No. 44. Drieënzeventig ste Jaargang 1871. Z O N I) A G 29 OCTOBE R. Groote Najaars-Veemarkten ©fficiccl ©cbccltc te I, 14 II t A R, Maandag 6 November 1871, Woensdag 22 November 1871. Slaal en Kerk. ö^tckclijkschc ttcrichtcn. Buitsclilanil. Rclgic. Binnenland. AL i k a r. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,G5, franco per post t O.Sö, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTE R ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een bijbladbevattende vervolg van buitenlandse/ie belichten en verslag van den Gemeenteraad. Lijst van brieven waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 2e. helft van September 1871. Van den GAAGAlkmaar; mej. DIJKMAN, wed. G. BAGGE—CATON Amsterdam; C. APPEL, Broek in Wa terland E. E. ZAAGMAN 's GravenhageDIRKSEN de RijpW. de ZEEUW, Utrecht. Overal waar het stelsel «een vrije kerk in een vrijen staat" is toegepastniet in schijn maar in waarheidniet op het papier maar in werkelijkheidbehoeft de staat zich niet in te latenmag de staat zich niet inlaten met kerk- en geloofs leer, met. hetgeen sommigen wijziging en uitbreiding der kerkleer noemen, en waarvan anderen verklaren, dat het niets anders is dan de volkomen openbaring en de openlijke ver kondiging eener oude onveranderlijke waarheidwaarin men thans alleen een helderder inzicht heeft gekregen. De staat heeft daarmede niets te maken, heeft in die zaken geen stem. Anders is het, waar de staat met de kerk een onderling verbond heeft gesloten, een maatschap heeft aangegaan in het belang zij ner burgers. Daar mag de eene bondgenoot zeer zeker onder zoekeu of de ander nog wel vriendschappelijk jegens hem gezind isof de zoogenaamde bondgenoot niet misschien min of meer vijandige bedoelingen koestertof zij ook geheel tegenstrijdige beginselen zijn toegedaan en tegenstrijdige leer stellingen verkondigenof er samenwerking of wel tegen werking bestaat. Is het laatste het treval, loopen de inzichten uiteen, bestaat er strijd van belang, beoogt elk der partijen een verschillend doel, dan is het oogenblik gekomen om het bondgenootschap op te zeggen, om de maatschap te ontbin den, hm ieder voor zich zijn vrijheid terug te nemen en zijn eigen weg te gaan. Zoo staan de zaken in die land°n, waar de staat met, de kerk dat verdrag heeft geslotendat men eeu con cordaat noemt. In Beieren bij voorbeeld. Neen toch niet voert men hiertegen aan neen toch niet. men mag zijn verbintenissen maar niet eigendunkelijk verbrekendat zou een mooie maatschappelijke toestand wordenals de een het recht had om bij voorbeeld tegen den ander te zeggenik heb u gisteren wel mijn huis verkocht of mijn land verhuurd, maar ik heb mij bedacht, ik wil er niet meer van weten, er komt niets van ik zeg onze overeenkomst weer op. Laat ons zien, of die tegenwerping gegrond is. Vooreerst hebben wij hier niet met een vraag van burgerlijk recht te doen. Hier is geen geschreven wet, hier kan slechts ae billijkheid uitspraak doen. Toch kan een vergelijking met het ge wone tusschen particuliere personen geldend recht geen kwaad, mits bij die vergelijking op den aard van de overeenkomst gelet wordt. Over het algemeen is het gewone recht reeds afkeerig van alle zoogenaamde eeuwigdurende verbintenis sen. Een overeenkomst waarbij iemand zijne diensten vooi altijd aan een ander verhuurtis daarom alleen reeds nietig; men kan dit slechts voor een bepaalden tijd doen. Elke overeenkomst van buurvoor onbepaalden tijd aange gaan kan immers worden opgezegd. Dat meester en knecht elkander de huur opzeggen, is de mpest alledaagsche zaak. Huurder en verhuurder doen desgelijks met de buur van buis' of land. De overeenkomst van burgerlijk rechtwaarmee het concordaathet verdrag tusschen staat en kerkmisschien nog het best vergeleken kan wordenis de maatschap of ven nootschap en daar heeft immerswanneer de maatschap niet voor bepaalden tijd is aangegaanelke vennoot het recht de vennootschap op te zeggen, mits die opzegging te goe der trouw en niet ontijdig geschiedt. En zou men nu willen bewerendat wanneer staat en kerk een verdrageen trac- taateen concordaat sluiten voor onbepaalden tijd die over eenkomst ten eeuwigen dage onveranderd zou moeten blijven, als ééne der beide partijen ongezind was haar te wijzigen of te ontbinden Als twee staten een verbond van onderlinge verdediging sluitenals zij zich elkanders vrienden en bondgenooten ver» klaren en maatregelen nemen in beider belang tegen gemeen schappelijk gevaarzou men dan willendat dit verbond voor de eeuwigheid gesloten was dat geen der partijen het recht zou hebben bet verbond op te zeggenals de beide staten eens niet meer dezelfde belangen hadden als er integendeel strijd van belang en van inzicht was ontstaanals de een voordeelig achtte wat de ander nadeelig oordeelde, als de een zijn veiligheid zag in hetgeen de ander een gevaar meende te zijn Nog mag hier niet worden voorbijgezien, dat in de be trekkingen tusschen de staten onderling en evenzoo tusschen staat en kerk nog meer aan den vrijen wil van partijen dient te worden overgelaten, dan in de betrekkingen tusschen par ticuliere personen, omdat hier geen rechter bestaat die uit spraak kan doen, geen algemeen erkend wetboek dat geraad pleegd kan worden. Eigenlijk kan zelfs in het gewone bur gerlijk recht slechts bij uitzondering iemand gedwongen worden om zijn verplichtingen na te komen. Als de eene partij de overeenkomst niet nakomtin strijd met haar han delt haar verplichtingen schendtdan kan de andere partij meestal slechts schadevergoeding vragen. Heeft zij door dc ei gendunkelijke handelingen der wederpartij geen rechtstreeksche schade geleden, dan ontvangt zij ook geen vergoeding. Zoo heeft zelfs het burgerlijk rechtzooveel mogelijk de persoon lijke vrijheid eerbiedigende, zelfs aan hem die zich jegens een ander verbonden heeft, vrijheid gelaten om, wanneer hij die verbintenis voor zich nadeelig of onaangenaam beschouwt, haar niet na te komenwanneer hij slechts aan de andere partij de schade vergoedt die zij door het verbreken der ver bintenis lijdt. Lijdt de tegenpartij geen schade, dan kan hij straffeloos zich aan de overeenkomst onttrekken en haar als niet bestaande beschouwen. Zoo handhaaft ook het burgerlijk recht den regel van het natuurlijk rechtin alle opzichten vrijheid voor iedermits de vrijheid van anderen daarmee bestaanhaar is. Waar het betrekkingen tusschen bijzondpre personen betreftis er een rechter die de schade bepaalt maar die rechter ontbreekt, waar het geschillen geldt tusschen verschillende staten of tusschen staat en kerk. Wanneer twee personen zich over en weder hebben verbonden, en één van hen de verbintenis niet behoorlijk nakomt, kan de ander bij den rechter de ontbinding der overeenkomst vragen. Wanneer een vennoot niet aan zijn verplichtingen voldoet, aanhoudende ongesteldheid hem onbekwaam maakt om zijn werkzaamheden naar behooren waar te nemenen in andere soortgelijke gevallen, waarvan de wettigheid en het gewicht aan het oordeel des rechters worden overgelatenkan de medevennoot de ontbinding der maatschap eisehenal is zij voor een bepaalden tijd aangegaan en die tijd nog niet ver streken. Maar waar is de -rechter diewaar het verdragen tusschen twee staten of tusschen staat en kerk geldt, zal beoordeeleu of de eene partij niet behoorlijk aan hare verplich tingen voldoeten op dien grond het verdrag voor ontbonden zal verklaren? Zal de kerk gedoogendat eenig ander gezag ter wereld beslist, of zij behoorlijk doet wat zij verplicht is te doen Immers neenzij acht zich zelve alleen bevoegd om te beoordeelenhoe zij de taak vervult en behoort te vervullenwaartoe zij zieh geroepen verklaart. En van haar standpunt te rechtzij is souverein. Maar ook de staat is souverein; ook hij erkent geen gezag boJen zich. Bij ge schillen tusschen twee staten doet zich dezelfde moeilijkheid voor. Er is eindelijk geen ander middel dan oorlog, en zoo zien wij oorlog voeren om de nietigste, de ellendigste kwestiën. Het algemeen belang en de billijkheid eischer. daarom, dat men de vrijheid der staten en van staat en kerk tegenover elkander in den ruimsten zin erkenten als beginsel aan neemt dat onderlinge verdragen en traetaten in den regel ten allen tijde kunnen worden opgezegd. Het spreekt van zelfdat dit niet kan geldenwanneer de eene staat jegens den ander of kerk en staat wederkee- rig verplichtingen van burgerlijk recht hebben te vervul len. Als Nederland aan België een rniUioen gulden schul dig ismoet het die schuld zonder twijfel betalen. Als de staat in vroeger tijd zich goederen van' de kerk heeft toe geëigend en daarentegen geldelijke verplichtingen op zich heeft genomenkan hij zieh daaraan maar niet eenvoudig onttrekken. Het bovenstaande geldt alleen van volkenrecht telijke verdragenvan traetaten tusschen verschillende staten en van het concordaat, waarbij de verhouding tusschen kerk en staat is bepaaldwaarbij deze beide vrije machten haar onderling verkeer hebben geregeld, elkanders medewerking of bijstand voor het een of ander hebben ingeroepen, waarbij veelal aan den staat eenige invloed, eenig gezag is toegekend in zaken die tot, het gebied der kerk behoorenen omgekeerd. Bij zoodanige regeling verliest elk der beide partijen iets van haar zelfstandigheidvan haar volkomen vrijheid; overleg en samenwerking zijn daarbij in vele zaken van staats- en kerk bestuur noodzakelijk. De staat mengt zich bij voorbeeld in de benoeming der hoogere geestelijkenverbiedt de openlijke bekendmaking van kerkelijke verordeningen buiten zijn toe stemming, staat daarentegen mot zijn gezag de kerk in hare bemoeiingen ter zijde, verleent haar het opzicht over het openbaar onderwijs geeft aan de hooge geestelijkheid zitting in een of anderen tak der Wetgevende macht, enz. Zoolang nu geen botsingen ontstaanzoolang geen der partijen zich beklaagt over onwettige of onrechtmatige aan matiging der andereover overschrijding van de grenzen van haar gebied, is zulk een toestand van samenwerking, onder- lingeu bjjst&nd en verdeeling van den arbeid zeer wel be staanbaar maar ook niet langer. Zoodra de botsingende wederzijdsche klachten en beschuldigingen ontstaanzoodra er wantrouwen geboren isbegint er een strijd om het, mees terschap houdt het bondgenootschap op. De afkondiging van de tafel der dwalingen syllabus erroruni) door den spoe dig daarna onfeilbaar verklaarden Paus heeft in sommige staten dat wantrouwendie klachten doen ontstaan. De veroordee ling van sommige beginselen die in de bestaande grondwet ten en in de geheele huishouding van den staat gehuldigd zijnheeft velen tot de overtuiging gebracht, dat het bond genootschap tusschen den staat en de Katholieke Kerk niet langer mogelijk is. (1) In Beieren heeft de regeering die mee ning uitgesproken. Zij heeft het noodig geacht bij monde van den Minister van Eeredienst te verklaren dat zij de burgers in de uitoefening der godsdienst en hunne kinderen (1) Maar de onfeilbaarheid van den Paus geldt immers alleen in zaken van geloof en zedeleer. Wat heeft de staat zich dan om die onfeilbaarheid te bekommeren Heeft niet nog onlangs de heer Alberdingk Thym geschreven "De ultramontanen zijnin t ij d e 1 ij k e zakengeen meerdere gehoorzaamheid aan den Paus verplicht dan aan de redactie van de Nieuwe Rotterdamsche Courant Ja, dat heeft hij geschreven. Toch zal hij wel niet willen bewerendat de syllabus zich niet met tijdelijke zakenmet staatkundige be ginselen inlaatdaar immers een geheele afdeeling handelt over dwaalbegrippen omtrent de burgerlijke maatschappij, en herhaaldelijk wordt bepaald, wat de staat wel en wat hij niet kan doen. Heeft dan dit gedeelte van den syllabus geen verbindende kracht P Het antwoord is te vinden in een hoofdartikel van de Tijd van 21 October 1.1. getiteld "De Staat in gevaar", waar wij lezen "Door het decreet van het Vatikaansch Koncilie omtrent de Pauselijke Onfeilbaarheid krijgt die syllabus een nieuw en onherroepelijk en eeuwig gezag." in hunne opvoeding zal beschermen tegen het misbruik der geestelijke macht en de gevolgen van het leerstuk der onfeil baarheid en dat, zij bereid is mede te werken tot het maken van wetten, waardoor de volkomen onafhankelijkheid zoowel van den staat als van de kerk gegrondvest zal worden. Langs dezen weg alleenvoegde zij er by, kan de vestiging en de duurzame handhaving van den godsdienstvrede worden ver zekerd. De laatste opmerking is volkomen juist. Een Aartsbis schop diemet het, oog op de bestaande geschillenopen lijk verklaartdat men den staat alleen zoolang gehoor zaamheid schuldig is als hij niet afvallig wordt van de god delijke wetten, zou bij voorbeeld volgens veler meening moei lijk den eed van gehoorzaamheid en getrouwheid aan de grondwet kunnen afleggen; en mocht hij evenwel in gemoede daartoe kunnen overgaan het noodzakelijk vertrouwen zou aan de zijde van den staat gemist worden. Hoe kunnen staat en kerk voortaan tot eenstemmigheid geraken bij de benoe ming van Bisschoppen Is het inderdaad bij zulk een stand van zaken niet in liet belang van beide partijenhet bond genootschap te verbreken, de maatschap op te zeggen en elk voor zich hare vrijheid te hernemen? Levert ons vaderland, waar de scheiding bestaat, waar de kerk vrij is in den vrijen staattegenwoordig niet het bewijs, dat die toestand de beste 18 p W. v. D. K. Bij de op 12 dezer te Berlijn gesloten overeenkomsten is bepaald1». de afstand aan Erankrijk van de uitsluitend door fransclien bewoonde kleine gemeenten Raon-les-Leaux Raon-sur-Plaine, Igney en een gedeelte van Avrineourt; - 2». de ontruiming der departementen van de AubeAisne Cöte d'Or, Boven-SomineDoubs en Jura en de verminde ring der occupatietroepen op 50000 man binnen 11 dagen na de ratificatie der overeenkomst; de betaling van het vierde halve miljard, met 150 miljoen fr. aan renten voor de laatste 3 miljarden, van 15 Jan. tot 1 Mei 1872 in lldaagsche termijnenbijgebreke waarvan het ontruimde gebied weder bezet wordtdat gebied blijft nit het militair oogpunt on zijdig en mag vóór de volledige kwijting der voormelde 650 mil joen niet meer fransoke troepen bevatten dan voor de handhaving noodig isen 3°. de in Elzas-Lotharingen vervaardigde voortbrengselenuitgezonderd voedingsmiddelen zullen in 1' rankrijk worden toegelaten tot 31 Deo. vrij van rechten tot uit". Juni 72 tegen i en tot uit0. Dec. 72 tegen van het tarief. Indien Erankrijk nieuwe belastingen legt op grondstoffen of verfstoffendie voor elzasser of lotharinger fabrikaten noodig zijn, ondergaan de daarvan geheven rechten eene evenredige verhooging. Eransehe producten, welke in Elzas-Lotharingen eene fijnere bewerking ondergaan, worden aldaar vrij ingevoerd; bij wederuitvoer naar Erankrijk be talen zij een evenredig recht. Eransehe producten, welke in Elzas-Lotharingen voor het vervaardigen van fabricaten wor den gebruikt, zijn vrij van rechten tot uit". Deo. en met en y belast tot uit0. Jnni en Dec. 72. Ter voorkoming van irauden worden in Elzas-Lotharingen eere-syndieaten en kamers van koophandel opgericht. De overeenkomsten 2 en 3 zijn onafscheidbaar met elkander verbonden. Den 16 heeft de Keizer de zitting van den Rijksdag geo pend. De begrooting van oorlog is niet gereed kunnen komen' waarom Z. M, verzoekthet tijdperk van overgang, dat met dit jaar eindigt, nog één jaar te verlengen. Niettegenstaande den oorlog, heelt de dienst van 1870 een overschot opgeleverd. Lij don Rijksdag zijn ingediendde rekening van het Noordduitscli-A'erbund over 1871, aanwijzende een overschot van 1,092,420 th.; een voorstel om daarvan 341,780 te be stemmen tot dekking der in 186870 gemaakte buitenge wone onkosten voor het noordduitsche telegraafwezeneen wetsontwerp tot aflossing der overeenkomstig de wet van 21 Juli '70 gesloten leening, en een wetsontwerp tot het stichten van een Rijks-oorlogsfonds van 40 miljoen th. in gemunt geld. De Rijks-begrooting voor 1872 wijst aan blijvende uitgaven 07,829,707 en aan voorbijgaande 12,693,109, te zamen 110,522,816 th. aan. De Rijks-begrooting voor oorlog bedraagt nagenoeg 90 miljoen th., zijnde ruim 23 miljoen meer dan die voor 1871. De sterkte van het leger wordt berekend op 401,659 man. De Rijksdag heeft den 19, met 205 van de 212 st, den heer Simsoti tot president herkozen; tot vice-presidenten de heeren Hohenlahe en dr. Weber. Den 20 heeft de minister Delbrückin antwoord op eene interpellatie van den heer Schuit ze-Delischverklaard dat de Bondsraad het wetsontwerp betreffende de reis- en ver blijfkosten eenparig afgestemd heeft. Den 23 is het ontwerp tot instelling van een oorlogsfonds door de heeren Lowe en Geil bestreden op economische gronden en dewijl er geen gevaar voor een nieuwen oorlog met Erankrijk bestaat. De pruisische minister van financiën Camphausen, als Bonds-commissaris, betoogde, dat dit fonds eene zeer vreed zame beteekenis heefthoe beter Duitschland voor den oorlog toegerust wasdes te meer zou men aarzelen het aantetasten. De beiersche minister Pfretzschner ondersteunde zijn gevoe len. Op voorstel van den heer Miqueldie de helft van het bedrag op renten wilde zetten, werd het ontwerp in handen gesteld van de commissie voor het budjet. Het ontwerp betreffende de aflossing der 5 p.c. leening van 1870 werd tot de tweede lezing toegelaten. Den 25 is de met Erankrijk gesloten overeenkomstbij eerste en tweede lezing, goedgekeurd. Prins Bismarck gaf eenige ophelderingen, waaruit bleek, dat men gedacht had aan geheele opheffing der tollinie van Elzas-Lotharingen, maar niet had kunnen beslissenof de voordeelen van poli- tieken aarddaaraan verbonden zouden opwegen tegen de nadeelen van economiscken aard en dat Erankrijk nog eenige dorpen op de luxemburgsche grens en een groot industrieel etablissement had verlangdmaar dat die eisck van band gewezen was. De zuidduitsche kamers van koophandel en de voor naamste zuidduitscke dagbladen veroordeelen eenstemmig de voorgestelde muntwetdewijl de nieuwe munt-eenheid de markaan geene munt van een naburigen Staat verwant is. De meerderheid verlangt de franc als munt-eenheid. Pruisen. Te Breslau is den 21 eene bijeenkomst van meer dan 3000 burgers gehouden en daarin met alg. st. eene motie aangenomenwaarbij sympathie betuigd wordt voor de duitschers die in Oostenrijk de constitutie verdedigen en de anti-duitsche plannen van het ministerie-Hohenwart bestrijden. In Sleeswijk neemt de tegenstand der deenschgezinden tegen de invoering van het onderwijs in de duitsche taal toe, en openbaart zien het verzet door de weigering der ouders om de duitsche schoolboeken aantesckaffen. Sedert den 14 heeft zich te Koningsbergen geen geval van cholera meer voorgedaan. Yan de 2880 aangetaste per sonen zijn er 1568 bezweken. De arbeiders der Reinischen Eisenlahn-Gesellscaaft te Keu len hebbenten getale van 1000, den arbeid gestaakt. Beieren. De pastoor Rentjle te Mering heeft den oud- roomscken aartsbisschop van Utrecht uitgenoodigdaldaar het vormsel te komen toedienendewijl de bisschop van Augsburg zulks weigert. Den 14 is van de kansels van al de catholieke kerken des lands een nieuwe herderlijke brief van den aartsbisschop van Munchen voorgelezen, waarin hij protesteert tegen het afstaan der Gasteigberg-kerk te Munchen door de stedelijke overheid aan de oud-catholieken. Hessen. Omstreeks 1000 werklieden der werklaatsen van den Ludwig-spoorweg te Mentz hadden den arbeid gestaakt, 25 p.e. hooger loon eischendeterwijl de directieals ulti matum, 15 p.c. had aangeboden. Later heeft zij echter moeten toegeven en is het werk hervat. 500 Lederwerkers hadden mede den arbeid gestaakt en den 17 getrachtde aan het werk gebleven arbeidslieden met geweld daarvan af- tekoudenzoodat de politie tusschenbeide komen en van hare wapenen gebruik maken moest. Sedert zijn zij weder aan het werk gegaanzonder de verlangde loonsverhooging be komen te hebben. De schouwburg te Darmstadt is den 24op de muren en steenen trappen nageheel afgebrand. De instrumenten en partituren zijn gered. Men gelooft, dat de brand ont staan is bij het opsteken van het gaslicht. De lampenist wordt vermist en is waarschijnlijk in de vlammen omgekomen. Het door het vuur bedreigde tuighuis is in den tijd van een uur door het garnizoen ontruimd en bewaard gebieven. Elzas-Lotharingen. De kamer van koophandel te Straatsburg heeftwegens den hachelijken toestand waarin handel en nijverheid verkeerenhet langs wettigen weg voor 3 maanden verschuiven van den vervaltijd der wissels verzocht. De gedurige oneenigheden tusschen de pruisische en de beiersche troepen te Metz hebben in den nacht van den 15 tot een gevecht op de Ludwigsplatz geleidwaarbij een beierseh luitenantdie tusschenbeide trad, eene wonde aan het hoofd ontving en een beierseh soldaat zeer ernstig ge kwetst werd. De beide beiersche regimenten worden naar Sedan en Chalons verlegd. 2000 Mijnwerkers in verscheidene kolenmijnen in Hene gouwen hebben den arbeid gestaakt en vermindering van het aantal werkuren en verhooging van daggeldenke- laatste inzonderheid voor kinderengeëischt. Den 15 hebben ruim 1500 werklieden bij de staatsspoor wegen te Meehelen zieh in optocht begeven naar de woningen van het Senaatslid de Cannart dl Hamale en van den Afge vaardigde de Rerckhove, ten einde hun een dankadres aante- bieden voor hunne met gunstig gevolg bij den minister van o. werken aangewende pogingenom eene vermindering der werkuren te verkrijgen. Daags te voren was reeds eene depu tatie naar Brussel geweest om genoemden minister dank te zeggen. Het comité der ambulances van de fransehe drukpers heeft den heer Anspachburgemeester van Brusseleene gouden medalje en een eere-diploma doen toekomen, wegens de ijve rige en hartelijke zorgen van de burgerij der stad voor de fransehe gekwetsten in 1870 en 71. Prins en prinses Hendrik zijn den 21 van 's Gravenhage naar Luxemburg vertrokken. Staten-Generaal. De le. Kamer is den 25 bijeengekomen. Benoemingen enz. Z. M. heeft den heer mr .J. Loudon, op diens verzoekmet 31 Oct. eervol ontslag verleend als H. D. commissaris in Zuidholland. Aan den heer C. J. M. Ragtglas is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als gouverneur der bezittingen ter Kuste van Guinea. Unze gezant te Konstantinopel jr. mr. Berg.v.Middelburgh is verplaatst naar Petersburg. Spoorwegen. In eene den 16 te Runrlo gehouden ver gadering van deelnemers in de voorloopige leening voor den Nederlandsck-Westfaalscken Spoorweg is besloten om, met het oog op den gevorderden toestand der onderneming, eene naamlooze vennootschap opterichtenwaarin terstond voor een bedrag van ongeveer f 200000 is deelgenomen. Op de pruisische Staatsbegrooting voor 1871 is het volle bedrag uitgetrokken der subsidie voor de aansluiting der pruisische spoorwegen bij Ikrkove aan de nederlandsche lijn Harlingen-N ieuwe-schans. Handel. Te Amsterdam zal door de Bank „für Handel und Industrie" te Darmstadt, het A. Schaafthausen'sche Bank- verein te Keulen, en de heeren Eltzbacher Sf Cie. te Amster dam en J. L. Eltzbacher 8f Cie. te Keulenonder den naam van Amsterdamsche Bank, eene crediet-instelling worden op gericht met een kapitaal van 30 miljoenwaarvan reeds is geplaatst en dadelijk zal worden volgestort. Nijverheid. De Vereeniging van en voor Industriëelen heeft de aandacht der kamers van koophandel en der genoot schappen, bevordering van d.6 belangen van volksvlijt ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1871 | | pagina 1