No. 49.
Drieënzeventigste
Jaargang.
1871.
ZONDAG
3 DECEMBER
(Officieel C3cbccltc.
Over de inkomstenbelasting,
boerenambtenarenpredikanten
onderwijzers
enz.
££Ickclijti0che Berichten.
Duitschlancl.
A L K M A A H S C H E C 0 IJ li A 1* T.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,65, franco per post t O,SO,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM®. COSTER ZOON.
Bij deze Courant behoort eem Bijblad.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van belanghebbendendat bet 1® Sup
pletoir kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1871,
door den gemeenteraad vastgesteld 29 November 1S71 ter
inzage op de gemeente-secretarie wordt nedergelegd van 2 tot
en met 9 December 1871, binnen welken tijd tegen den aanslag
bij Gedeputeerde Staten dezer provincie op ongezegeld papier
in beroep kan worden gekomen en dat het le suppletoir kohier
van de belasting op de honden, dienst 1871 in dezelfde
zitting vastgesteld met bepaling dat de aanslag in eens moet,
zjjn voldaan vóór of op 15 Januarij 1872, heden ter invor
dering aan den gemeente-ontvanger is uitgereikt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
18 Nov. 1871, Tie Secretaris.
NUHOUT van der VEEN.
GRONDBELASTING.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR heeft
ter secretarie dier gemeentegedurende dertig dagenter
inzage van de belanghebbenden nedergelegdeene opgave van
uitkomsten bedoeld in de artikelen 15, 23 en 43 der wet van
26 Mei 1S70 (Staatsblad n°. 82), betreffende de grondbelas
ting, waarvan, ter voldoening aan art. 15, 2® lid van ge
melde wet, bij deze afkondiging geschiedt.
Alkmaar, Be Burgemeester voornoemd,
25 Rov. 1871. A. MACLAINE PONT.
KENNISGEVING.
Het HOOED van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengtop grond van art. 1 der wet van 2 2 Mei 1815 (Staats
blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge
meente dat de kohieren voor de belasting op het Perso
neelzijnde het negenmaandsch No. 4 en het voljaarsch
No. 5 voor de dienst 1871/72, op den 20 November 1871,
door den Heer Provincialen Inspecteur der directe belastingen
in Noordholland executoir verklaard, op heden aan den Heer
Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering zijn overgegeven.
Ieder ingezetendie daarbij belang heeft, wordt vermaand
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven,
ten einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid
zouden voortvloeijente voorkomen.
Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn.,
den 28 November 1871. A. MACLAINE PONT.
POLITIE.
Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voor
handen het navolgende gevondene, als: een petroleumvat; een
genevervat; een damesstrikeen hemdeen gouden medaillon
met 2 damesportretteneen boezelaar en een regenmantel.
Lijst van brieven waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 2®. helft der maand October 1871.
van VEEN, Alkmaar; S A. COHEN, Amsterdam; KLAAS
KOK, HeerhugowaardW. BAL DER Hoogwoud; JAA-
RENS, Nieuwediep; W. BOEL, Warmond; KUIPER,
Zijpe.
Yan het Hulpkantoor de Rijp
J. ATKES Amsterdam.
Alweer over de inkomstenbelasting Ochdie blijft toch
altijd impopulair. Zulke weldaden begeeren wij niet. Geen
inkomstenbelasting zal onze volkswelvaart verhoogen.
't IdeeEen belasting populair te willen makenHet
volk begeerig te willen maken naar zulk een weldaad. Ver
hooging van de volkswelvaart te zoeken in een nieuwe be
lasting. - - Toch schijnt men tegenwoordig aan de verdedigers
der voorgestelde inkomstenbelasting dergelijke onzinnigheden
te kunnen toedichten zonder zich bespottelijk te maken.
Wie was ooit begeerig om belasting te betalen? Wie be
schouwde ooit dien gedwongen gang naar het kantoor des
ontvangers als een genoegen Neendat is de kwestie
niet. De vraag iswat de billijkheid, wat de rechtvaardig
heid eischt omtrent de verplichting van den burger tot het
dragen van zijn aandeel in de algemeene lasten.
't Is de vraag nietzooals de heldersche Courant de zaak
voorsteltof ook de voorgestelde inkomstenbelasting geen
gebreken heeften of de patentbelasting niet wat verbeterd
kan worden. Och jaeen inkomstenbelasting heeft hare
eigenaardige bezwaren; zij zal niet volkomen gelijkmatig druk
ken; bij hare toepassing zal het blijken, dat ook door haar
geen verdeeling van lasten verkregen wordt zooals men die
zoo gaarne zou wenschen. Maar ieder weet dat het niet
doenlijk isvoor ieder burger met volkomen billijkheid het
bedrag vast te stellen van het aandeeldat hij verplicht zou
zijn in de kosten der algemeene huishouding van den staat
te dragendat het reeds zeer moeilijk is, voor de verdeelmg
der lasten een algemeen beginsel, een algemeenen maatstaf
te vinden, en dat de moeilijkheden vermenigvuldigen, wanneer
men het beginsel in toepassing brengt en den algemeenen
maatstaf gaat gebruiken.
Elk moet naar zijn krachten in de algemeene lasten dragen,
zegt de een. Neen, zegt een ander, in evenredigheid van
de diensten die bij van den staat geniet. Maar als men na
gaat wie de meeste diensten van den staat geniet, ten wiens
behoeve en op wiens verlangentot wiens gebruik en genot
de meeste uitgaven geschiedendan zal mentevens begrij
pende dat nu eenmaal van de onvermogende!} niets kan ge
vraagd wordentot de slotsom komendat in den regelin
de meeste gevallenook de meest vermogenden de meeste
diensten van den staat genieten. En met den regelal is
hij niet zonder uitzonderingenmoet men zich in belasting
zaken althans bij de aanneming van het beginseltevreden
stellenbij de uitwerking zooveel mogelijk zorgende voor
alle afwijkingen van dien regel, die de billijkheid noodig maakt;
maar ook die afwijkingen kunnen weer niet anders dan alge
meen zijnomdat het nu eenmaal onmogelijk is, den toestand
en de bijzondere omstandigheden van ieder persoon afzonder
lijk te onderzoeken.
Het tekort op onze staatsbegrootingofschoon mogelijk
voor het aanstaande en voor het volgende jaar nog wel te
dekken maakt meerdere opbrengst van belastingen noodza
kelijk. Toch zou menindien dit de eenige reden was
misschien de invoering van een nieuwe belasting nog zoolang
mogelijkal was het ook maar één of twee jaar, willen uit
stellenmaar de groote reden tot verandering blijft altijd
de patentbelasting, die te onrechtvaardig is om langer be
houden te mogen blijven. De Heldersche Courantdie van
haar ongeloof, dat het met bet voorstel der inkomstenbe
lasting ernstig gemeend zou zijn. langzamerhand terugkomt,
is wel zoo vriendelijk van te willen erkennen, dat de patent
wet gebrekkig is. In de Alkmaarsche Ct. is aangetoond, dat zij
ten eenen male onhoudbaar, dat zij een ongeoorloofde belasting
is. Zoolang dit betoog niet is weerlegdmag daarnaar
worden verwezen. De Heldersche Ct. gaat dan eindelijk ook
zoover, dat ze haar een slechte wet noemt; maar de nu voor
gestelde wet is zegt zij «naar ons oordeelnog slechter.
Zij vergeet echter de gronden op te geven, waarop dat oordeel
steunt, en daardoor is voor 't oogenblik alle verdere discussie
onmogelijk. Waar de Heldersche Ct. echter op zwijgt, en
wat alles moet beslissen, is dit: dat bet niet aangaat, een
belasting te heffeu van bijzondere klassen van personen. Dat
is geheel onverdedigbaar. Er is geen enkele reden om de
inkomsten, die iemand zich door eigen arbeid, door handel
nijverheid handwerk verschaftin 't bijzonder te belasten
en de andere inkomsten vrij te laten. De last moet over
allenover alle soorten van inkomsten verdeeld worden.
Die alzoo de patentwet inderdaad willen verbeterenzullen
tot een algemeene inkomstenbelasting komen. Of nog eens
wordt de vraag herhaald welke inkomsten zal men van
de belasting vrijstellen als men begint met die inkomsten
te belastendie door eigen arbeid worden verkregen Op
die vraag gelieve men een antwoord te geven, voor men een
algemeene inkomstenbelasting afkeurt. Al wilde men zelfs
aannemen, dat de inkomstenbelasting overigens evenveel be
zwaren oplevert als de patentbelastingzou toch de eerste
alleen geoorloofd zijnomdat zij de last over allen verdeelt.
Waarom de boeren vrijgesteld zouden moeten worden, is
ten eenen male onbegrijpelijk. Toch niet omdat zij zoo
gaarne vrij zouden willen zijn? Neen zegt men, en
op dezen grond wil men hen aansporen om zich tot de
Tweede Kamer te wenden met verzoek om het wetsontwerp
op de inkomstenbelasting niet aan te nemen neenmaar
omdat zij reeds grondbelastingof liever: in den vorm van
grondbelasting reeds een soort van inkomstenbelasting beta
len en zoo doende dubbel gedrukt zouden wordenAls
wij een oogenblik over den bijzonderen aard der grondbelas
ting nadenkenzal deze bewering al spoedig al hare kracht
verliezenwant hoe men ook over den oorsprong en de
natuur dezer belasting mogen oordeelen, dit is zeker, dat zij
thans niets anders is dan een vaste grondrentewaarover
de tegenwoordige eigenaars geen recht hebben zich te be
klagendie ook eigenlijk voor hen geen belasting is. Im
mers de grondbelasting, die op het goed kleeft, rustte
daarop reedstoen de tegenwoordige eigenaar het kocht
en heeft invloed gehad op den prijs dien hij er voor betaald
heeftof waarvoor het hem als erfgenaam is toebedeeld.
Werd zij verminderd of afgeschafthet zou niets anders zijn
dan het geven van een geschenk aan den tegenwoordigen
eigenaar, 't Zou geheel hetzelfde zijn als dat iemand een
stuk land kocht, waarop een grondrente of een erfpacht
rusttedie hem na den koop werd geschonken. Daarom
behoort ook de gronabelasting onveranderd te blijven mag
zij noch verhoogdnoch verlaagd worden.
Dat de niet landbouwende bevolking zou gedrukt worden
door de inkomstenbelasting die de boer zou moeten betalen,
is even onjuist. Hij zou in de meerdere duurte zijner pro
ducten schadeloosstelling moeten zoeken, zegt men. Onmo
gelijk. leder weetdat de prijs van landbouwproducten
volstrekt niet afhangt van den wil van den landbouwer, maar
alleen van de meer of mindere vraag naar bet, product, alleen
van den stand van de markt. De landbouwer kan nooit zelf
bepalen wat bij voor zijn producten wil hebben; hij moet zien
wat hij er voor maken kan.
Neen, 't zijn niet de boeren, maar de mindere burger,
de werkmandie lijden zal onder een belasting die zoo sterk
op den middelstand drukt. Zoo spreekt onder anderen de
Heldersche Courant. Maar laat ons haar eigen woorden ge
bruiken. «Zal b. v. zegt zij in haar nummer van 1 No-
«vember zal b. v. de mindere burgerde werkman wiens
«lot bij den naderenden winter vrij donker isgebaat wor-
«den door eene wetdie zoo sterk op den middelstand drukt?
«Wij kennen b. v. een landbouwer, die zijn werkman, of-
«schoon hem tegen een onafgebroken loon van f 6,'s weeks
«gehuurd hebbende, willekeurig plotseling zijn loon op f 5,—
«terugbragt en het later nog eens beknibbelde. Een ander,
«die eenige meerdere menschlievendheid bezaterkende zelf,
«dat/5,'sweeks een schandelijk loon is voor een werk-
«man met vrouw en kinderendoch durfde het niet rerhoo-
«genwant dan kreeg hij zijne confraters aan den hals.
«Toch weten de landbouwers ziehzelven door de prijzen van
//de boter, de kaas, zelfs van de melk op te voeren, zoo ta
«melijk schadeloos te stellen. Dat alles drukt vooral de
«standendie wij hiervoor noemdenen onze regering zou
«kunnen willen dat zij nog sterker wierden gedruktGe-
«loove hetwie kan
Begrijpe deze redeueering, wie kan! Hoe kan een arbeider,
die 6, - 's weeks verdientgedrukt worden door een in
komstenbelasting waarvan ieder is vrijgesteld wiens jaarlijksch
zuiver inkomen minder bedraagt dan f 500,
Maar dan die arme ambtenaren, predikanten en onderwij
zers zegt de Heldersche Ct. En als de Aikm. Ct. haar tegen
werpt datals de bezoldiging zoo gering isdat er zelfs
geen billijke bijdrage in de algemeene lasten van gevorderd
kan worden, het redmiddel moet gezocht worden in verhoo
ging van jaarwedden roept zij uitMooie woorden Dat is
spoediger gezegd dan gedaan.
Laat ons een oogenblik bij dit punt stilstaan, al moge het ons
ook eenigszins van ons onderwerp afleiden. De aandacht is thans
algemeen op de wenschelijkheid der verhooging van jaarwedden
gevestigd. Voor de onderwijzers is inderdaad veel gedaan,
en als zij de tegenwoordige jaarwedden vergelijken met die
van een twintigtal jaren geledenzullen zij over het alge
meen geen reden tot ontevredenheid hebben. Wil de staat,
de gemeentede kerk goed gediend zijnwil zij de be-
kwaamsten en geschiktsten aan hare dienst verbindendan
moet er een voldoende bezoldiging gegeven wordenmaar
nocit kan er sprake zijn van vrijdom van algemeene lasten.
Zij hebben hunne betrekking in elk geval vrijwillig gekozen.
A. heeft zijn beroep gekozen, en heeft een inkomen van
f 1000. B. kiest insgelijks zijn weg en treedt in dienst
van den staat; ook hij heeft nu een inkomen van 1000.
Nu moge dit niet ruim zijn, maar A. heeft het ook niet
ruim. Waarom kan nu van B. zijn aandeel in de belasting
niet gevorderd wordenen van A. wel Omdat B. ambte
naar heet en zijn geld verdient van den staatterwijl A. het
van particulieren verdient Maar wat groot verschil bestaat
daar nu in? Wil men van het inkomen van een handwerks
man belasting heffendan bestaat er toch waarlijk geen be
zwaar om het ook te doen van het inkomen van een amb
tenaar, van een onderwijzer of predikant.
Maar hunne jaarwedden zijn toch zoo gering. Toegege
ven maar daarom zullen zij er ook niet veel van betalen.
Die een inkomen heeft van minder dan f 510, betaalt niets;
van een inkomen dat beneden de 600 blijftwordt f 2
betaald zoolang men beneden de f 800 blijftbetaalt men
niet meer dan f 4: blijft men beneden de 1000, dan betaalt
men 10; beneden de f 1200 blijvende, betaalt men 16;
overschrijdt het inkomen niet de som van 1600, dan be
draagt de belasting 22, enz. Nu vergete men niet, dat
tegenover de invoering van de inkomstenbelasting niet alleen
de afschaffing van de patentbelastingmaar ook van den
accijns op het geslacht staat. Daardoor zal in deze klassen
het bedrag der belasting waarschijnlijk reeds vergoed worden
door de prijsvermindering van het vleesch. Brengt de inkom
stenbelasting meer op dan door den Minister geraamd is
wat velen met zekerheid verwachtendan zou daarenboven
nog de belasting op de zeep kunnen vervallen. W. v. d. K.
In de te Berlijn gehouden algemeene vergadering voor de
duitsche visscherijen is met alg. st. besloten, eene maatschappij
voor de zeevischvangst opterichten en daarvoor subsidie van
staatswege te verzoeken.
De duitsche vloot zal binnen kort vermeerderd worden
met 6 snelloopendegrijs geschilderde40 voet lange en
slechts even boven den waterspiegel uitkomende torpedobooten,
bestemd om bij nacht vijandelijke schepen voor de duitsche
havens te naderen.
De genl. v. Stoschdie onlangs ter beschikking van den
minister v. Roon is gesteld, wordt minister van marine.
De britsche afdeeling der internationale vereeniging van
voorstanders van het tiendeeüge muntstelsel heeft eene me
morie san de regeering van Duitschland gericht, waarin wordt
aangewezendat geen der nieuwe duitsche muntstukken in
waarde zal overeenkomen met het engelsche pond sterling of
met het frausche 20francstuk of met eenig onderdeel daarvan,
zoodat de nieuwe munteenheid van Duitschland niet past in
het muntstelsel van Duitschlands groote naburen op com
mercieel gebied.
De Bondsraad heeft zich vereenigd met het voorstel van
zijnen voorzitter, strekkende om het „ijzeren oorlogsbudjet"
voor 3 jaren toetestaan. Het leger in vredestijd wordt daarbij
bepaald op 401,659 man a 225 tb. per hoofd.
Rijksdag. Bij een onderzoek naar de verkiezing van een ele-
rikalen Afgevaardigde was verzekerd, dat een pastoor van den
kansel zou hebben gezegd: „gij moogt den hertog v. Ratibor niet
verkiezenomdat hij onze godsdienstdie in groot gevaar
verkeertniet wil vertegenwoordigen. Gij moogt alleen den
heer Muller kiezen, want die zal onze godsdienst vertegen
woordigen. Als gij den hertog kiest, zullen joden uwe kin
deren onderwijzen." Van 33 personen was een protest inge
zonden waarin zij zich bereid verklaarden om onder eede te
verzekeren, dat de pastoor die woorden niet gesproken had.
Toen zij werkelijk onder eede gehoord werden bleek bet
dat de pastoor niet alleen bedoelde woorden gebezigd had
maar hun ook het protest had doen teekenenzonder dat
het meerendeel recht wist waarover het handelde.
Den 23 is bij derde lezing de llijks-muntwet aange
nomen met verwerping van een met den wensch der
regeering overeenkomend voorstel, om het 30 markstuk weder
in het ontwerp optenemen. Daarna volgde de eerste lezing
van het ontwerp betreffende de strafrechterlijke vervolging
van geestelijken wegens het misbruiken van hun ambthet
welk door den beierschen minister v. Lutzonder herhaalde
teekenen van bijval der linkerzijde en onder niet minder tal
rijke teekenen van af keuring van het catholieke centrum, werd
toegelicht. In Beieren was het thans de vraag wie regeeren
zal, de Staat of de door de jezuieten beheerschte catholieke
Kerk, en deze vraag betrof niet alleen dat Rijk maar ook geheel
Duitschland, want behaalde de in Beieren bestreden wordende
partij de overwinning, dan zou zij aan geheel Duitschland ten
verderve strekken. Het ontwerp werd verdedigd door de Afge
vaardigden v. Treitschke, Fischer (burgemeester van Augsburg)
en Lowe, en bestreden door dr. Reichensperger en den bisschop
van Mentz. In strijd met den wensch van het centrum, werd be
sloten om het ontwerp niet in handen eener commissie te stellen,
maar de tweede lezing inpleno te doen plaats vinden. Na afloop der
discussiën daarover is een brief gelezen van dr. Simson, waarin
deze [wegens een verschil over de toepassing van het regle
ment van orde] kennis gaf, dat hij het voorzitterschap ne-
derlegde. In eene avondzitting werd hij met 219 van de
276 uitgebrachte stemmen herkozen.
Den 24 is beraadslaagd over het programma voor de op
richting van een definitief Parlementsgebouw en daarna over
de begrooting van 1872. Op voorstel van den heer Lasker
werd eene ontvangst van 1,200,000 th., te verkrijgen door
uitgifte van schatkistbiljetten, geschrapt en besloten, het
tekort uit de fransche oorlogscontributie te ontleenen, hoewel
de regeering verklaarde, dat het in 1872 daarvan te ont
vangen bedrag, wegens vele te wachten uitgaven, geen over
schot zou opleveren.
Den 26 is het ontwerp tot regeling der rechterlijke ver
volging van geestelijken die hun ambt misbruikenbij de
tweede lezing, eenigszins gewijzigd, zoodat de gevangenisstraf
door vestingstraf kan worden vervangen, met 179 tegen 108
st. aangenomen.
Den 28 is de wet ook bij derde lezing met eene groote
meerderheid aangenomennadat de beiersche liberale Afge
vaardigden nogdoor verschillende voorbeelden, de noodza
kelijkheid aangetoond hadden om het misbruik, dat de catho
lieke geestelijken aldaar van hun ambt maken, te strraffen.
Den 29 is voor de eerste maal gelezen het ontwerp, 't welk
voor een tijdvak van 3 jaren de sterkte van het leger op
den voet van vrede en de daarvoor vereischte uitgaven vast
stelt. De minister van oorlog verklaarde zich tegen alle
amendementen, die eene vermindering der uitgaven ten doel
hadden en kon ook eene verlaging van het sterktecijfer niet
aanbevelen. Het voornemen om eene wet op de leger-
orgauisatie intedieuen was nog niet opgegeven.
Pruisen. Den 27 is de zitting van den Landdag geo
pend. In de troonrede werdentegenover de bewegingen op
kerkelijk gebied en ter verzekering van de zelfstandigheid
der staatsmacht bij rechtmatige zelfstandigheid der kerkge
nootschappen wetsontwerpen aangekondigd betreffende de
ecbtverbiudtenisde regeling der aangelegenheden van den
burgerlijken standen de rechtsgevolgen van het verlaten
van een kerkgenootschap. De toestand der financiën was
door den voorspoedigen afloop van den oorlog endehoogere
opbrengst der belastingen (gevolg der toenemende welvaart)
gunstig; ten gevolge daarvan zouden de bezoldigingen der
ambtenaren verhoogd, de spoorwegen en het spoorweg-mate-
riëel vermeerderd en ruimer middelen voor het openbaar on
derwijs toegewezen worden; het nu vervallen Staatsoorlogs-
fonds zou tot schulddelging dienen.
Het Huis der Afgevaardigden beeft den heer v. Forckenbeck
met 219 van de 252 st. tot zijnen voorzitter verkozen. Het
Heerenhuis benoemde op nieuw tot voorzitter graaf Stolberg-
Wernigerode.
In eene door 300 leden der, omstreeks 3000 leden tellende,
plaatselijke arbeidersvereenigingeu te Berlijn bijgewoonde
vergadering, is een besluit genomen tot verwerping der sociaal
democratische centralisatie der berlijnsche arbeidersdewijl
de daardoor veroorzaakte dwang hunne belangen niet bevordert
maar benadeelt.
De horologiemakersgezellen te Berlijn hebben, na de af
wijzing hunner eischen door hunne patroons, besloten om
den 1 December eigene werkplaatsen te openen.
Beieren. De oud-roomsche aartsbisschop van Utrecht
beeft zich bereid verklaard om het vormsel te komen toedienen
en de priesterwijding te voltrekkenindien de regeering
daaraan hare goedkeuring wil verleenen.
Vervolg der buitenlandsehe berichten in het Bijblad.
Binnenland.
Den 25 is over den Rijnspoorweg in de residentie geko
men prinses Charlotte liugénie van Zweden en Noorwegen
door de Koningin aan het station opgewacht en naar het
paleis geleid. Reeds 's middags vertrok zij naar Amsterdam.
Staten-Generaal. 2®. Kamer. Ingekomen is een wets
ontwerp tot regeling der naamlooze vennootschappen.
Bij het ontwerp tot regeling en voltooiing van het vesting
stelsel wordt voorgesteld de opheffing der vestingen Zwolle,
Deventer, ZutphenDoesburg, Elden, Nijmegen (met be
houd der forten), Grave en 's Hertogenboschen de aanleg
van forten bij de spoorwegbruggen over den IJsel en het
Hollandsch Diep en aan de nieuwe waterwegen van Amster
dam en Rotterdam de kosten daarvan en van het verbeteren
van bestaande versterkingen en inundatie-werkenover 4
jaren te verdeelen, zijn geraamd op f 30,550,000.
Bij het ontwerp tot buitengewone aanschaffing van ge
schut en draagbare vuurwapenen en tot verbetering der kazer
neering wordt het eerste begroot op f 6,256,000, het laatste
op f 1,298,000.
De 27 is een voorstel van den heer v. W assenaer v. Cat-
wijkom een adres van zeepfabrikanten om afschaffing van
den zeepaccijns naar den minister van financiën te verzenden,
met 49 tegen 8 st. verworpen en daarna de begrooting voor
de Staatsspoorwegen met alg. st. goedgekeurd.
Op de volgende dagen is het hoofdstuk der begrooting
voor binn. zaken behandeldwaarbij langdurige beraadsla
gingen hebben plaats gehad over de kosten voor de nieuwe
waterwegen en over het onderwijs.
Van 60 handelsfirma's te Aunsterdam is een adres ingeko
men verzoekende het aanhangige indische tarief te verwer
pen en alzoo het thans bestaande stelsel van differentiëele
rechten, ten gunste der nederlandsche industrie, nog eenige
jaren in stand te houden.
Benoemingen. Tot burgemeester van Zaandam is benoemd
mr. A. Greebe.
De heer J. A. v. Vliet, thans Rijks-ontvanger te Krom
menie e.a., is als zoodanig benoemd te Uitgeest c.a.
Belastingen. De Kamer van Koophandel te 's Gravenhage
heeft beslaten om het voorbeeld van zoovele andere kamers,
wat betreft het jietitionucerca Jen gunste der vervanging