No. 49. Drieënzeventigste Jaargang. 1871. ZONDAG 3 DECEMBER (Officieel C3cbccltc. Over de inkomstenbelasting, boerenambtenarenpredikanten onderwijzers enz. ££Ickclijti0che Berichten. Duitschlancl. A L K M A A H S C H E C 0 IJ li A 1* T. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,65, franco per post t O,SO, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM®. COSTER ZOON. Bij deze Courant behoort eem Bijblad. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van belanghebbendendat bet 1® Sup pletoir kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1871, door den gemeenteraad vastgesteld 29 November 1S71 ter inzage op de gemeente-secretarie wordt nedergelegd van 2 tot en met 9 December 1871, binnen welken tijd tegen den aanslag bij Gedeputeerde Staten dezer provincie op ongezegeld papier in beroep kan worden gekomen en dat het le suppletoir kohier van de belasting op de honden, dienst 1871 in dezelfde zitting vastgesteld met bepaling dat de aanslag in eens moet, zjjn voldaan vóór of op 15 Januarij 1872, heden ter invor dering aan den gemeente-ontvanger is uitgereikt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 18 Nov. 1871, Tie Secretaris. NUHOUT van der VEEN. GRONDBELASTING. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR heeft ter secretarie dier gemeentegedurende dertig dagenter inzage van de belanghebbenden nedergelegdeene opgave van uitkomsten bedoeld in de artikelen 15, 23 en 43 der wet van 26 Mei 1S70 (Staatsblad n°. 82), betreffende de grondbelas ting, waarvan, ter voldoening aan art. 15, 2® lid van ge melde wet, bij deze afkondiging geschiedt. Alkmaar, Be Burgemeester voornoemd, 25 Rov. 1871. A. MACLAINE PONT. KENNISGEVING. Het HOOED van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengtop grond van art. 1 der wet van 2 2 Mei 1815 (Staats blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge meente dat de kohieren voor de belasting op het Perso neelzijnde het negenmaandsch No. 4 en het voljaarsch No. 5 voor de dienst 1871/72, op den 20 November 1871, door den Heer Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noordholland executoir verklaard, op heden aan den Heer Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering zijn overgegeven. Ieder ingezetendie daarbij belang heeft, wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voortvloeijente voorkomen. Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn., den 28 November 1871. A. MACLAINE PONT. POLITIE. Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voor handen het navolgende gevondene, als: een petroleumvat; een genevervat; een damesstrikeen hemdeen gouden medaillon met 2 damesportretteneen boezelaar en een regenmantel. Lijst van brieven waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 2®. helft der maand October 1871. van VEEN, Alkmaar; S A. COHEN, Amsterdam; KLAAS KOK, HeerhugowaardW. BAL DER Hoogwoud; JAA- RENS, Nieuwediep; W. BOEL, Warmond; KUIPER, Zijpe. Yan het Hulpkantoor de Rijp J. ATKES Amsterdam. Alweer over de inkomstenbelasting Ochdie blijft toch altijd impopulair. Zulke weldaden begeeren wij niet. Geen inkomstenbelasting zal onze volkswelvaart verhoogen. 't IdeeEen belasting populair te willen makenHet volk begeerig te willen maken naar zulk een weldaad. Ver hooging van de volkswelvaart te zoeken in een nieuwe be lasting. - - Toch schijnt men tegenwoordig aan de verdedigers der voorgestelde inkomstenbelasting dergelijke onzinnigheden te kunnen toedichten zonder zich bespottelijk te maken. Wie was ooit begeerig om belasting te betalen? Wie be schouwde ooit dien gedwongen gang naar het kantoor des ontvangers als een genoegen Neendat is de kwestie niet. De vraag iswat de billijkheid, wat de rechtvaardig heid eischt omtrent de verplichting van den burger tot het dragen van zijn aandeel in de algemeene lasten. 't Is de vraag nietzooals de heldersche Courant de zaak voorsteltof ook de voorgestelde inkomstenbelasting geen gebreken heeften of de patentbelasting niet wat verbeterd kan worden. Och jaeen inkomstenbelasting heeft hare eigenaardige bezwaren; zij zal niet volkomen gelijkmatig druk ken; bij hare toepassing zal het blijken, dat ook door haar geen verdeeling van lasten verkregen wordt zooals men die zoo gaarne zou wenschen. Maar ieder weet dat het niet doenlijk isvoor ieder burger met volkomen billijkheid het bedrag vast te stellen van het aandeeldat hij verplicht zou zijn in de kosten der algemeene huishouding van den staat te dragendat het reeds zeer moeilijk is, voor de verdeelmg der lasten een algemeen beginsel, een algemeenen maatstaf te vinden, en dat de moeilijkheden vermenigvuldigen, wanneer men het beginsel in toepassing brengt en den algemeenen maatstaf gaat gebruiken. Elk moet naar zijn krachten in de algemeene lasten dragen, zegt de een. Neen, zegt een ander, in evenredigheid van de diensten die bij van den staat geniet. Maar als men na gaat wie de meeste diensten van den staat geniet, ten wiens behoeve en op wiens verlangentot wiens gebruik en genot de meeste uitgaven geschiedendan zal mentevens begrij pende dat nu eenmaal van de onvermogende!} niets kan ge vraagd wordentot de slotsom komendat in den regelin de meeste gevallenook de meest vermogenden de meeste diensten van den staat genieten. En met den regelal is hij niet zonder uitzonderingenmoet men zich in belasting zaken althans bij de aanneming van het beginseltevreden stellenbij de uitwerking zooveel mogelijk zorgende voor alle afwijkingen van dien regel, die de billijkheid noodig maakt; maar ook die afwijkingen kunnen weer niet anders dan alge meen zijnomdat het nu eenmaal onmogelijk is, den toestand en de bijzondere omstandigheden van ieder persoon afzonder lijk te onderzoeken. Het tekort op onze staatsbegrootingofschoon mogelijk voor het aanstaande en voor het volgende jaar nog wel te dekken maakt meerdere opbrengst van belastingen noodza kelijk. Toch zou menindien dit de eenige reden was misschien de invoering van een nieuwe belasting nog zoolang mogelijkal was het ook maar één of twee jaar, willen uit stellenmaar de groote reden tot verandering blijft altijd de patentbelasting, die te onrechtvaardig is om langer be houden te mogen blijven. De Heldersche Courantdie van haar ongeloof, dat het met bet voorstel der inkomstenbe lasting ernstig gemeend zou zijn. langzamerhand terugkomt, is wel zoo vriendelijk van te willen erkennen, dat de patent wet gebrekkig is. In de Alkmaarsche Ct. is aangetoond, dat zij ten eenen male onhoudbaar, dat zij een ongeoorloofde belasting is. Zoolang dit betoog niet is weerlegdmag daarnaar worden verwezen. De Heldersche Ct. gaat dan eindelijk ook zoover, dat ze haar een slechte wet noemt; maar de nu voor gestelde wet is zegt zij «naar ons oordeelnog slechter. Zij vergeet echter de gronden op te geven, waarop dat oordeel steunt, en daardoor is voor 't oogenblik alle verdere discussie onmogelijk. Waar de Heldersche Ct. echter op zwijgt, en wat alles moet beslissen, is dit: dat bet niet aangaat, een belasting te heffeu van bijzondere klassen van personen. Dat is geheel onverdedigbaar. Er is geen enkele reden om de inkomsten, die iemand zich door eigen arbeid, door handel nijverheid handwerk verschaftin 't bijzonder te belasten en de andere inkomsten vrij te laten. De last moet over allenover alle soorten van inkomsten verdeeld worden. Die alzoo de patentwet inderdaad willen verbeterenzullen tot een algemeene inkomstenbelasting komen. Of nog eens wordt de vraag herhaald welke inkomsten zal men van de belasting vrijstellen als men begint met die inkomsten te belastendie door eigen arbeid worden verkregen Op die vraag gelieve men een antwoord te geven, voor men een algemeene inkomstenbelasting afkeurt. Al wilde men zelfs aannemen, dat de inkomstenbelasting overigens evenveel be zwaren oplevert als de patentbelastingzou toch de eerste alleen geoorloofd zijnomdat zij de last over allen verdeelt. Waarom de boeren vrijgesteld zouden moeten worden, is ten eenen male onbegrijpelijk. Toch niet omdat zij zoo gaarne vrij zouden willen zijn? Neen zegt men, en op dezen grond wil men hen aansporen om zich tot de Tweede Kamer te wenden met verzoek om het wetsontwerp op de inkomstenbelasting niet aan te nemen neenmaar omdat zij reeds grondbelastingof liever: in den vorm van grondbelasting reeds een soort van inkomstenbelasting beta len en zoo doende dubbel gedrukt zouden wordenAls wij een oogenblik over den bijzonderen aard der grondbelas ting nadenkenzal deze bewering al spoedig al hare kracht verliezenwant hoe men ook over den oorsprong en de natuur dezer belasting mogen oordeelen, dit is zeker, dat zij thans niets anders is dan een vaste grondrentewaarover de tegenwoordige eigenaars geen recht hebben zich te be klagendie ook eigenlijk voor hen geen belasting is. Im mers de grondbelasting, die op het goed kleeft, rustte daarop reedstoen de tegenwoordige eigenaar het kocht en heeft invloed gehad op den prijs dien hij er voor betaald heeftof waarvoor het hem als erfgenaam is toebedeeld. Werd zij verminderd of afgeschafthet zou niets anders zijn dan het geven van een geschenk aan den tegenwoordigen eigenaar, 't Zou geheel hetzelfde zijn als dat iemand een stuk land kocht, waarop een grondrente of een erfpacht rusttedie hem na den koop werd geschonken. Daarom behoort ook de gronabelasting onveranderd te blijven mag zij noch verhoogdnoch verlaagd worden. Dat de niet landbouwende bevolking zou gedrukt worden door de inkomstenbelasting die de boer zou moeten betalen, is even onjuist. Hij zou in de meerdere duurte zijner pro ducten schadeloosstelling moeten zoeken, zegt men. Onmo gelijk. leder weetdat de prijs van landbouwproducten volstrekt niet afhangt van den wil van den landbouwer, maar alleen van de meer of mindere vraag naar bet, product, alleen van den stand van de markt. De landbouwer kan nooit zelf bepalen wat bij voor zijn producten wil hebben; hij moet zien wat hij er voor maken kan. Neen, 't zijn niet de boeren, maar de mindere burger, de werkmandie lijden zal onder een belasting die zoo sterk op den middelstand drukt. Zoo spreekt onder anderen de Heldersche Courant. Maar laat ons haar eigen woorden ge bruiken. «Zal b. v. zegt zij in haar nummer van 1 No- «vember zal b. v. de mindere burgerde werkman wiens «lot bij den naderenden winter vrij donker isgebaat wor- «den door eene wetdie zoo sterk op den middelstand drukt? «Wij kennen b. v. een landbouwer, die zijn werkman, of- «schoon hem tegen een onafgebroken loon van f 6,'s weeks «gehuurd hebbende, willekeurig plotseling zijn loon op f 5,— «terugbragt en het later nog eens beknibbelde. Een ander, «die eenige meerdere menschlievendheid bezaterkende zelf, «dat/5,'sweeks een schandelijk loon is voor een werk- «man met vrouw en kinderendoch durfde het niet rerhoo- «genwant dan kreeg hij zijne confraters aan den hals. «Toch weten de landbouwers ziehzelven door de prijzen van //de boter, de kaas, zelfs van de melk op te voeren, zoo ta «melijk schadeloos te stellen. Dat alles drukt vooral de «standendie wij hiervoor noemdenen onze regering zou «kunnen willen dat zij nog sterker wierden gedruktGe- «loove hetwie kan Begrijpe deze redeueering, wie kan! Hoe kan een arbeider, die 6, - 's weeks verdientgedrukt worden door een in komstenbelasting waarvan ieder is vrijgesteld wiens jaarlijksch zuiver inkomen minder bedraagt dan f 500, Maar dan die arme ambtenaren, predikanten en onderwij zers zegt de Heldersche Ct. En als de Aikm. Ct. haar tegen werpt datals de bezoldiging zoo gering isdat er zelfs geen billijke bijdrage in de algemeene lasten van gevorderd kan worden, het redmiddel moet gezocht worden in verhoo ging van jaarwedden roept zij uitMooie woorden Dat is spoediger gezegd dan gedaan. Laat ons een oogenblik bij dit punt stilstaan, al moge het ons ook eenigszins van ons onderwerp afleiden. De aandacht is thans algemeen op de wenschelijkheid der verhooging van jaarwedden gevestigd. Voor de onderwijzers is inderdaad veel gedaan, en als zij de tegenwoordige jaarwedden vergelijken met die van een twintigtal jaren geledenzullen zij over het alge meen geen reden tot ontevredenheid hebben. Wil de staat, de gemeentede kerk goed gediend zijnwil zij de be- kwaamsten en geschiktsten aan hare dienst verbindendan moet er een voldoende bezoldiging gegeven wordenmaar nocit kan er sprake zijn van vrijdom van algemeene lasten. Zij hebben hunne betrekking in elk geval vrijwillig gekozen. A. heeft zijn beroep gekozen, en heeft een inkomen van f 1000. B. kiest insgelijks zijn weg en treedt in dienst van den staat; ook hij heeft nu een inkomen van 1000. Nu moge dit niet ruim zijn, maar A. heeft het ook niet ruim. Waarom kan nu van B. zijn aandeel in de belasting niet gevorderd wordenen van A. wel Omdat B. ambte naar heet en zijn geld verdient van den staatterwijl A. het van particulieren verdient Maar wat groot verschil bestaat daar nu in? Wil men van het inkomen van een handwerks man belasting heffendan bestaat er toch waarlijk geen be zwaar om het ook te doen van het inkomen van een amb tenaar, van een onderwijzer of predikant. Maar hunne jaarwedden zijn toch zoo gering. Toegege ven maar daarom zullen zij er ook niet veel van betalen. Die een inkomen heeft van minder dan f 510, betaalt niets; van een inkomen dat beneden de 600 blijftwordt f 2 betaald zoolang men beneden de f 800 blijftbetaalt men niet meer dan f 4: blijft men beneden de 1000, dan betaalt men 10; beneden de f 1200 blijvende, betaalt men 16; overschrijdt het inkomen niet de som van 1600, dan be draagt de belasting 22, enz. Nu vergete men niet, dat tegenover de invoering van de inkomstenbelasting niet alleen de afschaffing van de patentbelastingmaar ook van den accijns op het geslacht staat. Daardoor zal in deze klassen het bedrag der belasting waarschijnlijk reeds vergoed worden door de prijsvermindering van het vleesch. Brengt de inkom stenbelasting meer op dan door den Minister geraamd is wat velen met zekerheid verwachtendan zou daarenboven nog de belasting op de zeep kunnen vervallen. W. v. d. K. In de te Berlijn gehouden algemeene vergadering voor de duitsche visscherijen is met alg. st. besloten, eene maatschappij voor de zeevischvangst opterichten en daarvoor subsidie van staatswege te verzoeken. De duitsche vloot zal binnen kort vermeerderd worden met 6 snelloopendegrijs geschilderde40 voet lange en slechts even boven den waterspiegel uitkomende torpedobooten, bestemd om bij nacht vijandelijke schepen voor de duitsche havens te naderen. De genl. v. Stoschdie onlangs ter beschikking van den minister v. Roon is gesteld, wordt minister van marine. De britsche afdeeling der internationale vereeniging van voorstanders van het tiendeeüge muntstelsel heeft eene me morie san de regeering van Duitschland gericht, waarin wordt aangewezendat geen der nieuwe duitsche muntstukken in waarde zal overeenkomen met het engelsche pond sterling of met het frausche 20francstuk of met eenig onderdeel daarvan, zoodat de nieuwe munteenheid van Duitschland niet past in het muntstelsel van Duitschlands groote naburen op com mercieel gebied. De Bondsraad heeft zich vereenigd met het voorstel van zijnen voorzitter, strekkende om het „ijzeren oorlogsbudjet" voor 3 jaren toetestaan. Het leger in vredestijd wordt daarbij bepaald op 401,659 man a 225 tb. per hoofd. Rijksdag. Bij een onderzoek naar de verkiezing van een ele- rikalen Afgevaardigde was verzekerd, dat een pastoor van den kansel zou hebben gezegd: „gij moogt den hertog v. Ratibor niet verkiezenomdat hij onze godsdienstdie in groot gevaar verkeertniet wil vertegenwoordigen. Gij moogt alleen den heer Muller kiezen, want die zal onze godsdienst vertegen woordigen. Als gij den hertog kiest, zullen joden uwe kin deren onderwijzen." Van 33 personen was een protest inge zonden waarin zij zich bereid verklaarden om onder eede te verzekeren, dat de pastoor die woorden niet gesproken had. Toen zij werkelijk onder eede gehoord werden bleek bet dat de pastoor niet alleen bedoelde woorden gebezigd had maar hun ook het protest had doen teekenenzonder dat het meerendeel recht wist waarover het handelde. Den 23 is bij derde lezing de llijks-muntwet aange nomen met verwerping van een met den wensch der regeering overeenkomend voorstel, om het 30 markstuk weder in het ontwerp optenemen. Daarna volgde de eerste lezing van het ontwerp betreffende de strafrechterlijke vervolging van geestelijken wegens het misbruiken van hun ambthet welk door den beierschen minister v. Lutzonder herhaalde teekenen van bijval der linkerzijde en onder niet minder tal rijke teekenen van af keuring van het catholieke centrum, werd toegelicht. In Beieren was het thans de vraag wie regeeren zal, de Staat of de door de jezuieten beheerschte catholieke Kerk, en deze vraag betrof niet alleen dat Rijk maar ook geheel Duitschland, want behaalde de in Beieren bestreden wordende partij de overwinning, dan zou zij aan geheel Duitschland ten verderve strekken. Het ontwerp werd verdedigd door de Afge vaardigden v. Treitschke, Fischer (burgemeester van Augsburg) en Lowe, en bestreden door dr. Reichensperger en den bisschop van Mentz. In strijd met den wensch van het centrum, werd be sloten om het ontwerp niet in handen eener commissie te stellen, maar de tweede lezing inpleno te doen plaats vinden. Na afloop der discussiën daarover is een brief gelezen van dr. Simson, waarin deze [wegens een verschil over de toepassing van het regle ment van orde] kennis gaf, dat hij het voorzitterschap ne- derlegde. In eene avondzitting werd hij met 219 van de 276 uitgebrachte stemmen herkozen. Den 24 is beraadslaagd over het programma voor de op richting van een definitief Parlementsgebouw en daarna over de begrooting van 1872. Op voorstel van den heer Lasker werd eene ontvangst van 1,200,000 th., te verkrijgen door uitgifte van schatkistbiljetten, geschrapt en besloten, het tekort uit de fransche oorlogscontributie te ontleenen, hoewel de regeering verklaarde, dat het in 1872 daarvan te ont vangen bedrag, wegens vele te wachten uitgaven, geen over schot zou opleveren. Den 26 is het ontwerp tot regeling der rechterlijke ver volging van geestelijken die hun ambt misbruikenbij de tweede lezing, eenigszins gewijzigd, zoodat de gevangenisstraf door vestingstraf kan worden vervangen, met 179 tegen 108 st. aangenomen. Den 28 is de wet ook bij derde lezing met eene groote meerderheid aangenomennadat de beiersche liberale Afge vaardigden nogdoor verschillende voorbeelden, de noodza kelijkheid aangetoond hadden om het misbruik, dat de catho lieke geestelijken aldaar van hun ambt maken, te strraffen. Den 29 is voor de eerste maal gelezen het ontwerp, 't welk voor een tijdvak van 3 jaren de sterkte van het leger op den voet van vrede en de daarvoor vereischte uitgaven vast stelt. De minister van oorlog verklaarde zich tegen alle amendementen, die eene vermindering der uitgaven ten doel hadden en kon ook eene verlaging van het sterktecijfer niet aanbevelen. Het voornemen om eene wet op de leger- orgauisatie intedieuen was nog niet opgegeven. Pruisen. Den 27 is de zitting van den Landdag geo pend. In de troonrede werdentegenover de bewegingen op kerkelijk gebied en ter verzekering van de zelfstandigheid der staatsmacht bij rechtmatige zelfstandigheid der kerkge nootschappen wetsontwerpen aangekondigd betreffende de ecbtverbiudtenisde regeling der aangelegenheden van den burgerlijken standen de rechtsgevolgen van het verlaten van een kerkgenootschap. De toestand der financiën was door den voorspoedigen afloop van den oorlog endehoogere opbrengst der belastingen (gevolg der toenemende welvaart) gunstig; ten gevolge daarvan zouden de bezoldigingen der ambtenaren verhoogd, de spoorwegen en het spoorweg-mate- riëel vermeerderd en ruimer middelen voor het openbaar on derwijs toegewezen worden; het nu vervallen Staatsoorlogs- fonds zou tot schulddelging dienen. Het Huis der Afgevaardigden beeft den heer v. Forckenbeck met 219 van de 252 st. tot zijnen voorzitter verkozen. Het Heerenhuis benoemde op nieuw tot voorzitter graaf Stolberg- Wernigerode. In eene door 300 leden der, omstreeks 3000 leden tellende, plaatselijke arbeidersvereenigingeu te Berlijn bijgewoonde vergadering, is een besluit genomen tot verwerping der sociaal democratische centralisatie der berlijnsche arbeidersdewijl de daardoor veroorzaakte dwang hunne belangen niet bevordert maar benadeelt. De horologiemakersgezellen te Berlijn hebben, na de af wijzing hunner eischen door hunne patroons, besloten om den 1 December eigene werkplaatsen te openen. Beieren. De oud-roomsche aartsbisschop van Utrecht beeft zich bereid verklaard om het vormsel te komen toedienen en de priesterwijding te voltrekkenindien de regeering daaraan hare goedkeuring wil verleenen. Vervolg der buitenlandsehe berichten in het Bijblad. Binnenland. Den 25 is over den Rijnspoorweg in de residentie geko men prinses Charlotte liugénie van Zweden en Noorwegen door de Koningin aan het station opgewacht en naar het paleis geleid. Reeds 's middags vertrok zij naar Amsterdam. Staten-Generaal. 2®. Kamer. Ingekomen is een wets ontwerp tot regeling der naamlooze vennootschappen. Bij het ontwerp tot regeling en voltooiing van het vesting stelsel wordt voorgesteld de opheffing der vestingen Zwolle, Deventer, ZutphenDoesburg, Elden, Nijmegen (met be houd der forten), Grave en 's Hertogenboschen de aanleg van forten bij de spoorwegbruggen over den IJsel en het Hollandsch Diep en aan de nieuwe waterwegen van Amster dam en Rotterdam de kosten daarvan en van het verbeteren van bestaande versterkingen en inundatie-werkenover 4 jaren te verdeelen, zijn geraamd op f 30,550,000. Bij het ontwerp tot buitengewone aanschaffing van ge schut en draagbare vuurwapenen en tot verbetering der kazer neering wordt het eerste begroot op f 6,256,000, het laatste op f 1,298,000. De 27 is een voorstel van den heer v. W assenaer v. Cat- wijkom een adres van zeepfabrikanten om afschaffing van den zeepaccijns naar den minister van financiën te verzenden, met 49 tegen 8 st. verworpen en daarna de begrooting voor de Staatsspoorwegen met alg. st. goedgekeurd. Op de volgende dagen is het hoofdstuk der begrooting voor binn. zaken behandeldwaarbij langdurige beraadsla gingen hebben plaats gehad over de kosten voor de nieuwe waterwegen en over het onderwijs. Van 60 handelsfirma's te Aunsterdam is een adres ingeko men verzoekende het aanhangige indische tarief te verwer pen en alzoo het thans bestaande stelsel van differentiëele rechten, ten gunste der nederlandsche industrie, nog eenige jaren in stand te houden. Benoemingen. Tot burgemeester van Zaandam is benoemd mr. A. Greebe. De heer J. A. v. Vliet, thans Rijks-ontvanger te Krom menie e.a., is als zoodanig benoemd te Uitgeest c.a. Belastingen. De Kamer van Koophandel te 's Gravenhage heeft beslaten om het voorbeeld van zoovele andere kamers, wat betreft het jietitionucerca Jen gunste der vervanging

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1871 | | pagina 1