No. 44.
Drieënzeventig ste
Jaargang
1871.
Z O N I) A G
29 OCTOBE R.
Groote Najaars-Veemarkten
©fficiccl ©cbccltc
te I, 14 II t A R,
Maandag 6 November 1871,
Woensdag 22 November 1871.
Slaal en Kerk.
ö^tckclijkschc ttcrichtcn.
Buitsclilanil.
Rclgic.
Binnenland.
AL
i k a r.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,G5, franco per post t O.Sö,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTE R ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een bijbladbevattende
vervolg van buitenlandse/ie belichten en verslag van
den Gemeenteraad.
Lijst van brieven waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 2e. helft van September 1871.
Van den GAAGAlkmaar; mej. DIJKMAN, wed. G.
BAGGE—CATON Amsterdam; C. APPEL, Broek in Wa
terland E. E. ZAAGMAN 's GravenhageDIRKSEN
de RijpW. de ZEEUW, Utrecht.
Overal waar het stelsel «een vrije kerk in een vrijen staat"
is toegepastniet in schijn maar in waarheidniet op het
papier maar in werkelijkheidbehoeft de staat zich niet in
te latenmag de staat zich niet inlaten met kerk- en geloofs
leer, met. hetgeen sommigen wijziging en uitbreiding der
kerkleer noemen, en waarvan anderen verklaren, dat het niets
anders is dan de volkomen openbaring en de openlijke ver
kondiging eener oude onveranderlijke waarheidwaarin men
thans alleen een helderder inzicht heeft gekregen. De staat
heeft daarmede niets te maken, heeft in die zaken geen stem.
Anders is het, waar de staat met de kerk een onderling verbond
heeft gesloten, een maatschap heeft aangegaan in het belang zij
ner burgers. Daar mag de eene bondgenoot zeer zeker onder
zoekeu of de ander nog wel vriendschappelijk jegens hem
gezind isof de zoogenaamde bondgenoot niet misschien min
of meer vijandige bedoelingen koestertof zij ook geheel
tegenstrijdige beginselen zijn toegedaan en tegenstrijdige leer
stellingen verkondigenof er samenwerking of wel tegen
werking bestaat. Is het laatste het treval, loopen de inzichten
uiteen, bestaat er strijd van belang, beoogt elk der partijen
een verschillend doel, dan is het oogenblik gekomen om het
bondgenootschap op te zeggen, om de maatschap te ontbin
den, hm ieder voor zich zijn vrijheid terug te nemen en zijn
eigen weg te gaan.
Zoo staan de zaken in die land°n, waar de staat met,
de kerk dat verdrag heeft geslotendat men eeu con
cordaat noemt. In Beieren bij voorbeeld. Neen toch niet
voert men hiertegen aan neen toch niet. men mag zijn
verbintenissen maar niet eigendunkelijk verbrekendat zou
een mooie maatschappelijke toestand wordenals de een het
recht had om bij voorbeeld tegen den ander te zeggenik
heb u gisteren wel mijn huis verkocht of mijn land verhuurd,
maar ik heb mij bedacht, ik wil er niet meer van weten, er
komt niets van ik zeg onze overeenkomst weer op. Laat
ons zien, of die tegenwerping gegrond is.
Vooreerst hebben wij hier niet met een vraag van burgerlijk
recht te doen. Hier is geen geschreven wet, hier kan slechts ae
billijkheid uitspraak doen. Toch kan een vergelijking met het ge
wone tusschen particuliere personen geldend recht geen kwaad,
mits bij die vergelijking op den aard van de overeenkomst
gelet wordt. Over het algemeen is het gewone recht reeds
afkeerig van alle zoogenaamde eeuwigdurende verbintenis
sen. Een overeenkomst waarbij iemand zijne diensten vooi
altijd aan een ander verhuurtis daarom alleen reeds
nietig; men kan dit slechts voor een bepaalden tijd doen.
Elke overeenkomst van buurvoor onbepaalden tijd aange
gaan kan immers worden opgezegd. Dat meester en knecht
elkander de huur opzeggen, is de mpest alledaagsche zaak.
Huurder en verhuurder doen desgelijks met de buur van buis'
of land. De overeenkomst van burgerlijk rechtwaarmee het
concordaathet verdrag tusschen staat en kerkmisschien
nog het best vergeleken kan wordenis de maatschap of ven
nootschap en daar heeft immerswanneer de maatschap
niet voor bepaalden tijd is aangegaanelke vennoot het recht
de vennootschap op te zeggen, mits die opzegging te goe
der trouw en niet ontijdig geschiedt. En zou men nu willen
bewerendat wanneer staat en kerk een verdrageen trac-
taateen concordaat sluiten voor onbepaalden tijd die over
eenkomst ten eeuwigen dage onveranderd zou moeten blijven,
als ééne der beide partijen ongezind was haar te wijzigen of
te ontbinden
Als twee staten een verbond van onderlinge verdediging
sluitenals zij zich elkanders vrienden en bondgenooten ver»
klaren en maatregelen nemen in beider belang tegen gemeen
schappelijk gevaarzou men dan willendat dit verbond voor
de eeuwigheid gesloten was dat geen der partijen het recht
zou hebben bet verbond op te zeggenals de beide staten
eens niet meer dezelfde belangen hadden als er integendeel
strijd van belang en van inzicht was ontstaanals de een
voordeelig achtte wat de ander nadeelig oordeelde, als de
een zijn veiligheid zag in hetgeen de ander een gevaar meende
te zijn
Nog mag hier niet worden voorbijgezien, dat in de be
trekkingen tusschen de staten onderling en evenzoo tusschen
staat en kerk nog meer aan den vrijen wil van partijen dient
te worden overgelaten, dan in de betrekkingen tusschen par
ticuliere personen, omdat hier geen rechter bestaat die uit
spraak kan doen, geen algemeen erkend wetboek dat geraad
pleegd kan worden. Eigenlijk kan zelfs in het gewone bur
gerlijk recht slechts bij uitzondering iemand gedwongen
worden om zijn verplichtingen na te komen. Als de eene
partij de overeenkomst niet nakomtin strijd met haar han
delt haar verplichtingen schendtdan kan de andere partij
meestal slechts schadevergoeding vragen. Heeft zij door dc ei
gendunkelijke handelingen der wederpartij geen rechtstreeksche
schade geleden, dan ontvangt zij ook geen vergoeding. Zoo
heeft zelfs het burgerlijk rechtzooveel mogelijk de persoon
lijke vrijheid eerbiedigende, zelfs aan hem die zich jegens
een ander verbonden heeft, vrijheid gelaten om, wanneer hij
die verbintenis voor zich nadeelig of onaangenaam beschouwt,
haar niet na te komenwanneer hij slechts aan de andere
partij de schade vergoedt die zij door het verbreken der ver
bintenis lijdt. Lijdt de tegenpartij geen schade, dan kan hij
straffeloos zich aan de overeenkomst onttrekken en haar als
niet bestaande beschouwen. Zoo handhaaft ook het burgerlijk
recht den regel van het natuurlijk rechtin alle opzichten
vrijheid voor iedermits de vrijheid van anderen daarmee
bestaanhaar is. Waar het betrekkingen tusschen bijzondpre
personen betreftis er een rechter die de schade bepaalt
maar die rechter ontbreekt, waar het geschillen geldt tusschen
verschillende staten of tusschen staat en kerk. Wanneer
twee personen zich over en weder hebben verbonden, en één
van hen de verbintenis niet behoorlijk nakomt, kan de ander
bij den rechter de ontbinding der overeenkomst vragen.
Wanneer een vennoot niet aan zijn verplichtingen voldoet,
aanhoudende ongesteldheid hem onbekwaam maakt om zijn
werkzaamheden naar behooren waar te nemenen in andere
soortgelijke gevallen, waarvan de wettigheid en het gewicht
aan het oordeel des rechters worden overgelatenkan de
medevennoot de ontbinding der maatschap eisehenal is zij
voor een bepaalden tijd aangegaan en die tijd nog niet ver
streken. Maar waar is de -rechter diewaar het verdragen
tusschen twee staten of tusschen staat en kerk geldt, zal
beoordeeleu of de eene partij niet behoorlijk aan hare verplich
tingen voldoeten op dien grond het verdrag voor ontbonden
zal verklaren? Zal de kerk gedoogendat eenig ander gezag
ter wereld beslist, of zij behoorlijk doet wat zij verplicht is
te doen Immers neenzij acht zich zelve alleen bevoegd
om te beoordeelenhoe zij de taak vervult en behoort te
vervullenwaartoe zij zieh geroepen verklaart. En van haar
standpunt te rechtzij is souverein. Maar ook de staat is
souverein; ook hij erkent geen gezag boJen zich. Bij ge
schillen tusschen twee staten doet zich dezelfde moeilijkheid
voor. Er is eindelijk geen ander middel dan oorlog, en zoo
zien wij oorlog voeren om de nietigste, de ellendigste kwestiën.
Het algemeen belang en de billijkheid eischer. daarom, dat
men de vrijheid der staten en van staat en kerk tegenover
elkander in den ruimsten zin erkenten als beginsel aan
neemt dat onderlinge verdragen en traetaten in den regel
ten allen tijde kunnen worden opgezegd.
Het spreekt van zelfdat dit niet kan geldenwanneer
de eene staat jegens den ander of kerk en staat wederkee-
rig verplichtingen van burgerlijk recht hebben te vervul
len. Als Nederland aan België een rniUioen gulden schul
dig ismoet het die schuld zonder twijfel betalen. Als
de staat in vroeger tijd zich goederen van' de kerk heeft toe
geëigend en daarentegen geldelijke verplichtingen op zich
heeft genomenkan hij zieh daaraan maar niet eenvoudig
onttrekken. Het bovenstaande geldt alleen van volkenrecht
telijke verdragenvan traetaten tusschen verschillende staten
en van het concordaat, waarbij de verhouding tusschen kerk
en staat is bepaaldwaarbij deze beide vrije machten haar
onderling verkeer hebben geregeld, elkanders medewerking
of bijstand voor het een of ander hebben ingeroepen, waarbij
veelal aan den staat eenige invloed, eenig gezag is toegekend
in zaken die tot, het gebied der kerk behoorenen omgekeerd.
Bij zoodanige regeling verliest elk der beide partijen iets van
haar zelfstandigheidvan haar volkomen vrijheid; overleg en
samenwerking zijn daarbij in vele zaken van staats- en kerk
bestuur noodzakelijk. De staat mengt zich bij voorbeeld in
de benoeming der hoogere geestelijkenverbiedt de openlijke
bekendmaking van kerkelijke verordeningen buiten zijn toe
stemming, staat daarentegen mot zijn gezag de kerk in hare
bemoeiingen ter zijde, verleent haar het opzicht over het
openbaar onderwijs geeft aan de hooge geestelijkheid zitting
in een of anderen tak der Wetgevende macht, enz.
Zoolang nu geen botsingen ontstaanzoolang geen der
partijen zich beklaagt over onwettige of onrechtmatige aan
matiging der andereover overschrijding van de grenzen van
haar gebied, is zulk een toestand van samenwerking, onder-
lingeu bjjst&nd en verdeeling van den arbeid zeer wel be
staanbaar maar ook niet langer. Zoodra de botsingende
wederzijdsche klachten en beschuldigingen ontstaanzoodra
er wantrouwen geboren isbegint er een strijd om het, mees
terschap houdt het bondgenootschap op. De afkondiging
van de tafel der dwalingen syllabus erroruni) door den spoe
dig daarna onfeilbaar verklaarden Paus heeft in sommige staten
dat wantrouwendie klachten doen ontstaan. De veroordee
ling van sommige beginselen die in de bestaande grondwet
ten en in de geheele huishouding van den staat gehuldigd
zijnheeft velen tot de overtuiging gebracht, dat het bond
genootschap tusschen den staat en de Katholieke Kerk niet
langer mogelijk is. (1) In Beieren heeft de regeering die mee
ning uitgesproken. Zij heeft het noodig geacht bij monde
van den Minister van Eeredienst te verklaren dat zij de
burgers in de uitoefening der godsdienst en hunne kinderen
(1) Maar de onfeilbaarheid van den Paus geldt immers
alleen in zaken van geloof en zedeleer. Wat heeft de staat
zich dan om die onfeilbaarheid te bekommeren Heeft niet
nog onlangs de heer Alberdingk Thym geschreven "De
ultramontanen zijnin t ij d e 1 ij k e zakengeen meerdere
gehoorzaamheid aan den Paus verplicht dan aan de redactie
van de Nieuwe Rotterdamsche Courant Ja, dat heeft hij
geschreven. Toch zal hij wel niet willen bewerendat de
syllabus zich niet met tijdelijke zakenmet staatkundige be
ginselen inlaatdaar immers een geheele afdeeling handelt
over dwaalbegrippen omtrent de burgerlijke maatschappij,
en herhaaldelijk wordt bepaald, wat de staat wel en wat hij
niet kan doen. Heeft dan dit gedeelte van den syllabus geen
verbindende kracht P Het antwoord is te vinden in een
hoofdartikel van de Tijd van 21 October 1.1. getiteld "De
Staat in gevaar", waar wij lezen "Door het decreet van het
Vatikaansch Koncilie omtrent de Pauselijke Onfeilbaarheid
krijgt die syllabus een nieuw en onherroepelijk en eeuwig
gezag."
in hunne opvoeding zal beschermen tegen het misbruik der
geestelijke macht en de gevolgen van het leerstuk der onfeil
baarheid en dat, zij bereid is mede te werken tot het maken
van wetten, waardoor de volkomen onafhankelijkheid zoowel
van den staat als van de kerk gegrondvest zal worden. Langs
dezen weg alleenvoegde zij er by, kan de vestiging en de
duurzame handhaving van den godsdienstvrede worden ver
zekerd.
De laatste opmerking is volkomen juist. Een Aartsbis
schop diemet het, oog op de bestaande geschillenopen
lijk verklaartdat men den staat alleen zoolang gehoor
zaamheid schuldig is als hij niet afvallig wordt van de god
delijke wetten, zou bij voorbeeld volgens veler meening moei
lijk den eed van gehoorzaamheid en getrouwheid aan de
grondwet kunnen afleggen; en mocht hij evenwel in gemoede
daartoe kunnen overgaan het noodzakelijk vertrouwen zou
aan de zijde van den staat gemist worden. Hoe kunnen staat
en kerk voortaan tot eenstemmigheid geraken bij de benoe
ming van Bisschoppen Is het inderdaad bij zulk een stand
van zaken niet in liet belang van beide partijenhet bond
genootschap te verbreken, de maatschap op te zeggen en elk
voor zich hare vrijheid te hernemen? Levert ons vaderland,
waar de scheiding bestaat, waar de kerk vrij is in den vrijen
staattegenwoordig niet het bewijs, dat die toestand de beste
18 p W. v. D. K.
Bij de op 12 dezer te Berlijn gesloten overeenkomsten is
bepaald1». de afstand aan Erankrijk van de uitsluitend
door fransclien bewoonde kleine gemeenten Raon-les-Leaux
Raon-sur-Plaine, Igney en een gedeelte van Avrineourt; -
2». de ontruiming der departementen van de AubeAisne
Cöte d'Or, Boven-SomineDoubs en Jura en de verminde
ring der occupatietroepen op 50000 man binnen 11 dagen
na de ratificatie der overeenkomst; de betaling van het vierde
halve miljard, met 150 miljoen fr. aan renten voor de laatste
3 miljarden, van 15 Jan. tot 1 Mei 1872 in lldaagsche
termijnenbijgebreke waarvan het ontruimde gebied weder
bezet wordtdat gebied blijft nit het militair oogpunt on
zijdig en mag vóór de volledige kwijting der voormelde 650 mil
joen niet meer fransoke troepen bevatten dan voor de handhaving
noodig isen 3°. de in Elzas-Lotharingen vervaardigde
voortbrengselenuitgezonderd voedingsmiddelen zullen in
1' rankrijk worden toegelaten tot 31 Deo. vrij van rechten
tot uit". Juni 72 tegen i en tot uit0. Dec. 72 tegen van
het tarief. Indien Erankrijk nieuwe belastingen legt op
grondstoffen of verfstoffendie voor elzasser of lotharinger
fabrikaten noodig zijn, ondergaan de daarvan geheven rechten
eene evenredige verhooging. Eransehe producten, welke in
Elzas-Lotharingen eene fijnere bewerking ondergaan, worden
aldaar vrij ingevoerd; bij wederuitvoer naar Erankrijk be
talen zij een evenredig recht. Eransehe producten, welke in
Elzas-Lotharingen voor het vervaardigen van fabricaten wor
den gebruikt, zijn vrij van rechten tot uit". Deo. en met
en y belast tot uit0. Jnni en Dec. 72. Ter voorkoming van
irauden worden in Elzas-Lotharingen eere-syndieaten en
kamers van koophandel opgericht. De overeenkomsten 2
en 3 zijn onafscheidbaar met elkander verbonden.
Den 16 heeft de Keizer de zitting van den Rijksdag geo
pend. De begrooting van oorlog is niet gereed kunnen komen'
waarom Z. M, verzoekthet tijdperk van overgang, dat met
dit jaar eindigt, nog één jaar te verlengen. Niettegenstaande
den oorlog, heelt de dienst van 1870 een overschot opgeleverd.
Lij don Rijksdag zijn ingediendde rekening van het
Noordduitscli-A'erbund over 1871, aanwijzende een overschot
van 1,092,420 th.; een voorstel om daarvan 341,780 te be
stemmen tot dekking der in 186870 gemaakte buitenge
wone onkosten voor het noordduitsche telegraafwezeneen
wetsontwerp tot aflossing der overeenkomstig de wet van 21
Juli '70 gesloten leening, en een wetsontwerp tot het stichten
van een Rijks-oorlogsfonds van 40 miljoen th. in gemunt geld.
De Rijks-begrooting voor 1872 wijst aan blijvende uitgaven
07,829,707 en aan voorbijgaande 12,693,109, te zamen
110,522,816 th. aan.
De Rijks-begrooting voor oorlog bedraagt nagenoeg 90
miljoen th., zijnde ruim 23 miljoen meer dan die voor 1871.
De sterkte van het leger wordt berekend op 401,659 man.
De Rijksdag heeft den 19, met 205 van de 212 st, den
heer Simsoti tot president herkozen; tot vice-presidenten de
heeren Hohenlahe en dr. Weber.
Den 20 heeft de minister Delbrückin antwoord op eene
interpellatie van den heer Schuit ze-Delischverklaard dat
de Bondsraad het wetsontwerp betreffende de reis- en ver
blijfkosten eenparig afgestemd heeft.
Den 23 is het ontwerp tot instelling van een oorlogsfonds
door de heeren Lowe en Geil bestreden op economische gronden
en dewijl er geen gevaar voor een nieuwen oorlog met Erankrijk
bestaat. De pruisische minister van financiën Camphausen,
als Bonds-commissaris, betoogde, dat dit fonds eene zeer vreed
zame beteekenis heefthoe beter Duitschland voor den oorlog
toegerust wasdes te meer zou men aarzelen het aantetasten.
De beiersche minister Pfretzschner ondersteunde zijn gevoe
len. Op voorstel van den heer Miqueldie de helft van het
bedrag op renten wilde zetten, werd het ontwerp in handen
gesteld van de commissie voor het budjet. Het ontwerp
betreffende de aflossing der 5 p.c. leening van 1870 werd
tot de tweede lezing toegelaten.
Den 25 is de met Erankrijk gesloten overeenkomstbij
eerste en tweede lezing, goedgekeurd. Prins Bismarck gaf
eenige ophelderingen, waaruit bleek, dat men gedacht had
aan geheele opheffing der tollinie van Elzas-Lotharingen,
maar niet had kunnen beslissenof de voordeelen van poli-
tieken aarddaaraan verbonden zouden opwegen tegen de
nadeelen van economiscken aard en dat Erankrijk nog eenige
dorpen op de luxemburgsche grens en een groot industrieel
etablissement had verlangdmaar dat die eisck van band
gewezen was.
De zuidduitsche kamers van koophandel en de voor
naamste zuidduitscke dagbladen veroordeelen eenstemmig
de voorgestelde muntwetdewijl de nieuwe munt-eenheid
de markaan geene munt van een naburigen Staat verwant
is. De meerderheid verlangt de franc als munt-eenheid.
Pruisen. Te Breslau is den 21 eene bijeenkomst van
meer dan 3000 burgers gehouden en daarin met alg. st. eene
motie aangenomenwaarbij sympathie betuigd wordt voor
de duitschers die in Oostenrijk de constitutie verdedigen en
de anti-duitsche plannen van het ministerie-Hohenwart bestrijden.
In Sleeswijk neemt de tegenstand der deenschgezinden
tegen de invoering van het onderwijs in de duitsche taal toe,
en openbaart zien het verzet door de weigering der ouders
om de duitsche schoolboeken aantesckaffen.
Sedert den 14 heeft zich te Koningsbergen geen geval
van cholera meer voorgedaan. Yan de 2880 aangetaste per
sonen zijn er 1568 bezweken.
De arbeiders der Reinischen Eisenlahn-Gesellscaaft te Keu
len hebbenten getale van 1000, den arbeid gestaakt.
Beieren. De pastoor Rentjle te Mering heeft den oud-
roomscken aartsbisschop van Utrecht uitgenoodigdaldaar
het vormsel te komen toedienendewijl de bisschop van
Augsburg zulks weigert.
Den 14 is van de kansels van al de catholieke kerken des
lands een nieuwe herderlijke brief van den aartsbisschop van
Munchen voorgelezen, waarin hij protesteert tegen het afstaan
der Gasteigberg-kerk te Munchen door de stedelijke overheid
aan de oud-catholieken.
Hessen. Omstreeks 1000 werklieden der werklaatsen van
den Ludwig-spoorweg te Mentz hadden den arbeid gestaakt,
25 p.e. hooger loon eischendeterwijl de directieals ulti
matum, 15 p.c. had aangeboden. Later heeft zij echter
moeten toegeven en is het werk hervat. 500 Lederwerkers
hadden mede den arbeid gestaakt en den 17 getrachtde
aan het werk gebleven arbeidslieden met geweld daarvan af-
tekoudenzoodat de politie tusschenbeide komen en van hare
wapenen gebruik maken moest. Sedert zijn zij weder aan
het werk gegaanzonder de verlangde loonsverhooging be
komen te hebben.
De schouwburg te Darmstadt is den 24op de muren
en steenen trappen nageheel afgebrand. De instrumenten
en partituren zijn gered. Men gelooft, dat de brand ont
staan is bij het opsteken van het gaslicht. De lampenist
wordt vermist en is waarschijnlijk in de vlammen omgekomen.
Het door het vuur bedreigde tuighuis is in den tijd van een
uur door het garnizoen ontruimd en bewaard gebieven.
Elzas-Lotharingen. De kamer van koophandel te
Straatsburg heeftwegens den hachelijken toestand waarin
handel en nijverheid verkeerenhet langs wettigen weg voor
3 maanden verschuiven van den vervaltijd der wissels verzocht.
De gedurige oneenigheden tusschen de pruisische en de
beiersche troepen te Metz hebben in den nacht van den 15
tot een gevecht op de Ludwigsplatz geleidwaarbij een
beierseh luitenantdie tusschenbeide trad, eene wonde aan
het hoofd ontving en een beierseh soldaat zeer ernstig ge
kwetst werd. De beide beiersche regimenten worden naar
Sedan en Chalons verlegd.
2000 Mijnwerkers in verscheidene kolenmijnen in Hene
gouwen hebben den arbeid gestaakt en vermindering van
het aantal werkuren en verhooging van daggeldenke-
laatste inzonderheid voor kinderengeëischt.
Den 15 hebben ruim 1500 werklieden bij de staatsspoor
wegen te Meehelen zieh in optocht begeven naar de woningen
van het Senaatslid de Cannart dl Hamale en van den Afge
vaardigde de Rerckhove, ten einde hun een dankadres aante-
bieden voor hunne met gunstig gevolg bij den minister van
o. werken aangewende pogingenom eene vermindering der
werkuren te verkrijgen. Daags te voren was reeds eene depu
tatie naar Brussel geweest om genoemden minister dank
te zeggen.
Het comité der ambulances van de fransehe drukpers heeft
den heer Anspachburgemeester van Brusseleene gouden
medalje en een eere-diploma doen toekomen, wegens de ijve
rige en hartelijke zorgen van de burgerij der stad voor de
fransehe gekwetsten in 1870 en 71.
Prins en prinses Hendrik zijn den 21 van 's Gravenhage
naar Luxemburg vertrokken.
Staten-Generaal. De le. Kamer is den 25 bijeengekomen.
Benoemingen enz. Z. M. heeft den heer mr .J. Loudon,
op diens verzoekmet 31 Oct. eervol ontslag verleend als
H. D. commissaris in Zuidholland.
Aan den heer C. J. M. Ragtglas is, op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend als gouverneur der bezittingen ter Kuste
van Guinea.
Unze gezant te Konstantinopel jr. mr. Berg.v.Middelburgh
is verplaatst naar Petersburg.
Spoorwegen. In eene den 16 te Runrlo gehouden ver
gadering van deelnemers in de voorloopige leening voor den
Nederlandsck-Westfaalscken Spoorweg is besloten om, met
het oog op den gevorderden toestand der onderneming, eene
naamlooze vennootschap opterichtenwaarin terstond voor
een bedrag van ongeveer f 200000 is deelgenomen.
Op de pruisische Staatsbegrooting voor 1871 is het volle
bedrag uitgetrokken der subsidie voor de aansluiting der
pruisische spoorwegen bij Ikrkove aan de nederlandsche lijn
Harlingen-N ieuwe-schans.
Handel. Te Amsterdam zal door de Bank „für Handel
und Industrie" te Darmstadt, het A. Schaafthausen'sche Bank-
verein te Keulen, en de heeren Eltzbacher Sf Cie. te Amster
dam en J. L. Eltzbacher 8f Cie. te Keulenonder den naam
van Amsterdamsche Bank, eene crediet-instelling worden op
gericht met een kapitaal van 30 miljoenwaarvan reeds
is geplaatst en dadelijk zal worden volgestort.
Nijverheid. De Vereeniging van en voor Industriëelen
heeft de aandacht der kamers van koophandel en der genoot
schappen, bevordering van d.6 belangen van volksvlijt ge-