over zulk een goeden afloop, dat de Minister Ol-
livier aan de leden van het Wetgevend Lichaam verklaarde,
dat nu alle gevaaar van oorlog geweken was. Maar er wa
ren er die den oorlog wilden.
De man die te Parijs op den troon zat 't Is zeer
twijfelachtig of hij zooveel wilskracht bezat. Sedan heeft ons
dezen tooneel-keizer weer in al zijn onwaardigheid en onbe
duidendheid doen zien, die reeds voor jaren bij zijn aansla
gen te Boulogne en te Straatsburg aan het licht waren ge
komen maar die de schrik van den tweeden December en
de lange duur van zijn Keizerschap langzamerhand hadden
doen vergeten. Mannen die de gebeurtenissen bij den staats
greep van 1851 het best hebben onderzocht, hebben steeds
beweerddat de man op wiens naam die bloedige misdaad
werd gepleegd de noodige geestkracht miste om haar door
te zettendat zij het werk is geweest van het troepje gewe-
tenlooze en koelbloedige fortuinzoekers dat hem omgaf en hem
bij de uitvoering nooit alleen lietmaar zelfs bedreiging
moest gebruiken om hem te dwingen de onderneming tot be
machtiging van den Franschen troon krachtig door te zetten.
Waarsebijnlijk zal hunne voorstelling meer en meer blijken
de ware te zijn. Immers ook bij de oorlogsverklaring aan
Pruisen viel zekere onwil zekere besluiteloosheid bij den
Keizer op te merken. Er was een oorlogspartij in het Mi
nisterie een oorlogspartij in de Kamer, en die heeft hem tot
den oorlog gebracht die zijn ondergang zou zijn. De mis
daad die hem op den troon, en de misdaad die hem ten val
brachtwaren zelfs niet zijn eigen werk. Hij beging ze
maar de eer van de stoutheid, het ontzag dat men gewoon is
voor vermetele boosdoeners te koesteren komt hem niet toe.
Neen, de ongelukkige oorlog is niet het werk des Keizers,
zegt Benedetti ook niet van de Gramont maar van de
publieke opinie, van de opgewondenheid des volks. Ellendige,
vernederendeleugenachtige verdediging van een Keizer
Leugenachtigzooals de rapporten van de Prefecten uit de
departementen hebben bewezenalleen dan waar, wanneer
men onder het volk verstaat het gemeen van Parijsonder
openbare meening het geschreeuw van het gepeupel der hoofd
stad. Ellendig, vernederend, omdat hier van een Keizer,
die voorgaf Frankrijk gered te hebben en voor de orde te
wakentot zijn verontschuldiging wordt gezegddat hij
geen wil en geen gezag haddat hij moest toegeven aan het
verlangen van wat hij het volk gelieft te noemendat hij
de slaaf was van het gepeupel!
Om tot den oorlog te kunnen komen moest de oorlogs
partij een nieuwen eisch aan den Koning van Pruisen uit
vinden. Dit was geen gemakkelijke taak; immers de steen
des aanstoots was weggenomener was geen Prins van Ho
henzollern meer die naar de Spaanscbe kroon dong. Men
begon met te roepen dat de inwilligingen van Pruisen onvol
doende warenen kwam eindelijk tot den prachtigen eisch
aan Pruisendat het zich verbinden zou nooit zijn toestem
ming te geven aan eenigen Prins van Hohenzollern om
den Spaansehen troon te beklimmen. Alsof de Spaansche
troon voortdurend onbezet zou blijvenof na verloop van
een jaar of wat wel weer vacant zou worden 1 Hoe meer
men bedaard over dien eisch nadenkthoe ongerijmder hij
ons voorkomt. Benedetti beschouwt hem dan ook geheel
als een oorlogsverklaring. De openbare meening verlangde
den oorlog//en schrijft de voormalige gezant bet
Ministerieoordeelende dat het onvermijdelijk waste
genover de toenemende opgewondenheid der openbare
meening aan het verlangen gevolg te gevenbesloot
mij nieuwe intructies te zenden in dezen geest." Die
nieuwe instructies moesten volgens de eigen erkentenis
van den gezant die ze ontving, noodzakelijk tot den oorlog
leiden en hij verontschuldigt de Keizerlijke regeering alweer
met deze woorden,,'t Is de openbare meening, die de re
geering heeft genoodzaakt om het zwaard te trekken; 't is
de openbare meeningdie in een onweerstaanbare opgewon-
heid haar dit besluit heeft voorgeschreven."
Of Benedetti geslaagd is in zijn verontschuldiging van
de Keizerlijke regeering met een beroep op het bevel der
openbare meeningis meer dan twijfelachtigmaar dat hij
een afdoende verdediging van Pruisen heeft geschrevenis
zeker. W. v. d. K.
De President der Republiek heeft msgr. Fruchaudbis
schop van Limogestot aartbisschop van Tours en msgr.
Gerault de Langalerie, bisschop van Belley, tot aartsbisschop
van Aucli benoemd.
De commissie van revisie der bevorderingen bij het leger
gedurende den oorlog heefthoezeer de eer en de diensten
van al de betrokken persenen erkennendeuitsluitend met
het oog op de bestaande wettendecreten en reglementen
verscheidene divisie- en brigade-generaals tot. lagere graden
teruggebracht. De marine-officierendie tot aanvulling bij
de landmacht diendenzijn daarbij niet gehandhaafd. De
belanghebbende generaals hebben op 2 na. die hun pensioen
bebben genomen in de gevallen beslissing berust.
De oorzaak der afwezigheid en tijdelijke vervanging van
den minister van oorlog door dien van marinewas de nood
zakelijkheid om eindelijk de commissie van enquête naar de
capitulatiën te benoemen. De minister de Cissey was n.l.,
als divisie-commandant onder den maarschalk Bazaine, een
oogenblik zelf betrokken geweest in de eerste onderhandelin
gen over de capitulatie van Metz. Den 2 Oct. heeft hij
zijne portefeuille weder hervat.
De duitsche pijpenkoopman Jahr heeft bij deurwaarders-
exploit bescherming gevorderd van de stad Lyon en den
franschen Staat, en hen aansprakelijk gesteld voor aangerichte
schade en voor het verlies, veroorzaakt door de sluiting van
zijnen winkelwaartoe bij ter zijner beveiliging is overgegaan.
De Raad van Revisie heeft de verzoeken van Chautin
Benri Maret en Abel Peyrouton om herziening van hun von
nis van de hand gewezen.
De heer Victor Hugo heeft een onderhoud gehad met den
heer Thiers, ten einde hem te verzoekendat aan Henri Ro-
cliefort gratie zal worden verleend.
Het lyonsche dagblad le Chdtiment (de vroegere Anti-Prus-
sien) maakt bekenddat het vrijwillig ophoudt te verschijnen,
dewijl het hiertoe anders door een bevel van het gouverne
ment zou worden gedwongen.
Ten gevolge van een twist met een koffiehuisbediende
die „hem niet overeenkomstig zijnen rang bediendeis in
hechtenis genomen en aan het bureau van policie als deel
genoot aan dcu parijschen opstand herkend Antonio Fact
geboortig uit Yigevano zich noemende prins di Sarda, voor
malig secretaris van Grousset.
Den G is de ontruiming van het departement der Oise
welke eenige vertraging had ondervonden geheel afgeloopen.
De heer Gabriel de Belcastel en 63 andere Afgevaardigden
hebben een adres aan den Paus gericht, ter betuiging hunner
aanhankelijkheidhunner aanneming van het leerstuk der
onfeilbaarheid en hunner volkomen onderwerping aan het
leerstellige gezag der Encyclieken ter zake der noodzakelijke
betrekkingen tusschen de burgerlijke en de godsdienstige
maatschappijenvoorts van hun voornemen om de revolutie
overal en altijd te bestrijden en van hunnen wenschdat
de regeering door eene volhardende diplomatieke demonstra
tie zal protesteeren tegen de berooving van den H. Stoel
door Italië.
De gemeenteraad van Parijs beeft den 5 een adres van
dankbetuiging aan de City van Londen vastgesteldvoor de
giften ter voorziening in de behoefte aan levensmiddelen na
bet belegen voorts besloten om den lord-mayor, als ver
tegenwoordiger der City, eene gouden medalje te schenken.
De krijgsraad heeft den 8 Rossel op nieuw ter dood ver
oordeeld hem schuldig achtende aan desertie naar den vijand.
De minister van binn. zaken LambreclitAfgevaardigde
van het dep', van het Noorden, is den 8 te Versailles plot
seling overleden. Hij had den leeftijd van 52 jaren bereikt.
Volgens le Siècle brengen de op den oorlog gevolgde tal
rijke inhechtenisnemingen onherstelbare verliezen toe aan de
parijsche nijverheidinzonderheid die der schoenmakers
kleermakersgoudsmeden, schrijnwerkers, steenhouwers en
bronsgieters. Sommige dezer vakken worden met vernietiging
bedreigd.
In den avond van 3 Oet. heeft in de straten te Dyon
eene vechtpartij plaats gehad tusschen een franschm&n en
een duitsch officier. De eerste ontving eenige sabelhouwen
de laatste een messteek. De genl. v. Gróben, de bevelhebber
der duitsche bezettingstroepenheeft daarop gelast, dat tus
schen 's avonds 8 en 's morgens 5 uren zich niemand op
straat mag vertoonen en dat alle koffiehuizen en tapperijen
behalve de door de duitschers bezochte's avonds te 8 uren
moeten gesloten zijn.
De minister van oorlog heeft de militaire commandanten
en divisie-generaals uitgenoodigd om hem de officieren aan-
tewijzen, die geschikt zouden zijn om hunne kameraden en
de ouderofficieren onderricht te geven in de duitsche taal.
Volgens V Indépendance Beige heeft de Permanente Com
missie de ministers gemachtigd om te Parijs gevestigd te
zijn, onder voorwaarde, dat eene delegatie der ministeriën
altijd te Versailles aanwezig zij om ter beschikking van de
leden der Nat. Vergadering te blijven.
Den hertog v. Penthièvreeenigen zoon van den prins
v. Joinville, thans 2G jaren oud, vroeger luitenant ter zee der
Ver. Staten en daarna van Portugalis voorloopig vergund
om zonder genot van soldij en zonder aanspraak op bevor
dering op de fransche vloot te dienen.
De heer Casimir Périer is tot minister van binn. zaken
benoemd.
De Keizer heeft de uitgifte van rentedragende schatkist
biljetten tot een bedrag van 4,971,600 th. gelast, ten behoeve
van de uitbreiding der Rijks-oorlogsmarine en de verbetering
der kustverdediging.
De fransche minister Pouyer-Quertier is den 8 met eenige
hoofdambtenaren te Berlijn aangekomen. Hij werd den 9
gevolgd door graaf v. Arnim. Moeilijkheden ten aanzien van
het douanen-tractaat voor den Elzasten gevolge der door
de fransche Nat. Vergadering in de grondslagen gebrachte
wijzigingen en ten aanzien der betaling van het vierde halve
miljard waren de aanleiding dezer overkomst.
Prins Bismarck is den 6 en de Keizer den 7 te Berlijn
aangekomen.
Den 3 is te Koningsbergen slechts een enkel geval van
cholera voorgekomen en niemand als aan die ziekte overleden
aangegeven. Ook in andere plaatsen in Oost-Pruisen is de
cholera in den laatsten tijd sterk afgenomen.
De arbeiders eener werktuigfabriek te Brussel hebben hunne
patroons verzocht, weder tot de vóór de werkstaking gegol
den hebbende voqrwaarden te willen terugkeeren. Bij de be
taling van het 14daagsche loon was het hun gebleken, dat
de opheffing van bet overwerken ten gevolge hunner „10 uren-
beweging" hun j hunner vroegere verdiensten had doen ver
liezen.
Te Gent hebben 220 arbeiders in eene werktuigfabriek het
werk gestaakt. Zij eisehen een werkdag van 10 uren en
50 jp.c. verhooging van loon voor het overwerken. De pa
troon verlangt 11 urén werk tegen 12 uren belooning. Een
ander fabrikant heeft zijne inrichting gesloten, nadat 40 zijner
werklieden den arbeid gestaakt hadden.
De burgemeester van Brussel heeft den 9 bekend gemaakt
dat de lantaarnopstekers eene werkstaking begonnen hadden,
maar dat hij maatregelen genomen had om de stad te verlichten,
Oostenrijk. In het adres van antwoord van den boheem-
schen Landdag wordt den Keizer dank gezegd voor de er
kenning der rechten van Boheme, het met Hongarije gesloten
vergelijk goedgekeurd en voorts leedwezen betuigd over het
vertrek der duitsche Afgevaardigdenhetwelk echter de
Landdag niet zal beletten om de wezenlijke belangen der
duitschers in het oog te houden. In eene bij het antwoord
gevoegde memorie van toelichting worden als gemeenschap
pelijke aangelegenheden voor de geheele monarchie erkend
buitenl. zakenoorlog en financiënen als noodig of wen-
schelijkeen eigen boheemsch ministerieeen minister voor
Boheme te Weenen, 15 Afgevaardigden van Boheme naar
de Delegatiëneen Congres van Afgevaardigden voor zekere
gemeenschappelijke aangelegenheden en een Senaat voor het
beslissen van geschillen tusschen de Landen van geschillen
van competentie tusschen de Landdagen en het Congresen
van grondwetswijzigingen.
Den 10 heeft de Landdag de door zijne commissie in
overleg met de regeering ontworpen nationaliteits-wet en
kieswethij tweede lezingen daarop het ontwerp-adres
met zijne bijlagen, bij derde lezing, met alg. stemmen aan
genomen. Er namen meer dan J van het aantal leden van
den Landdag aan de stemming deel.
De Landdag van Beneden-Oostenrijk heeft alle voorstellen
der regeeringbetrekking hebbende op eene wijziging der
kieswetmet alg. st., op die der 2 clerikale leden naver
worpen. Er is besloten Afgevaardigden voor den Rijksraad
te benoemenmaar alleen voor een wettigen, overeenkomstig
de constitutie bijeengeroepen Rijksraad.
Hongarije. Bij liet onderzoek van de zaak der te Parijs
in hechtenis genomen handwerkslieden is gebleken dat zij
allen in betrekking stonden met de parijsche Commune en
handelden volgens de voorschriften der Internationale. Er
zijn 3 Afgevaardigden der uiterste linkerzijde in die zaak
betrokken.
De Algemeene Vereeniging van mijnwerkers in Engeland
en Wales heeft, in hare dezer dagen te Merthyr Tydfil
gebonden jaarlijksche vergadering, besloten, een adres aan het
Lagerhuis te zendenwaarbij wettelijke bepalingen verzocht
worden tot eene voldoende ventilatie der mijnen; tot verbe
tering en uitbreiding der mijn-inspectiën door geëxamineerde
personentot het beperken van den arbeid van kinderen en
jeugdige personen in de mijnen, tot lGjarigen leeftijd gepaard
met schoolonderwijscn tot betaling der mijnwerkers bij het
stuk wekelijksin geld en zonder eenige korting.
De eigenaars der scheepstimmerwerven aan de Clyde hebben
den 4 besloten hunne werven ook te sluiten voor de werklieden,
die zij bij de reeds 6 weken durende strike nog overgehouden
hadden.
De schoolcommissie te Liverpool heeftovereenkomstig
de bij de schoolwet aan dergelijke commissiën verleende be
voegdheid de schoolplichtigheid ingevoerd en besloten om
aan de behoeftige ouders de schoolgelden te vergoeden der
scholenwelke zij voor hunne kinderen verkiezen. Eenige
invloedrijke heerenhet afkeurendedat aldus het geld der
belastingschuldigen ten bate der gezindtescholen komt, hebben
hier tegen geprotesteerdmaar de minister Forster heeft ge
weigerd tusschenbeide te komen.
De veldmaarschalk sir John Burgoyne is den 7 overleden.
De minister Gladstone heeft aan degenendie de invrij
heidstelling der gevangen fenians hebben gevraagddoen
wetendat die gevangenen niet als staatkundige misdadigers
beschouwd en derhalve niet op vrije voeten gesteld kunnen
worden.
De engelsche uitvoerhandel heeft in September 16 p.c.
meer bedragen dan gedurende Sept. 1870 en 22 p.c. meer
dan gedurende die maand in 18G9.
Den 10 is te Dublin eene groote meeting gehouden ten
gunste van het verleeneu van amnestie aan de fenian-ge-
vangenen.
Alom in den lande openbaart zich de zucht om de slacht
offers van den brand te Chicago hulp te bieden.
In den nacht van 8—9 is te Chicagobij harden wind
een hevige brand uitgebrokenwaardoor des morgens reeds
30 blokken huizen vernield en eenige menschen omgekomen
waren, 's Avonds lag reeds de helft der stad in puin. Men
rekende, dat toen 12000 gebouwen verbrand en 100,000
menschen zonder dak waren. Te middernacht werd J der
stad verloren gerekend. Uit alle omliggende plaatsen werd
hulp gezonden en overal werden inschrijvingen geopend om